(Van onze correspondent)
DEN HAAG — Op het moment dat minister Lubbers van economische zaken in de Tweede Kamer zijn prijsbeleid tot in de details uitlegt, zijn er maar een paar kamerleden die de oren aanhoudend spitsen. Ze maken ijverig aantekeningen en lachen tijdig als de minister een economisch grapje maakt.
Op de perstribune doen een paar journalisten moeite het allemaal te volgen, en dat mondt dan uit in een radio-uitzending of een krantebericht. Volgens een Arnhems onderzoek wordt door scholieren 41 procent van de onderwerpen in die actualiteitenuitzendingen niet begrepen. Een groot deel denkt ook dat de Tweede Kamer hetzelfde is als het kabinet, en dat is niet zo.
Over de binnenlandse politiek in dagbladen is ook speurwerk verricht: een op de drie mannen en de helft van alle vrouwen interesseert zich er niet of nauwelijks voor.
Ton Planken: „Mensen weten vaak ook niet wat een kamerlid is. Twee jaar geleden was er op het Binnenhof een demonstratie van Enka-vrouwen,
vrouwen die dus, zeg maar, om een politieke reden staakten in hun fabriek. In hun zenuwen hadden ze nog de moed een bus te huren om naar Den Haag te gaan en naar het kamerlid Den Uyl te vragen; het eerste dat ze zeiden was: „minister" Den Uyl. Terwijl de man op dat moment al in geen zeven jaar meer minister was geweest. En dat ging om politiek bewuste vrouwen. Zoiets stop je wel even in je hoofd".
Ton Planken is de eindredacteur en presentator van de NOS-rubriek Den Haag vandaag, waarin hij samen met Henk van Hoorn en Fred Verbakei de politiek probeert uit te leggen. Ze doen het met heldere woorden en veel uitleg, „er zijn drie moties ingediend, dat zijn dus drie verzoeken aan de regering". In interviews met politici vragen ze net zo lang door tot de man althans enigszins zegt wat-ie bedoelt.
"Ton Planken presentator van NOS-rubriek Den Haag vandaag Omdat je op de buis zit, kom je op een hoge zetel Er zijn kamerleden die thuis hun vrouw met een stopwatch voor het scherm hebben zitten om te meten hoe lang ze er op komen". "Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland". Leeuwarden, 1974/02/02 00:00:00, p. 35. Geraadpleegd op Delpher op 25-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010619556:mpeg21:p035
"Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland". Leeuwarden, 1974/02/02 00:00:00, p. 35. Geraadpleegd op Delpher op 25-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010619556:mpeg21:p035
Elke dinsdag-, woensdag- en donderdagavond kijken gemiddeld een miljoen mensen naar Den Haag Vandaag. Niet zoveel als naar een voetbalwedstrijd of de 88-kwis, maar voor een uitzending over politiek is het heel wat. Elke aflevering duurt een kwartier en dat is dan het resultaat van de dagelijkse strijd om de vaagheid uit het Binnenhof te zeven.
Ton Planken: „Over zon Biesheuvel hoorde je steeds: die man heeft niks te zeggen. Droefheid alom. Maar dat is niet helemaal fair als je vanuit de positie van een politicus redeneert. Die man heeft zitten knokken in de ministerraad waar 90 procent niet van zijn partij is. Hij moet proberen het regeringsbeleid uit te leggen, hij moet geloofwaardig zijn, er moet een logische samenhang in zitten, er zijn pressiegroepen, de publiciteit ligt op de loer. Als zon man voor de camera zit, is-ie net een grote computer, die aan zoveel moet denken dat-ie aan zijn taalgebruik niet toe komt. En dus worden het allemaal clichés".
— Jullie proberen dat dan te vertalen. Hoe reageren politici daarop?
Ton Planken: „Uiterst positief. Andriessen (fractieleider KVP) zei laatst: bij die vragen van jullie kom ik tenminste uit de verf. Je moet zo iemand niet gaan vragen: hoe denkt u daar en daar over, want dan begint-ie te zweven. Je stipt kleine, concrete onderdelen aan en zo gauw ze weer beginnen te leuteren, kap je het af en breng je ze weer terug waar ze waren".
"Miljoen kijkers". "Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland". Leeuwarden, 1974/02/02 00:00:00, p. 35. Geraadpleegd op Delpher op 25-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010619556:mpeg21:p035
„Je moet de moed hebben er tussen te komen. Henk van Hoorn (hij interviewt dagelijks politici voor Den Haag Vandaag) heeft de methode dat hij zegt: ik snap het niet. Leg het nog es uit. Daarna: maar nou snap ik het nog niet. Dat wekt voor de kijkers dan de indruk van een rare zak die er niks van snapt. Maar Henk is bereid om af te gaan. Ik ben nog meer terughoudend, ga niet graag af, maar daar moet je overheen. We stellen gewoon Hollandse vragen". „Maar ja, hoeveel echt grote politici zijn er hier? Een stuk of vijf. Den Uyl, Andriessen, Wiegel. De rest zijn op hun eigen gebied deskundigen die helemaal vastgebakken zitten in hun eigen taal. Hun teksten zijn vaak niet te lezen; zinnen van een meter of vijf. Zo iemand komt bij ons niet aan bod. Zon man wil op zich ook wel van die ta& af, maar als hij een afgang dreigt te beleven, is een heldere uiteenzetting voor de kijkers niet het eerste waar-ie aan denkt". — Veranderen mensen als de camera begint te lopen?
Ton Planken: „Ja, ze vallen in een rol. Lubbers bijvoorbeeld, die het in de presentatie overigens goed doet. Op het moment dat Henk van Hoorn zei: de camera loopt, schoot Lubbers in zijn rol, ging hij ook op een bepaalde manier zitten".
„Een voorbeeld is ook minister Westerterp, die voor onze camera een oproep deed kalm aan te rijden met de auto. Dat was het schoolvoorbeeld van de gezagsdrager die het zich permitteert een beroep op het volk te doen. Dat had Schmclzer ook. die zat altijd tegen de camera te praten, hij dacht dat hij zich rechtstreeks tot het volk wendde, en had niet het idee dat hij gewoon met een vent van de NOS zat te praten".
"Moed". "Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland". Leeuwarden, 1974/02/02 00:00:00, p. 35. Geraadpleegd op Delpher op 25-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010619556:mpeg21:p035
„Voor zon interview begint, zeggen we: doe het in godsnaam eenvoudig, want als het niet te begrijpen is, vallen we in de rede. Maar mijn verhaal is toch altijd helder, zegt zon man dan. Nee, zeggen /wij dan, en je bent alweer onbeschoft. Vlak voordat de camera loopt, zeg je nog es: denk er om, hè, simpel. En verdomd, na de eerste zin is hij het allemaal weer vergeten en komt de vage taal eruit. Ze vallen in een soort kramp".
„Met Van Thijn (fractieleider van de PvdA). Plotseling had zijn regering die distributie opgeheven. Ik ging naar hem toe en zei: ik wil graag je reactie. Hij wou er eerst over nadenken, maar wij moesten meteen opnemen, want over vijf minuten moest de film in de bak. Op zon moment zie je ongelogen de transpiratie op zijn bovenlip
staan"
„Toen het voorbij was, zag je hem opgelucht ademhalen: ik stond nog even met hem na te praten en toen kwamen er plotseling hele vlotte zinnen uit: dit is toch een ongelukkige zaak, ik pik het niet. Allemaal erg duidelijk. Maar terwijl er de goeie vragen gesteld werden, kwam hij voor de camera niet uit zijn kramphouding van: o god, nou moet ik een beleid verdedigen dat eigenlijk niet te verdedigen is. De opluchting was er, en er kwam weer Nederlands voor de dag. Biesheuvel zei na het kabinetsberaad altijd: nou Krijgen we het ergste nog. Want hij voelde dat hij de hele meute op zijn neK kreeg".
"Doe het eenvoudig". "Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland". Leeuwarden, 1974/02/02 00:00:00, p. 35. Geraadpleegd op Delpher op 25-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010619556:mpeg21:p035
„Misschien dat ik wel wat te simpel wil zijn, hoor, ik zeg de dingen hard. Dat is mijn karakter: ook een beetje ongenuanceerd. Ik noem het beest bij zijn naam. Als ik uit de reacties in de Kamer de indruk krijg dat Wiegel een scheve schaats heeft gereden, dan heb je de plicht die informatie door te geven. Maar persoonlijk kan ik goed met hem samenwerken. Hij heeft es gezegd: ik beschouw jullie als mijn politieke vijanden. Vanwege je zekere macht om informatie over te brengen. Hij zou je misschien minder hoog aanslaan als de helft van de Nederlanders je niet begreep".
Vrees voor bekende P°™c" T°" Planken: „Neem Wiegel: op de dag dat hii fractieleider werd, kreeg hij meteen mee ega^s. ook van Journalisten Nou ging hij ook zijn vest «g»Jg«f trekken, hij ging ook nog dikkcie sigaren roken. Maar hij kreeg als oppositieleider ook ineens meer achting. De pure schroom om een autoriteit te benaderen, dat kleeft toch nog aan veel mensen".
— In een uitzending was je iets over de prijzen aan het uitleggen en ineens zei je: „nou geen gezeur meer". Waarom?
Ton Planken: „Ja, dat was zo. Ik wil niet de indruk wekken dat ik de kijker wel es zal vertellen wat er aan de hand is. Een rare jongen uit een wijk in Den Haag, die zijn Haagse accent nog maar nauwelijks verleerd is, zal de natie wel es even vertellen hoe het allemaal in elkaar zit. Wat een pretentie. Maar het is wel zo dat ik ervoor betaald word me ontzettend goed in de dingen te verdiepen".
— Ben je bang op de voorgrond te treden?
Planken: „Ik vind dat ik persoonlijk niet veel te melden heb. Ik kom er elke dag weer achter dat ik bepaalde dingen no§ niet goed door had. Om er meer van te begrijpen, ben ik economie gaan studeren, ik heb mijn kandidaats intussen gedaan".
— Op welk gebied liggen je verrassingen dan het meest?
Ton Planken: „Veel problemen hier zijn zo verrot ingewikkeld. Neem die studiefinanciering. Leg jij me nou maar es uit waarom de studenten nu niet te hoop lopen, en bij die duizend-guldenwet wel? Komt het helemaal niet? Of moet het georganiseerd worden? Dan kun je zeggen: Je verlangt veel te veel. Je wilt -alles weten. Maar ik vind wel dat dat moet".
"Beest". "Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland". Leeuwarden, 1974/02/02 00:00:00, p. 35. Geraadpleegd op Delpher op 25-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010619556:mpeg21:p035
— Je legt tijdens zon uitzending erg veel woorden uit.
Planken: „Dat vind ik nodig. Als je es kijkt naar een groep Nederlanders bijeen, bijvoorbeeld bij zon KRO-programma Tussen Twaalf en Twee met Raden Maar. Daar hoor je de meest wonderlijke dialecten; er moet dan óók een politieke vraag beantwoord worden, en dan hoor je prachtige voorbeelden van wat mensen niet weten".
„Hoe moet ik dan 's avonds uitleggen dat de PvdA die dinsdag een wat rare rol heeft gespeeld? Hoe moet ik uitleggen dat Andriessen er moeilijk over zit te doen of we nu een parlementair of een extra-parlementair kabinet hebben? Hij zei steeds: het is extra-parlementair. Maar even is er mot en hij roept KVP-minister Lubbers naar zijn kamer om te konkelefoezen. Als zon man in een extra-parlementair kabinet zit, en daar niet duidelijk namens jouw fractie is, moet je er met je vingers afblijven en niet op de klassieke manier gaan samenzweren. Maar ga dat maar es uitleggen".
Even later: „In dit werk zit een vals element: de belangstelling die je per persoon krijgt. Dat irriteert me. In de supermarkt om de hoek stond de slager zaterdagmorgen karbonades te hakken, en ineens zei hij tegen mij: Druk gehad, hè, van de week. Omdat ik 's avonds op de teevee aan het werk ben en hij ervoor zit. Maar dat slaat nergens op. Ik zei: „Jij staat nu op zaterdagmorgen druk koteletten te hakken, terwijl ik vrij ben". Omdat je op de buis zit, kom je op een hoge zetel. Belachelijk. Vroeger, toen ik bij een krant werkte, ging mijn stukje naar de zetterij. Nu lees ik het voor op de teevee en dat geeft je dan veel meer status".
— Vraagt iemand je op straat wel eens de politiek uit te leggen?
Ton Planken: „Nee, dat valt in verhouding dan weer tegen".
— Waarom span je je voor dit werk zo in?
Ton Planken: „Nou, politiek raakt iedereen, het bestaan van een hoop mensen wordt regelrecht bepaald door wat hier in Den Haag gebeurt. We zitten hier niet voor de mooie blauwe ogen van Den Uyl. Zon studiefinanciering, als daar maar één jongen niet door kan gaan studeren, is het al een heel belangrijke zaak".
— Maar je blijft wel zitten met ontzettend veel mensen die zich niet voor politiek interesseren.
Ton Planken: „Ik heb eens een heel extreem voorstel gedaan. Ik was bij vrienden in Houston, in Amerika, en daar hoorde ik dat een televisiestation in New Vork het journaal laat verzorgen door twee artiesten. Tussen het nieuws door brengen ze wat grappen om de zaak te breken. Als je het journaal hier ook ziet, die snelle stroom informatie. Van Zuid-Vietnam springen ze naar een binnenbrand in Roelofarendsveen. Daarom dacht ik: laten we voor de binnenlandse politiek een paar acteurs aantrekken. Wij doen dan een stapje terug, want waarom kan een Ko van Dijk het niet doen? Maar in Hilversum is het plan weggelachen, dat begrijp je wel. De Nederlandse humorloze benadering, allemaal ernst. En zon kerel aantrekken, wat kost dat niet?"
"Nederlanders". "Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland". Leeuwarden, 1974/02/02 00:00:00, p. 35. Geraadpleegd op Delpher op 25-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010619556:mpeg21:p035
— In je presentatie schaar je je ook duidelijk onder de kijkers; je hebt het vaak over „uw en mijn parlement".
Ton Planken: „Dat is een consequentie van ons uitgangspunt. Als je je het niet steeds bewust bent, loop je gevaar een onderdeel van de kliek te worden. Bij die politici loop je in en uit, je kent hun moeilijkheden. Hier wordt het beleid gemaakt, daar wil je dan bijhoren. En wat is er nog mooier dan je en jij te mogen zeggen tegen een minister-president? Dag Joop, dat roepen wij altijd met grote hardnekkigheid".
— Is het moeilijk je sympathie of antipathie voor bepaalde politici te onderdrukken?
Ton Planken: „Nou ja, je drukt het
terug. Want zoiets valt snel op. Je maakt duidelijk: dit is mijn invalshoek en ik heb vandaag dit en dit ontdekt. Maar iedereen denkt toch altijd dat hij tekort is gedaan. De KVP vijf minuten, de CPN vijf minuten. Maar de KVP is toch veel gróóóter? Half weg in een zin heb je iemand afgekapt, maar het belangrijkste stond natuurlijk net in de rest. Er zijn kamerleden die thuis hun vrouw met een stopwatch voor het scherm hebben zitten om te meten hoelang ze er op komen. Je houdt het niet voor mogelijk. Je doet het hier nooit goed".
— Ga je zelf nog eens de politiek in?
Ton Planken: „Nee, daar moet je eerst inhoud voor hebben en gigantische kwaliteiten. Niet dat iedereen hier daaraan voldoet, maar er zijn wel minimum-voorwaarden. Je moet wat te beweren hebben, je moet een helder inzicht hebben in de samenleving, je moet een helder inzicht hebben in waar het heen moet en je moet ook nog een helder inzicht hebben in de manier waarop je dat wilt bereiken. Ga je gang".
„En het is een ondankbaar vak; niet te beschrijven. Zie jij ooit een politicus tevreden handenwrijvend naar huis gaan na een lekker gezellige dag? Den Uyl misschien, toen hij van de NCRV „Politicus van het Jaar" werd en twee flessen wijn kreeg en een bos bloemen voor mevrouw".
„Lichamelijk is het ook niet op te brengen. Minister Duisenberg heeft een slaapbank in zijn werkkamer staan: dan ben je toch mesjokke? En vraag maar es aan Andriessen hoe vaak die het bed ziet. Ik heb door dit werk wel meer respect voor ze gekregen. Alles wat ze doen, heeft direct gevolgen. Horecabedrijven naar de knoppen, pompen langs de grens die de fatale tik krijgen. Probeer dan maar eens een beleid te ontwerpen. Wiegel moet toch ook het fatsoen opbrengen dat allemaal af te wegen alvorens hij zijn mond opentrekt. En er vanuitgaande dat je dat fatsoen opbrengt, is het een moeilijk vak".
„Laatst ook: 37 verschillende kerels kwamen naar het spreekgestoelte sloffen. Zevenendertig meningen! En een hele pluk ministers achter de tafel die daar voor een paar ton zitten te verteren. Dan moet je als Nederlandse kijker niet zeggen: zie me daar die 37 kerels Hhcbbcn ze wel
eens, want we
zelf neergezet"
"Dag Joop". "Leeuwarder courant : hoofdblad van Friesland". Leeuwarden, 1974/02/02 00:00:00, p. 35. Geraadpleegd op Delpher op 25-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:010619556:mpeg21:p035