,,an de ca. 50.000 personen die op Groenland leven, zijn 40.000 geboren op Groenland en 9.500 buiten Groenland neestal in Denemarken). De Deense regering is bezig •oenland, dat sedert 1953 als een gelijkgerechtigd deel van et Deense koninkrijk wordt gerekend, meer zelfbestuur -qeven overeenkomstig de inzichten van de door de Groen
landse bevolking gekozen en 17 leden tellende Landraad. Het Deense beleid is erop gericht de op Groenland wonende Denen en Groenlanders zowel theoretisch als feitelijk gelijke rechten te geven, juist zoals ook de Groenlanders die naar Denemarken zijn verhuisd, daar gelijke rechten als de Denen bezitten.
,OLGENS algemene opvatting leven ,0p Groenland nauweüjks zuivere li»o's. De donkerhuidige bevolm net golvend zwart haar, gebo,ntus en vaak spleetvonnige ogen, Kl dikwijls denken aan Chinezen of loOrdiinerikaanse) Indianen. Er zijn jitr ook lichtere, meer aan de bejyag van bet Europese vasteland jiinerende types. Men neemt aan ,i dt Groenlanders een mengeling jnatn van Eskimo's en Scandinairs terwijl sommige Groenlanders ii voorouders ook moeten aanwijzen ■dt Hollandse en Britse walvisgpfs op West-Groenland in de 17e it. De zuivere Eskimo's van vooral tcgere generaties zouden voor een jugrijk deel afstammelingen zijn van „Nto-eskimo's", die kajaks bouwi(sloepen van zeehondevellen) en «deleden gebruikten. Deze kwamen Btrecks 900 n.C. vanuit Noordlerika over het ijs van de nauwe Fy-Zeestraat het Noordwesten cnland binnendringen.
De verwantschap tussen deze Eskimo's L Eskimostammen die nu nog leven in Lrd-Canada, in Alaska en zelfs in ei «taste Oosten van Siberië blijkt La. uil de taal. Op grond van het geruik van talen die verwant zijn met i Eskimo en op grond van rasamerken zouden er in Siberië nog 0 duizend Eskimo's leven, in noorde-1 Alaska ca. 18.000, in Noord-Caidaca. 12.000 en 30.000 a 40.000 (gemgdbloedige) Eskimo's op Groenid. '.idicale propagandisten proberen or politieke doeleinden een soort van lisch nationalisme te construeren, arbij zij „de vierde wereld" presents als de in opkomst zijnde Noordta, die zelfbestemmingsrecht „cii". Zij zeggen dat in Groenland in de aktijk dicriminatie bestaat: hoe w een Groenlander op een Deen |kt, hoe verder hij het kan bren>in de maatschappij. Niet alleen Maska moet volgens hen het be■"fe „Yankee go home" worden uit"tpen, maar op Groenland moet een wrakomstige „Dansker rejs hjem" - ac het doen.
Oud-premier Olafur Johannesson van IJsland. Enige Groenlandse types. Het uiterlijk van de Groenlanders is nogal uiteenlopend.
Een kijkje in de haven van het plaatsje Godthab.
Progressieve Groenlandse spotprent op de Denen. Deze zouden snel in Groenland rijk willen worden en daarna weer vertrekken. Deze kritiek is sterk overtrokken.
Groenland geprojecteerd op een kaart van West-Europa. Hierdoor krijgt men een indruk van de grootte van Groenland.
"Groenlanders, Eskimo 's en Denen Het dak van de „vrije wereld" (1) door dr. A.J. Verbrugh". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/08/16 00:00:00, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 18-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572158:mpeg21:p003
"Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/08/16 00:00:00, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 18-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572158:mpeg21:p003
HET BELEID van de Deense minister voor Groenlandzaken is erop gericht door een open en tolerant regime te voorkomen dat zulk extremisme grond onder de voeten krijgt.
Zou dit beleid echter mislukken, dan is dit voor de Sowjet-Unie een interessante ontwikkeling. Sedert de Tweede Wereldoorlog is de toestand in het gehele gebied tussen Canada en Noorwegen namelijk grondig gewijzigd. Kort na 1945 was de veiligheid in het Noordatlantische gebied nog stevig door het onbetwiste overwicht van de Amerikaanse-Britse marine aldaar. Het was de tijd waarin de Scandinavische landen een gebied van vrede betekenden, dat van de Noordzijde alleen door de natuurkrachten van kou, storm en ijs werd bedreigd, maar niet door militair geweld.
SEDERTDIEN veranderde de Sowjet-Unie het Noordelijke schiereiland Kola echter in een geduchte arsenaal voor land- en luchtmacht, terwijl Moermansk de grootste Russische marinebasis werd, bestemd voor uitzending over alle wereldzeeën. De vissersvloot van Moermansk kan eveneens over lange afstand varen en daarbij aanvullende diensten voor de marine verrichten. De aanwezigheid van de sterke Sowjetvloot en van Sowjetwaarnemingsschepen, niet alleen onder de Deense kust in de Oostzee, maar ook van de Barentsz Zee af tot onder de kusten van Groenland en Canada, maken dit gebied veel meer tot een plaats waar conflicten kunnen uitbreken dan ooit tevoren in de geschiedenis het geval was. Vandaag voert Noorwegen met Rusland moeizaam onderhandelingen over zijn rechten in de Barentsz Zee en over Spitsbergen en is feitelijk niet opgewassen tegen zijn overmachtige partner.
In de meeste atlassen vindt men wel een kaartje van de wereldbol gezien vanuit de Noordpool. Kijkt men op zon kaartje met de Noordpool in het midden en de breedtecirkels daar concentrisch omheen, dan ziet men, zoals bekend, dat elke breedtecirkel in 360 lengtegraden is verdeeld. Vanaf de Noordpool naar het Zuiden toe gezien wordt een zeer groot stuk van zon breedtecirkel, namelijk 160 van de 360 graden, begrensd door de Sowjet-Unie. Het Sowjet-gebied begint bij Moermansk, vlak bij de grens met Noorwegen en loopt vandaar naar het Oosten door, via Nova Zembla en het mondingsgebied van Ob, Jenisej en Lena tot de Oostelijke punt van Siberië. Draait men van de Noors-Russische grens af de andere kant uit, dan gaat men langs het dak van de „vrije wereld", te beginnen met Spitsbergen en Noorwegen, dan langs het gebied rond de Faröer en IJsland, vervolgens via Groenland en Noordelijk Canada, tot men vanuit Alaska bij het oversteken van de 35 km. brede, gedurende acht maanden van het jaar bevroren Bering-straat weer in het gebied van de Sowjet-Unie komt.
DIT DAK van de „vrije wereld" omvat 200 graden van de breedtecirkel. Als van dit dak b.v. alleen nog maar de 100 graden van het gebied ten Noorden van Canada en Alaska veilig zouden zijn, zou dit verstrekkende gevolgen hebben. Dit zou het geval kunnen zijn als emancipatiebewegingen in de Noordgebieden van de „vrije wereld" tot gevolg hebben dat deze streken zich aan het Navobondgenootschap onttrekken en zich openstellen voor de invloedssfeer van de Sowjet-marine.
"Opmarsgebied voor de Sowjet-marine?". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/08/16 00:00:00, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 18-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572158:mpeg21:p003
HET IS bekend hoe in 1971 in IJsland de niet-linkse Centrumpartij onder leiding van de vorige premier Johannesson om redenen van teruglopende visserijinkomsten een zo hard mogelijk beleid over de visserijgrenzen wilde voeren en daarom ook geen bezwaar had tegen een coalitie met het door communisten beheerste Volksfront. Spoedig bleek dat de regering zou toegeven aan de eis van de op Moskou georiënteerde IJslandse communisten om de ontruiming van de Amerikaanse NAVO-basis op het IJslandse Keflavik (50 km ten Z.W. van Reykjavik) te verlangen. Pas langzaam drong het verstand tot de Uslanders door. In 1974 bleek bij een handtekeningactie dat de meerderheid der IJslanders helemaal niet zo gebrand was op het vertrek van de Amerikanen. Zij meende dat de IJslandse veiligheid daardoor onvoldoende zou zijn gewaarborgd. In 1974 ging toen dezelfde Centrumpartij een coalitie aan met de vrijheidspartij van de nieuwe premier Hallgrimsson, die voor de NAVO en voor de handhaving van de Amerikaanse bases op IJsland is.
Toch werd bij de laatste „oorlog" met Engeland over de visserijgrenzen opnieuw gedreigd met de eis tot ontruiming van de Keflavik-basis. Het is duidelijk, dat de blijvende belangen van veiligheid en een vreedzame internationale samenleving het maar nauwelijks kunnen winnen van de nabije economische belangen in eigen kring.
IN EEN EERDER artikel vermeldden we dat ook de Faringers maar een zeer geringe belangstelling voor de NAVO aan de dag leggen. En dat terwijl het moet opvallen dat de Sowjet-Unie als enige staat in de wereld een nieuwsbureau heeft dat bulletins uitgeeft in de afzonderlijke taal van de Faringers.
Tegen deze achtergrond stemmen we in met de Noors-Canadese hoogleraar in de internationale politiek Nils örvik, die in de Berlingske Tidende van 21 juli schreef het zeer te betreuren dat er onder de woordvoerders in de Groenlandse Landraad niet één wordt gevonden die de internationale aspecten van de gevoelens van de Landraad beoordeelt. Men blijft slechts discussiëren op het geïsoleerde Groenlandse niveau.
Van dit laatste vonden we een bevestiging in de „Avangnamiok", het enige landelijke nieuwsblad voor Noord-Groenland, dat 1 x per 14 dagen verschijnt (ook de „Atuagagdliutit" of „Grönlandposten" voor Zuid-Groenland verscheen tot voor kort slechts 1 x per 14 dagen). Op de voorpagina van de „Avangnamiok" van 9 juli die we in Angmagssalik (Oost-Groenland) als enige krant konden kopen, stond op de voorpagina een foto naar aanleiding van het bezoek op 26 juni van de Sowjet-minister van Volkshuisvesting G.V. Fomin aan Egedesminde en Jakobshavn aan de Groenlandse Westkust. Maar het commentaar beperkte zich tot de vermelding dat de Russische minister maar kort in Jakobshavn kon blijven, omdat alle hotelkamers waren bezet, zodat hij weer snel terug moest naar Egedesminde. Er was daarom geen tijd om van de bestelde lunch gebruik te maken, zodat de burgemeester van Jakobshavn na het vertrek van de Russische gasten enkele anderen uitnodigde om de maaltijd te nuttigen. Volgens Lisbeth Davidsen in „Avangnamiok" kwam dit neer op 17 couverts inclusief drank voor 3194 kronen, hetgeen het spilzieke gemeentebestuur de belastingbetaler laat opbrengen.
ALS EEN Sowjet-minister de kleine plaatsjes op Groenland bezoekt, krijgen de lezers dus alleen komkommernieuws hierover. In hetzelfde nummer van het nieuwsblad lazen we van dezelfde Lisbeth Davidsen een verslag van een hoorzitting van de zelfbestuurcommissie in dezelfde week, waarin de rechten op delfstoffen in Groenland werden besproken. Zouden de Russen in Egedesminde helemaal niet over het Groenlandse zelfbestuur hebben gesproken? In de enige krant was er niets over te vinden.
Maar wel werd in de boekenafdeling van de enige winkel in Angmagssalik een boek van de radicale journalist Philip Lauritzen verkocht, die in het Eskimo en in het Deens schrijft, dat de Denen beter uit Groenland kunnen wegblijven, dat ze er slechts komen om geld te verdienen en dan weer naar Kopenhagen terug keren. Daarom kan volgens de schrijver een Groenlands nationalisme nodig worden, dat maakt dat de Groenlanders de leiding zullen nemen. Groenland is evenals IJsland en de Faroër blootgesteld aan het gevaar dat de Sowjetmacht probeert een vastere greep op het dak van de „vrije wereld" te krijgen. Die wereld kan dan bij een eventueel conflict óók vanuit het Noorden worden ingesloten. Inzicht in dit gevaar en in het regime waaraan de Noordgebieden dan onderworpen zullen zijn, zou tot gevolg moeten hebben dat ook de gebieden in het Noorden zich nauwer aansluiten bij de machten die samen een evenwicht met de Sowjetmacht kunnen vormen. Van de kant van Dememarken, Amerika, Engeland en de overige NAVO-landen, moet dan echter een rechtvaardig en geïnteresseerd beleid worden gevoerd.
*)KGH betekent Konglige Grönlandske Handel. De KGH werd in 1774 als een Deense maatschappij voor de handel op Groenland opgericht en kreeg een staatsmonopolie o.a. om de Groenlanders te beschermen tegen onverantwoorde handelspraktijken van buitenlandse walvisvaarders. Pas in 1952 werd het monopolie opgeheven. **) Intussen zond de Deense minister Egon Jensen van binnenlandse zaken reeds op 30 juli een voorstel van wet voor de Europese verkiezingen aan het Folketing (het Deense parlement). Denemarken heeft recht op de verkiezing van 16 Deense afgevaardigden. Een hiervan zal volgens de minister een Groenlander zijn, terwijl de 15 overige in één enkele kieskring in Denemarken worden gekozen. Slechts partijen, die tevens kandidaten stellen voor de Folketing-verkiezingen mogen kandidaten stellen voor het Europese parlement. De Deense regering handhaaft haar voorbehoud, dat Deense EP-leden ook lid moeten zijn van het Folketing.
"Ongeïnteresseerdheid in de internationale politiek". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/08/16 00:00:00, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 18-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572158:mpeg21:p003
- Toen op 4 juli l toenmalige president Lyndon i. handtekening zette on,'l "Weedom of Information 'lZro,de niet d»< hU *cht -v (r *Un ambtenaren slapeloze *>" bezorgen. «Toonstellingen in de Verenen worden de laatste jaren 161 verzoeken van bur" i|J*jrc en organisaties om inzage &0M docun»enten, waarop z|j V, *an genoemde wet recht 'S» stroon> Is vooral sterk C' n» de onthullingen over '^ol 'k en het achterhouden Uu' 0p h°ogniveau, zoals "cht b gekonien by het
Watergate-schandaal en de onderzoeken van het congres naar de activiteiten van de inlichtingendiensten.
Acht jaar lang bleef de „Freedom of Information Act" een dode letter, maar na het Watergate-schandaal werden er wijzigingen in aangebracht die de wet plotseling voor het grote publiek belangrijk maakte. Voor de betrokken overheidsinstellingen is het resultaat echter afschuwelijk.
Eén van de amendementen hield in dat elk van de ongeveer 90 departementen in Washington met ingang van 1975 na afloop van elk kalenderjaar een verslag naar het Congres diende te sturen over de wijze waarop de wet, kortweg FOIA genoemd, was nageleefd.
De eerste rapporten zijn intussen bij het Congres binnengekomen. Daar zullen ze worden bestudeerd en verwerkt in een algemeen verslag over de werking van de wet. Uit deze rapporten komt een duizelingwekkend beeld naar voren van enorme hoeveelheden werk en geweldige financiële lasten.
"Informatiehonger van Amerikanen bezorgt 's lands ambtenaren slapeloze nachten". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/08/16 00:00:00, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 18-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572158:mpeg21:p003
Het ministerie van justitie, dat onder andere verantwoordelijk is voor de FBI, de federale recherche, rapporteerde dat het in 1975 meer dan 30.000 verzoeken om inzage van stukken had ontvangen. Onder-minister Harold Tyler schreef in het rapport dat de verwerking van deze stroom uitingen van informatiehonger zijn ambtenaren meer dan 120.000 manuren had gekost. Het ministerie had de afdeling die de FOIA-verzoeken behandelt, moeten uitbreiden met 200 man. De meesten hadden een volledige dagtaak aan verzoeken om inlichtingen die speciaal op de FBI betrekking hadden. Het ziet er niet naar uit dat een einde van deze lawine in het zicht is, schrijft Tyler somber. In de eerste twee maanden van 1976 waren er al weer 2500 nieuwe aanvragen om inzage in de FBI-archieven binnengekomen.
Het voldoen aan de eisen van de informatiewet kostte de FBI vorig jaar 1.622.168 dollar en onder-minister Tyler voorspelde dat dit bedrag zou oplopen tot 2.675.000 dollar in 1976 en 3.427.000 dollar in 1977.
"FBI". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/08/16 00:00:00, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 18-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572158:mpeg21:p003
Het ministerie van defensie rapporteerde laconiek dat het in staat was geweest aan vrijwel alle verzoeken om informatie te voldoen. Ruim vijfduizend aanvragen moesten echter worden afgewezen omdat het om geheim materiaal ging of omdat de gevraagde inlichtingen onvindbaar waren.
Voor het ministerie van buitenlandse zaken hadden de FOIA-verzoeken ongeveer een miljoen dollar gekost. Het State Department had in 1975 1.812 aanvragen ontvangen die betrekking hadden op in totaal 31.715 documenten. Het ministerie heeft sinds de verscherping van de wet een speciale FOIA-afdeling moeten oprichten met een bezetting van negen ambtenaren. Op elk van de 29 afdelingen van het departement is een ambtenaar benoemd in de rang van adjunct-assistent-minister die zich uitsluitend met FOIA-zaken bezighoudt. De meeste departementen meldden dat zij in ruim negentig procent van de gevallen in staat waren geweest de gevraagde documenten te verschaffen. Een uitzondering vormde echter de centrale inlichtingendienst, CIA. Deze liet weten geen informatie te hebben kunnen verstrekken voor 4577 van de 6609 aanvragen die in 1975 waren ontvangen. Slechts 728 verzoeken konden geheel of gedeeltelijk worden beantwoord. Bij de afsluiting van het verslagjaar lagen nog ruim duizend verzoeken op afwikkeling te wachten.
"Defensie". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/08/16 00:00:00, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 18-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572158:mpeg21:p003
STOCKHOLM - De Zweedse regering heeft plannen voor een permanente expositiehal voor het. 17de eeuwse Zweedse oorlogsschip „Wasa" dat in 1961 van de bodem van de Stockholmse haven werd gelicht. Hoewel enkele onderdelen waren vergaan, was het schip toch nog in uitstekende staat en wordt het beschouwd als een van de grootste en meest waardevolle vondsten die ooit op dit gebied zijn gedaan.
Nadat de „Wasa" aan de oppervlakte was gebracht, werd zij onderworpen aan zeer omvattende en uitgebreide conserverings-behandelingen, waarvan het voornaamste doel was te voorkomen dat het schip te snel zou uitdrogen. De deskundigen die zich met dit project hebben beziggehouden, zijn internationaal bekende autoriteiten geworden op het gebied van dit soort conserverings-werkzaamheden.
De Zweedse regering heeft gevraagd om twee alternatieve plannen. Volgens het eerste plan zou het oorlogsschip worden tentoongesteld zonder masten, terwijl volgens een ander plan een zeer hoog dak de mogelijkheid zou scheppen om het schip met masten en al op te stellen.
De („Wasa" is één van Zweden's grootste toeristische attracties. Het tijdelijke gebouw, waarin het schip tot nu toe werd tentoongesteld en dat vlak bij het centrum van Stockholm ligt, werd tot nog toe bezocht door meer dan vijf miljoen mensen. De nieuwe expositie-hal zal worden gebouwd op dezelfde plaats.
"„Wasa" krijgt eigen permanent gebouw". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/08/16 00:00:00, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 18-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572158:mpeg21:p003
NEURENBERG - In juli zijn in West- Duitsland 944.600 mensen zonder werk geweest vergeleken met 921.000 in de voorgaande maand. In percentages van de beroepsbevolking betekende dat een toeneming van viertot 4,1. Dit heeft het Westduitse Arbeidsbureau bekendgemaakt. Het aantal mensen waarvoor een verkorting van de werktijd gold, verminderde van 218.000 tot 82.800. De openstaande plaatsen voor vakantiekrachten bedroegen in juli 276.200 vergeleken met 280.800 in juni. Regeringswoordvoerder Armin Grünewald verklaarde in een vraaggesprek voor de radio dat het nog wel enige tijd zal duren voordat de opleving van de Westduitse economie in de werkgelegenheid tot uitdrukking komt. De regering van de bondsrepubliek acht het mogelijk dat het land in het komende najaar nog 800.000 werklozen tek.
"Werkloosheid in West-Duitsland iets toegenomen". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/08/16 00:00:00, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 18-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572158:mpeg21:p003
BAHREIN - De president van de Verenigde Arabische Emiraten, Sjeik Zaid Bin Sultan, heeft verklaard dat hij er niets meer voor voelt dit ambt te continueren wanneer zijn eerste termijn in december afloopt.
Sjeik Zaid, die ook de heerser is van het emiraat Aboe Dhabi, is steeds de stuwende kracht geweest achter de uit zeven staatjes samengestelde federatie sinds deze bijna vijf jaar geleden werd gevormd. In een interview met het in Bahrein verschijnende dagblad Akhbar El Khaleej toonde sjeik Zaid zich erg ontevreden over de medewerking van zijn medeheersers bij het oplossen van de federale problemen. „U zult niet geloven dat ik zojuist een week met de emiraten bezig ben geweest om te proberen onbetekenende onderlinge grenskwesties te regelen. Met verbittering en spijt moet ik zeggen dat hun ruzies gaan over slechts enkele meters grond. Zo zijn we niet in staat op een bepaald stukje grond een ziekenhuis te bouwen doordat twee emiraten het er niet over eens kunnen worden van wie de grond is", aldus de sjeik, die hieraan toevoegde: „Ik wil geen president blijven. Het probleem is de geest waarin mijn broeders de vraagstukken waarvoor de federatie wordt gesteld behandelen".
"President van Arabische Emiraten is het zat". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/08/16 00:00:00, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 18-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572158:mpeg21:p003
Welke informatie vragen de mensen? Uit de rapporten van de ministeries blijkt dat de vragen vrijwel het hele terrein van het overheidsapparaat bestrijken, van persoonlijke gegevens tot rechtzaken, van beleidsdocumenten tot diplomatieke boodschappen. De vraag wat men met die informatie doet kan alleen door de nieuwsgierigen zelf worden beantwoord.
"Torenhoge stapels". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/08/16 00:00:00, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 18-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572158:mpeg21:p003