„Ik heb er vele vrienden achtergelaten" Nico Arends in Sahara goed behandeld door leden van Polisario
(Van onze correspondent) SCHIPHOL — TNO-medewerker Nico Arends, die 24 maand in de Sahara de gevangene is geweest van de Frente Polisaro, is zaterdagavond in Nederland teruggekeerd. Hij verklaarde gevangen te zijn genomen omdat hij was aangezien voor een spion van Mauretanië, juist toen de Polisario, die onafhankelijkheid van de Sahara nastreeft, een aanval van Mauretaanse zijde verwachtte. „Ik ben er goed behandeld en zij hebben mij niet een keer met de dood bedreigd", stelde Arends met nadruk. „Ik heb er vele vrienden achtergelaten." Desgevraagd zei hij bereid te zijn direct naar de westelijke Sahara terug te keren. Zijn vrijlating is tot stand gekomen door intensieve bemoeienis van het Nederlandse Rode Kruis en de Rode Halve Maan, zoals Het Rode Kruis in de Mohammedaanse landen heet. Afgelopen donderdag werd hij op , transport gesteld naar Algiers, vanwaar hij zaterdag naar Nederland terugkeerde. Arends, geofysicus en werkzaam bij de dienst grondwaterverkenning van TNO, verrichtte in de woestijn grondwaterboringen, toen hij en vier Mauretanflërs in zijn gezelschap op 15 november werden omsingeld door Poli- o-soldaten. „Het was een grote groep, allen bewapend met geweren, " maar ze hielden de lopen omlaag gericht Hun leider droeg ons op mee te gaan. De auto, een woestijnjeep, en de apparatuur (totale waarde f 40.000) werden in beslag genomen". „Weliswaar hebben wij ze direct duidelijk gemaakt dat wij en onze ingewikkelde apparatuur met spionage niets te maken hadden, maar dat leidde
aanvankelijk alleen tot de vrijlating van de Mauretaniërs. Wat mij betreft wilden ze daaromtrent overtuigende zekerheid hebben vanuit Nederland", aldus Arends, die zijn 24ste verjaardag nu in de woestijn heeft moeten doorbrengen.
„Ik heb het er goed gehad, de omstandigheden in aanmerking genomen. Mijn voedsel was hetzelfde als dat van de soldaten — ik was in handen van de militaire afdeling van Polisario — en bestond uit rijst, bruine bonen en thee. 's Nachts sliep ik op een betonnen vloer, soms in een auto onder twee, een enkele keer één deken. Mijn bewegingsvrijheid was beperkt tot eind december. Overdag zat ik onder een gebouwtje."
„Daarna was ik vrijer in mijn bewegingen en ik had ook wel kunnen ontsnappen. Maar ik heb die mogelijkheid niet benut, omdat ik dan te voet en zonder water een afstand van 100 kilometer door de woestijn had moeten afleggen." Arends, zeer gebruind en er opgewekt uitziend, was gekleed in een fluwelen pak dat hij bij zijn vertrek van Polisario had gekregen. Op zijn revers droeg hij het speldje van Polisario. Alles bij elkaar had hij het „een spannend avontuur" gevonden, maar dat hij alleen „af en toe wat maagklachten" bleek te hebben overgehouden. Sinds ongeveer de kerstdagen houden de Polisario's ook nog twee Franse onderwijzers gevangen, die in dat deel van de Sahara met vakantie waren.
Nico Arends tijdens de persconferentie met naast hem de voorzitter van het TNO, ex-minister van Volksgezondheid Stuyt. Arends heeft op de revers van zijn jasje een speldje van Polisario zitten.