Darja is een 30-jarige, aan lager wal geraakte schilderes. Over haar verleden kan ik u niets vertellen, maar haar toekomst ziet er donker uit. Zelf noemt ze zich „een meid van niks". Op een vroege zomerochtend loopt ze, met een kater van heb ik jou daar, door het Vondelpark, snakkend naar een sigaret. Geen stikkie hoor, maar een doodgewoon ordinair kankerstaafje, zoals de lui van het burgerlijke establishment ze roken, weet je wel? „Rook met plezier — sterf met plezier!" Ze hoort eigenlijk ook nog een beetje bij het establishment. Niet lang meer. want zie, Boeddha, Jezus Superstar, of hoe de voorzienigheid tegenwoordig ook mag heten, plaatst een hippie van 24 jaar op haar pad. Hij heet Berndt, heeft spierwitte krullen en doet Noors aan. Hij is echter gewoon een jongen uit het Gooi, stammend uit het christelijk milieu, dat hij, zoals te doen gebruikelijk, vaarwel heeft gezegd om in vrijheid en blijheid te gaan zwerven. Onder meer naar India natuurlijk. En naar Istanboel en naar, enfin naar alle trefplaatsen van het hippiedom.
Hij heeft nog een zuster Jessica, maar zij is uit ander hout gesneden. Ze staat met beide benen op de grond, al is ze dan stewardess bij de KLM. Veel wederzijds begrip en genegenheid is er tussen broer en zus niet verspild. Toch, toen hij een kleine jongen was. las zij hem voor uit het „Balderboek". een verzameling Noorse sagen en legenden en die hebben een geweldige indruk op Berndt gemaakt. In zijn geest is het nu een mengelmoesje van half verteerde filosofieën geworden. Lokie rijdt er zogezegd op een heilige koe. Maar om kort te gaan: Darja klampt Berndt aan voor een sigaret. Wel foei, wat een burgerlijke uitwas. Ze kan een kop thee in zijn tent krijgen en omdat ze niets beters te doen heeft stemt ze toe. Dan laat hij haar de eerste glimp van het LICHT zien. in hippe, eroterische geheimtaal ook wel VAKRA genoemd. Het spreekt vanzelf dat Darja verliefd wordt en zich door Berndt laat omturnen. Hadden ze elkaar 50 jaar eerder ontmoet, dan zou hij haar bekeerd hebben. Er is niets nieuws onder de zon, al krijgen de dingen soms nieuwe namen. De levens van Darja en Berndt verstrengelen zich vervolgens. Maar een hippie, opgegroeid met communeideeën, heb je niet alleen. Het blijkt weldra dat Darja hem moet delen met een hoop andere bekeerlingen. Vreemde vogels, dat wel en van diverse pluimage. Bijvoorbeeld met de opgedirkte, alcoholische Mimi, met de nog belegener, nog opgedirkter Belle, met Friendi, die later Anna blijkt te heten (heet Berndt misschien Piet of Henk?), met de kunstschilder F. die er nog beroerder aan toe is dan onze kunstschilderes Darja ooit geweest is. Ze zien allemaal het licht door Berndt, want hij heeft een missie te vervullen. Hij heeft een message voor de burgerlijk gekluisterde medemens en dan kan het niet verdommen of deze 16 of 61 is, man of vrouw. Opdat wij van zijn apostolische verrichtingen op de hoogte zullen blijven, is daar op de achtergrond een figuur die Genderstrom heet.
Misschien figureert deze Genderstrom in het Balderboek. Ik kan het u niet zeggen. Maar zij schrijft brieven aan de lezers van het boek Genderstrom (Bert Bakker, Den Haag) van Helen Knopper. TJ hebt het intussen begrepen, ik gaf hierboven heel in het kort, de inhoud van het boek weer. Helen Knopper doet het natuurlijk allemaal uitvoeriger, ook wat opgeschroefder, wat mystieker en een tikkeltje experimenteel. Darja blijft het hele boek door een wazige, ietwat slonzige figuur; ze krijgt nauwelijks dimensie of gestalte. Berndt is opgebouwd uit hippe en mythologische elementen, 't Is geen agressieve linkse jongen. O nee, hij is een engel van een jongen, een soort overleefde bloemenhippie, al hebben vogels zijn voorkeur boven bloemen. Op 12-jarige -leeftijd, toen hij van een schommel donderde, begon hij reeds het licht van de vrijheid te zien. Vermoedelijk kreeg hij daarbij ook wat hersenletsel, want normaal spreken heeft hij nooit geleerd. Wanneer hij Darja op een passerende jongen wijst zegt hij (blz. 41): „Ik zal zijn oren opvullen met de stem van vele wateren. Ik zal hem de lichtkolom uitlenen... Ik heb een deal met hem gesloten. Eerst wordt hij beautiful maar binnen niet al te lange tijd is hij ook everything". Zeg nou zelf, is zon jongen niet om te zoenen? Darja vindt van wel, maar het kan er niet van komen zoals gezegd, want zon jongen met een message is van iedereen die hem nodig heeft en dat zijn er vandaag de dag nogal wat.
Helen Knopper heeft het hippe milieu goed bestudeerd en ze gelooft er in. Haar boek is echter niet zo maar een roman over liefde en hippe belevenissen. Niets van dat alles. Het is, volgens de flap „een indringend en zorgvuldig geschreven verslag over een mens die voor de waarachtigste emoties blijft kiezen." Ze heeft haar boek in een aantal hoofdstukken ingedeeld die blijk geven van haar modernistisch-erudiete instelling: Nietzsche en het paard, De dienaar van Vakra, De glimlach van Kafka, De goeroe, De Hoer van Babylon, Balder in het klokhuis etc. leder hoofdstuk wordt afgerond met een ..brief aan de lezer van Genderstrom'\ Deze brieven bevatten een boodschap, een exegese, een belerend en bevrijdend woord. De slotzin van Genderstrom in haar laatste brief luidt: „Het enige wat van u overblijft is de mate waarin u hebt liefgehad", (blz. 137). Het is een variatie op de oeroude wijsheid uit 1 Cor.: 13; „doch de meeste van deze is de liefde". We hadden het meteen goed in de gaten: „Genderstrom is een pamflet, een in hippe kledij gestoken tractaatje. Een beetje kleffig, een tikkeltje hoogdravend en hier en daar niet om door te komen.
Kan Helen Knopper dan niet schrijven? Wis en waarachtig wel. De jeugdherinneringen van Berndt zijn sfeervol verteld. Ze zet een paar rake karakteristieken neer van b.v. de kunstschilder F. die door Berndt van kladschilder omgeturnd wordt tot popartist en van de 61-jarige Belle, die (bij Berndt) steeds maar water aan de kook brengt zonder ooit koffie te zetten. In anderhalve bladzij weet ze indringend de eenzaamheid te definiëren. Ik ben dan ook overtuigd dat Helen Knopper een goede roman en een voortreffelijk kort verhaal zou kunnen schrijven, als ze zich maar niet zo opschroefde om vooral bij de tijd te zijn en de experimentele hippe boot niet te missen. Daardoor is die Berndt een afschuwelijk ventje geworden, om een schop onder zijn edele kont te geven. We laten dan ook geen traan wanneer hij in het laatste hoofdstuk, om onverklaarbare redenen, plotseling sterft. In een volgend boek van Helen Knopper zijn we dan tenminste van dit joch verlost.
Trouwe lezers van mijn rubriek zullen misschien wel eens gedacht hebben dat ik zweer bij traditioneel proza en afkerig ben van het experiment, van surrealisme etc. Dat ben ik niet. Dat wil zeggen, ik ben dat niet wanneer
het experiment, in welke vorm dan ook, functioneel aangewend wordt en
niet op zichzelf staat als een modernistisch maniertje, wat helaas al te vaak het geval is. Wanneer een prozaïst of dichter functioneel experimenteert heb ik er niets op tegen. Ik acht vernieuwing noodzakelijk, maar ik wil haar in continuïteit zien met waardevolle verworvenheden. Het klassieke voorbeeld daarvan is voor mij b.v. de poëzie van Garcia Lorca. Los van de traditie is experimenteel proza meestal onleesbaar. Ik noem alleen maar als voorbeeld de prozawerken van Gertrude Stem, die van onmiskenbare invloed zijn geweest op de moderne Amerikaanse literatuur. Maar probeer eens een boek van haar te lezen. Ik heb meerdere malen geprobeerd haar Three Lives door te worstelen. Het is me niet gelukt. De enige zin die haar heeft overleefd is „A rosé is a rosé is a rosé".
Deze gedachten kwamen in me op toen ik, na het boek van Helen Knopper gelezen te hebben, de verhalenbundel De verliefde akela (Paris—Man-
teau, Brussel—Amsterdam) van Ward Ruyslinck las. Het experimentele element dat Knoppers boek voor een deel onleesbaar maakt, heeft zich in Ruyslincks verhalen functioneel opgelost in de traditionele vertelling. Resultaat: „een beklemmend-hallucinerend proza", zoals de flaptekst terecht opmerkt, „waarin werkelijkheid en boze droom in elkaar overgaan en bij de lezer een ijl gevoel scheppen". De verliefde akela bevat behalve de novelle De verliefde akela nog vier korte verhalen, in hun beknoptheid getuigend van een virtuoos en inventief talent. Ward Ruyslinck (pseudoniem van C. M. de Belser) is een meester op het korte verhaal. Hij is m.i. dan ook terecht vier keer bekroond met literaire prijzen en vertaald in maar liefst tien talen. Geen kleinigheid voor een Nederlandstalig auteur van 44 jaar. Het titelverhaal is in zijn vermenging van droom en werkelijkheid volmaakt. Een man (Frederick genaamd) woont alleen in zijn (buiten) huis na de dood van zijn vrouw Ingrid. die hij boven alles liefhad. Met speciale permissie heeft hij haar in zijn tuin begraven en leeft in feite nog met haar. De tijd is voor hem stil blijven staan bij haar dood; de seizoenen tellen niet meer. Zo meent hij in november nog perziken te kunnen plukken van de bomen. Op een terrein in de buurt kamperen welpen onder leiding van een 18-jarige akela, Ruth geheten. Ze is hopeloos verliefd op Frederick, maar hij Is te zeer vervuld van Ingrid om het op te merken. Hij leeft maar ten halve in de werkelijkheid. Hij schiet op „bewegende" bomen in de tuin en hallucineert op nog andere wijzen. Dat schept moeilijkheden, zelfs met de politie die hem van moord verdenkt. Maar het komt tenslotte toch nog goed, zelfs met de akela.
Aldus verteld, lijkt dit verhaal de zoveelste moderne „love story", maar men moet het lezen om de prachtige sfeer en de beeldende stijl helemaal te ondergaan. De vier korte verhalen missen de surrealistische volmaaktheid van het titelverhaal, maar ze zijn toch stuk voor stuk de moeite waard, door de navrante en ironische toon ervan. Ze hekelen op soms zeer humoristische wijze bepaalde toestanden en mensen en bevatten als zodanig terloopse, maar scherpe maatschappijcritiek. Al met al een kleine, waardevolle verhalenbundel. AB VISSER
Hélen Knopper
Wurd Ruyslinck
"Proza van Helen Knopper en Ward Ruyslinck Functioneel experimentalisme". "Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland". Leeuwarden, 1973/12/08 00:00:00, p. 22. Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010619511:mpeg21:p022
"Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland". Leeuwarden, 1973/12/08 00:00:00, p. 22. Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010619511:mpeg21:p022
Wel of niet gymmen op blote voeten? Wel of niet douchen na het gymmen. Komen voetschimmels van vieze zwembaden? Die drie vragen worden steeds weer gesteld aan dokters — door ouders aan hun huisarts, door leerkrachten aan de schoolartsen. Het antwoord op die drie vragen luidt heden ten dage heel anders dan een jaar of 20 geleden. Toen kon vanuit medische kringen algemeen gehoord worden dat in gymzalen gymschoenen gedragen moesten worden omdat de kinderen anders voetwratten zouden krijgen. Dat zijn nare dingen onder de voetzolen. De eigenaar ervan lijdt veel pijn en kan soms bijna niet meer lopen. De dokter weet er maar moeilijk raad mee. Dus: gymschoenen bij het gymmen, dat is ook heden nog het wachtwoord in veel scholen.
Tegenwoordig is het denken van de dokters ook in dit opzicht heel wat veranderd. Ze weten nu dat het wrattenvirus overal aanwezig is, bij vrijwel alle kinderen. De doorsnee-mens heeft er in het geheel geen moeite mee. met die kostgangers. Hij hoeft zich er niet eens tegen te verdedigen. De wrattenpatiënt heeft dat wel, hij moet zich wel tegen de kostganger verdedigen. Bij hem is het een indringer geworden. De
wrat is de manier waarop de gevoelige persoon zich daartegen te weer stelt, net als bij sommige bomen lelijke uitstulpingen zitten: boomwratten.
Het bestrijden van wratten (ook van voetwratten) is daarom erg moeilijk. Soms helpt een watertje dat wrattentincuur heet. Soms doet een helse steen het, soms moet er een elektrische naald aan te pas komen. De huidarts doet er nogal eens wat vloeibare stikstof op, of een beetje roentgenstralen. Een enkele keer helpt helemaal niets, dan blijft het lichaam zich maar verweren. Vroeger waren er wrattenbelezers en wrattenwegkijkers. Wie goed zoekt, vindt ze nog wel. Hypnose helpt ook, waarom weet niemand. Na het sporten is er in nieuwe gymnastiekzalen een douche, waaronder de bezwete kinderen zich af kunnen spoelen. Daarbij worden de voeten nat, en de kinderen hebben een tijdje later last van voeteczeem. Dan krijgt meestal de school de schuld: de vloer is vuil, besmet met schimmel. Mijn kind mag niet meer douchen, hoor je dan. Hetzelfde bezwaar wordt na het schoolzwemmen ondervonden. Ook hier zwemmers-eczeem. dat in het Engels „athlete foot" heet, het pootje van de atleet. Steeds weer krijgt de onreinheid de schuld. In vele plaatsen in Joegoslavië en vermoedelijk ook elders achter het IJzeren Gordijn moet de zwemmer door een bak met desinfecterende vloeistof lopen na het bad. In douchecellen liggen roosters, van hout of plastic, die regelmatig worden ontsmet. Mispoes, zeggen tropendokters en de huidartsen. Het zit heel anders. Wie baadt of douchet krijgt natte voeten. Meestal is uit Hollandse zuinigheid maar één handdoek beschikbaar om mee af te drogen, een niet te dikke. Tegen de tijd dat de af droger aan zijn voeten toe is, neemt die niets meer op. Thuis, 's avonds is dat niet erg. In de sloffen drogen de voeten verder wel, evenals in bed. Maar niet voor wie direct kousen en schoenen aantrekt.
Dan gaan de voeten broeien. Het vocht verdampt, kan niet weg, en maakt de huid week. Bacteriën gaan
groeien in die broeikasomgeving. De huid die eerst zuur was (niet zo zuur als azijn) wordt basisch (als zeep). Zulk soort huid gaat gemakkelijk van de onderlaag loslaten en is een goede voedingsbodem voor de groei van de schimmels, die in een zure huid geen kans krijgen. De bacteriën en schimmels gaan in de schoenen huizen, en een volgende keer gaat het allemaal nog sneller. Wanneer groepen kinderen zich snel moeten afdrogen en aankleden wordt het afdrogen van de voeten nog sneller gedaan of liever niet gedaan. Daarom dient het onderwijzend personeel en de mensen die in zwembaden werken in hun tijdschema voor gymnastiek en
zwemmen voldoende tijd op te nemen voor goed voeten afdrogen. Die mensen moeten er ook goed op toezien dat de aan hen toevertrouwde kinderen zich ook inderdaad afdrogen.
Waar te weinig handdoeken meegenomen worden van huis, moet door zwemmeester of onderwijzer aan de ouders gevraagd worden een grotere handdoek of een extra mee te geven. Want eenmaal ontstaan zijn infectie en schimmels er maar lastig onder te krijgen. Het best loopt de schimmelpatiënt op blote voeten. Maai- dat kan niet altijd, vanwege de school of het fatsoen. Zalven helpen vaak, maar de reinheid is het voornaamste. Ten slotte: wie een badkamerschimmel heeft, moet eigenlijk niet met water en zeep in aanraking komen op de zieke plaatsen. Maar daartoe de mensen te krijgen is erg moeilijk, want bij reinheid zijn water en zeep nodig, dat staat vast. Ook hier blijkt: een mens is maar een mens. BORIS BOURICIUS, arts.
"Het geheim van het afdrogen medische rubriek". "Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland". Leeuwarden, 1973/12/08 00:00:00, p. 22. Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010619511:mpeg21:p022
Drs. J. AI. tien Uyl: „Wij moeten bew fen dat wrj niet kunnen voortan met het verbruik van beperkte ro raden brandstoffen en grondstoH zoals wij in de laatste kwartel^' hebben gedaan." De Israëlische premier Golda Meir- n Arabische bereidheid Tnet ons te derha?i-deleir, wijst op een u-e-en" lijke verandering in het oude Arob sche standpunt dat alle contacten Tn' Israël en elke erkenning van Israi uitsloot." ' ' Hedy d'Ancona van ..Man. Vrouw Maatschappij": „Af en toe lees je ]«' de krant over een huisvrouw met rier kinderen, die -onder hulp jW studie in de filosofie heeft .oltooid Tja. dat is een bijzonder soort vrouw." Sportarts dr. J. A. Leusink uit Bilthoven: ,tfet verschil tn prestatievernxo' gen tussen mannen en vrouwen grotendeels toe te schrijven aan het in het algemeen hogere percentage lichaamsvet bij de vrouw." Bonaventura-directeur Henny ten Bri?ik: „Het getuigt van weinig realiteitszin en respect voor een andere mening als je niet de lees- en kijkbehoefte van je publiek bevredigt."
Premier Den Uyl: „De tijden van weleer komen niet terug. Er is sprake van een breuk i?i de trend, dc forse groei in welvaart en energieverbruik van de zestiger jaren."
De Britse premier Edward Heath: „De moeilijke diplomatie, die nodig is om in de olietoestand verbeteriyig te brengen, kan beter in alle rust bedreven worden dan via publieke verklaringen van eerste ministers."
Paus Paulus bij een ontvangst van chef-koks: „Ik ben geen groot genieter van Uw specialiteiten, maar ik heb wel bewondering voor Uw vakmanschap."
Premier Meir: „Amerika is Israëlt grootste vriend, maar ik kan zeer moeilijke discussies met Washington voorzien en ik ben bereid V een geheim te onthullen: er zijn al vele daarvan geweest."
Paus Paulus: „Goede herinneringen aan een bezoek aan een klooster hangen vaak nauw samen niet de kwaliteit van spaghetti.''
Minister van economische zaken Lubbers in Brussel: „Wij willen niemand de indruk geven dat wij hier op een zaterdagmorgen olie komen kopen dank zij een verklaring die door anderen verkeerd begrepen rou kunnen worden."
Zangeres Maria Callas: „Niemand verwacht mij te zijn wat ik twintig jaar geleden was. Maar wij verliezen aan de ene kant en winnen aan andere kanten."
Olieminister Ahmed Yamani van Saoedi-Arabië: „Wij willen niet dat de vrije wereld zwakker wordt dan het communistische blok. want icij beschouwen ons zelf als een deel van de westerse wereld." Vice-premier Ygal Allon van Israël over de komende onderhandelingen met de Arabische landen: ..Het zal geen vreedzame pleziervaart op het meer van Tiberias zijn, eerder een wandeling door een mijnenveld." Dr. J. R. Poelman als laatste stelling bij zijn proefschrift aan de VU: „De huidige tendens tot polarisatie in het politiek-maatschappelijke leven in Nederland zou kunnen worden gezien als een geseculariseerde vornt van de antithese-gedachte van Abraham Kuyper."
Dr. Torn Gehrels van het Amerikaanse Pionier-projekt: „De reis van Pionier 10 naar de planeet Jupiter is de grootste astronomische gebeurtenis sinds Galileï en Copernicus." De Londense „Daily Express" over de Saoedi-Arabische olie-minister Yamani: „Sedert de Tataren Rusland binnenvielen en de Turken de muren van Wenen bestormden is hij de belangrijkste oosterse bezoeker in ons oude Europa."
Prof. dr. C. van Emde Boas. hoogleraar in de seksuologie: „De tijd is voorbij dat de mannen bij de prostituees bevrediging moesten zoeken voor hun verlangens naar alleszins normale varianten en aanvulling van het liefdesspel, waarvoor ze hun eigen vrouw te „hoogstaand" vonden."
Dr. J. Louren» in een laatste stelling bij zijn proefschrift: ,£>e kern van onvrede is vaak machteloosheid." Minister van onderwijs prof. dr. J- A. van Kemenade: „Onze samenleving is dynamisch, vraagt dus geen stabiliserend onderwijs, maar een on^er' wijs dat opleidt tot vindingrijkheid, zodat het kind vrijer kan kiezen en eigen constructies kan maken. Dat is volstrekt iets anders dan indoctrinatie." Prof. dr. Van Emde Boas: „Het fabeltje dat de vrouw na de menopauze geen seksuele verlangens meer heeft en aai de man boven de 60 impotent u"0™;: zullen hun funeste gevolgen voor nei huwelijk van oudere echtparen verliezen." ARP-fractieleider in de Tweede Kamer mr. W. Aantjes: „Wat me eigenW ook een beetje tegenvalt is, dat ffi» on re partij nog een grote °fho^t leeft aan een leidersfiguur. Nu ooi ben ik niet. Dat kan ik niet en dat w» ik niet." Prof. dr. Van Emde Boas: „Aan incidenteel overspel wordt in vele Kftingen niet meer zo zwaar getild " vroeger, al doet ook hier nog stee • de dubbele moraal zijn invloed geiden: mannen reageren over het alg meen uiterst negatief als de vr°.c'n wen gebruik maken van de reent die zij voor zichzelf opeisen." Hedy d'Ancona: „Voor vrouwen is h*' belangrijk dat zij een beetje eiger geld hebben, een beetje economisen onafhankelijkheid." Premier Den Uyl: „Bepaalde «'t:icMhe" «allen daardoor weg, maar ons o staan hoeft er niet ongelukkiger op worden."
"CITAARTJES". "Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland". Leeuwarden, 1973/12/08 00:00:00, p. 22. Geraadpleegd op Delpher op 02-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010619511:mpeg21:p022