(ADVERTENTIE 1.M.) Is puur duur? fIM. H. Granini schenk je in een klein glaasje. Op een rustig VSNSM moment. Proef! Het is of j e bijt in een sappige perzik. Een abrikoos. Een fruitige sinaasappel. Een zonnige wfSri B\ tomaat Een verfrissende grapefruit. Zomerzoete fjjgr' M ï\ kersen. Kies uit 7 smaken. Granini kost f 1.99. En als \js__3 *Wv 'je kersen kiest f 2.49. Mag je dat goedbeschouwd \jwfS mM>^. duur noemen voor 0.7 liter zuivere nektar? _B\ r\l_^_^_ri _» A/?_
Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland
- 24-10-1973
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrechtelijk beschermd. Op dit object rust auteursrecht.
- Krantentitel
- Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland
- Datum
- 24-10-1973
- Editie
- Dag
- Uitgever
- Stichting Leeuwarder courant 1947
- Plaats van uitgave
- Leeuwarden
- PPN
- 865061483
- Verschijningsperiode
- 1947-
- Periode gedigitaliseerd
- 1947 t/m 1994
- Verspreidingsgebied
- Regionaal/lokaal
- Herkomst
- KBDK
- Toegevoegd in Delpher
- 20-11-2013
Advertentie
Advertentie
* (ADVERTENTIE 1.M.) iiifiiiiiiiiiiiiiiiiiiiifiiiiiniiiiiinii! FOAR DE LINS Hast alle sneonen stiet der yn dizze krant een koart forhael fan de populaire Fryske skriuwer Paulus Akkerman en dat giet nou al jierren sa. Akkerman is in produktyf skriuwer, dy't sa't liket noait om stoffe forlegen sit. Syn forhalen üt de earste jierren binne bondele ünder de titel „Foar de lins". Der steane 49 forhalen yn, de omfang is 142 siden. Dochs kostet it boekje mar f 2,75. It is to krijen oan de buro's fan de LJOUWTER KRANTE to Ljouwert, Snits, Hearrenfean, Gerdyk, Drachten en Dokkum en by üs aginten. Wolle jo it oer de post ha, dan wurdt it f 3,75. Jo krije it franko tastjürd nei üntfangst fan dat bidrach op giro 872459 fan b.v. Friese Pers, Ljouwert. . En foar de net-Friezen: Wie Fries wil leren, heeft in Paulus Akkerman een goede leermeester gevonden. Hij kent de volkstaal als geen ander.
IPA Bouwnijverheid BV, Drachten: Nieuw systeem bij steigerbouw
DRACHTEN — De Brandaris op Terschelling heeft kortgeleden anderhalve maand in de steigers gestaan. De aloude vuurtoren (gebouwd in 1594) is hard aan een uitgebreide onderhoudsbeurt toe, maar de steigers zijn inmiddels weer verwijderd. „Het was een onderzoeksteiger die we hebben geplaatst voor de Rijksgebouwen dienst", zegt ons de heer Ids P. van Asperen (32), de direkteur van IPA Bouwnijverheid BV in Drachten. Aan de hand van het door de Rijksgebouwendienst uitgevoerde onderzoek wordt een kostenbegroting opgemaakt en daarna kan met de restauratie worden begonnen.
Het is niet onwaarschijnlijk dat het Drachtster bedrijf dan opnieuw zijn materiaal naar het eiland brengt om de Brandaris nog eens te omgeven met een hecht netwerk van langs de vuurtoren-wand omhoog klimmende steigers. EPA Bouwnijverheid is het enige in Friesland gevestigde bedrijf dat zich heeft toegelegd op de bouw van steigers, zowel bij nieuwbouw als restauratie, in de industrie zowel als in de scheepsbouw. Ook bü de bouw van raffinaderijen kan men IPA aantreffend „Maar we hebben ook wel eens een torentje gemaakt dat gebruikt moest worden voor een televisie-opname. De hoogste steiger die we hebben geleverd was zon 65 meter", aldus de heer van Asperen.
Hij is Leeuwarder van komaf en kwaan na de UTS op een gegeven moment in dienst bij een Brabants bedrijf dat steigerwerken leverde. Hij had daar gedurende vijf jaar alle gelegenheid om de kunst aif te kijken. Zijn eigen bedrijf — mornenlteel met zes man vast personeel — startte hij in april 1970 in Drachten. Het kantoor Is gevestigd in eien appartement van het „Servotel" aan de Martin Luither Kingstogel. Het centrale magazijn waar het materiaal is opgeslagen staat in Oostermeer.
IPA Bouwnijverheid BV kwam in de bouwwereld pas goed in het nieuws, toen vorig jaar juli een reusachtige gevelsteiger bij de vrouwenkliniek van het Groninger Academisch Ziekenhuis instortte en veranderde in een schroothoop. Die steiger was niet geplaatst door de BV uit Drachten, maar wel zijn opvolger en sindsdien zijn er geen mankementen weer geweest.
Deskundigen schrijven dat toe aan de soliede verankering, die een belangrijk onderdeel is bij het door IPA Bouwnijverheid BV toegepaste systeem . van steigerbouw. Dat systeem is nieuw, zodat er octrooi op aangievnaagd is. „Ik ben voor negentig procent zeker dat we dat ook krijgen", zegt de heer Van Asperen. De octrooi-aanvraag met toe-
lichting omvat vele bladzijden tekst, die we de lezer .zullen onthouden om te volstaan met een korte omschrijving. Het IPA 501 systeem berust op een nieuwe koppelingsvarim viain de steigerend erdefen („staanders" en „kortelingen"). Hierbij siiuiiten een nok en een contraniok over elkaar heen, die door middel van een ventikale spie worden gekoppeld. Deze verbinding, zo heeft de praktijk uitgewezen, is snel en eenvoudig tot stand te brengen en kan in tal van variaties worden uitgevoerd. Het aantal opbouwmogelijkheden wordt daardoor ook aanzienijlk groter. ' „Het systeem is eenvoudig, daardoor kun je snel werken en wordt de faktor arbeid gedrukt", verklaart de heer Van Asperen.
Hij filosofeert ook over de mogelijkheid een bouwdoos in de vo>nm van hard-plasrtic en bij wijze van kinderspeelgoed te maken. „Dat zit er zonder meer in. De kinderen leren er hun handen bij gebruiken en hun konstruktief inaücht vergroten", zegt hij daar over. Stappen heeft hij overigens nog niet genomen to deze richting. Er zal veel tijd in onderzoek en proefnemingen gaan zitten.
IPA Bouwnijverheid BV heeft als
voornaamste werkterrein de noordelijke provincies, maar werkt of werkte ook in Holland, onder meerbij de verbouwing van de voormalige Nederlandse Bank in Amsterdam, bij scheepsbouw-maatscbappijen en bij de bouw van industriehallen. In de scheepsbouw gaat het veelal om de grote tankers, die een onderhoudsbeurt krijgen en daarvoor tijdelijk in de steigers komen te staan. Tenslotte houdt men zich ook bezig met de onderstutting van viaducten. Intussen blijft men bfo* het bedrijf zoeken naar een verbetering van het gebruiksrendement en een grotere handelbaarheid van het bij de bouw van steigers toegepaste materiaal. De heer Van Asperen: „Daar zijn we nog niet op uït gekeken".
De Brandaris op Terschelling voor onderzoek in de steigers van IPA
Ids P. van Asperen in zijn kantoor voor een foto van een gebouw dat in zijn steigers staat.
fries mozaiek „Dan knijp ik in haar borsten en als ze auw zegt, dan zijn ze echt" Meester Baarda en de kinderhumor GERRIT BAARDA
TOEN GERRIT BAARDA na zes jaar volontairschap onderwijzer werd, kreeg hij van een oudere kollega de raad de „healwizichheden" van zijn pupillen in een schrift op te schrijven. Dat doet hij tot vandaag de dag en in zijn 58ste levensjaar nog. Zijn kollektie „humor uit de kindermond is inmiddels uitgedijd tot vele schriften en wordt nog voortdurend groter. In het winterseizoen gaat hij er af en toe op verzoek de boer mee op (liefst niet vaker dan eenmaal per week) en leest er uit voor. Meestal gebeurt dat op ouderavonden en bijeenkomsten van vrouwenverenigingen. Binnenkort is hij aan de 350ste „voorstelling" toe.
Zijn Groninger collega Hoving heeft er schatten mee vergaard. Die kwam op het idee de grapjes te bundelen en de Arbeiderspers heeft honderdduizenden van die boekjes uitgegeven. Tegenwoordig hoor je er niets meer van, hoewel meneer Hoving het succes krampachtig heeft trachten te prolongeren met nog meer boekjes. Daarbij heeft hij ook meester Baarda trachten te strikken, want toen meneer Hovings eigen schatkamers waren uitgeput, is hij elders gaan lenen. Meester Baarda heeft er geen werk van gemaakt. Hij vond de mondelinge overdracht van zijn voorraad kinderhumor wel genoeg.
Helemaal gratis doet hij het de laatste jaren niet meer. Enkele jaren geleden werd hij na een pro deo-uitvoerig door de voorzitster bedankt. Want, zo zei zij, ze hadden nu zoveel honorarium uitgespaard, dat ze voor de volgende vergadering een bekende dominee konden vragen, die een stevig honorarium eiste. Sindsdien laat meester Baarda zijn gehoor ook betalen
Als het over kinderhumor gaat, moet ook nog even het boekje van de oudonderwijzeres Jant Visser-Bakker uit Terhorne worden genoemd. Laverman heeft het indertijd onder de titel „Us heit syn jilt is al wer op" uitgebracht en het is een sof geworden. Wat erg merkwaardig is, want het was een alleraardigst boekje. En de belangstelling van het publiek voor de spontane uitingen van kinderen is nog altijd groot. Dat blijkt bijvoorbeeld heel duidelijk uit de waarschuwingen, die de Mozaïek-redaktie op geregelde tijden ontvangt om vooral niet te bekorten op de donderdaagse rubriek „Uit de school(--krant) geklapt". En — om tot meester Baarda terug te keren — uit de nimmer aflatende reeks aanvragen, die het hoofd van de basisschool in Boornbergum bereikt.
Meester Baarda heeft drie jaar geleden van zich laten spreken toen hij zijn welvarende zesmansschool aan de Noorderdwarsvaart in Drachten verruilde voor de tweemansschool in Boornbergum. Hij had genoeg van de problemen van zon massale school, het eindeloze vergaderen en van de rol van het in anciënniteit oudste schoolhoofd met de daaraan verbonden verplichtingen in een dorp waar het tal scholen zo snel groeide, dat het gemeentebestuur aan naamgeving niet meer toekwam en gewoon tot vijftien doornummerde.
Lokkiger
„Man, hwat bin ik hjir in stik lokkiger", zegt hij er thans van. De „klaeiker" Baarda — geboren en getogen in Blessurn — kwam in 1951 naar de Drachtster Dwarsvaart en verwierf er meer dan lokale bekendheid met zijn moderne vormen van onderwijs. Hij begon met biologie en stelde het vak wereldoriëntatie in, gevolgd door sexuele voorlichting in de zesde klas. Vooral dat laatste was zon zeventien jaar geleden een heel waagstuk. Hij heeft er een'mooie verzameling kinderhumor aan over gehouden, die hij tijdens zijn voordrachtavonden alleen lanceert op plaatsen waar dat lijden kan. Het kan niet overal, zo heeft hij al doende geleerd. Over de funktie van vrouwenborsten bijvoorbeeld en de daaruit voortvloeiende klassebespreking van diverse merken b.h.'s, van Peter Pan tot Hidden Treasure en het bestaan van nepborsten van schuimplastic. Waarbij een leerling na diep nadenken de praktische opmerking plaatste: Meester, als ik later met een vrouw trouw, dan knijp ik in haar borsten en als ze auw zegt, dan zijn ze echt.
Tolerantie
„Sokke dingen krije jo fansels, hwant jo kinne gjin inkelde fraech ut 'e wei gean." Overigens verandert het de laatste jaren, wat de tolerantie van zijn gehoor betreft, erg snel, zo verzekert meester Baarda.
De heer Baarda onderscheidt verschillende soorten humor. Er zijn kinderen die gewoon humoristisch zijn, er is een groep die er zonder blikken of blozen alles uitkraamt en dan is er ook nog de afdeling humor, die voortvloeit uit de tweetalige situatie in Friesland: Meester, wij zijn te toonbei zoeken geweest. En wat er alzo meer wordt aangevoerd door kinderen, die thuis Friestalig zijn en op school plotseling met het Nederlands worden gekonfronteerd.
„Meester, dizze kop kin net mear yn" klaagde een jongetje na een moeilijke les.
Meester Baarda's schriften evenwel kan nog veel meer in.
Wat zei?
ir De serie is op en daarom voor de laatste maal: wie bij deze tekening een grappige tekst bedenkt, maakt kaïns op een prijs van f 50 of f 25. Tekening uitknippen en op een briefkaart plakken, tekst in het "wolkje schrijven en sturen naar Fries Mozaïek, Postbus 394, Leeuwarden. De inzending sluit dinsdag met de eerste post, de uitslag staat een dag later in de krant.
Ingezonden door E.J. Algra, Sint Jansberg 78, Drachten (Iste prijs ƒ5O). De tweede prijs (f 26) gaat raar mej. J. Hooghiemstra, Prof. T. Brandsmawei 4, Joure met: Kom mar tichterby hear, ik bin okseldroech. Verder wel veel inzendingen, maar weinig briljante. Men kon vele kanten uit met het prentje en toch zat het er blijkbaar niet in. Misschien was het tafereeltje te verwarrend.
Ingezonden door E.J. Algra, Sint Jansberg 78, Drachten (Iste prijs ƒ5O). De tweede prijs (f 26) gaat raar mej. J. Hooghiemstra, Prof. T. Brandsmawei 4, Joure met: Kom mar tichterby hear, ik bin okseldroech. Verder wel veel inzendingen, maar weinig briljante. Men kon vele kanten uit met het prentje en toch zat het er blijkbaar niet in. Misschien was het tafereeltje te verwarrend.