(ADVERTENTIE) S piano- en orgelhandel L.Ebbers Havik 7a, Amersfoort Tel. 033-15666
Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]
- 10-07-1976
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrechtelijk beschermd. Op dit object rust auteursrecht.
- Krantentitel
- Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]
- Datum
- 10-07-1976
- Editie
- Dag
- Uitgever
- Stichting Nederlands Dagblad
- Plaats van uitgave
- Amersfoort
- PPN
- 810209039
- Verschijningsperiode
- 1967
- Periode gedigitaliseerd
- 1967-1994
- Verspreidingsgebied
- Landelijk
- Herkomst
- Nederlands Dagblad
- Nummer
- 7235
- Jaargang
- 32
- Toegevoegd in Delpher
- 20-11-2013
Advertentie
door dr. K. Deddens Carl Maria von Weber 18 november 1786 – 5 juni 1826 Muziekdramaticus in een vroeg stadium
Carl Maria Friedrich Ernst, Freiherr von Weber werd op 18 november 1786 in het boerenstadje Eutin in Oldenburg geboren als zoon van een wonderlijke vader en een zeer jonge moeder. Een wonderlijke vader: deze Franz Anton Weber, broer van Mozart's schoonvader, was een zwerver met twaalf ambachten en dertien ongelukken. Als luitenant had deze de zevenjarige oorlog van 1756 tot 1763 meegemaakt, was met de dochter van een „Kammerrath" te Hildesheim getrouwd, van wie hij zowel de titel als de betrekking voor zich annexeerde, maar werd tien jaar na deze oorlog leider van een rondtrekkend toneelgezelschap. Nog weer tien jaar later stierf zijn vrouw, en Franz Anton bleef achter met acht kinderen.
Hij reisde met zijn beide oudste zoons naar Wenen en maakte daar kennis met Genoveva von Brenner, een muzikaal meisje van 17 jaar. Franz Anton kreeg toen het wonderlijke idee dat deze Genoveva hem een muzikaal wonderkind moest schenken.
Was ook het familielid van Franz Anton von Weber, n.l. Wolfgang Amadeus Mozart, niet een wonderkind geweest? Toen op 18 november 1786 een zoon geboren werd moest deze €arh Maria het wonderkind zijn! maar daar bleek vooreerst met veel van. De jeugd van Carl Maria von Weber werd gekenmerkt door zwerven en rondtrekken van de ene plaats naar de andere, en dan niet zoals de jonge Wolfgang om concerten te geven, maar van de ene jaarmarkt naar de andere en van de ene schijnwereld naar de andere...
Als tienjarige was hij nog niet bijzonder veel gevorderd in de muziek. Alleen: hij mocht op die leeftijd wel kerkmuziek zingen in de dom, en kreeg de jongere broer van Joseph Haydn, n.l. Michael Haydn tot leermeester, al zal hij later verklaren dat hij niet bijzonder veel bij hem geleerd heeft.
Wel werden onder diens toezicht de Sechs Fughetten gecomponeerd die onder Opus 1 te boek staan. Kort daarna, n.l. op 13 maart 1798 overleed Carl Maria's moeder, op 30-jarige leeftijd. Het waren nu elf kinderen met wie Franz Anton achterbleef. Deze was toen 63 jaar en zou zijn tweede vrouw nog meer dan veertien jaar overleven, maar ook zijn laatste jaren gaven helaas geen verbetering te zien van zijn wilde en zwervende leven.
Over deze periode, omstreeks de eeuwwisseling, zal Carl Maria later schrijven: „Mijn vader was er altijd bij; ik zag veel van Europa, maar als in een droom, want ik zag het door vervreemde ogen. Mijn kennis groeide wel, maar slechts door ervaring en ondervinding; het werd tijd dat ik het ook door theoretische studies leerde kennen. Ik verzwolg vele systemen, vertrouwde blindelings op de autoriteit van grote namen en tenslotte wist ik niets."
Carl Maria bleek niet het wonderkind te zijn, waartoe zijn vader hem had „gepland". Men kan stellen dat vader Von Weber ook niet de omstandigheden schiep waarin zijn zoon goed tot ontplooiing kon komen. Anderzijds is het opvallend dat Carl Maria toch wel grote waardering voor zijn vader had, zoals blijkt uit een notitie uit zijn dagboek, toen hem bericht werd dat zijn vader op 16 april 1812 was overleden: „God geve hem in de eeuwigheid de yrede die hij hier niet heeft gevonden. Het is voor mij heel droevig, te moeten bedenken, dat ik hem met meer gelukkige uren heb kunnen geven. Moge God hem belonen voor de grote liefde welke hij mij schonk, die ik niet verdiende, en voor de opvoeding, die hij mij heeft gegeven."
J Enkele weken geleden was \ het 150 jaar geleden dat \ Carl Maria von Weberoverleed op nog geen veertig- X jarige kef één jaar vóór Beethoven en twee jaar vóór Schubert. Vanwege dit feit wordt Von Weber dikwijls ' ; gerekend tot de vroege romantici, die men ook wel romantische classici zouI kunnen noemen. Maar eigenlijk behoort Von Weber wat zijn composities betreft later geplaatst te worden. Zijn werken verraden na- \ meiijk de typische trekkenI van de latere romantiek die een veel vrijere instelling heeft dan de vroegromantiek. Als muziekdramaticus is hij duidelijk de voorloper van een man als Richard Wagnér. MmWSBBSmmmWm
Veel composities
Ondanks zijn zwervend leven, vooral tot omstreeks 1816 (het laatste decennium van zijn leven was iets rustiger) heeft Carl Maria von Weber veel gecomponeerd. Hij wisselde voortdurend van woonplaats, maar het componeren ging overal door: opera's, hetzij volledig, hetzij in gedeelten, allerlei werken van dramatische aard, cantates, kerkmuziek, liederen, balladen, romances, koorwerken, symfonieën, concertwerken, orkestcomposities, kamermuziekwerken, kortom: een lange rij composities. Daarnaast deed hij een uitvinding voor muziekdruk en reisde en dirigeerde overal. Begin 1813 arriveerde hij in Praag, met de bedoeling verder te reizen, maar men wilde hem daar vasthouden. Weber vertelt er zelf van: „De complete adel en de directie van het theater overvielen mij onmiddellijk met haast hartstochtelijke aandrang, riepen uit dat ik de redder van de Opera was, om kort te gaan, zij gaven mij zo weinig tijd om op adem te komen, dat ik er in gevlogen ben en voor drie jaren tekende als alleenheerser van de Opera."
In Praag treedt Weber ook op als schrijver over muzikale onderwerpen: hij lichtte namelijk in krantenartikelen het publiek voor over de werken die hij zou uitvoeren.
In deze tijd begint ook de grote romance in zijn leven. Hij wil de zangeres Caroline Brandt trouwen, maar deze wordt weerhouden door een onsympathieke moeder die een spelletje met hem speelt. Het komt uiteindelijk toch tot een huwelijk en dat huwelijk blijkt zeer gelukkig te zijn. Er worden drie kinderen geboren, waarvan twee het overleven, onder wie Max Maria, de latere biograaf van zijn vader.
Eind 1816 wordt Weber benoemd tot koninklijk Saksisch kapelmeester te Dresden, maar dit ambt brengt allerlei teleurstellingen. De koning van Saksen voelde alleen voor de Italiaanse opera, die sedert de renaissance heel Europa had beheerst. Weber wilde de opera in de eigen Duitse taal invoeren en wilde de melodische- en thematische structuur ervan hervormen. Maar de koning heeft geen vriendelijk woord voor Weber over. Dit feit wierp een schaduw over zijn leven. Met zijn andere composities had hij evenwel succes en zijn muziek werd in verschillende plaatsen met grote waardering ontvangen. Toch zouden zijn zwakke gezondheid en het ongedurige leven in zijn jeugd weinig weerstand bieden tegenover de problemen in Dresden. Toen hij in 1821 weer moeilijkheden met de Saksische koning had, kreeg hij (op nog geen 35-jarige leeftijd) een bloedspuwing en voelde het einde naderen. Hij zocht genezing in Marienbad en in Ems, maar het mocht weinig baten.
In 182 S kreeg hij een uitnodiging voor Londen de opera Oberon te schrijven en die daar zelf te komen dirigeren. Het waren vooral geldzorgen die hem deze invitatie deden aanvaarden, want hij kwam ziek in Londen aan. Volgens contract dirigeerde hij daar twaalf voorstellingen, maar hij was met in staat terug te reizen naar Duitsland. Ver van huis stierf hij in de nacht van 4 op 5 juni 1826 op 39-jarige leeftijd te Londen. In de Moorfieldkapel werd zijn stoffelijk overschot bijgezet en eerst achttien jaar later gelukte het Richard Wagner, gedaan te krijgen dat Carl Maria von Weber in Dresden herbegraven werd. .
Dramatiek
Carl Maria von Weber was in de eerste plaats een specifiek muziekdramaticus. Hij moest een dramatisch gegeven hebben, hij moest zich in menselijke karakters en hur conflicten, aandoeningen, driften, kunnen inleven om over de volle macht van zijn dramatische gaven te beschikken. Wat de opera betreft heeft hij tegenover de Italiaanse (en ook de Franse) er één gesteld die niet alleen naar de taal, maar ook naar aard en karakter Noord-Europees is, zoals blijkt uit Der Freischütz (1821), Kuryanthe (1823) en Oberon (1826).
Men zegt over Weber dat de opera hem het grootste verdriet in zijn leven gegeven, maar dat hij hiermee juist de grondslag heeft gelegd voor de dramatische evolutie van de volgende generaties. Men heeft daarin ongetwijfeld gelijk. Na Weber komen componisten als Verdi en Wagner en zij bouwen duidelijk op zijn werk voort. De Euryanthe van Weber heeft hen dikwijls een voorloopster genoemd van het Wagneriaanse muziekdrama.
Toch komt het ons niet juist voor, Carl Maria von Weber alleen maar te verklaren tot de man van de Duitse opera en louter af te schilderen als de voorloper van een man als Richard Wagner. Het zijn vooral de ouvertures waarmee Weber het orkest als het ware uit de kille concertzaal heeft gehaald en de open natuur in gebracht heeft, en het is opvallend hoeveel symfonische concerten niet beginnen met een ouverture van Weber!
En voorts: aan de muziek van de dramaturg Wagner liggen gedachten ten grondslag die puur revolutionair zijn. Ze hebben een „Kultur" doen ontwikkelen waarvoor een man als Adolf Hitler in vuur en vlam stond, maar die demonisch van aard is en Europa op de rand van de afgrond heeft gebracht. 1) Dat was bij Weber niet het geval. Wij maken geen absolute tegenstelling tussen Weber en Wagner. Ook Weber's leven en levensstijl is verre van smetteloos. Maar als hij werd bejubeld na een eerste uitvoering, kon hij in zijn dagboek schrijven: „Soli Deo Gloria" en melden dat hij zijn gaven, ook zijn muzikale, louter beschouwde als een geschenk van God uit de hemel. Zulke zaken zijn positief te waarderen, ook al staat de aard van Weber's muziek met heel de muziekdramatiek en de wereld waarin zij wordt opgevoerd, vaak ver van ons af!
1] Cf. Muziek-Mixtuur Richard Wagner - romanticus en dramaturg, Ger.Gez.W. 22-5-63.