PARDS - President Valery Giscard d'Estaing van Frankrijk heeft een nieuw bekendgemaakt, „dat snel jociale en economische hervormingen ooet uitvoeren en moet voorkomen djt de sociaiistisch-communistische oppositie de volgende verkiezingen wint."
In het nieuwe kabinet is premier Raymond Barre tevens minister van financiën en economische zaken. De vorige houder van deze portefeuille, Jean-Pierre Fourcade, is tot minister van openbare werken benoemd.
President Giscard heeft ook minister van buitenlandse zaken Jean Sauvagnargues vervangen en wel door de 65-jarige Louis de Guiringaud, ambassadeur bij de Verenigde Naties.
In het kabinet zitten verscheidene gematigd linksen. In een gesprek voor de televisie zei de Franse president eerder deze week dat de regering „een opening naar links" zou maken om de oppositie kiezers te ontnemen.
De economisch deskundige Barre vervangt als premier Jacques Chirac, die wilde dat de president hem meer macht zou geven om de inflatie te beteugelen.
Giscard's keuze van de Guiringaud
als minister van buitenlandse zaken is een blijk van zijn voornemen te streven naar nauwere samenwerking tussen rijke en arme landen. De Guiringaud heeft een voorname rol gespeeld bij de onderhandelingen die leidden tot het bijeenroepen van de Noord-Zuidconferentie in Parijs over een nieuwe economische wereldorde. Premier Barre wordt in deze eerste Franse regering sinds achttien jaar die door een niet-gaullist wordt geleid, terzijde gestaan door drie ministers van staat. Het zijn Olivier Guichard, een 56-jarige gaullist, tevens minister van justitie, Michel Poniatowski,onafhankelijk republikein, evenals voorheen belast met binnenlandse zaken, en Jean Lecanuet (centrum), tevens minister voor het plan en de industriële ontwikkeling. De gaullist Yvon Bourges blijft de portefeuille van defensie beheren. Het kabinet-Barre telt 17 ministers en 18 staatssecretarissen. Het aantal gaullistische ministers is, evenals in de regering-Chirac, vijf. De drie ministers van staat, die de grootste fracties vertegenwoordigen, zullen samen met de premier het kernkabinet vormen. Behalve de vijf gaullisten zijn er vier partijloze ministers, vier onafhankelijk republikeinen, drie radicalen en één centrist. De nieuwe regering zal zich 4 oktober aan de Nationale Vergadering voorstellen.
VALER V GISCARD D' ESTAING
"Nieuwe Franse regering". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/08/30 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 21-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572170:mpeg21:p001
"Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/08/30 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 21-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572170:mpeg21:p001
BORN - Gedeputeerde Staten van Limburg besteden in het ontwerpstreekplan voor Zuid-Limburg veel te weinig aandacht aan het milieubeheer. De recente ramp met een geexplodeerde naftakraker van D.S.M. en de nog steeds bestaande onrust onder de bevolking van de westelijke mijnstreek hadden aanleiding moeten vormen om juist aan milieuzaken speciale aandacht te schenken.
Dit is de mening van de burgemeester van één van de D.S.M.-gemeenten Bom, mr. J. Onland. Hij gaf een toelichting op een door B. en W. opgesteld bezwaarschrift dat binnenkort door de gemeenteraad wordt behandeld.
Volgens burgemeester Onland verdient het aanbeveling om een milieuplan voor heel Limburg op te stellen. Nog urgenter noemt hij een raamwet voor gecoördineerd milieubeleid in Nederland. „Men is thans te veel versnipperd bezig. Daardoor blijft de noodzakelijke coördinatie uit en heerst er grote onzekerheid. Naar het voorbeeld van Amerika zou Nederland een nationale milieuwet moeten vaststellen". Mr. Onland bepleit uniforme milieunormen voor Rijnmond, Zuid- Limburg en het Eemshavengebied in Groningen.
Hij maakt er ernstig bezwaar tegen
dat Gedeputeerde Staten geen milieunormen of richtlijnen in het ontwerpstreekplan hebben opgenomen. Evenmin deelt hij de mening van het provinciaal bestuur dat het terrein Graetheide de laatste mogelijkheid voor D.S.M.-uitbreidingen in de westelijke mijnstreek zou zijn. Alternatieve mo gelijkheden zijn volgens hem in Sittard en Urmond aanwezig en eveneens in het nabije Belgisch-Limburgse Maasmechelen, dat evenver van het huidige D.S.M.-complex ligt als de Graetheide. Op dit terrein zouden laboratoria van D.S.M, en van Rijksuniversiteit Limburg kunnen worden, waarvoor in Maastricht toch onvoldoende ruimte zou zijn.
MOSKOU - Hoe groot de schade van de slechte zomer voor de oogst in de Sowjet-Unie ook moge zijn, over paddestoelenschaarste zal men niet te klagen hebben. Naar de Russische pers meldde, hebben de langdurige regens gezorgd voor, een overvloed van paddestoelen in vele delen van het land. Alleen in de Oekraïne zijn al 700 centra ingericht, waar de bevolking tegen betaling paddestoelen kunnen inleveren.
"Nationale milieuwet bepleit: Streekplan Zd.-Limburg summier over milieu". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/08/30 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 21-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572170:mpeg21:p001
HILVERSUM - 28 procent van de Nederlandse bevolking heeft, na de publicatie van het rapport van de Commissie van Drie een ander oordeel en andere gevoelens over Prins Bernhard dan voorheen.
Van 71 procent zijn oordeel en gevoelens niet veranderd. Dit blijkt uit een telefonische bliksemenquête onder 450 Nederlanders, die AVRO's televizier magazine, de actualiteitenrubriek van de AVRO-tv, onmiddellijk na de regeringsverklaring van premier Den Uyl, donderdagmiddag, heeft lagen houden.
"Bliksemenquête AVRO: 71 procent bevolking geen ander oordeel over Prins Bernhard". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/08/30 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 21-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572170:mpeg21:p001
CAIRO - De Libische leider Gaddafi heeft plannen beraamd om bepaalde Egyptische leiders te vermoorden en bruggen en moskeeën op te blazen, aldus het weekblad Achbar El Yom in haar zaterdageditie.
De plannen zijn opgesteld met de hulp van „Buitenlandse exports in het terrorisme" die door Gaddafi zijn gehuurd, aldus het blad.
Egypte heeft Libië beschuldigd van bomaanslagen in Cairo en Alexandrië de afgelopen weken en de kaping van een Egyptisch vliegtuig dat maandag op weg was naar Luxor.
"Kwestie Egypte-Libië: Gaddafi beraamt moorddadige plannen". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/08/30 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 21-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572170:mpeg21:p001
VANMIDDAG ZAL DE Tweede Kam >*, op een voor haar ongebruikelijk tijdstip, bijeenkomen om te spreken over de regeringsverklaring inzake de „Lockheed-affaire". Via radio en televisie zullen velen uit ons volk dit debat kunnen volgen. Mede hierom hopen we dat het vooral een waardig debat zal zijn, dat de pijn die ons volk voelt, niet zal vergroten, maar juist zal helen. Kortheid en soberheid zal daarvoor een eerste eis zijn. Helaas is uit de eerste reacties van Politici al gebleken dat waardigheid en soberheid niet van iedereen verwacht *ullen kunnen worden. We zullen erop voorbereid moeten zijn dat de wenselijkheid van een strafvervolving tegen de Prins van bepaalde zijde zal worden bepleit. Buiten de orde verklaren kan de voorzitter dat niet, want ook de regering zelf heeft die vraag onder ogen gezien en van haar overwegingen mededeling gedaan aan de Tweede Kamer. De vraag staat dus helaas wettig ter discussie. Men zal zien herinneren dat de regering niet tot strafvervolging wil overgaan om drie redenen: het staat lang niet vast dat de aan het licht gekomen "feiten tot een veroordeling zouden leiden; de Prins is door de openbaarmaking al genoeg gestraft; en de positie van de Koningin zou erdoor in gevaar komen. Daartegenover stond het beginsel van de gelijke rechtsbedeling voor iedereen waaraan de regering ook in dit geval wilde vasthouden. Maar alles bijeen wilde zij toch van geen strafvervolging weten.
In dat zo met nadruk naar voren schuiven van dat beginsel van gelijke rechtsbedeling erkennen we toch nog even de gelijkheidsgedachte die juist in het beleid van dit kabinet zo sterk overheerst. En opnieuw büjkt uit de toepassing in deze zaak hoe weinig die gedachte bij de werkelijkheid aansluit. Want een prins is nu eenmaal niet gelijk aan elke burger. Dat blijkt ook duidelijk uit de overwegingen tegen strafvervolging. Voor een doorsnee burger zou het vermoedelijk wel van belang geacht zijn de strafrechtelijke kant uit te diepen, ook als een veroordeling niet vast staat; en de beide andere overwegingen hebben rechtstreeks betrekking op zijn speciale positie.
UIT HET betoog van de ministerpresident blijkt overigens, dat het kabinet van mening is dat een strafvervolging tegen een lid van het Koninklijk Huis wel mogelijk is. Toch zou ook het tegendeel te betogen zijn en daarom spijt het ons dat dit in een officiële verklaring zo zonder enig voorbehoud is gesteld. Het is inderdaad waar dat geen letterlijke wetsbepaling een lid van het Koninklijk Huis voor strafvervolging vrijwaart. Maar wel kan men gevoeglijk aannemen dat. de opstellers van onze Grondwet aan die mogelijkheid ook helemaal niet hebben gedacht, of misschien beter gezegd: niet hebben willen denken.
Onze Grondwet bepaalt namelijk, dat kamerleden, ministers en enige andere hooggeplaatsten uit ons staatsbestel wegens ambtsmisdrijven alleen terecht kunnen staan voor de Hoge Raad. Het gaat hier om misdrijven waarbij een bijzondere ambtsplicht is geschonden of waarbij gebruik gemaakt is van macht, gelegenheid of middelen door het ambt geschonken. In dit grondwetsartikel worden echter de Jeden van Jhet Koninklijk Huis niet genoemd. Had de Grondwetgever rekening willen houden met de mogelijkheid van berechting van hen wegens ambtsmisdrijven, zou dan voor hen niet te meer zon speciale rechtsgang aangewezen zijn?. Als kamerleden en leden van de Raad van State al te hoog zijn om voor een gewone rechtbank te komen, dan toch zeker een lid van het Koninklijk Huis! Zou daar dan niet uit moeten volgen dat zij wegens het ontbreken van een regeling dienaangaande in het geheel niet vervolgd kunnen worden?
Men zou hier kunnen spreken van een leemte in ons rechtsbestel die onduidelijkheid schept. Moeten we er dan voor pleiten deze leemte op te heffen door het treffen van een regeling? Daarmee komen we er ook niet uit. Deze regeling kan maar twee dingen inhouden: ook voor hen de Hoge Raad aanwijzen als bevoegde instantie, of hen volledig vrijwaren voor strafvervolging. Afgezien van de vraag of dat laatste vandaag (ook los van de concrete zaak die aan de orde is) politiek haalbaar is, geen van beide regelingen biedt een werkelijke oplossing.
Algehele vrijwaring zou erop neerkomen dat het lidmaatschap van het Koninklijk Huis op een gegeven moment kan gaan fungeren als een dekmantel voor het straffeloos bedrijven van misdrijven. Wanneer dat aan het licht zou komen, blijft er voor de regerend vorst maar één ding over: neerlegging van het bezoedelde ambt. Maar zou de wet wel een strafvervolging mogelijk maken, dan — zo is nu wel gebleken — is voortzetting van de koninklijke functie evenmin denkbaar. In beide gevallen gaan dus enorme staatsrechtelijke gevolgen meespelen, waarbij het belang van een berechting in het niet zinkt. En waar de zaken zo liggen, is het zwijgen van de Grondwet over de modaliteiten van een justitiële actie tegen een lid van het Koninklijk Huis alleszins verdedigbaar. Maar dan is het wel beter dat de regering niet doet alsof alles hier zeker eti duidelijk is.
OVERIGENS zijn er ook dan nog sterke gronden om niet aan strafvervolging te denken. We willen ons er niet over uitlaten in hoeverre de bevindingen van de commissie van drie er op zichzelf aanleiding toe geven. Dat laten we aan strafrechtspecialisten over. Dit artikel gaat niet over concrete strafbare feiten, maar is een theoretische beschouwing over „het geval dat", nu de regering dat aan de orde heeft gesteld en de Tweede Kamer daar vanmiddag over spreekt. Een rechtsregel die in elk geval voor alle Nederlanders gelijkelijk geldt, is de bepaling van artikel 167 van het wetboek van strafvordering, dat van vervolging kan worden afgezien op gronden aan het algemeen belang ontleend. Dat die redenen van „algemeen belang" voor een prins anders kunnen liggen dan voor elke andere burger, is zonneklaar. Over de toepassing van dat beginsel is de regering overigens verantwoording schuldig aan de Staten-Generaal. De PSP wil zich vanmiddag sterk maken, voor de stelling dat er op ergerlijke wijze aan klassejustitie wordt gedaan, als de Prins strafrechtelijk vrijuit zou gaan. Dat is"dus in ieder geval onhoudbaar. Zelfs indien van straf-' bare feiten zou moeten worden gesproken - wat lang niet vaststaat -, worden heel correct wettelijke bepalingen toegepast en gebeurt er niets onrechtmatigs.
HET AFZIEN van vervolging om redenen van algemeen belang heet in de rechtswereld toepassing van het opportuniteitsbeginsel: geen vervolging als dat niet opportuun is (gelegen komt). Men'kan zich afvragen "orde" pacifistisch-socialisten met hun republikeinse partijprogramma niet op een geheel eigen manier een opportuniteitsbeginsel hanteren, als zij nu wel op een strafzaaYaandringen. JuTst uit Kun" kamp kan men regelmatig vraagtekens horen plaatsen achter de effectiviteit van het strafrecht: „strafrecht terecht?"
Volgens linkse theoretici is het strafrecht een zeer ontoereikend middel om ermee te bereiken wat men bereiken wil: afschrikking en berouw; vaak bereikt men juist het omgekeerde: verharding en het opdrukken van een maatschappelijk sternpen dat men nooit meer kwijtraakt. En men zoekt koortsachtig naar andere manieren om „ongewenst maatschappelijk gedrag" (deze normloze aanduiding is kenmerkend voor deze stroming) tegen te gaan. Wie deze gedachten aanhangt, zou ze toch zeker van toepassing moeten achten op deze zaak. Welk werkelijk nut zou hier een gerechtelijke straf nog kunnen hebben? Dat is nauwelijks in te zien. Het enige „nut" zou een verdere ontluistering zijn, en dat zal men dan ook wel beogen. Maar op andere dan strafrechtelijke gronden houden wij vol dat dat in dit geval nu juist niet behoort te gebeuren, omdat dat grote schade zou toebrengen aan de band tussen land en volk.
Mocht inderdaad de PSP volgens haar aankondiging vanmiddag hierop gaan hameren, dat hopen wij dat de andere kamerleden en het antwoord van regeringszijde dit op waardige wijze zullen weerspreken. De ontluistering van j.l. donderdag was ernstig genoeg. Aan verdere ontluistering -en dat kan ook door een bepaalde wijze van parlementair debatteren - hebben we geen enkele behoefte.
"Algemeen belang". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/08/30 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 21-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572170:mpeg21:p001
DEN HAAG - Minister Vredeling van defensie is van oordeel dat de huidige Neptune-vliegtuigen nog steeds geschikt zijn voor het uitvoeren van verkenningsvluchten. Voor de bestrijding van onderzeeboten zijn evenwel modernere toestellen gewenst en de bewindsman zal dan ook bij het indienen van de defensiebegroting voor 1977 nader ingaan op het probleem van de Neptunevervanging.
Minister Vredeling zegt dit in antwoord op schriftelijke vragen van de Tweede-Kamerleden Wisselink en Van der Mei. Volgens de minister is er in het Noordzeegebied sprake van verhoogde activiteiten van Russische schepen en vliegtuigen in verband met de toenemende aanwezigheid van de Sowjet-marine op de wereldzeeën. De Sowjet-Unie blijkt ook een groeiende belangstelling te hebben voor de boorinstallaties in de Noordzee. De marine van de USSR is sinds het begin van de jaren zeventig vooral in kwalitatieve zin (sensoren en wapensystemen) verbeterd, waardoor de gevechtscapaciteit is toegenomen, aldus de minister, die ook melding maakt van een geringe uitbreiding van de Russische vloot. De onderzeebootvloot van de Sowjet-Unie is thans met ruim driehonderd stuks de grootste ter wereld.
Hij verwacht evenwel een lichte teruggang van het totale aantal schepen. Desondanks zal de kwaliteit van de schepen (meer nucleaire voortstuwing) blijven stijgen, aldus ministe» Vredeling, die onderkent dat in geval van een ernstige internationale crisis de Amerikaanse marine door activiteiten elders in mindere mate beschikbaar kan zijn op de Noordaüantische oceaan voor het vrijhouden van scheepvaartroutes. Volgens hem komt het zwaartepunt van de beveiliging en het vrijhouden van deze route dan meer voor rekening van de Europese maritieme strijdkrachten.
Eenformatie Neptunes van de Nederlandse Marine.
"Minister Vredeling: Voor bestrijding onderzeeërs modern luchtmaterieel vereist". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/08/30 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 21-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572170:mpeg21:p001
DEN HAAG - Het kabinet heeft eind vorige week besloten om een groep Zuidvietnamese vluchtelingen tot ons land toe te laten. Het gaat om 56 vluchtelingen die nu in bootjes voor de kust van Thailand verblijven. Thailand wil hen niet toelaten en het hoge commisariaat voor de vluchtelingen van de Verenigde Naties in Genève heeft Nederland gevraagd de groep toe te laten.
De ministerraad is akkoord gegaan met de opvatting van staatssecretaris Zeevalking (justitie) dat de vluchtelingen weliswaar niet zouden kunnen worden toegelaten bij strikte toepassing van het beleid van minister Van der Stoel (buitenlandse zaken), maar dat de noodsituatie waarin de Zuidvietnamezen verkeren zo ernstig is dat onmiddellijk hulp moet worden geboden.
Minister Van der Stoel heeft in juli gezegd dat zestig Zuid Vietnamese wezen in Nederland zouden worden toegelaten, dat zij die na de van Saigon in Nederland waren mochten blijven en dat een humanitair beleid zou worden gevolgd tegenover die Zuidvietnamezen die een band met Nederland hadden. Onder deze laatste regeling zijn twintig personen naar Nederland gekomen.
De groep mensen die nu voor de kust van Thailand in erbarmelijke omstandigheden leeft, valt niet onder de regeling. Thailand wil hen niet opnemen omdat het land al 200.000 vluchtelingen uit diverse landen in .Indjör china heeft. De groep bestond oorspronkelijk uit enkele honderden mensen, die worden opgenomen door de VS en door Taiwan. De resterende 56 zouden graag naar Nederland komen.
Het ministerie van justitie gaat ervan uit dat deze toelating niet als een precedent wordt gezien in Genève en dat de gehele problematiek rond Zuidvietnamese vluchtelingen daar eens kan worden besproken.
De Zuidvietnamezen kunnen in Nederland worden opgevangen door het Nederlandse vluchtelingenfonds Indochina. Voor een aantalvan hen is al een werkkring en huisvesting in het vooruitzicht gesteld.
STAA TSSECRETARIS ZEEVALKING
"Gevluchte Zuid-Vietnamezen worden toegelaten in ons land". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/08/30 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 21-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572170:mpeg21:p001
OOST-BERLLIN - De DDR heeft zes Westduitsers aangehouden op grond van de overweging dat zij misbruik nebben gemaakt van de doorgangswegen tussen West-Duitsland en West-Berlijn, zo heeft het Oostduitse persbureau ADN bekendgemaakt.
De twee vrouwen en vier mannen zijn aangehouden op 21 en 23 augustus. De aanduiding „misbruik van de doorgangswegen" wordt volgens waarnemers gewoonlijk door de DDR gehanteerd „als het er mensen uit het Westen van verdenkt zich met het naar West-Berlijn of West-Duitsland smokkelen van Oostduitsers te hebben beziggehouden. Vijf arrestanten waren afkomstig uit West-Berlijn en één uit West-Duitsland, aldus ADN. De Verenigde Staten, Groot-Brittanniè en Frankrijk hebben eerder deze maand bij de Sowjet-Unie tegen de recente incidenten op de verkeersweg naar West-Berlijn geprotesteerd.
"Zes Westduitsers in DDR aangehouden". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/08/30 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 21-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572170:mpeg21:p001
KOPENHAGEN - Twee Deense officieren zullen de militaire manoeuvres bijwonen van het Warschau Pact, die van 9 tot 6 september in Polen worden gehouden.
Aan deze oefeningen nemen ongeveer 30.000 militairen uit de Sowjet-Unie, Polen, Oost-Duitsland en Tsjecho- Slowakije deel.
Denemarken is het derde NAVOland dat was uitgenodigd waarnemers te sturen overeenkomstig de afspraken die zijn gemaakt op de in 197 S in Helsinki gehouden Europese Veiligheidsconferentie. Bij vorige gelegen-. heden stuurden Noorwegen en Turkije waarnemers.
"Deense waarnemers bij manoeuvres Warschau Pact". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/08/30 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 21-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572170:mpeg21:p001
• KERK EN RELIGIE/ ONDERWIJS 2 Regionalisering en financiering van het onderwijs volgens de contourennota • BUITENLAND 3 Arts en ex-Vopo's getuigen van onderdrukking in DDR • BINNENLAND 4 NLM gereed voor volgende tien jaar Sterrenhemel in september • VARIA 5 Veilig op de fiets naar school
"vandaag:". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/08/30 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 21-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572170:mpeg21:p001
DINSDAG 31 AUGUSTUS 1976 Zon op 05.50 onder 19.29 Maan op 13.34 onder 22.31
"Zon- en maanstanden". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/08/30 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 21-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572170:mpeg21:p001
AMSTERDAM - Het aantal passagiers en de hoeveelheid vervoerde vracht op Schiphol is in de eerste helft van 1976 toegenomen. Het aantal passagiers, dat van, naar en via de Amsterdamse luchthaven werd vervoerd, bedroeg 3.585.963, een toename van vier procent ten opzichte van de overeenkomstige periode van 1975.
De stijging was te danken aan het toenemen van het aantal passagiers in het geregeld Europees, intercontinentaal en binnenlands verkeer. Dat steeg met negen procent. Achteruit ging het aantal passagiersbewegingen in de chartervluchten in Europa. Het daalde met dertien procent. Maar daartegenover stond een toeneming van het intercontinentale charterverkeer met zes procent.
Het goederenvervoer steeg met 22 procent, hetgeen vooral te danken was aan de enorme groei van het ongeregelde vervoer op de intercontinentale bestemmingen, namelijk met 99 procent. Maar ook het geregelde goederenvervoer op de intercontinentale routes nam met 19 procent toe. In totaal werden via Schiphol 133.100.191 kg goederen „verscheept".
Het postvervoer groeide eveneens en wel met twee procent ten opzichte van de eerste helft van 1975. De verschuivingen lagen hier in een afneming van 34 procent in het ongeregelde postvervoer op Europa en in de toeneming van 47 procent in het ongeregelde postvervoer op de intercontinentale route. In totaal ging 5.835.393 kg post via Schiphol.
Ook het aantal vliegbewegingen was in de eerste helft van dit jaar groter. In het handelsverkeer nam het met twee procent toe tot 63.985 bewegingen. Daarbij kwamen nog 22.706 bewegingen in het overige verkeer.
"Meer verkeer Schiphol in eerste helft '76". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/08/30 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 21-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572170:mpeg21:p001
HULST - Minister Westerterp van verkeer en waterstaat heeft het waterschap Hulsterambacht toestemming gegeven om het drie kilometer lange Zeeuwschvlaamse dijkvak Paal-Baalhoek langs de Westerschelde op deltahoogte te brengen.
Met deze beslissing wordt het grote gevoel van onbehagen en onzekerheid weggenomen, dat de bevolking van de achterliggende polders in het waterschap al jaren heeft.
Het dijkvak Paal-Baalhoek lag in 1970 helemaal besteksklaar en kon worden aanbesteed. Maar doordat de beslissing over het aanleggen van het Baalhoekkanaal via Nederlands grondgebied uitbleef, werd de beslissing over bedoeld dijkvak uitgesteld. Tijdens de stormvloed van januari j.l. steeg het water zo hoog, dat een dijkbreuk als in 1953 werd gevreesd. Minister Westerterp heeft nu gemeend de beslissing over het op deltahoogte brengen van dit kwetsbare dijkgedeelte niet langer te moeten uitstellen.
Volgens ir. Q. van der Linde van het ingenieursbureau van de provinciale Zeeuwse waterstaat, die het werk gaat uitvoeren, zullen nu zo snel mogelijk de plannen tot aanbesteding in gereedheid worden gebracht, zodat begin volgend jaar al met de werkzaamheden kan worden begonnen.
"Dijkvak Paal-Baalhoek toch op deltahoogte In Westerschelde:". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/08/30 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 21-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572170:mpeg21:p001