Algemeen Handelsblad

Opgraving te Ur.

In de „Times" doet C. Leonard Woolleiy e«|n mededeeling over de. in Ur, de oude stad ih delijk Babylonië, op 28 October weer begonnen opgravingen. Een ploeg gravers, 220 man Sterk, heeft in den loop van November in een hqogfljn dam, gelegen in den zuidelijken hoek van het gewijde gebied, een groot aantal graven, van1 gebakken steen vervaardigd ontbloot. De dqod«*jn lagen daarin meest uitgestrekt, alleen de knjeisn gebogen. Maai} in de kisten van klei, lage» opgevouwen'in rietmatten gewikkeld en bijhen stond vaatwerk va nklei, gevuld met voedsel en drank. En ook andere dingen, waren er die de doode noodig kon hebben in zijn nabestaan, geyuld moeten geweest zijn. Zoo had een der dooden boven het hoofd een bronzen scheermes met een korten handvat. _ Een ander had een collectie tafeltjes van klei bij zich. De graven waren alle uit een tijd van 1900 tet 1700, ja^r voor onze jaartelling. Zij lagen verzonken onder den vloer van een gebouw, dat op den dam.had gestaan, en vyaar de samenhang niet meer herkenbaar was.

Verdere mededeelingen betreffen den muiir van Nebuchar nozar en woonhuizen bij een temj>el, waarin tal van zeer oude voorwerpen werden aangetroffen.