Alweer de snoek, zullen velen denken. Ik weet het... Maar zolang er mensen rondlopen waarvoor alleen al de naam sportvisser een aanfluiting is zolang kan er niet genoeg geschreven' worden over de snoek. Omdat de snoek niet alleen een prachtige sportvis is die van diezelfde sportvisser een achting en behandeling moet krijgen die evenredig is aan de prachtige sport die hij hem geeft, maar ook omdat de snoek onmisbaar is voor een juiste huishouding in het water.
Zolang er mensen op snoek vissen, (en graag op snoek willen blijven vissen), die de erenaam sportvisser nog moeten verdienen, zolang moet er gehamerd worden op het feit dat deze mensen zichzelf de das om doen. Want denk eraan mensen; onder de honderdduizenden vissers in Nederland zijn er misschien maar enkele duizenden die de erenaam sportvisser verdiend hebben: door hun sportief gedrag jegens alle vissen die ze vangen in het algemeen en jegens de snoek in het bijzonder. Wanneer er nog steeds grote wijfjessnoeken worden meegenomen om domweg „op te scheppen" of omdat men een gebakken snoekje zo lekker vindt (wat voor excuses er al opgesomd worden om toch maar weer een snoek mee te nemen), dan zal de Federatie Friesland van Sportvissers zich op den duur genoodzaakt zien om het meenemen van snoek te verbieden, wat naar mijn idee allang had moeten gebeuren, of als uiterste alternatief het vissen op snoek te verbieden.
Telkens weer wordt men bitter teleurgesteld wanneer men verwacht dat iedereen toch eindelijk wel eens van deze feiten doordrongen is. Dat iedere snoekvisser het zwerven door de natuur op en om het water, het trotseren van het ruige, koude weer; het opsporen van de snoek; de weidelijke vangst van de snoek; het terugzetten van zon prachtig dier het mooiste vindt van het snoekvissen. Vergeet het maar.. .
Voorbeelden; je komt een snoekvisser tegen die een flinke maatse snoek meesjouwt die zegt: „Het is wéér slecht hé, maar één maatse snoek." Alsof zon suf ferd niet snapt dat wanneer je alle grote snoeken meeneemt er nooit meer een grote snoek wordt gevangen... Of iemand toont je vol trots een prachtige snoek, een wijfje, de buik al vol met kuit. met het commentaar: „Wat een snoek niet! Lekker in het pannetje". En dan weet je dat zon man die snoek ook nog „zwart" heeft gevangen en in één klap al het werk van sportvissers die hun contributie betalen, om geld te hebben kostbare pootsnoek uit te zetten in him hemd laten staan.
Je ontmoet zwartvissers met hun domme excuses dat die grote snoek eruit moet omdat ze alle vis opvreten (onzin natuurlijk, want welke man van 80 eet tien keer zoveel als een jongen van tien?) of beroepsvissers die rustig grote snoek meenemen met het zelfde domme excuus, om ze voor een appel en een ei te verkopen en die óók niet begrijpen dat ze zichzelf de das om doen. Denk maar eens aan de kuilvisserij. Er komen nu tenminste weer schooltjes baars op de Friese meren. ..
Of je hoort dat veel oudere bestuursleden van hengelsportverenigingen ook alle grote snoek meenemen omdat, oh ironie, er anders niets meer aan het snoeken is... Alsof de waarde van die sport uit te meten is aan het aantal meegenomen snoeken.. . Mensen, die toch het goede voorbeeld moesten geven, maar nog steeds de nieuwe code van het sportvissen niet begrepen hebben en ook nooit meer zullen begrijpen hoe jammer 00k...
Is al het werk van die idealisten die streefden naar weidelijk sportvissen dan voor niets geweest? Het aantal snoeken dat ik zelf mis, wanneer ik met levend aas vis, is een veelvoud van het aantal dat ik vang. Alleen al omdat ik niet het risico wil lopen dat zon prachtvis ten dode gedoemd is wanneer hij te diep slikt, (en dan kom je weer iemand tegen die een paar stervende snoeken meezeult). Om te huilen. Sportvissers. Alles voor niets? Ik weet het niet. Of toch. Wat iemand laatst schreef dat de jeugd zoveel verknoeide gaat niet op. Het is de oudere generatie die de snoek meeneemt om te pronken, niet de jeugd. Vroeger dromde iedereen vol bewondering om iemand heen die een grote snoek had gevangen. Mijn zoontje van tien kijkt er dan alleen maar even treurig naar en zegt: wat zonde, hé Heit... Misschien zal de jeugd de snoek kunnen redden voor de toekomst, zodat ze later ook nog tegen hun kinderen kunnen zeggen wanneer ze een machtige draaikolk in het water zien: „Dat was een snoek jongen." Wanneer we de jeugd proberen te laten inzien wat sportief vissen is. Misschien is er dan toch nog iets gewonnen... Heerenveen. W. A. Huizenga.
"INGEZONDEN Sportvissen op snoek ...". "Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland". Leeuwarden, 1974/01/09 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 05-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010619535:mpeg21:p005
"Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland". Leeuwarden, 1974/01/09 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 05-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010619535:mpeg21:p005
ALCOHOL en verkeer zijn altijd een ongelukkige combinatie geweest, net zoals liberalen en socialisten. Dat laatste dan alleen in Nederland, want in Duitsland hebben de beide regeringen-Brandt al bewezen, dat socialisten en liberalen best samen kunnen gaan, als maar de juiste mengverhouding wordt gekozen. Het lijkt me toe dat voor een samengaan van verkeer en alcohol nooit een aanvaardbare mengverbouding zal worden gevonden. Wie drinkt moet niet rijden en wie rijdt moet niet drinken. Tenminste niet zonder dat er voldoende tijd tussen drinken en rijden is verstreken. Wat dat betreft zijn drankbestrijders altijd uitstekende weggebruikers. Er is nog nooit een veroordeeld omdat hij nulkommanul promille alcohol in zijn bloed had.
En toch is de kans lang niet denkbeeldig dat de drankbereiders en de drankbestrijders elkaar uitgerekend m het verkeer zullen ontmoeten op een acceptabele basis: als drankberijders. *net een benzinetank vol jajum. Alleen de notoire drinkebroer zal tegenwoordig «en auto vol flessen Bokma een tankauto durven noemen, maar het idee dat de Wagens van Shell en Esso pure neut in Plaats van peut in de tanks van de Pompstations laten vloeien Is niet zomaar uit de lucht gegrepen.
Dat heeft direct te maken met de grap die de Arabieren met de olie nebben uitgehaald. En Indirect heeft het te maken met de angstbeelden die bc* rapport van de Club van Rome heeft opgeroepen. Even terzijde: gelooft u ook dat de Arabieren de Israëliërs mooi te grazen hebben met de olieboycot tegen Nederland? De Israëliërs zijn de enigen die ervan overtuigd zijn dat Nederland onverdeeld aan hun zijde staat en dat wij hier in de kou zitten. Ze weten nog niet dat behalve Gods wegen ook die van de Koninklijke Olie ondoorgrondelijk zijn!
Maar terug naar de Club van Rome. Wat die in een lijvig rapport heeft getracht duidelijk te maken is ons door de Arabieren levensgroot onder de neus gewreven: we plegen roofbouw op de in beperkte mate voorhanden zijnde natuurlijke hulpbronnen op deze aarde. Nu kunnen we braaf het moede hoofd in de schoot leggen, ons niet meer voortplanten en zorgen dat de wereldbevolking nog maai- zo klein blijft, dat ze kan leven van landbouw, jacht en visserij, zoals de Batavieren deden. Maar de mensheid heeft een uitdaging nog nooit laten liggen. Uitgerekend in tijden van grote spanning werden de belangrijkste uitvindingen gedaan. Denk maar aan de atoombom, die, al kan moeilijk van een zegen voor de mensheid worden gesproken, tijdens de laatste wereldoorlog tot ontwikkeling kwam. In diezelfde oorlog haalden de Duitsers benzine uit steenkool. Ze dekten daarmee veertien procent van hun totale benzinebeboefte.
De Westerse wereld heeft een zo enorme behoefte aan energie, dat ook de uitdaging van de Club van Rome en de Arabieren zal worden beantwoord. Hoe? Dat kan op verschillende manieren. Allereerst zijn daar de aangetoonde en exploiteerbare hoeveelheden steenkool. De wereldvoorraad steenkool is honderden malen groter dan die van aardolie. Alle produkten die nu uit aardolie worden gemaakt — ook uw gehamsterde vuilniszak! — kunnen ook uit steenkool worden vervaardigd, al zal eem en ander bij de huidige produktiemethoden wel duurder worden. Ook moet een oplossing worden gevonden voor de afvalstoffen zoals zwavelgassen, die niet zomaar onze al zwaarbela6te atmosfeer in mogen worden gejaagd.
Meer toegespitst op de energiebehoefte zijn er op aarde onvoorstelbare hoeveelheden waterstof en zuurstof. Als die gassen in een motor in een verhouding van twee op één tot ontploffing worden gebracht ontstaat er water(damp) en aandrijfenergie. De moeilijkheid is alleen, dat het scheiden van water in waterstof en zuurstof energie kost. Met Paul van Vliet kunnen we zeggen: „Kijk. daar hebb'n we het volgende op gevond'n." Het kan namelijk met behulp van zonnewarmte — maar die is in Nederland zeer schaars —, van wind — hebben we meer dan genoeg van, maar te veel in vlagen —, van steenkool — hebben we wel, maar het is te duur om het boven de grond te halen — en van kernenergie.
En die kernenergie, daar willen we nou krek niet aan beginnen. Elke Kalkar-tegenstander zal een hele „Beurtelings" kunnen vullen met argumenten tegen het gebruik van kernenergie, daarom begin ik er ma_r niet aan. Hun enige argument dat mij aanspreekt is trouwens het probleem van het radioactieve afval, dat in de grond moet worden gestopt en daar driehonderdduizend jaar radio-actief ligt te wezen, al kan door een bewerking die tijd tot driehonderd jaar worden teruggebracht. Daartegenover kun je ook stellen dat de toepassing van kernenergie zo weinig afval oplevert, dat het veilig onder de grond kan worden gestopt. Het komt in ieder geval niet in de atmosfeer terecht.
Op het gebied van kernenergie is overigens het laatste woord van de wetenschap nog niet gesproken. Nog zeer recent heeft een Amerikaanse geleerde een stof voor kernsplijting ontdekt, die nagenoeg geen radio-activiteit doet ontstaan. Verder zijn er nog mogelijkheden om kernfusie-centrales te bouwen en bij het proces dat zich daarin afspeelt komt — zo heb ik me laten vertellen — geen radio-activiteit vrij. Maar nu nog even terug naar de alcohol. Hebt u wel eens een lucifer boven een open flesje brandspiritus gehouden? Juist: uitstekende brandstof. Maar wel pure alcohol. Volkswagen heeft momenteel al enkele auto's rijden die als brandstof methyl-alcohol gebruiken. Voorzover hierover gegevens aan de buitenwereld zijn verstrekt is de enige wijziging die aan een gewone serie-auto hoeft te worden aangebracht het monteren van een andere carburateur. Methyl-alcohol kan heel gemakkelijk worden gemaakt uit aardgas en steenkool. Maar het kan ook worden gemaakt uit kalk. En de aardse rijkdom aan kalk is zo onvoorstelbaar groot, dat er voor tienduizenden jaren voldoende brandstof uit kan worden gehaald. Olie is dan alleen nog maar nodig om de zaak gesmeerd te laten verlopen. En smeerolie wordt tegenwoordig al veel meer uit kiezelverbindingen gemaakt dan uit aardolie. Gooi maar vol. hik We zijn straks helemaal Koninklijk in de Olie.
OP NAGENOEG alle kleuterscholen krijgen de kinderen van schoolwege tussen de bedrijven door een beker melk verstrekt. Het gebruik is zo ingeburgerd, dat van „schoolmelk" wordt gesproken. Ik zal niet ontkennen dat melk allerlei voor kinderen noodzakelijke voedingsstoffen bevat, kortom, dat Melk Moet. Maar moet dat nou op school? Het verstrekken van alle soorten van voedingsmiddelen aan kinderen is een exclusieve competentie van de ouders. Op school zijn de kinderen om lessen te ontvangen, wat de kleuterschool betreft in de vorm van allerlei educatieve spelletjes en wat juf meer aan geestelijk opvoedends kan bedenken.
Het sneue is, dat wanneer ouders aan het volkomen juiste principe vasthouden dat het verstrekken van voeding en dus melk geen taak is voor de school maar voor de ouders, hun kind daarvan de dupe wordt. Stel u dat teleurgestelde gezichtje eens voor als alle kinderen melk krijgen behalve dit kind, omdat pappa en mamma het principe niet goed vinden. Al zou je normaal gesproken de schurft aan melk hebben, op zon moment wil je óók melk. Toch lijkt het me een onderwerp dat. wanneer er geen dringender zaken aan de orde zijn, best eens in een ouderavond mag worden besproken. Maar waar maak ik me eigenlijk druk om? Ik heb niet eens kinderen.
"beurtelings rink drost lc-redacteur Over drankbereiders, drankbestrijders en drankberijders". "Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland". Leeuwarden, 1974/01/09 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 05-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010619535:mpeg21:p005
He, ja, A. H. uit Drachten, op zon stukje als het uwe heb ik al zitten wachten U vindt dat we die vele buitenlanders hier in ons land zoo hard nodig hebben he. Nou ik kan u ook een ander (waar) verhaaltje vertellen. Twee jaar geleden moest iemand in Leeuwarden, die ik heel goed ken, werk hebben. Een flinke, gezonde man van 51 jaar. Denkt u dat het lukte? En waarom niet denkt u? Hij was te oud. Nee, meneer we nemen niet ouder dan 45 jaar aan was het antwoord, dat bij de diverse fabrieken waar hij solliciteerde gegeven werd.
„Mens" (Zoo zal ik u maar noemen u noemde mij ook zo), informeert u eens in uw woonplaats Drachten bij b.v. Philips. Wees dan eerlijk en laat dat antwoord weten in dit blad.
En ik geloof als wij uw zin doen moeten de regering, of de werkgevers die gezinnen maar in hun geheel opnemen in ons overbevolkte land. In Drachten wordt nogal veel gebouwd, dus is er daar wel plaats. Wij hier staan met onze rug naar de zee. Want dat dit uw bedoeling is schrijfster duidelijk in de regels: ~We zullen ze moeten accepteren en meer dan dat!"
Miljoenen worden in ons land uitgegeven aan kinderbeperking, zoals pil, sterilisatie, bouw van abortusklinieken, en U „Mens" wilt nog eens miljoenen uitgeven om gezinnen van gastarbeiders hier te halen. Als men uw zin zou doen, kunnen onze kinderen over zon dertig jaar een Turkse of dergelijke regering verwachten, zij kennen geen kinderbeperking. (Of misschien leren zij dat hier in Nederland). En vormen zich toch nu al in de grote steden hele ghetto's waar ze samenhokken!
Nee, A. H. er zijn heus gezonde mannen van zon 50 jaar, die graag nog zouden werken, maar. . . ze zijn te oud. Kom eens een paar dagen hier naar zee, dan waaien bij een goede strandwandeling uw hersens eens goed uit en ziet u het misschien wel anders. En zo niet, „Allah" zij onze kinderen en kindskinderen dan genadig. Noordwijk. Een. „mens".
"Vergeet oorzaken niet". "Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland". Leeuwarden, 1974/01/09 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 05-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010619535:mpeg21:p005
In uw blad van 4 januari staat een interview met meester Poortinga, met als kop „Wijn als medicijn voor een geheelonthouder". Ik kan dit niet anders zien. dan dat de schrijver hiermede zijn eigen alcoholgebruik wil goed praten. Volgens mij behoort alcohol alleen gebruikt te worden als medicijn, gelijk als men b.v. ook arsenicum hiervoor gebruikt. Alcohol hoort thuis in de apotheek. Appelscha. R. de Jong.
"Wijn als medicijn". "Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland". Leeuwarden, 1974/01/09 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 05-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010619535:mpeg21:p005
In verband met de toelichting die Harry de Jong in deze rubriek geeft betreffende het occultisme in de kerken, zit ik nog wel met enkele vragen. In de eerste plaats: hoever wenst schrijver te gaan? Als wij in dit verband over occultisme spreken is dit zeker aan een limiet gebonden en dan nog komt bij mij de vraag naar voren, hoe? want dan zouden er esoterische groepen binnen de kerken moeten ontstaan, zoals eerder door mij geuit. De tweede alinea geeft bij mij wel bekende klanken en is op zich wetenschappelijk wel juist. Maar waarom in verband met geloofsgemeenschappen niet het accent gelegd op de ethiek? Hoewel men ook hiervoor niet rijp is, zou een streven hiernaar in goede banen leiden. Het is me bekend dat deze wetenschap vaak doorgetrokken wordt tot in het occultisme: deze samenvloeiing is voor mij beslist niet noodzakelijk. Wel zal enige gebruik van gedachtekracht daarin niet gemeden kunnen worden, toch meen ik dat we in bedoelde vorm niet van occultisme mogen spreken.
Daar het uitgangspunt van de heer De Jong liefde en eenheid is, lijkt me voor dit doel, hetwelk ook het enig juiste is, deze weg de beste oplossing voor de gelovigen, natuurlijk gepaard gaande met de bijbel. Ik meen dat ln dit de kerken schrnroeli'k ♦ok-rt sehi.»-ten. Als wat ik voorsta in de kerken ingang zou vinden dan was al het geharrewar van nu verdwenen. Men kan heden in deze instituten niet vinden hetgeen nodig is voor diep zieleleven wat de mens sterkt tot het komen van bevrijd zijn van de banden die ons binden aan al wat aards is. Hij die dit in praktijk brengt, zal zich bewust zijn dat wij in dit leven kunnen komen tot een hogere staat van zijn door volhardend pogen, gewapend met het weten wat deze wetenschap hem leert, geeft dit hem kracht, moed en overwinning.
Als dan de Bijbel centraal gesteld wordt, zullen de pietluttigheden verdwijnen, de gelovige wordt zelfbewuster, want de kracht hiertoe is ingeschapen, maar verwaarloosd door er geen gebruik van te maken. Hij leert zelf denken en is niet meer afhankelijk van de 1001 theorieën door diverse theologen opgebouwd. Kinderachtigheden zoals nieuwsgierigheid, bemoeizucht, haat, afgunst, e. d. zijn er dan niet meer. Degene die al dit lage soort van denken voedt, beseft jammergenoeg nog niet, dat hij zichzelf daarmee benadeelt. Zijn eigen persoonlijkheid komt daardoor op een zeer laag peil te staan. Neem een voorbeeld aan de theosofen die ernstig waarschuwen voor al dit gedoe, men mag het nog niet denken, de oorzaak hiervan ligt bij hen in de zorg voor hun karma. De kerken kunnen wat dit onderwerp betreft bij dit soort van groeperingen niet in de schaduw staan.
Dit alles is niet doorgedrongen tot de meeste gelovigen, men is vaak onverdraagzaam als andere meningen naar voren gebracht worden dan die zij voorstaan. Het kan bespottelijk worden genoemd hoe men zich vaak misdraagt, b.v. door het veroordelen van een ander die anders denkt, de agressiviteit daaraan verbonden, e. d. Dit alles is een tekort aan zuiverheid van innerlijk leven. Men staat niet boven dit alles, maar is slachtoffer daarvan. Wij worden gevormd door ons dagelijks denken, want zoals een mens denkt, zo is hij.
Mogelijk dat de heer De Jong ook in deze lijn met mij meegaat, ik heb de indruk dat hij daar, waar ik scheiding trek als goed voor het geloofsleven, doorstoot naar het occultisme, wat volgens mij in een kan niet kan worden toegepast. Eén ding hebben wij gemeen, we zoeken beiden naar hetgeen diep in de mens verscholen ligt. Van mijn kant zal dit zijn buiten welke kerk dan ook, zolang die blijft zoals ze is, maar niet zonder de Bijbel. Tenslotte stem ik in met een citaat van Annie Besant: Een einde te maken aan smart is de uiterste reden van wijsbegeerte en die wijsheid is geen ware, welke niet leidt tot het vinden van vrede. Rottevalle. J. Haisma. Meer Ingezonden op pagina 7
"Occultisme niet nodig". "Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland". Leeuwarden, 1974/01/09 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 05-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010619535:mpeg21:p005
Met de heer Gerrit Boonstra ben ik het geheel eens, dat vernietigen of laten lijden van leven, het werk van de duivel is. U heeft medelijden met de occultisten, doch dit zijn niet de enige mensen waarmee U medelijden kunt hebben, omdat ze hun ziel met zonde belasten. Denkt U eens aan hen. die betrokken zijn bij de moderne, intensieve mestmethoden: eindeloze rijen kistkalveren in hokken van 50 cm breed waarin ze de laatste weken alleen nog maar kunnen staan, met hun spierslapte en bloedarmoede, varkens-mesteriien waarbij de dieren op roosters zonder stro zo op elkaar staan, B—lo biggen in een kooi van 1.80 x 1 m. zodat ze agressief worden en eikaars staarten enz. afbijten, slachtkuikens. die op elkaar gepakt, 15—20 dieren per m 2, elkaar dodelijk verwonden. Dan volgt voor al deze dieren, die bijna niet lopen kunnen, het vervoer naar het slachthuis. Als U ziet hoe zeworden uitgeladen, met kisten is men voorzichtiger!
De Wereld Federatie tot Bescherming van Dieren schreef mij, dat het vechten hiertegen een moeilijke zaak is, omdat er grof geld mee wordt verdiend. Wat zijn dat voor mensen, die hieraan meewerken? Voorwaar geen Christenen, want een Christen kent zijn Bijbel. De heer Boonstra schrijft, God is Wijsheid, Liefde en Genade, en terecht. Zo weet een Christen, dat in Gen. 1 onaanvechtbaar geschreven staat, dat de door God geschapen dieren niet tot voeding van de mens zijn bedoeld. Dit was dus vóór de zondeval. Wat de tijd nè de zondeval betreft, de mens had toen andere wetten nodig, wil ik wijlen ir. Van Dis citeren: „de mensen nebben de dieren meegetrokken in hun zondeval en zijn verplicht zich te stellen tegen het mishandelen van dieren. Uit meerdere plaatsen in de Heilige Schrift blijkt, dat Gods zorg zich over de dieren uitstrekt."
De mens is over het dier gesteld, zeker, maar niet de beul. Een Christen kent ook de Leer van Jezus in o.a. de Zaligsprekingen Matth. 5—7, Zalig zijn de barmhartigen. Van barmhartigheid is bij deze mestmethode geen sprake. En denk eens aan 1 Cor. 13 I—3.1—3. Klinkend metaal, dat hoort er meer bij. Mensen, die hieraan meewerken lenen hun oor aan de duivel, want men kan geen twee heren dienen, én God én de Mammon. Matth. 6—24. Zo ziet U, Mijnheer Boonstra, hebt U ook maar medelijden met deze Mammonisten, want als ik U mag citeren: „Eens zal Jezus komen te oordelen ook U, die Hem niet gehoorzaamd hebben." Al is het jammer, dat de dieren daar nu niets aan hebben. Lemmer. Maria
"Alleen occultisme?". "Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland". Leeuwarden, 1974/01/09 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 05-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010619535:mpeg21:p005
• Het aantal mensen, dat luid loopt te juichen over de regering-Den Uyl, neemt zienderogen af. Of is het: hoorder-oren? Er is veel kritiek en die gaat vooral over 2 dingen: het gescharrel met de benzine-distributie en de enge prijsstijgingen. De verwijten, die de mensen maken, komen eigenlijk op hetzelfde neer: de regering doet maar en ze weet niet genoeg. Ministers zeggen, dat de olie schaars wordt, maar er is nog nooit zoveel benzine opgeslagen geweest als nu. Hele huizen vliegen in de fik. Toch vindt de politie elke dag nog wel een mannetje, dat honderden liters onder de vloer heeft. En dan die prijzen. Minister Lubbers zegt. dat het meevalt De Consumentenbond wordt bijna gek van alle telefoontjes van mensen, die zeggen, dat het tegenvalt. Wat is waar? Een mooie menselijke vraag, die van het begin der tijden af voor opwinding en boosheid heeft gezorgd.
Bij alle onredelijke kritiek zou je toch wel mogen vragen wat kameraad Lubbers aan de prijzen doet.
"Laurens ten Cate dagelijks Kritiek: redelijk en onredelijk". "Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland". Leeuwarden, 1974/01/09 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 05-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010619535:mpeg21:p005
• Het mare is, dat beide puntten wel een kern van waarheid hébben. Je kunt arumogelijk volhouden, dat die benzine-distributie een schoolvoorbeeld is van afgewogen beleid. Het was voornamelijk haastwerk en bij haasitwerk vallen siteken. De vriendelijke verklaringen van minister Westenterp, dat het allemaal best op tijd zou lukken, slaan nergens op. Het lukt niet op tijd. Het is ook nüet waar, dat de regering de redelijke belangen vam allerlei redelijke mensen redelijk heeft a-gewogen. In bepaalde beroepen loopt de schade bij de dag omhoog. Bedrijven naken in moedlijkhedem en mensen raken zonder werk. Er dis geen sprake van, dat helt hele gedoe zonder pijn verloopt en het is __oa_nekla_jr, dat die regering ndet wist, wie de meeste pijn zou krijgen. Ze was ook ndet klaar met maatregelen om de klappen te helpen opvangen.. Er zijn mepsem. die het paniekvoetbal hebben genoemd. Het is al_een maair de vraag, •wite er degradeert. De niet minder vriendelijke verhalen, vam minister Lubbers slaan ook nergens op. Het leven wordt veel duurder. De prijzen vliegen omhoog. De duistere gnappe-iffnakers, die de prijzen hoger maken, hebben mooie smoezen. De belangrijkste is, dat de grondstoffeniprijzeo stijgeni. Daar kunnen die zielepoten van fabrikanten dan verder ook niks aan doem. Maar gek is het wel. Ik heb nooit geweten, dat leren kiepen vam olie werden gemaakt. Ik wist ook niet, dat plianitaaindilge veltiten duurder worden, als aiardoMe schaains is. Dat gaat blijkbaar wel zo en de henen, die deze dingen gebruiken voor hun produktie, vinden het a_temaal heel natuurlijk. Ik vond het helemaal niet natuurlijk, miaair ik heb dan ook geen fabriek. Ik heb alleen eem duister vermoedeni: dat allerled figuren de kluit op grote schaal bedonderen. Dat klinkt niet aaidig, maar het is helaas vermoedelijk wel waar. Lubbers kam nu wel beweren, dat hij nergens van weet, maar dat komt doordat hij voor zijn vrouw nooit boodschappen doet.
"Kern van waarheid". "Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland". Leeuwarden, 1974/01/09 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 05-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010619535:mpeg21:p005
• Het lijkt er dus op, dat de kriltiek op deze 2 punten niet helemaal onbegrijpelijk is. Op 1 punt is de kritiek onredelijk. Het zal best waar zijn, dat bijna elle Nederlandse vaten vol olie en benzine zitten, maar het is ook waar, dat er niet veel olie meer in de grond zit. Olie is schaars geworden. Er is nog wel veel gas in de grand. Dat wordt straks ook schaars. Allerlei ertsen zijn het al. De overvloed houdt op. Het is hoogstens een kwestie van tijd en over de vraag „hoe lang nog?" kun je ruzie blijven maken tot het allemaal op is. Het is verstandiger vast te stellen, dat er een eind komt aan de overvloed. Daarom is het ook verstandiger nog eens rustig na te gaan. wat voor waanzinnige dingen we met die schaarse spullen doen. Een heleboel kan minder. Als je minder doet vóórdat het hoeft, dam duurt het langer voor het moet. Dat is de helft van de filosofie. De andere helft gaat over de voordelen, die een klein stuk vam de wereld al sinds jaar en dag gepakt heeft. Hele volksstammen hebben geen zorgen over de schaarste aan belangrijke grondstoffen, omdat ze zulke grondstoffen nog noodt hebben gekend, gezien, gebruikt — laat staan: misbruikt. Wat wij pikten, kwamen zy tekort. Je moet er niet aan denken, wat er gebeurt als ze daar genoeg van krijgen. Als tweederde éénderde uitmoordt, heeft de helft zowat genoeg. Zo staat het niet in de rekenboekjes, maar over de werkelijkheid leer je niks op school. Op punt 2 is de kritiek erg redelijk: Het is volkomen onbegrijpelijk, waarom de regering tot nu tóe niets gedaan heeft om de prijzen in de hand te houden. Niets belangrijks tenminste; hoogstens een beetje gefnutsel aam d» namd. Ze praten dierbaar over bestrijding van de inflatie, maar elke dag wordt d» gulden minder waard. Want elke dag giaan de prijzen de lucht im. Dat kun je naar het lijkt, een tijdje beheeTsen door de lonen omhoog te laten gaan, maar dat is schijn. Op dan duur dondert O» hele zaak im elkaiair. Die duur is niet erg lang. Het ontbreekt de regering aan inzicht of aam macht of aan allebed om ac prijzen te beheersen. Het is zeiker niiet gemakkelijk. Er komt een eindeloze ruzie van. Toch is ruzie een heel stuk veri-ieslijker dan de groeiende a__noe van mensen, dde het nu aï nileft breeo hebben.
"Niet allemaal redelijk". "Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland". Leeuwarden, 1974/01/09 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 05-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010619535:mpeg21:p005
• Wat er aam gebeuren moet ïb d__e eenvoudig te zeggen. Toch zijn er allerlei polilfcici, die dat wel doen. Voarbeele: Hans Wiegel, de politieke leider vw> een club, die zich met een wonderlijk cynisme „volkspartij" noemt. Deze leider van een belamgemiverer---giing zoekt het in de uitgaven van de ovenheid. En dat juist op die punten, waar de grote meerder_i-id vam het volk net een beetje aan haar _nek_D___ begint te komen,. Zoals hij het wil helpt het niet. Het moet ook niet zo want de verschillen tussen armen en rijken worden er nie. kleiner, maar groter door. Er zijn vakbonds-bazem, die het in die nivellering zoeken; een duur woord voor het gelijker maken van de inkomens. Dat helpt wel iets, maiair niet veel, want het aamtal mensen, dat weinig verdient is vele mallen groter dan het aantal mensen, dat veel verdienit. Er komen wel tellkens meer miljonairs, maar op een volk van zon 13 miljoen zijn het er niet veel. Er zijn wel mensen, die meer ontvangen dan een ton per jaar, maar op het geheel genomen zijn dat er ook ndet bijster veel. Als je zou proberen alle inkomens in één pot te gooien en dan ledereen even veel te geven dan zou dat voor de mensen met kletne uikomems nog ndet veel meer dan 1000 gulden of zo opleveren. Aardig, daar niet vam. Maar wezenlijk? Nee. Het is beter vast te stellen, dat het niet echt slecht is. Goed is het ook niet, maar het is beter dam ooit te voren. Het heeft een eeuw of 4 geduurd om het zover te brengen. Misschien zit er in dat tijdsverloop een aanleiding om nog een generatie of 2, 3 geduld te hebben. Het kam niet in 1 jaar. Het kan ook ndet in 10 jaar. Het kan misschien wel in een jaar of 50. Wat kan dan? Nou, een betere verdeling van inkomen en bezit, met behoud vam ieders mogelijkheden om_ meer te kunnen dan een ander; om meer te verdienen; meer te verzamelen; meer aan de kindertjes achter te laten; enzovoort enzoverder. Veel troost geeft dat riet op dit moment, maar iets is beter dan niets. Het is in elk geval onjuist deze regering de schuld te geven van alle ellende, die er aankomt. Ik \ind het ndet alleen onjuist. Ik vind het bovendien erg dom. Ik ben er van overtuigd, dat elke andere regering het beroerder zou doen. Zeker een confessionele regering. Helemaal een liberale regering. Ook een halfbloed-achtige regering, die bestaat uit een beetje rood, een beetje geel-wit, een beetje paars en een beetje Wiegel. Goed is het niet, Akkoord. Beter kan het zeker. Nog eens akkoord. Maar slecht is het ook nog en als we geduld hebben, moed hebben, vertrouwen hebben en ons eigen overvloedige verlamgans een beetje temmen, dan wordt het wel beter. Op den duur.
"Wat dan? Moeilijk". "Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland". Leeuwarden, 1974/01/09 00:00:00, p. 5. Geraadpleegd op Delpher op 05-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010619535:mpeg21:p005