(Van onze redactie kerkelijk leven)
KAMPEN - Grote dankbaarheid voor wat de Theologische Hogeschool van de Gereformeerde kerken ook het afgelopen jaar is geschonken, vormde een centraal punt in de verschillende redes van de deputaten-curatoren van de Hogeschool in hun redes tijdens de bijeenkomsten vanmorgen. Grote dankbaarheid ook, omdat deze schooldag - zoals dr. W.G. de Vries het zei - de dertigste is in het in het bestaan van de Hogeschool.
Dr. De Vries, die sprak in de Broederkerk, zei in dit verband: „Precies dertig jaar geleden werd de eerste Hogeschooldag na de bevrijding en de Vrijmaking gehouden. Toen werd ook het huidige gebouw van de Hogeschool officieel in gebruik genomen. K. Schilder zag daarin de leiding van God die zo kort na de schismatieke handelingen van de synode doelmatige behuizing verschafte, aldus dr. De Vries die vervolgde: „Meteen zette Schilder zich in voor de bibliotheek. Als een paard heeft hij gewerkt voor uitbreiding van de bibliotheek. Het begon heel klein. Nu, dertig jaar later, telt de bibliotheek 60.000 banden; een prachtig doelmatig gebouw staat er voor klaar". Verdersprekend over verhuizing van de bibliotheek zei dr. De Vries dat hoe belangrijk die ook is, de renovatie van de Hogeschool zelf de hoofdzaak is, „want dit blijft het hoofdgebouw voor de opleiding tot de dienst des Woords", aldus dr. De Vries, die het werk aan de Hogeschool stelde in het licht van wat Paulus in 2 Thess. zegt: „Voorts broeders, bidt voor ons, dat het Woord des Heeren snelle voortgang hebbe en verheerlijkt wordt".s Gods Woord heeft snelle voortgang door de dienst van mensen. Daarom zegt Paulus: bidt voor ons. Ook op deze Hogeschooldag moeten wij voor mensen bidden, opdat Gods Woord snelle voortgang mag hebben. Het zijn immers mensen, die voor het merendeel als dienaren des Woords afgezonderd zijn om als hoogleraar aan de Hogeschool te arbeiden", aldus dr. De Vries.
Velen vonden een plaatsje in de vertrouwde omgeving yan de Broederkerk.
Een blik in de [op dat moment] lege Senaatskamer van de Theologische Hogeschool.
"Deputaten-curatoren: Dertigste schooldag noopt tot dankbaarheid". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/09/09 00:00:00, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 19-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572179:mpeg21:p011
"Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/09/09 00:00:00, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 19-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572179:mpeg21:p011
„Het onderwijs aan onze Hogeschool ziet zich geplaatst tegenover een modem-oecumenische toekomsttheologie, waarin de mens Jezus als motief een plaats ontvangt, maar het gezag van Zijn geschreven Woord wordt miskend en krachteloos wordt gemaakt. Tegenover deze geest van de antichrist en van het moderne heidendom heeft de kerk van Christus de geweldige roeping in geloofsvolharding te waken voor de rechte dienst van Woord en sacrament, gedreven tot het gebed in de Geest: Maranatha, Here kom!" Aldus sprak de Kamper hoogleraar prof. dr. L. Doekes vanmiddag in de bijeenkomst in de Broederkerk, naar aanleiding van het slechts eenmaal in de Bijbel voorkomende woord „Maranatha". „Wij horen", zei prof. Doekes, „in dat woord vandaag nog altijd een uitdrukking uit de spreektaal van onze Here Jezus Christus en zijn Joodse tijdgenoten. Ook andere woorden zijn in de Bijbel bewaard gebleven. Meestal", betoogde prof. Doekes, „geeft het evangelie tegelijk de vertaling van zulke woorden. Maar bij „Matanatha" is dat niet het geval en ook niet bij „Amen". De betekenis van dat laatste woord is ons bekend vooral door het slotwoord van onze catechismus. Van „Maranatha" weten we alleen dat het betrekking heeft op de wederkomst van Jezus Christus. Tegenwoordig wordt het meestal verstaan als een gebed: onze Here, kom! zoals ook het boek Openbaring uitloopt op het gebed van de kerk vóór de slotzegen: Amen, kom, Here Jezus!
Het is opvallend, dat Paulus dit Aramese woord neerschreef aan het slot van zijn eerste Brief aan de kerk te Korinthe. Dat was maar niet een gevolg van zijn joodse afkomst en opvoeding, want hij kon in de Griekse wereldtaal duidelijk genoeg spreken en schrijven, en zijn Brief aan Korinthe was aan joden en niet-joden gericht. Maar wanneer hij tenslotte onder die Brief zijn handtekening plaatst, voelt hij zich gedrongen, in één volzin de inhoud van deze Brief samen te vatten: Indien iemand de Here niet liefheeft, hij zij vervloekt - Maranatha! Dat laatste woordt was in de kerkt aal van die tijd al een bekende klank (evenals het amen), vooral uit de Avondmaalsviering: Here, kom! In de prediking werd de gemeente overal opgeroepen tot het geloof in Jezus Christus en de verwachting van zijn komst. In het Avondmaal beleed de kerk haar geloof in het oecumenisch gebed: Here, kom! De liefde, die in Korinthe en overal de kerkleden moet samenbinden, mag alleen gevonden worden in de eerbiedige liefde tot de éne Heer der kerk, die tot de hemel is verhoogd en die spoedig komt tot de dag van het oordeel. Gods vloek treft ieder die Hem niet liefheeft. Aan die belijdenis hebben wij onverzwakt vast te houden in deze tijd van verzoeking, waarin ook de valse profetie de naam van Jezus hanteert", aldus prof. Doekes.
"Prof. dr. L. Doekes". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/09/09 00:00:00, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 19-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572179:mpeg21:p011
Ook ds. N. Bruin, gaf in zijn rede in „Open Hof' aandacht aan de renovatie-plannen voor de Hogeschool aan de Broederweg en de nieuwbouw voor de bibliotheek. „Aan de realisering van één en ander mogen we zelf meewerken", zo zei ds. Bruin, die in zijn toespraak aandacht vroeg voor de vraag: „Stemt afzondering wel overeen met de buitenwaartseblik?" Ds. Bruin schetste in het kort wat afzondering in het Oude Testament vaak is, in verband met het heiligdom. Is de Hogeschool dan in die zin heilig, zelfs heiliger dan het hele kerkelijke leven, zo vroeg deze predikant.
„Het woord afgezonderd is ontleend aan de herziene kerkorde. Artikel 2 spreekt van de dienaren des Woords, onder wie sommigen zullen worden afgezonderd voor de opleiding tot de dienst des Woords. Ook in het artikel over de Hogeeschool komt dat woord afzonderen voor. Weliswaar komen niet alle docenten voort uit de kring van de dienaren des Woords. Toch ligt het centrale werk in Kampen geheel in de lijn van de dienst des Woords. Het gaat om uitlegging van de Heilige Schrift en verdediging van de zuivere leer", aldus ds. Bruin, die met een verwijzing naar de afzondering van Paulus en Barnabas voor het werk in de wereld bewees, dat afzondering niet in strijd is met de blik naar buiten. „Dit geldt ook voor Kampen", zei hij.
„De afzondering daar is er terwille van de dienst des Woords. En daarin wordt het kerkvolk gezocht. Alle gemeenteleden zijn afgezonderd, in de zin van heilig. Maar dit sluit hen niet af naar buiten. Het werk in Kampen dient de bewaring en de vermeerdering van de kerk. Vanuit dit oogpunt mogen onze nieuwe bezittingen bekeken worden, èn onze eigen financiële bijdra_.___■.>*' gen .
"Afgezonderd". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/09/09 00:00:00, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 19-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572179:mpeg21:p011
Ds. W. de Graaff noemde het in zijn referaat in de Nieuwe Kerk „een goede gewoonte, dat curatoren op de schooldag tekst en uitleg geven van een aantal gebeurtenissen uit het leven van de school in het afgelopen jaar.
„Tekst en uitleg" in verband met een inrichting die alles met tekst en uitleg te maken heeft. Ja, wier bestaan gerechtvaardigd en noodzakelijk is, omdat we een tekst hebben, een tekst, waarvan uitleg moet worden gegeven", aldus ds. De Graaff.
„Die tekst vinden we in Gods Woord", zei de referent, „het Woord van God op Schrift gesteld. En aan die tekst zijn we gebonden.
De tekst is nogal uitgebreid. En daarom niet zo maar voor iedereen overzichtelijk. Daarom moet er op de tekst gestudeerd worden, om er de uitleg van te kunnen geven. In kringen waar men de Bijbel niet ziet als de tekst waar God ons aan bindt, waar men het van ingevingen verwacht spreekt men smadelijk van een „domineesfabriek", en van hen die die tekst uitleggen als „letterknechten". Bij die opvatting heeft men uiteindelijk niet een inrichting nodig, zoals wij hier hebben.
Er zijn er ook die zeggen, vervolgde ds. De Graaff, dat je alles wat in de Bijbel staat niet hoeft te weten. De Here leert ons wel anders. We moeten eerbied hebben voor heel Zijn Woord. Gezien ons gebonden zijn aan de tekst hebben wij uitleg nodig, en zijn dankbaar voor een Hogeschool waar geleerd wordt de tekst te bestuderen om er die uitleg van te kunnen geven."
"Tekst en uitleg". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/09/09 00:00:00, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 19-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572179:mpeg21:p011
„De Theologische Hogeschool heeft een prachtige zinspreuk, ontleend aan de Bijbel: u is het Woord". Men wordt er dadelijk mee geconfronteerd wanneer men het gebouw Broederweg IS binnengaat, en de spreuk is opgenomen in het grootzegel van de Hogeschool en het vignet", aldus zei drs. D. Deddens, president-curator van de Hogeschool in zijn toespraak in de Burgwalker-. „Waarschijnlijk zou de kenspreuk van de Hogeschool anders hebben geluid", meende drs. Deddens, „namelijk wanneer het oorspronkelijke besluit van 1849 was uitgevoerd en de School der kerken in de oude academiestad Franeker haar plaats had gekregen". Aan die academie van Franeker, na Leiden de oudste in het land, wat sterk verbonden de uitdrukking „Christo et Ecclesiae", „Voor Christus en de Kerk".
Het merkwaardige feit doet zich voor, zei drs. Deddens, dat dezelfde uitdrukking het devies is geweest van de oudste universiteit van Amerika nl. Harvard. Die overeenkomst was geen zaak van „toevalligheid": tussen Franeker en Harvard loopt een duidelijke verbindingsdraad. De belangrijkste schakel was een Engelsman, die precies 400 jaar geleden geboren werd: William Ames, in Nederland meestal genoemd Amesius.
In de persoon en het werk van Amesius komt op een bijzondere wijze de doelstelling en de kracht van het Engelse Puritanisme tot uitdrukking. Het was een beweging die de Engelse staatskerk, onder Elizabeth I en Jacobus I heel de bevolking in Engeland omvattende, wilde reformeren naar de Schrift, in de lijn van de continentale reformatoren, inzonderheid Calvijn. Met name door Amesius, die in 1610 naar Nederland uitweek, en tot zijn dood hier werkzaam was, is er een verbinding gekomen met Nederland.
Dit Puritanisme betekende geen verinnerlijking: de blik was breed. Amesius heeft vóór de Dordtse Synode gestreden vóór de gereformeerde leer, tégen de Remonstranten. Zo is hij ook de rechterhand van Bogerman geworden, ter synode zelf. Hij heeft diepgaand gepolemiseerd tegen de anglicaanse eredienst en de bisschoppelijke kerkinrichting. Vooral ook zijn colleges en publicaties op het gebied van de ethiek hebben invloed geoefend. Geen schoolse, dorre casuïstiek: hij leefde ernaar, en hield studenten (en collega's) te Franeker hun roeping voor, o.m. in zijn rectorale rede, getiteld „Christo et Ecclesiae". Tegelijk ijverde hij voor gedegen wetenschappelijke opleiding: kennis van de grondtalen van de Bijbel achtte hij voor a.s. predikanten onontbeerlijk". „Geen wonder", zo zei drs. Deddens tenslotte, „dat het puriteinse Nieuw- Engeland, waar hij veel contact mee had, zijn overkomst begeerde, vooral voor de opleiding tot de dienst des Woords. Hij was voornemens aan het beroep gevolg te geven, maar overleed in 1633 plotseling. En Harvard kreeg de zinspreuk, waar Amesius zelf als rector te Franeker over gesproken had: „Christo et Ecclesiae", „voor Christus en de Kerk".
Nu het nieuwe gebouw voor de bibliotheek enz. vandaag al te zien is, zij het dan „kaal", is het temeer zeker, dat Kampen de plaats van de Hogeschool blijven zal - zolang God dat toelaat", aldus de president-curator. „Ook wij zeggen, alles uit Gods hand ontvangende: „Christo et Ecclesiae", „voor Christus en de Kerk" en bidden dat onder Gods zegen er toenemende invloed van Kampen mag uitgaan, tot ver over de grenzen van Nederland heen - „Christo et Ecclesiae", „voor Christus en de Kerk". „De School der kerken mag en moet dienstbaar zijn aan het wonder van de verkondiging: de bediening der verzoening". Aldus sprak ds. C.J. Breen in het kerkgebouw van de Vrije Evangelische gemeente. Zowel de, .verzoening als de,,prediking" zijn indecrisis gekomen, die van de „moderne theologie". „Aan de verzoening wordt de borgtocht van de Heere Christus ontnomen en aan de prediking het ambtelijk gezag. Verzoening wordt „verklaard" als „verandering van mentaliteit" en prediking wordt omgevormd tot „discussies om tot de waarheid te komen of tot de ontdekking dat de waarheid er niet is", betoogde de Amsterdamse predikant. Inzake de genoemde crisis zei hij verder: „Dit jaar is het sterfjaar van de theologen Bultmann en K.H. Miskotte. Hun gedachten omtrent de ..Entmythologisierung" en „het waagstuk der prediking" hebben hun doorwerking niet gemist in de devaluatie der prediking. Tegenover de gedachte, dat gepredikt wordt „in de hoop dat het mensenwoord Gods Woord worden mag, moet worden vastgehouden aan de zekerheid dat Gods Woord nabij en zo bedienbaar is. De tekst in het zegel van de Hogeschool, Romeinen 1 vers 8 zal de arbeid van de School blijvend moeten beheersen." „De prediking", aldus ds. Breen, „is het instrument van de God der verkiezing, die Zijn Heilige Geest het geloof in de Heere Christus als één van de onfeilbare vruchten van de verkiezing laat werken door de verkondiging van het heilig Evangelie. De toekomstige ambassadeurs van Christus", zei ds. Breen, „moeten worden toegerust voor dit ambt opdat zij, wanneer zij er wettig toe geroepen worden, tot de bediening hiervan in staat zijn. Zo is de arbeid van de School geen „doel-inzich zei f, m aar een instrument voor de instrumentele dienst van de verkondiging. In dat licht moet heel het
instrumentarium dat op de Schooldag de aandacht krijgt, worden bezien. Dan werkt alles heen naar het doel dat de mens Gods wordt toegerust tot de lof van God, die Zichzelf eer bereidt uit een volk dat in heilige verwondering en diepe dankbaarheid zich overweldigen en leiden laat door het Woord dat nabij is. „Alle arbeid in Kampen", besloot ds. Breen zijn rede, „zal moeten worden geheiligd door het Woord en het gebed. Op dit gebed loopt de morgenbijeenkomst uit en door dit gebed zal de arbeid in Kampen ook thuis bij de voort duur moeten worden gedragen".
"Voor Christus en Kerk". "Nederlands dagblad : gereformeerd gezinsblad / hoofdred. P. Jongeling ... [et al.]". Amersfoort, 1976/09/09 00:00:00, p. 3. Geraadpleegd op Delpher op 19-01-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010572179:mpeg21:p011