SEVESO, ITALIË • De overheid in het door een gifwolk getroffen gebied ten noorden van Milaan in Italië fe gisteren begonnen met het evacueren van honderd kinderen. De kinderen zijn weggehaald ait 114 gezinnen in het pad van de grote witte wolk die op 10 juli ontsnapte uit de chemische fabriek Icmesa, waar een veiligheidsklep sprong. De driehonderd volwassen gezinsleden zullen in het weekeinde worden geëvacueerd, waardoor het aantal uit het besmette gebied weggebrachte personen tot 632 zal stijgen.
Donderdagavond heeft de Kamercommissie voor volksgezondheid in Rome over de zaak vergaderd ter bespreking van het lot van de 100 met huidontstekingen en lever- en nieraandoeningen in het ziekenhuis opgenomen mensen uit het getroffen gebied. Susanna Agnelli, lid van de commissie voor de Republikeinse Partij en zuster van Fiat-president Gianni Agnelli, en de radicaal Emma Bonino, drongen er bij de regering op aan door een noodwetje mogelijk te maken dat zwangere vrouwen in het gebied die dat wensen, een abortus mogen ondergaan.
De Zwitserse eigenaar van Icmesa, de maatschappij Givaudan, heeft in Genève bekendgemaakt dat een Britse firma een manier heeft gevonden om de aarde te ontsmetten, maar dat zij wacht op toestemming van de Italiaanse regering. Deskundigen hebben al suggesties van de hand gewezen om de bovenlaag van de aarde af te branden met vlammenwerpers die gevoed worden met napalm of de hele streek te begraven onder een vloer beton. Givaudan heeft beloofd de schade die de boeren lijden te vergoeden gedurende zovele jaren als nodig zouden kunnen zijn om hun grond te ontsmetten.
De artsen die de inwoners van Seveso onderzoeken om de weerslag van de dioxine op het menselijke organisme vast te stellen, hebben gezegd dat zij bij 250 personen verschijnselen hebben geconstateerd die door de wolk zouden kunnen zijn veroorzaakt.
"Kinderen in Italië worden geëvacueerd". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/07/31 00:00:00, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 09-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572145:mpeg21:p003
"Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/07/31 00:00:00, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 09-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572145:mpeg21:p003
BEIROET - Het internationale Rode Kruis heeft gisteren de evacuatie van gewonden nit het zwaar gehavende Palestijnse kamo Td «1-Zaatar aaa de rand van Beiroet opnieuw uitgesteld.
Volgens een woordvoerder gebeurde dit op verzoek van de leider van de rechtse Nationale Liberale Partij, Camille Chamoen, die zei meer tijd nodig te hebben voor de regeling van een bestand waarover eind vorige week al in beginsel overeenstemming was bereikt.
Het kamp wordt al ruim een maand belegerd en beschoten door rechtse christenen. Volgens een woordvoerder van het Rode Kruis zou nu vandaag een begin worden gemaakt met het weghalen van de gewonden. Bij wijze van „proeP' zal men pogen met twee ambulances en vijf vrachtauto's 40 tot 50 gewonden te evacueren. De toeegang tot het kamp zal met een bulldozer moeten worden vrijgemaakt.
"Evacuatie van Palestijnse gewonden weer uitgesteld". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/07/31 00:00:00, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 09-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572145:mpeg21:p003
CHINA heeft al van verschillende kanten hulp aangeboden gekregen. De Verenigde Staten lieten via hun verbindingsbureau in Peking weten humanitaire bijstand te willen verlenen voor de slachtoffers van de aardbeving. De Britse regering bood hulp aan in de vorm van medische bijstand. De secretaris-generaal van de Verenigde Naties, Kurt Waldheim, bracht in een telegram aan premier Hwa Kwo-teng zijn medeleven over en verklaarde zich bereid deel te nemen aan de pogingen van de Chinese bevolking de getroffen steden opnieuw op te bouwen. De vereniging „Hulp van het Vrije China" op Formosa besloot donderdag tijdens een spoedbijeenkomst een campagne te beginnen tot solidariteit met de slachtoffers in de Volksrepubliek. Een woordvoerder in Taipeh zei dat geld, medicamenten en rijst zullen worden verzameld om via internationale hulporganisaties te worden gedistribueerd onder de slachtoffers.
"Hulp". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/07/31 00:00:00, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 09-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572145:mpeg21:p003
LONDEN • Met een meerderheid van slechts drie stemmen heeft de Britse labourregering donderdag in het Lagerhuis haar omstreden wetsontwerp tot nationalisatie van vliegtuig en scheepsbouw er door gedrukt.
Het wetsontwerp voorziet in nationalisatie van 43 grote maatschappijen.
De oppositie heeft met vertragingstactiek de zaak lang weten tegen te houden. Toen een motie ter bespoediging van de behandeling met een stem meerderheid werd aangenomen kwam het in het Lagerhuis tot vechtpartijen.
De regering beschikt over een meerderheid van slechts twee stemmen.
"Industrieën in Engeland worden genationaliseerd". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/07/31 00:00:00, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 09-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572145:mpeg21:p003
MOSKOU - In een gesprek met het blad „Prawda" heeft de Russische leider Leonid Brezjnjev gisteren president Ford en andere Westelijke leiders beschuldigd van inmenging in de zaken van Italië teneinde de communisten buiten de regering te houden. Die houding contrasteert scherp met de slotverklaring van de veiligheidsconferentie van Helsinki, aldus Brezjnjev. „Het is geen bewijs van kracht, maar een uiting van vrees voor de opmars van de sociale vooruitgang".
RIO DE JANEIRO - Twee zwemmers zijn de laatste tien dagen aan het strand Recife in het noordoosten van Brazilië door haaien gedood, aldus de plaatselijke pers.
"Brezjnjev contra Ford". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/07/31 00:00:00, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 09-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572145:mpeg21:p003
GENÈVE - De Verenigde Staten hebben op de ontwapeningsconferentie in Genève voorgesteld, de internationale wapenhandel aan banden te leggen.
De Amerikaanse delegatieleider, Fred C. Ode, directeur van het U.S. Arms Control and Disarmament Agency, wees erop dat zijn land al in april van het vorig jaar had voorgesteld, regionale ontwapeningsovereenkomsten te sluiten. Dat voorstel vond echter geen weerklank. Alle landen zouden zich volgens Amerika moeten verplichten geen wapenhoeveelheden of wapensoorten aan te schaffen of te leveren die een gevaar voor de regionale of internationale veiligheid betekenen.
De opeenhoping van kostbare en steeds ingenieuzer wapens in vele delen van de wereld verhoogt de veiligheid niet, aldus Ikle, maar wel de bewapeningskosten, die beter aan economische ontwikkeling besteed zouden kunnen worden.
Hij zei dat vorig jaar 300 miljard dollar aan de bewapening werd uitgegeven. Een groot deel van dit bedrag had de basis kunnen leggen voor meer welstand of grotere welstand, meende hij.
De Verenigde Stoten zijn volgens hem erg voorzichtig met het leveren van raketten en hypermoderne gevechtsstraaljagers en zij wijzen het doorleveren van wapens af waar deze gebruikt kunnen worden voor het vernietigen van bevolkingscentra. Hele zei dat zijn land tot nu toe het enige was dat duidelijke voorschriften heeft ten aanzien van de levering van Amerikaanse wapens aan derden. Als andere staten die voorschriften ook hadden, dan zou dat het aan banden leggen van de internationale wapenhandel vergemakkelijken, zei hij. Zweden eiste dat ook ondergrondse kernproeven onmiddellijk zouden' worden stopgezet. Hiertoe hebben zich volgens dit land de twee verreweg grootste kernwapenfabrikanten, de Verenigde Stoten en de Sowjet-Unie, bij verdrag verplicht. De Zweedse woordvoerster, Inga Thorsson, zei dat niet zozeer de wapenproduktie oorzaak van de bewapeningswedloop is, als wel de ontwikkeling van steeds gevaarlijker soorten wapens. „Deze kwalitatieve bewapeningswedloop kan alleen door beëindiging van de ondergrondse proeven worden tegengehouden", zei hij. Mevrouw Thorssons oproep zou de kernmogendheden vrijwillig tot stopzetting van hun proeven moeten bewegen, aangezien er nog geen verdragsverplichting toe bestaat, uitgezonderd de door haar aanwezig geachte morele.
"Amerika wil beperking van internationale wapenhandel". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/07/31 00:00:00, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 09-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572145:mpeg21:p003
PEKING - Kalm, gedisciplineerd en zonder de geringste paniek heeft de mjjjoenenbevolking van Peking, Tien Tsin en andere steden van de Chinese Volksrepubliek gereageerd op de zwart aardbeving die zich in de nacht van dinsdag op woensdag voordeed. Dit blijkt uit ooggetuigenberichten van verschillende Westerse correspondenten in de Chinese hoofdstad. In enkele uren tijds heeft de gehele bevolking van Peking donderdag haar woonhuizen ontruimd, op last van de autoriteiten die kennelijk nog meer aardschokken vrezen.
Inmiddels is in de getroffen gebieden een massale reddingsoperatie op gang gekomen. Daarbij is het buitenlandse waarnemers opgevallen dat dit zeer effectief gebeurt door het soepel samengaan van Chinees improvisatietalent en centraal geleide voorbereiding. Hoewel de Chinese Volksrepubliek nooit verliescijfers onthult werd donderdag in een ongebruikelijk openhartig officieel bericht gesproken van „grote verhezen aan levens en eigendommen". De stad Tangsjan (in de provincie Hopei), die een miljoen inwoners telt, lijkt het zwaarst door de aardbeving te zijn getroffen. Volgens ooggetuigen is de stad praktisch volledig verwoest en lijkt het aantal doden vele duizenden te bedragen. De Nederlandse regering heeft een telegram van medeleven aan de Chinese autoriteiten gestuurd. Dit werd donderdag na afloop van het kabinetsberaad meegedeeld.
Zo brachten vele inwoners van Peking de nacht op straat door: beducht voor weer nieuwe aardschokken.
Een deel van het dak van een huis in de winkelstraat Da Sha Lan in Peking ligt op straat: gevolg van de zware aardbeving, die de omstreken van Peking en Tientsin teisterde.
"Internationale hulpverlening aangeboden Huizen in Peking ontruimd, bevolking huist op straat". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/07/31 00:00:00, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 09-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572145:mpeg21:p003
DE bewoners van Peking hebben zich donderdag met miljoenen op de straten van de Chinese hoofdstad geïnstalleerd, daarbij gebruik makend van al hun spitsvondigheid om in korte tijd een noodonderkomen te bouwen. De meeste gezinnen bouwden tenten van plastic tafellakens en tentkleden die ze met behulp van touwen en bamboestokken over bedden en ander huisraad spanden. In een paar uur tijd waren toiletruimten opgericht. Kantines en kleine restaurants bleven geopend. Het lot van de bewoners van Peking was donderdag iets draacliiker doordat de zon zich weer Doven de Chinese hoofdstad liet zien. De eerste dag na de aardbeving was een bijzondere kwelling door een wolkbreuk die Peking overspoelde en door de talrijke - en soms nog krachtige - schokken die op de eerste grote beving volgden. Maar alle buitenlandse ooggetuigen waren onder de indruk van de rust en gedisciplineerdheid van de Chinezen, zowel n Peking als in de andere getroffen steden. Donderdagmiddag zag men in Peking talrijke autobussen en vrachtauto's met gewonden aankomen. De voertuigen droegen het nummerbord van de provincie Hopei waar het epicentrum van de aardbeving lag. Ze reden naar een groot ziekenhuis in de hoofdstad en van de gewonden die men zag hadden sommigen reeds eerste hulp ontvangen. Het lijkt erop dat in Peking en omgeving, d.w.z. op ongeveer 150 km van het epicentrum van de aardbeving, talrijke gewonden zijn gevallen en uit betrouwbare bron werd gemeld dat er in ieder geval één dode te betreuren was.
"Spitsvondigheid". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/07/31 00:00:00, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 09-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572145:mpeg21:p003
WASHINGTON • Het bondgenootschap met de progressieve republikein Richard Schweiker lijkt de kansen van de conservatieve presidentskandidaat Ronald Reagan geen goed te doen. De nog niet-gebonden -Republikeinse delegatie van Schweikers staat Pennsylvanië fe er in ieder geval niet van onder de indruk.
Schweikers oproep Reagans kandidatuur te steunen werd op een bijeenkomst van de gedelegeerden met beleefd applaus begroet, maar het grootste deel van de delegatie liet weten dat zij van plan zijn de kandidatuur van Ford te blijven steunen.
Pennsylvanië stuurt 103 afgevaardigen naar de Republikeinse conventie.
Slechts twee gedelegeerden bepleitten dat de delegatie tot de. conventie in Kansas City „ongebonden" zou blijven. Een van de gedelegeerden verklaarden dat hij zich „genomen" voelde door Reagan, die ondanks eerdere beloften nu een politicus met heel andere denkbeelden dan de zijne tot kandidaat-vice-president had gekozen. .Als Ford de meerderheid van de „niet-gebonden" gedelegeerden in zijn kamp kan houden is hij zeker van de Republikeinse kandidatuur. De 103 delegatieleden van Pennsylvanië zijn donderdag op het Witte Huis ontvangen.
Maar Ford neemt het zekere voor het onzekere en is na de ontvangst van de Eennsylvaniërs naar Missisippi gereisd, waar ook nog een dertigtal „ongebonden" stemmen te halen is.
Ook in Missisippi, waar de behoudende Reagan aanvankelijk favoriet was, heeft de keuze van Schweiker kwaad bloed gezet, waardoor de kansen van Ford zijn gestegen.
REAGAN
"Reagans kansen nemen af na keuze Schweiker". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/07/31 00:00:00, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 09-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572145:mpeg21:p003
PARUS - Frankrijks laatste Afrikaanse kolonie, de Af ars en de Issas, heeft een nieuwe regering, dle moet proberen de overgang naar de op handen zijnde onafhankelijkheid zo vreedzaam mogelijk te iaten verlopen.
Premier werd de 39-jarige Adallah Kamil, opvolger van de twee weken geleden afgetreden en omstreden Ali Aref.
De benoeming van Kamil is in Parijs met tevredenheid begroet. Zijn voorganger was de laatste maanden meer en meer onder schot gekomen van de oppositie en werd door Frankrijk beschouwd als een ernstige belemmering voor een ordelijke overgang naar de zelfstandigheid.
"Afars en Issasheeft nieuwe regering". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/07/31 00:00:00, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 09-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572145:mpeg21:p003
IN de Arabische wereld en in Israël, maar daar niet alleen, houdt men zich steeds geïnteresseerder bezig met de vraag wat het Amerikaanse beleid inzake het Midden-Oosten zal zijn wanneer de Democraat Jimmy Carter de presidentsverkiezingen wint. Momenteel bevinden de betreffende activiteiten van minister van buitenlandse zaken Kissinger zich op een laag pitje. Dat heeft twee redenen: in de eerste Plaats leent een periode, waarin nog maar afgewacht moet worden wie straks in het Witte Huis zit, zich niet erg voor grote initiatieven. En in de tweede plaats zit er ook op zichzelf genomen enigszins de klad in Kissingers stap-voor-stap diplomatie. Inmiddels wordt de mogelijkheid steeds groter dat Kissinger er straks met meer aan te pas komt en dat er meuwe mannen aan het roer komen. Urter ligt in de publieke opiniepeiüngen ver voor op zijn beide moge"Jke rivalen Ford en Reagan en vandaar dat de aandacht in de Arabische "> joodse wereld voor de Middenoosten opvattingen van deze Democraat steeds serieuzer worden. Welnu wat staat het Midden-Oosten dan te *achten?
»ij het beantwoorden van die vraag *Jn er drie soorten bronnen voorbanen. In de eerste plaats zijn er de uitspraken van Carter zelf. Deze zijn : "alen uit zijn in oktober 1975 autobiografie „Why JJJt The Best", alsmede uit redevoeren tijdens zijn verkiezingscampagne. Daarvan is de speech van 24 Siï!,J" voor de Forei8n Policy Asso"ation in New Vork de belangrijkste. ervoigens « er het Democratische "kiezingsprogram (platform), dat slot» r.uitmunt in vaagheid. En ten« tte is natuurlijk het standpunt van maters buitenlandse adviseurs van belang. Onder hen schijnt prof. Zbignieuw Brzezinski de belangrijkste te zijn. Deze is hoogleraar in de politieke wetenschappen - evenals dus vroeger Kissinger - aan de Columbia universiteit en auteur van een gezaghebbend boek: „The Soviet Bloc: Unity and Conflict."
Carter heeft Brzezinski leren kennen in de „Driezijdige Commissie", een particuliere organisatie die zich ten doel stelt betere relaties te verkrijgen tussen de democratieën van West-Europa, Japan en de Verenigde Stoten. Opmerkelijk tijdens zijn speech van 24 juni was al, dat Carter de noodzaak van deze verbetering van betrekkingen sterk benadrukte, en dat hij daarbij ook Australië, Nieuw-Zeeland èn Israël met name noemde. Volgens Brzezinski heeft de Republikeinse regering te zwaar gewicht gelegd op de relatie met de Sowjet-Unie en zijn de banden met gelijkgezinde landen daardoor onder druk komen te staan.
Nog één opmerking vooraf in dit verband. In zijn autobiografie komt Carter tot een opmerkelijke uitspraak, die beslist afwijkt van het standpunt dat Kissinger als politiek realist inneemt. Carter schrijft namelijk: „De binnenlandse en de buitenlandse politiek van een natie behoort voort te spruiten uit dezelfde normen van ethiek, eerlijkheid en moraal die karakteristiek zijn voor de afzonderlijke burgers van de natie. De burgers van dit land zijn inherent onzelfzuchtig, open, eerlijk, fatsoenlijk, competent en geneigd tot mededogen. Onze regering dient dit in al haar handelen eveneens te zijn."
Op de - zacht gezegd - wel erg optimistische beschrijving van het Amerikaanse volk gaan we nu maar niet in, al keerde het op een gevaarlijke wijze terug in Carters nominatiespeech in New Vork. Waar het ons thans om gaat, is dat deze presidentskandidaat de stelling van het politieke realisme verwerpt, dat normen in het internationale verkeer niet identiek zijn met die binnen de nationale staat. Daaruit zou men voorzichtig de conclusie kunnen trekken, dat bij Carter naast overwegingen van machtsevenwicht en nationaal belang (fundamenteel bij Kissinger) vrij sterk persoonlijk morele en zelfs religieuze aspecten een rol zullen spelen. Ook, of misschien juist met betrekking tot het Midden-Oosten.
CARIER
PROF. BRZEZINKSKI
"Overzicht Carter is pro-Israël". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/07/31 00:00:00, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 09-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572145:mpeg21:p003
UIT verschillende bron is met betrekking tot het Midden-Oosten duidelijk geworden, dat Carter dichter bij de Israëlische standpunten staat dan Kissinger tijdens zijn diplomatieke missies heeft gedaan. Het is natuurlijk van groot belang de achtergrond daarvan te kennen, omdat juist daarmee de vraag samenhangt of Carter al dan niet gemakkelijk zijn opvattingen kan wijzigen. Reeds uit het voorgaande blijkt dat er bij hem niet slechts strategische motieven meespelen, maar wel degelijk cok een ideologische verbondenheid: Israël is een democratie en heeft een met de Westerse wereld te vergelijken structuur en cultuur.
Interessant is vervolgens de vraag of de Zuidelijke Baptist Carter hier ook godsdienstige motieven heeft. Wij zeiden vroeger al eens dat er berichten zijn dat dit inderdaad het geval is. Een medewerker van de presidentskandidaat vertelde de „Jerusalem Post" dat Carter „Israël steunt vanwege zijn bijbelse overtuiging" en dat „hij als christen gelooft dat de vestiging van Israël als staat, Gods wil was en de vervulling van bijbelse profetie." Indien dit juist is, en er is eigenlijk geen reden om hieraan te twijfelen, lijkt Carters steun aan de joodse staat een solide persoonlijke basis te hebben. In een speech tot joodse Amerikaanse leiders in New Jersey liet Carter zich vervolgens duidelijk uit over datgene wat de Arabische landen tegenover Israël zullen moeten doen in het kader van een algehele regeling van het Midden-Oosten conflict. Zon regeling zou moeten inhouden:
1) Arabische erkenning van het Israëlische bestaansrecht als joodse staat, 2) diplomatieke erkenning van Israël, 3) een vredesverdrag met Israël, 4) open grenzen met Israël, 5) beëindiging van het embargo en de vijandelijke propaganda tegen Israël.
Wat moeten de Arabische landen in ruil daarvoor van Israël krijgen, in de opvattingen van Carter? In grote lijnen meent hij dat Israël de bezette gebieden dient terug te geven, al laat hij hier en daar aanzienlijke ruimte voor „aanpassingen." Op 1 april j.l. zei hij in een speech tot joodse leiders in New Vork, dat hij „nooit de Golan hoogvlakte en de oude stad van Jeruzalem zou afstaan." Uiteraard moet dat de Israëli's als muziek in de oren hebben geklonken, maar de Arabieren de wenkbrauwen hebben doen fronsen.
Wat de Palestijnse kwestie betreft, zowel Brzezinski als Carter benadrukken dat oplossing daarvan fundamenteel is. Toch blijft men hier wat vaag. In een speech op 6 juni zei Carter dat de Palestijnen „rechten hebben die in welke regeling dan ook erkend moeten worden en dat de Israëlische regering daarvoor begrip heeft." Elders liet hij doorschemeren een oplossing toch vooral in het kader van onderhandelingen met Jordanië te willen zoeken. En opnieuw geldt dat dit eerder voor Jeruzalem plezierig is om te horen dan voor Sadat c.s. en Arafat.
Er is nóg e;n zaak die als „pro-Israël" gekarakteriseerd kan worden. Carter heeft opgemerkt dat „alleen direct contact het vertrouwen en de wederzijdse zorg kan teweeg brengen die tussen Israël en zijn Arabische buren nodig zijn." En met betrekking tot de grenskwestie zei hij dat „de definitieve grenzen moeten worden vastgesteld via directe onderhandelingen." En ook dat is precies wat achtereenvolgende regeringen in Jeruzalem steeds hebben bepleit.
"Vlak naast Jeruzalem". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/07/31 00:00:00, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 09-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572145:mpeg21:p003
MAAR nog is dit niet het einde van alles wat Jimmy Carter ten gunste van Israël heeft gezegd. Uitganspunt voor hem is dat de Verenigde Stoten moeten doorgaan met Israël te bevoorraden, zodanig „dat Israël vrede kan nastreven vanuit een positie van kracht en vertrouwen." Carter meent dat Kissinger deze steun teveel vermengd heeft met pressie op Jeruzalem om compromissen te doen. Als voorbeeld noemt hij tegelijk op grote schaal Israël van militaire voorraden voorzien en het herzien van de Amerikaanse belangen in het Midden- Oosten.
„Manoeuvres van dit type", zei Carter, „moeten wel zowel mislukte onderhandelingen als wantrouwen bij de deelnemers daaraan opleveren - en dat is ook gebeurd." Wat hem betreft, hij zou „ondubbelzinnig" zijn in zijn optreden met betrekking tot Israël. En, voegde hij hier direct aan toe, „het voortbestaan van Israël is geen politieke kwestie. Het is een moreel gebod." En volgens Carters adviseur Stuart Eizenstat (een jood) zien Ford en Kissinger „hun rol zo, dat zij Israël steeds om concessies moeten vragen." Natuurlijk beseft Carter dat al deze uitspraken een einde zouden kunnen maken aan de positie die de Verenigde Stoten nu tussen met name Egypte en Israël innemen. Het gevaar kan dreigen dat de Arabische wereld door deze pro-Israëlische opstelling radicaliseert en een anti-Amerikaanse houding gaat aannemen. De Democratische presidentskandidaat geeft de Arabieren in dat verband echter een forse waarschuwing, die hij toespitst
op een eventuele nieuwe olieboycot.
„Ik ben van mening dat het voor zowel ons als de Arabieren goed is te weten, dat het een zeer ernstige aangelegenheid voor hen zal zijn om weer een economisch embargo tegen ons land te beginnen", aldus Carter in een interview met NBC's „Meet the Press" op 11 juli j.l. De Amerikaanse regering (onder zijn leiding) zou zoiets „onmiddellijk als een economische oorlogsverklaring beschouwen... Onder die omstandigheden zouden wij geen voedsel meer naar hen verschepen, geen wapens, geen onderdelen daarvan, geen boorplatformen, geen oliepijpen, niets." En ook dat is dus duidelijke taal.
Carter gaat met zover dat hij de mogelijkheid oppert eventueel Amerikaanse grondtroepen in te zetten ten behoeve van de verdediging van Israël. Maar zelfs in dit verband beroept hij zich er op, dat de leiders in Jeruzalem dat zélf niet zouden willen. Wel schijnt Carter door Brzezinski ertoe overgehaald te zijn directe Amerikaanse betrokkenheid bij een vredesverdrag als mogelijkheid in te sluiten. Aanvankelijk benadrukte hij dat de „supermachten niet moesten interveniëren", maar in een interview met de „New Vork Times" (7 juli j.1.) zei hij, „dat wanneer er een gemeenschappelijk akkoord tussen Israël en al ajn buren zou zijn, en wanneer de aanwezigheid van Amerikaanse troepen in bepaalde gebieden de enige basis zou vormen waarop de partijen zouden kunnen komen tot een verklaring om geen geweld te gebruiken, ik zoiets zou kunnen overwegen."
En hier laten wij het nu maar bij. De tendens van Carters beleid inzake het Midden-Oosten is duidelijk, althans voor wat zijn sympathie betreft. Uiteraard valt er nog wel het een en ander over te zeggen, terwijl nadere verduidelijking over de concretisering eveneens gewenst is. Vandaag volstaan we echter met het doorgeven van deze voor Israël zo plezierige informatie.
"Waarschuwing aan Arabieren". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/07/31 00:00:00, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 09-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572145:mpeg21:p003