,rt«ECHT - Twee jaar geleden V*. in Nederland een apparaat - troduceerd waarmee bUnden *'"' erk kunr*en lezen: de optacon. drU dd-Hs zijn er 60 blinden die een '"""con gebruiken en acht instrucop" die de blinden met het instruittri. ,eren omgaan. Nu is komen vast "*" „ dat de optacon voor menige 'rlide een waardevolle aanvulling is hrailleen het gesproken boek, start 09 van der Heiden, zelf blind, aan m psychologisch laboratorium van 5! Rijksuniversiteit Utrecht binnenrt cc" onderzoek naar een betere ""U-ode voor het gebruik van de "otacon, waardoor hopelijk meer hlinden op een snellere manier van het «paraat profijt kunnen trekken. rv optacon is een apparaat dat •dierlijk lijkt op een draagbare cassetterecorder. Aan het snoertje zit echter ' n microfoon vast, maar een „mini- Levisiecamera", die de gedrukte wter aftast en omzet in vibrerende reliëfletters die de blinde met zijn „Hisvinger op het apparaat voelt. 'uet lezen met de optacon vereist -jer concentratie dan het lezen van braille, tnaar het geeft de blinde dan jok veel meer mogelijkheden. Het is bijvoorbeeld onmogelijk om een encyclopedie of een ander groot naslagwerk in braille te drukken, omdat in je tijd die daarvoor nodig is de gegevens alweer verouderd zouden zijn. Bovendien is er een pakhuis nodig om ven editie in braille van een encyclopedie op te slaan. Voor een blinde student is er het voordeel dat hij de talloze stencils waarmee hij tegenwoordig wordt overstroomd niet meer hoeft te laten voorlezen en om een persoonlijke brief te kunnen „lezen" is de hulp van de buurvrouw niet meer nodig. En met een optacon kunnen ook gegevens uit een computer van het beeldscherm afgelezen worden, zodat in die sector - evenals in bepaalde andere administratieve beroepen - banen voor blinden openstaan. In Utrecht leest een blinde student theologie, Hebreeuws en Grieks met de optacon.
Dra. Van der Heiden gebruikt zelf een optacon en zei tijdens een persgesprek dat haar onderzoek niet mogelijk zou zijn geweest als ze alleen braille had beheerst. De vier belangrijkste vragen die bij het onderzoek aan de orde zullen komen, zijn: wat is de beste methode om met de optacon te leren lezen, is het mogelijk de leessnelheid op te voeren, is er een maximum-leeftijd om nog met de optacon te beginnen en welke relatie is er tussen het braille lezen en het lezen met de optacon. Dra. Van der Heiden kan zelf nog twee keer zo snel met braille als met de optacon overweg, maar ze acht het niet onwaarschijnlijk dat kinderen die meteen met de optacon beginnen net zo gemakkelijk gedrukte teksten kunnen lezen als braille-teksten.
Een van de problemen bij de invoering van de optacon is de hoge prijs. Het apparaat kost ƒ 11.000. Sinds kort is de financiering in Nederland mogelijk via de sociale voorzieningen, naar gelang de behoefte van de betrokkene aan het apparaat. Maar als er een snellere methode komt om het instituut te leren gebruiken, zullen meer mensen de optacon kunnen aanschaffen en dat zal de prijs drukken, verwacht dra. Van der Heiden. Bij het gebruik van de optacon om iets op te zoeken in een encyclopedie is de snelheid niet zon probleem. Dat bewees Marga Zwanenburg, een leerling van het blindeninstituut Bartimeüs in Zeist. Bij een demonstratie van de optacon wist ze in drie minuten een woord op te zoeken in een naslagwerk en de betekenis ervan bij te leveren.
Het onderzoek van dra. Van der Heiden is niet het enige dat binnenkort van start gaat. In Groningen begint drs. R. de Groot aan de afdeling orthopedagogiek van de Rijksuniversiteit een onderzoek naar het gebruik van de optacon door kinderen die wel kunnen zien, maar leerstoornissen hebben. Het gaat daarbij met name om kinderen die slecht kunnen lezen. Het zijn vooral de leermiddelen svan Maria Montessori die drs. De Groot op het idee hebben gebracht, de optacon in te schakelen bij de behandeling van kinderen met zogenaamde woordbeeldstoornissen. Met dit onderzoek hoopt drs. De Groot aan te tonen, dat de optacon niet alleen voor blinden en slechtzienden geschikt is, maar ook voor kinderen met leermoeilijkheden, die hij nu in staat wil stellen naast hun ogen ook andere zintuigen, met name de tastzin te gebruiken.
"Onderzoek naar betere leesmethode voor blinden". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/07/05 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 24-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572122:mpeg21:p005
"Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/07/05 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 24-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572122:mpeg21:p005
WETEN JULLIE wat een anekdote is? Een „grapje" noemt men óók wel zo, maar eigenlijk is een anekdote een amusante vertelling over een historisch persoon. Vandaag willen we er eens een vertellen. DE HERTOG van Brunswijk- Wolfenbuttel - die ook in ónze vaderlandse geschiedenis nog een rol gespeeld heeft in de 18e eeuw - maakte eens een wandeling in de stad Wolfenbuttel, gekleed in een eeni voudig jachtkostuum. Het was op een 1 prachtige zomerdag en de hertog i verkeerde natuurlijk liever in de buitenlucht dan in de bedompte vertrekken van zijn vorstelijk paleis. Tijdens zijn wandeling deed hij echter een bijzonder onaangename ontdekking. Voor één van de bijgebouwen van het paleis stond een soldaat - min of onder redactie van Niek van Noort
meer tegen de poort geleund - een lekker hapje te verorberen. Zijn geweer had hij zo maar ergens achteloos neergezet.
De Duitse soldaat - nog niet lang in miliraire dienst - had slechts twee orders gekregen: het gebouw bewaken en het geweer presenteren, als de hertog soms voorbij mocht komen. En daar de jongeman niet één van de allerslimsten was, had hij begrepen dat het er niet op aankwam ... zo lang de hertog maar niet in de buurt was!
Het wacht-lopen beviel hem niet al te best en omdat hij zich verveelde had hij een smakelijk hapje voor de dag gehaald, dat hij nu gretig stond te eten.
FRONSEND BLEEF de hertog stilstaan, toen hij dit alles gadesloeg en zijn eerste gedachte was waarschijnlijk om de soldaat eens een geduchte afstraffing te gaan geven voor zijn ongewoon gedrag. Maar de jongeman stond zó vermakelijk te genieten van zijn lekkere hapje, dat de hertog wel moest glimlachen. „Eet smakelijk!" riep hij de soldaat toe. „Wat heb je daar voor lekkers?" De Duitse schildwacht keek hem grijnzend aan en antwoordde vrolijk: „Raad maar eens!" „Nu ... misschien wel een stukje bloedworst!" zei de man in het jachtkostuum. „Nee hoor, iets beters!" grinnikte de soldaat. „Leverworst soms?" informeerde de hertog verder. „Nóg beter?" „Dan zal het wel metworst zijn!" lachte de onbekende tenslotte. „Geraden!" antwoordde de schildwacht, terwijl hij een flink stuk worst triomfantelijk in de hoogte hield. „Maar ... eh ... vertel eens, wie bent u eigenlijk?", vroeg de soldaat. „Raad maar eens!" zei thans de hertog op zijn beurt. „Och, zeker een bediende uit het paleis?", meesmuilde de soldaat. „Nee hoor, iets beters!" ging de hertog verder, die langzamerhand plezier in het geval begon te krijgen. „Dan één van de kamerheren zeker?" „Nóg beter!" „Bent u de hertog zelf?" „Zó is het!!" luidde het op strengere toon gegeven antwoord. „Sjonge ..." lachte de soldaat, volstrekt niet uit het veld geslagen, „wilt U dan misschien mijn metworst even vasthouden, want ze hebben mij gezegd, dat ik voor de hertog het geweer moest presenteren!"
"Voor de jeugd Een anekdote". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/07/05 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 24-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572122:mpeg21:p005
DEN HAAG - Dr. W. Drees is vandaag 90 jaar geworden. Ter gelegenheid van de verjaardag van „deprins onzer politici" zoals Tweede-Kamervoorzitter Vondeling hem eens betitelde, zal bü uitgeverij A.J.G. Strengholt's Boeken BV ie Naarden het boek „Drees 90" verschijnen. Hierin laat de hoogbejaarde politicus zijn licht schijnen over talrijke gebeurtenissen die zich tijdens zijn leven «Nederland en de wereld hebben afgespeeld of nog volop de aandacht vragen. \v"nt: „ik kan het niet nalaten alles met aandacht te volgen en zo nu en dan een Wmerking te maken", zegt dr. Drees.
"Vanaf mijn 16e jaar zit ik in de Politiek. Ik ben erin gegroeid en de Politiek heeft me nooit los gelaten. Ik M> mij echter teruggetrokken van fccussiërende vergaderingen omdat ""jn gehoor en gezicht slechter zijn geworden. Als er veel stemmen door «*aar klinken, geeft dat moeilijkheden Met behulp van het gehoorappa'W kan ik een gesprek goed volgen, "wklaart dr. Drees. „Een lang leven at "i de familie - mijn moeder is 95 gorden - maar ook de moeilijkhe-oen met het gehoor. Deze belemme™* vooreen meer actief leven verhin- J 1 mij echter niet, veel persoonlijke "langstelling te hebben voor de poli, k en hieronder versta ik de beïn■oeamg van het maatschappelijk "en als één van de mogelijkheden r™ {e trachten de mensen gelukkiger jmaken". Dr. Drees stelt vast, dat ''n zijn lange leven de welvaart zag moeien, het levenspeil hoger worden. » k zag de eerste sociale zekerheid , men, de eerste contracten die de j!£en regelden. Maar toch", zegt dr. !*• ..geeft de toestand in Nederig a m vele opzichten aanleiding tot doelt vooral op „ de en-T "derinB van de werkgelegenheid de inflatie". Hy zegt: „In 1945 toak ,1- et gevoel' dat zware crisissen, gent tussen de twee wereldoorloecon en worden bedwongen door nomisch beleid. Gebleken is dat dit djt °Is- 'k heb echter de overtuiging °Plev Cen herStel vo,«en- Er vd eea komen en deze verwachting verjel '* °P de ervaring in het ""* nf1' Wel zu,,en wy er rekenin8 houden, dat aan de wel"■oew e?zen zi)n- Men *** a zien °P somjJ* "Wellen, dat men het in "toeten !i opzichten met minder zal king. "• WiJ moeten ons beper- Cci^f11- Het "Jk staat CT Drees: **' slecht voor"- aldus dr-
Ter gelegenheid van uk 90ste verjaardag van de oud-premier dr. Willem Drees geeft de uitgeversmaatschappij Strengholt een boek over de staatsman uit „Drees 90 - geschriften en gesprekken" luidt de titel van het werk, waarin ook veel foto 's zijn opgenomen. Hier poseert dr. Drees met het boek in zün woning in Den Haag.
"Dr. W. Drees negentig jaar". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/07/05 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 24-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572122:mpeg21:p005
Tel ■uit,o^8e"e!d is hij door de grote n°8 steeds in de were,d "^'en dde dreiBende hongersnood ac groei van de bevolkingen niet sterk afnemen. Eveneens is dr. Drees teleurgesteld omdat de geestelijke vrijheid in de wereld meer en meer verloren gaat. De groei van de geestelijke vrijheid voor de Eerste Wereldoorlog was één van de elementen van de vooruitgang, zegt hij. Thans wordt deze vrijheid in veel landen beperkt en wordt het de mensen onmogelijk gemaakt zich te uiten. Over het nieuwe ontwerp-programma van de Partij van de Arbeid zegt dr. Drees: „Ik ben zeer kritisch tegenover elk programma waarbij de partij vooraf voor een periode van vier jaar denkt te kunnen voorschrijven wat er zal moeten gebeuren. Een partij kan alleen richtlijnen geven, beginselen, maar concreet voorschrijven wat er moet gebeuren, kan niet", zegt dr. Drees. „Mijn bezwaren gelden voor de programma's van meer partijen. Zij leggen te veel vast. Zij beloven hun kiezers van elke bevolkingsgroep zo veel, dat hun verkiezingsleuze zou kunnen zijn: wij willen alles wat wenselijk is. Maar over de kosten om dit te bereiken, denkt men te licht," vervolgt dr. Drees. „De partijen moeten voorzichtig zijn met het opwekken van te grote verwachtingen. De richtlijnen mogen zijn uitgestippeld, de ministers moeten het land besturen, niet de leden van de partijen. De ministers zijn via het overleg met de Kamers aan de kiezers natuurlijk verantwoording verschuldigd, maar de kiezers kunnen niet alles an de minister dicteren", is de mening van dr. Drees. Hij wijst op Keerpunt 72.
„Dat is allerminst onaantastbaar gebleken", zegt hij. Men heeft toen niet kunnen voorzien wat er zich tijdens de periode waarin men zon programma zou willen uitwerken, kon voordoen, zoals de oliecrisis en de werkloosheid.
"Amoede". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/07/05 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 24-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572122:mpeg21:p005
Dr. Drees schreef verscheidene boeken en publiceert nog geregeld artikelen, waarin hij zijn visie op de politieke gang van zaken in ons land geeft. Hij is ook de man, aan wie de Nederlandse taal een nu al weer in onbruik geraakte uitdrukking te danken had: „trekken van Drees". De man die het initiatief nam tot de noodwet ouden van dagen heeft zeer velen van de „Drees-trekkers" overleefd en de nieuwe generatie bejaarden spreekt gewoon van aow. Hij geniet echter nog steeds een grote populariteit, bij oud en bij jong. Politici van wie hij de namen niet noemt, weten nog steeds het huis aan de Beeklaan in Den Haag te vinden als zij advies willen hebben. Maar ook mensen die wat op hun hart hebben, stappen naar dr. Drees. Hij vindt dit prettig: „Dan merk je wat er onder de mensen leeft".
„Ik sta iedereen te woord", zegt dr. Drees. „Veel bezoekers verwijs ik naar mijn zoon die Tweede-Kamerlid is, of naar mijn oudste zoon die in het hoofdbestuur van DS' 70 zit. Persoonlijk kan ik niets meer voor de mensen doen..." De oud-politicus heeft ook nog een dochter. „Mijn kinderen zijn opgegroeid in een politieke sfeer. Ook mijn kleinkinderen hebben politieke belangstelling. Zij voelen zich bij verschillende politieke partijen thuis: PvdA, PPR, DS'7O of zijn ongeorganiseerd. Het doet mij evenwel goed, dat mijn pogingen om wat te doen voor de mensen, zich hebben voortgezet bij mijn kinderen en kleinkinderen".
Het boek Drees 90 heeft als onder-' titel „geschriften en gesprekken". Het handelt over dr. Drees, doch is niet uitsluitend van zijn hand. Medewerkers zijn prof.dr. H. Daalder, die vooral een schets van dr. Drees als mens en politicus geeft. Over het boek zegt prof. Daalder, dat dit van al Drees' boeken het meest in het teken van de politieke actualiteit staat. Naast de beschouwingen over partijpolitieke verhoudingen, economisch en sociaal beleid van opeenvolgende regeringen, is het boek doortrokken van zorg over de ontwikkeling van de overheidsuitgaven, signaleert prof. Daalder. Een groot deel van het boek bestaat uit gesprekken tussen dr. Drees en dr. G. Puchinger, daterend uit 1972. Het is een letterlijke weergave van antwoorden die dr. Drees op vele vragen van persoonlijke en zakelijke aard heeft gegeven.
Het was de speciale wens van dr. Drees, dat in het boek enkele grote artikelen werden opgenomen over Lassalle, Marx en het socialisme, omdat hij deze van groot belang acht voor de lezers die zijn geïnteresseerd in de wordingsgeschiedenis van het socialisme. Van de hand van de heer Drees zelf zijn o.a. de artikelen over zijn bezoek aan Buchenwald, de Europese integratie, over Gandhi: gedachten over geweldloze weerbaarheid, moet de overheid eros-centra bevorderen? Gedachten over de werkloosheid en de kleine zelfstandige, over openbare uitgaven en sociale verzekeringen, over de monarchie, democratie en republiek ... Ook zijn er veel foto's in het boek opgenomen. Dr. Drees - nu negentig.iaar oud - kan veel verhalen over vroeger, maar leeft in tegenstelling tot velen van zijn leeftijdgenoten nog in het heden en hij laat dat in het boek Drees 90 weer weten. Hij kan het immers „niet nalaten alles met aandacht te volgen en zo nu en dan een opmerking te maken... "
"„Drees-trekkers "". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/07/05 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 24-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572122:mpeg21:p005
UTRECHT - Een groep van elf buurtgenoten, in leeftijd variërend van 15 tot 17 jaar, heeft tegenover de politie van Utrecht bekend de laatste twee maanden herhaaldelijk bromfietsen, motorfietsen en scooters of onderdelen daarvan te hebben gestolen.
In totaal werd voor ƒ 26.500 gestolen. De jongens gingen steeds te werk tijdens filmvoorstellingen in bioscopen in de binnenstad van Utrecht. De zaak kwam aan het licht toen bij een bromfietscontrole een 12-jarige jongen op een gestolen Solex werd aangetroffen.
"Voor 26.500 gulden aan bromfietsen gestolen". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/07/05 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 24-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572122:mpeg21:p005
UTRECHT - In de Nederlandse ziekenhuizen zijn vorig jaar ruim 1,4 miljoen patiënten opgenomen, 1,5 procent meer dan in 1974. De kosten stegen met ruim 20 procent tot ƒ 5,64 miljard.
Dit blijkt uit gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek, die de al eerder door het nationaal ziekenhuisinstituut vastgestelde verdere vermindering van het aantal verpleegdagen, de gemiddelde verpleegduur en van het aantal bedden bevestigen.
Van de totale kosten komt verreweg het grootste deel voor rekening van de post personeelszaken: bijna ƒ 3,8 miljard in 1975 tegen ƒ3,16 miljard in 1974.
"Ziekenhuiskosten vorig jaar ruim 20 procent hoger". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/07/05 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 24-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572122:mpeg21:p005
Een zeer bekende en geliefde kamerplant is de Anthurium scherzerianum of flamingoplant. De Anthurium is afkomstig uit tropisch Amerika, b.v. Columbia, Venezuela en Guatemala. Er zijn meer dan 500 soorten, wat voor ons van minder belang is. Alleen de Anth. scherzerianum wordt als potplant gekweekt. Er zijn in deze soort wel verschillende rassen die variëren van lakrood tot oranjerood. De plant werd in 1857 door Karl van Scherzer uit Wenen in Europa ingevoerd. De soort is niet meer oorspronkelijk, want door kruising en selectie is ze sterk verbeterd en we kunnen dus spreken van hybriden. De plant komt van nature uit het oerwoud. De Anthuriumsoort, die we als snijbloemen in bloemstukken verwerkt zien, is een andere soort, namelijk de Anth. andreanum. Deze soort is als potplant niet te gebruiken. Een gemakkelijke plant is de Anthurium niet. Het komt vaak voor dat men nog wel een flink groeiende plant heeft, maar waar de bloei uitblijft, of maar heel gering is. Anderszijds ziet men ook bij plantenliefhebbers exemplaren die zeer goed groeien en bloeien. 3Zo zag ik dezer dagen nog een prachtige plant waarop twintig beste, stevige bloemen stonden. Ook bij een liefhebber. De oorzaak van het niet bloeien van een overigens gezonde plant is veelal te zoeken in de temperatuur die de plant krijgt. Willen we onze plant flink zien bloeien dan moeten we de plant in de winter, bijvoorbeeld december -januari, een rustperiode gunnen. Hij moet dan tijdelijk een week of zes bij een temperatuur van ongeveer 15 ° C. staan. De plant ook wat droger houden dan we normaal gewend zijn. Ook mag overigens de nachttemperatuur wel dalen tot ongeveer 15 ° C. Kouder mag de plant echter niet staan want dan krijgen we weer korte en kromme stelen en vergroeide schut-
bladeren. Na een koelere periode kan de plant wel weer warm staan, bijvoorbeeld op 21 ° C. Verder verlangt de plant een lichte standplaats, maar ze houdt niet van de felle zon, dus tijdig afschermen, ook reeds in de nawinter, wanneer de zon al wat feller wordt. Verder moet u letten op de atmosfeer. Als we de vindplaats van de plant weten -het oerwoud- dan begrijpen we dat de atmosfeer wat vochtig moet zijn. Daar moeten we in onze drooggestookte kamers iets aan doen. We moeten de plant daarom met de pot in een ruimere sierpot plaatsen. Onder in de sierpot plaatsen we een ongekeerd schoteltje, waaromheen we constant water houden.
De plant mag zelf absoluut niet in het water staan, want dan gaan de wortels rotten. Verder moeten we de plant wel regelmatig begieten, terwijl we geregeld bemesten met een afwisseling aan po kon en gedroogde koernest. Moet de plant verpot worden en dat moet na aanschaf wel vaak spoedig gebeuren, dan moeten we speciale anthuriumpotgrond gebruiken. Vertrouwt u het zichzelf niet toe, vraag dan uw bloemist of hij het verpotten even voor u wil doen.
ANTHURIUM
"tuin en plant door A. Alkema De Anthurium of Flamingoplant". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/07/05 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 24-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572122:mpeg21:p005
DEN HAAG - Architectenbureaus hebben in het eerste kwartaal van 1976 voor een bedrag van 4,2 miljard gulden [eerste kwartaal '75 3,9 miljard] aan opdrachten ontvangen. Hierbij zijn inbegrepen overheidsdiensten en ondernemingen met een eigen ontwerpbureau. Het gaat om opdrachten met een bouwsom van 100.000 gulden en meer voor woningen en andere gebouwen. Dit blijkt uit gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Met uitschakeling van de geraamde invloed van bouwkostenstijging betekent dit een reële toeneming van circa één procent. Voor de woningbouw afzonderlijk is een stijging van tien procent opgetreden, voor de overige gebouwen een daling van acht procent.
De totale omvang van de bij architectenbureaus en dergelijke onderhanden zijnde en dus nog niet op de bouwplaats begonnen projecten, bedroeg voor de woningen op 1 april 1976 7,9 miljard gulden, op 1 april 1975 was dat 7,2 miljard gulden. Voor de overige gebouwen waren deze bedragen op genoemde data 10 respectievelijk 9,2 miljard gulden.
Het deel hiervan dat in verband met onderhanden zijnde tekenwerkzaamheden en berekeningen nog niet gereed is voor aanbesteding en uitvoering bedroeg op 1 april 1976 respectievelijk 1975 voor de woningbouw 3,5 en 2,6 miljard gulden en voor de overige gebouwen 5 en 4,1 miljard gulden.
Het deel dat bestaat uit plannen die gereed zijn voor aanbesteding of uitvoering, maar door gebrek aan de vereiste goedkeuring werden opgehouden, bedroeg voor de woningbouw op de genoemde data 1,5 respectievelijk 1,8 miljard gulden en voor de overige gebouwen 1,4 respectievelijk 1,5 miljard gulden. Het aantal personeelsleden bij de particuliere architectenbureaus steeg in het eerste kwartaal van dit jaar met 167, terwijl het eerste kwartaal van 1975 een daling van 71 te zien gaf.
"Veel bouwprojecten in voorbereiding". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/07/05 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 24-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572122:mpeg21:p005
VLISSINGEN - Voor de NV Haven van Vlissingen is 1975 in alle opzichten een recordjaar geweest. De totale behandelde hoeveelheid lading steeg met ca. 55 pet. tot bijna 1,326 mln. ton. Door wijzigingen in de organisatie alsmede door vergroting van het aantal personeelsleden [van 203 naar 257] en uitbreiding van de opslagcapaciteit kon het sterk vergrote ladingpakket zonder noemenswaardige problemen worden verwerkt.
De omzet nam met 38 pet. toe tot ƒ20,4 mln. De winst bedroeg ƒ 1,12 mln., wat een zeer forse stijging betekende in vergelijking met het lage resultaat over 1974 (ƒ 210.000). Het dividend werd verhoogd van 14 naar 20 pet., aldus het jaarverslag.
Met verschillende groeperingen worden reeds geruime tijd onderhandelingen gevoerd, die een verdere uitbreiding van de activiteiten beogen. Volgens de directie is de verwachting gerechtvaardigd dat indeloop van 1976 voor het bedrijf gunstige beslissingen zullen worden genomen. Deze ontwikkelingen zullen verdere investeringen noodzakelijk maken en een verruiming van de werkgelegenheid met zich brengen.
Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Claus is voornemens op vrijdag 10 september a.s. de viering^ van het 125-jarig bestaan van het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde in Leiden bij te wonen.
"Recordjaar voor haven van Vlissingen". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/07/05 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 24-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572122:mpeg21:p005
Vervolgverhaal voor de jeugd door EVERT KUIJT
42. „Alles goed en wel", zei Giljam, „maar ik vind jou een schurk.... en reken dr maar op, dat je dr straks van lusten zal, mannetje!" Giljam was gelukkig zo verstandig om met zijn afstraffing te wachten, tot de meester weg was. Opeens schoot hem iets te binnen: Hij zei tegen Jan, dat hij naar de keuken moest gaan en het niet moest wagen om weg te lopen.
„Meester", zei hij, toen Jan de kamer uit was, „wat kunnen wij voor die mensen van Verhage doen? Want ik vind, dat we in de schuld staan bij die mensen. En 't is net zoals u zei: We mogen wel erg dankbaar zijn, dat het niet erger is met die jongen, wat jou, vrouw?"
Vrouw Giljam knikte; ze was te verslagen om veel te zeggen. De meester dacht even na en zei toen: „'t Lijkt me verstandig, wanneer u, samen met Jan, vandaag nog naar de Driepolderweg gaat. Ik weet haast wel zeker, dat de familie Verhage het erg op prijs zal stellen, wanneer u even komt vertellen, dat u het betreurt, wat er vanmorgen gebeurd is. Die mensen zijn verstandig genoeg om te begrijpen, dat er bij Jan niet de opzet is geweest om Ewout zo toe te takelen. En ik begrijp ook, dat Jan er erg veel spijt van heeft. Ik hoop ook, dat hij oprecht berouw krijgt, dat lijkt me het voornaamste, weet u. Dan zal hij ook tegenover God zijn schuld belijden".
Jans ouders knikten; ze waren het met de meester eens. Giljam zei nog: „Ik was nou ook niet zo erg vriendelijk tegen u, meester, toen u daareven .binnen kwam. Dat spijt me echt. En ik begrijp ook best, dat het uw plicht was om naar ons toe te komen. Alleen begrijp ik nog niet goed, dat u zo gauw onze Jan op 't spoor was". „Dat heb ik aan mijn vrouw te danken. Weet u: Eén vrouw is soms vele mannen sterk". „Zeg dat wel, meester", zei Giljam, met een schuinse blik naar zijn vrouw. Vrouw Giljam kon echter alleen maar een vage glimlach tevoorschijn brengen. Ze was teveel onder de indruk van het gebeurde. De meester nam afscheid. „O ja", zei hij, „hier is Jans dubbeltje nog, voor het harken van de grintpaden. En hij mag gerust volgende week weer komen, hoor, En straf hem niet al te hard, Olljand" (wordt vervolgd)
"EWOUT". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/07/05 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 24-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572122:mpeg21:p005
MAASTRICHT - Een voor de infrastructuur van Zuid-Limburg belangrijk project, de provinciale autosnelweg Maastricht - Heerlen, wordt maandag 28 juni kant en klaar opgeleverd. De nieuwe weg, aangekondigd in de eerste herstructureringsnota Den Uyl, is achttien kilometer lang en heeft 120 miljoen gulden gekost.
"Nieuwe autosnelweg in Limburg". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/07/05 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 24-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572122:mpeg21:p005