A.ndré van den Heuvel, acteur, brengt de kerstdagen in het pak van Sebastien in het stuk „Vrouw zoekt moordvent" door. „Ik weet niet zeker of we eerste kerstdag in Diligentia in Den Haag ook matinee hebben; in dat geval blijven we gewoon in het theater en dan eten we daar wat. We hebben wel een kerstboom in huis en daarmee het plezier ervan, dat typisch bij de tijd vlak voor Kerstmis hoort. Heel bijzonder en heel gezellig eten zal er voor ons dit jaar niet bij zijn, maar af en toe zullen we wel gelegenheid hebben om even stilletjes bij de boom te zit-
\\ at u zelf met Kerstmis gaat doen, wilt eten en aan zult trekken, hebt u waarschijnlijk al besloten. Hoe anderen die feestelijke dagen door gaan brengen, dat weten we vaak niet van elkaar. Een aantal bekende Nederlanders was bereid om iets over hun kersfeest te vertellen, soms met uitgebreide recepten van het kerstmaal erbij. Misschien brengt één van hen u nog wel op een aanvullend idee om de feestvreugde nog te verhogen.
"André van den Heuvel Wit zij met Kerstmis gaan doen". "Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland". Leeuwarden, 1973/12/15 00:00:00, p. 35. Geraadpleegd op Delpher op 13-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010619517:mpeg21:p035
"Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland". Leeuwarden, 1973/12/15 00:00:00, p. 35. Geraadpleegd op Delpher op 13-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010619517:mpeg21:p035
Kamervoorzitter dr. Arme Vondeling hoopt de kerstdagen heel rustig in zijn woning aan de Harlingerstraatweg in Leeuwarden door te brengen. Hij weet nog niet precies wat hij zal doen, maar een belangrijk deel van de dag zal vast en zeker besteed worden aan het lekker lui met een boekje in een hoekje liggen. De laatste maanden heeft hij door zijn drukke werkzaamheden te weinig aandacht aan de literatuur kunnen schenken. Hij hoopt nu een klein beetje van die achterstand te kunnen inlopen. „En ik hoopje fansels ek efikes in frisse noas to heljen: as it heal kin op de fyts. It hinget fan it waer óf hoe fier wy geane. al lizze wy gjin greate ófstannen óf. Wy formeitsje üs ek op it binnenpaed healwei de stêd en Marsurn, in slachje Marsurn om foldocht üs ek altiten skoan en as wy hwat fierder wolle wurdt it de Boksumerdaem. As it knap waer is, wol ik graeeh wer nei it Groene Sterplan. Doet ik dêr foar de earste kear kaem, wie dat in iepenbiering foar my. Hwat is dat moai foar Ljouwert en it wurdt noch moaijer. As de Ljouwerters der minder mei de auto op üt kinne, süle se dêr grif wol mear komme. De opset fortsjinnet dat ek."
"Anne Vondeling". "Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland". Leeuwarden, 1973/12/15 00:00:00, p. 35. Geraadpleegd op Delpher op 13-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010619517:mpeg21:p035
De familie Alberti, genoegzaam bekend in Nederland, is eerste kerstdag; met de kinderen thuis. Mevrouw Alber-N
tl: „Dan draaien we platen en zingen Ook onze kleindochter Danielle, die we vrij weinig zien, zingt dan natuurlijk, dat leert ze wel op het schooltje. We hebben een video-installatie en £aar zijn we de hele dag mee bezig. De kerstboom wordt waarschijnlijk door mijn zoon versierd, die Is daar erg goed m- Mijn man trekt zn donkere pak aan en wij gaan wel in 't lang. Ik trek een nieuwe lange rok aan, met allemaal kleurtjes, met een lila bloes erop. En °an eten we kalkoen. Die braad ik aan £° ik vul 'm met pruimen en appels ..Tweede kerstdag brengen we door n Wilieke of bij onze zoon, dat moet ",°g uitgevochten worden. Het is bij uit wrl gezellig- dus het maakt ons niet '■ We hebben met kerst nooit andere nensen erbij. Wij vinden dit een feest cv Je °P.der elkaar viert. In het gewone v„ n. zijn er al zo vaak vrienden en tennissen".
"Familie Alberti". "Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland". Leeuwarden, 1973/12/15 00:00:00, p. 35. Geraadpleegd op Delpher op 13-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010619517:mpeg21:p035
„Hwat ik mei de Krystdagen doch? Vn elk gefal gean ik net nei in krystnachttsjinst. San tsjinst fyn ik like slim as in aldjierstsjinst. Aldjiersjoun hak noait preke; myn gemeenten lieten dan altiten in oar komme, hwant der moat fansels uren, dagen, maanden . . .
songen wurde. Ik fiel dêr dan net foar. Aldjier is gjin tsjerklike feestdei, mar dat is it wichtichste net, bilangriker is dat it minskdom der san sentimentele joun fan makke hat; der geane dan Iju nei tsjerke, dy't der oars noait komme. Fanwege dy sfear woe ik noait preekje," seit ds. Sint Wilman, emeritus dummy yn Kollum. ~En ik mei graech preekje. Ik doch it ek noch geregeld, mar mei de krystdagen hoech ik net. Oars dogge se soms fan twa, trije kanten tagelyk in birop op my, mar nou net. Fansels gean ik nei tsjerke; dat doch ik graech, as it kin sneins twa kear. Allinne al om it sjongen gean ik graech, hwant ik bin och sa wiis mei de nije psalmbiriming. Ik fier krysttiid as tsjerklike dagen. Wy blieuwe fierders rêstich thüs, de frou en ik geane tinklik net iens nei de bern."
"Sint Wilman". "Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland". Leeuwarden, 1973/12/15 00:00:00, p. 35. Geraadpleegd op Delpher op 13-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010619517:mpeg21:p035
Berend Boudewijn laat alle drukte van zijn bestaan als quiz-held achter zich op de vrije kerstdagen. „Ik trek iets ouds aan en ik ga lekker de kelder opruimen, of mijn bureau, of belastingpapieren regelen. Ik draal wat platen, kijk een beetje televisie en eet af en toe een boterham. Ik heb er nog helemaal niet over nagedacht, maar meestal ga ik wel een van de twee dagen bij vrienden eten. Maar die dag in m'n eentje: ik vind het heerlijk om eens ongestoord alleen te zijn, ik vind zon kerst helemaal niet ongezellig".
"Berend Boudewijn". "Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland". Leeuwarden, 1973/12/15 00:00:00, p. 35. Geraadpleegd op Delpher op 13-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010619517:mpeg21:p035
„Kerstnacht gaan we naar de kerk, Hendrik blijft thuis, dekt de tafel, bakt kippelevertjes en zorgt dat er dennetakken op het vuur liggen en dat het
„Stille nacht, heilige nacht" door het huis schalt als we terugkomen van de kerk. Na het eten gauw het bed in", zo vertelt Saartje Burgerhart-Cri Stellweg (Volkskrant-Avenue) dat zij het eerste deel van de kerstdagen doorbrengt.
„Verder gaan we beslist het bos in, het liefst wil ik een speurtocht maken, de oude padvindster aan dr trekken laten komen. En kerstliedjes zingen oh, en pantomime. Dat doen we nu wel eens met Jok, de enige dochter die nog thuis is. Maar als we met zn allen zijn, is dat nog veel leuker. Dat deden we altijd met kerst. Zegswijzen, boek- en filmtitels uitbeelden zonder woorden". „Verder natuurlijk waanzinnig veel eten en snoepen en zuipen. En je daar niet eens voor schamen want op de achtergrond zit de gedachte „hoe lang nog?". Aan de feestelijk gedekte tafel houden we om de beurt een speechje, een jaarlijks evenement. Het diner beginnen we mot echte kippesoep en het hoofdgerecht wordt waarschijnlijk de lamsbout uit „Lekker eten, eenvoudig koken" van Henriëtte Holthausen".
„Het tussendoortje wordt gefileerde kabeljauwmootjes die je op stukjes fcliepapier legt. Een beetje tomatenketchup, marjolein, tijm, heel veel verse peterselie, een klontje boter, een ringetje ui, en een kwakje mosterd. Dan vouw je de folie dicht tot een tuut je en schuift die dingen een dik half uur in een hete oven. Met e«n takje hulst komt die zilveren tuut op het bord. Bij de lamsbout tuinbonen en spezieboon-
tjss. die we van de zomer hebben ingevroren, zelfgemaakte appelmoes met slagroom, dat doen we alleen met kerst. Daarna vruchtensalade rr»>t slagrnnrn en toe een lekker bakje Angola-koffie...
Wat de kleertjes betreft, dat vind ik niet zon punt dat ik er al over heb nagedacht. Dat wijst zich wel. lets leuks en makkelijks dat je anders ook aantrekt als je er leuk uit wilt zien. Ik ga er zeker niet speciaal iets voor kopen".
"Saartje Burgerhart". "Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland". Leeuwarden, 1973/12/15 00:00:00, p. 35. Geraadpleegd op Delpher op 13-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010619517:mpeg21:p035
Lea Smulders, internationaal bekend kinderboekenschrijfster (bijvoorbeeld Narretje Notedop) vindt Kerstmis vooral een fijn feest om bij elkaar te zijn en „familieleden die je vaak een tijd niet hebt gezien, weer bij je te hebben. Het is voor mij ook een herinnering aan hoe het vroeger was. Hoe mijn moeder in de oorlogsjaren ondanks alle armoede er toch in slaagde een paar leuke dingetjes in huis te halen, waardoor het toch een feestelijk gebeuren werd. Die traditie trachten wij voort te zetten. We trekken het goeie goed aan, mijn man haalt zijn smoking uit de mottenballen, we gaan naar de kerk. naar de nachtmis en als we verkleumd thuiskomen, eten we worstebroodjes van de warme bakker. Dan gaan we slapen, maar niet te lang want dat is zonde".
„Ik wil altijd veel lezen op zulke dagen en koop stapels kranten en tijdschriften, maar aan dat lezen kom ik nooit toe, er is altijd zoveel te praten. We dekken de tafel feestelijk, het zilver is gepoetst, het kristal gewreven. Misschien gaat onze zoon van 17 zelfs naar de kapper en trekt hij een jasje aan, dat zou leuk zijn, maar als hij 't niet doet, maken we er geen punt van. We praten veel en zijn gezellig met elkaar als eenmaal de ergernis van het kopen, binnenbrengen en versieren van de kerstboom achter de rug is. Ik denk dat we het kerstmaal beginnen met een paté met vrucht jas erop en stokbrood erbij, daarna een „potige lady curzon". Het hoofdgerecht wordt „rable de lievre Jean renard", eenvoudig gezegd hazeruggen. Toe hebben we „pêche flambée au kirsch".
Het recept van de hazeruggen: „De ontvliesde ruggen licht zouten en bestuiven met gemalen tijm, daarna in zeer hete boter in braadpan rondom lekker bruin braden. In een getemperde oven mag de haas even heel zacht sudderen, daarna alleen nog maar warm gehouden worden, want het vlees moet roze blijven. Intussen giet je uit de braadpan de overtollige boter en in de rest een uitje, prei en knoflook heel fijngesneden laten fruiten, het geheel met een flinke lepel vossebessen erbij laten inkoken en afblussen met rode port. Dan een lepel demi-glacé (een zó sterk geconcentreerde bouillon van beenderen, dat het er haast als gelatine uitziet) en room erbij. Met een theelepel pikante mosterd, versgemalen zwar-
te peper en wat selderiezout inkoken. Daarna mag de saus niet meer koken en moet hij over de warm gehouden hazeruggen worden gegoten. Dit alles wordt gegarneerd met verse spruitjes en kleine hoeveelheden verschillende groenten".
Voor het toetje: „Wat boter smelten in de koekepan en daar een laagje suiker in bruineren. Afblussen met jus d'oramge en laten reduceren tot een stroop waarin geschaafde amandelen en wat vruchtesap van de vier halve perziken (die er daarna bij worden gevoegd) geroerd worden. Het moet er even goed heet aan toegaan en dan kan er geflambeerd worden met kirsch of een andere goede likeur. Het geheel wordt afgemaakt met advocaat en geslagen room en dient te worden geserveerd met kleine porties goed roomijs, Ik moet er wel even bij vermelden dat dit recepten zijn van de Bossche Gastronomenclub, waar mijn man lid van is. Hij draalt voor het hele kerstdiner op. ik mag alleen „alde-de-cuisine" spelen".
"Lea Smulden". "Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland". Leeuwarden, 1973/12/15 00:00:00, p. 35. Geraadpleegd op Delpher op 13-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010619517:mpeg21:p035
Schilder Carel Willink, die van 1 tot en met 31 december in Galerie Siau aan de Amsterdamse Keizersgracht een expositie heeft zegt over zijn kerstdagen: „Mijn kerst munt uit door gebrek aan fantasie. Daar komt geen bloemetje of takje hulst aan te pas. Het zijn gewoon werkdagen voor mij, de kerstdagen, met 's avonds naar de tv kijken of, als er toevallig iets heel leuks in de schouwburg is, een avondje daarheen. Ik hou niet van december met al die sneeuw, het is zon kwakkeltijd, dat moesten we maar kunnen overslaan. En van de conventionele kerstviering gruw ik. Voor mijn echtgenote heb ik vroeger wel boompjes versierd, maar zij is nu langzamerhand ook mijn zienswijze toegedaan".
„Ik probeer wel een haas of een ander stuk wild of gevogelte te krijgen voor de kerstdagen. Dat bereid ik dan zelf want ik ben de kok in huis. Meestal eet ik dat soort vlees niet omdat het zoveel werk is. Maar met kerst zijn alle winkels gesloten, zodat je wel iets in huis moet hebben waar je een paar daigen van kunt eten. Dus als wij een haas met kerst eten, is dat alleen uit overwegingen die het gemak betreffen".
"Carel Willink". "Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland". Leeuwarden, 1973/12/15 00:00:00, p. 35. Geraadpleegd op Delpher op 13-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010619517:mpeg21:p035
Schrijver Harry Mulisch over zijn Kerstmis met echtgenote Sjoerdje en dochter Anna: „We halen wel een kerstboom in huis natuurlijk: het is een heidens feest, dus moeten we er een heidens symbool bij hebben om te vieren dat de dagen weer langer gaan worden, de terugkeer van het licht. Ik weet niet of we zullen zingen, mogelijk dat mijn dochtertje van twee jaar opeens in zingen uitbarst. Naar de kerk ga ik niet. Toen dat allemaal nog in het Latijn werd gedaan, had het iets toverachtigs. Nu begrijp ik het allemaal en dat vind ik niet zo leuk".
„Waarschijnlijk gaan we met Kerstmis niet uit, misschien krijgen we een van die dagen gasten. Wat het eten betreft, ik hoop dat het lekker zal zijn, maar dat is het meestal wel. We eten in elk geval niet meer en niet fundamenteel anders dan op gewone dagen. Ik ben geen grote drinker, alleen elke dag een fles wijn, misschien kies ik voor de kerst een heel goede wijn. Verder trek ik gewoon mijn dagelijkse kloffie aan en geen deftig pak".
"Harry Mulisch". "Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland". Leeuwarden, 1973/12/15 00:00:00, p. 35. Geraadpleegd op Delpher op 13-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010619517:mpeg21:p035
Commissaris der koningin mr. Hedzer Rijpstra weet niet alleen wat hij met de kerstdagen gaat doen, ook voor oud en nieuw heeft hij het programma rond: gezellig thuis zitten. Met de kerstdagen met de kinderen, die over komen en met de jaarwisseling met moeder en de schoonouders, die dan komen logeren. Elk jaar hetzelfde, maar vervelen doet dat bepaald niet. „Dik eten is er niet bij, wel zoveel mogelijk bij-praten en lezen. Eerste kerstdag naar de kerk. Niet naar een nachtdienst, want we zijn al zo vaak laat. De auto mag worden gebruikt, dus maken we een ver- en herkenningstochtje door Friesland met een boswandeling of een kuier door een stadje. Alles lekker kalm. Oudejaarsavond gaan we naar de kerk," aldus de commissaris, die het een verademing vindt, dat hij voor dit programma zijn agenda niet hoeft te raadplegen.
"Hedzer Rijpstra". "Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland". Leeuwarden, 1973/12/15 00:00:00, p. 35. Geraadpleegd op Delpher op 13-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010619517:mpeg21:p035
Wereldkampioene Atsje Keulen-Deelstra denkt dat zij de eerste kerstdag rustig thuis zal zijn bij echtgenoot Jelle en de kinderen op de boerderij. Tweede kerstdag zal zij wel weer gaan trainen op Thialf in Heerenveen, vier tot vijf uur lang. „Mar de earste krystdei gesellich thüs, hwant ik bin al sa faek fuort. Sa üt en troch ütfanhüzje ik by Sophie Westenbroek yn Steggerda om sünder hüshölding oan de holle mei har tram-e to kinnen. Fierders hak yn Oast-Berlyn west om mei to dwaen oan de Dynamocup. aenst bin'k wer fuort, dat ik wol ek wolris thüs wêze. Wy sille tink ik wol lekker yn Aldskou ite, hwant doet ik wereldkampioene wurden bin, hat dy hotelhalder üs in miei oanbean. Dat moatte wy nou mar risophelje. Dêr hak wol sm oan. Lekker sondigje, seine jo. Né, hear. Ik yt altiten normatl gewoan alles, mar wol in soad byf en fruit en ek drink ek in soad molke."
"Atsje Keten". "Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland". Leeuwarden, 1973/12/15 00:00:00, p. 35. Geraadpleegd op Delpher op 13-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010619517:mpeg21:p035
Cabaretier Willem Nijholt, die momenteel met veel succes een rol speelt in „Wat een planeet", de nieuwe musical van Annie M. G. Schmidt, werkt met Kerstmis. „Eerste kerstdag sta ik vrij vroeg op om te ontbijten, waarschijnlijk in m'n eentje. Ik ontbijt dan met suikerbrood of zo, als dat in huis
is. Dan ga ik naar Carré voor de matinee-voorstelling en trek m'n witte kostuum aan. Daarna ga ik een hapje eten met de collega's, vervolgens weer naar Carré voor de avondvoorstelling. Misschien gaan we 's avonds met een paar mensen nog een glaasje wijn drinken en dan ga ik naar huis en naar bed. De dag daarop ben ik ook alleen. Ik ben eraan gewend, ik heb al zo vaak met kerst gespeeld, bij Wim Sonneveld was dat ook zo. Ik vind het niet erg, het hoort bij dit vak. Thuis steek ik wel veel kaarsen aan, dat doe ik trouwens vaak, maar ik heb geen kerstboom. Ik heb een heel goede vriendin met wie ik voor de avondvoorstelling van tweede kerstdag mogelijk wat ga eten. Maar dat kan geen echt uitgebreide schranspartij worden met wijn, want ik kan het toneel niet op komen met een volle dikke buik. Ja, het is eigenlijk wel een sober kerstfeest dat ik vier".
"Willem Nijholt". "Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland". Leeuwarden, 1973/12/15 00:00:00, p. 35. Geraadpleegd op Delpher op 13-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010619517:mpeg21:p035