@££pp&» Afzonderlijke nummers van het s§r??P „NIEUWSBLAD" zijn a 2 Cent. erkrijgbaar aan ons Bureau >W;- :;^- Wyiistraat 73. "" *v »De Kiosken der Ned. Kioskcn-Maatsch. ~ '?. Beursplein, Moriaansplein, .... Van Hogendofpsplein, Diergaaardelaan en Oostsingel.. -Bij de Agenten,' de Heeren:.: '.■'•>-.- '••■ Sigaren-Magazijn Gebrs. Dronkersf Adama, floek Raamstraat en] Haagscheveer. D. Brouwer, Strooveer 8, Courantier, CJasquin, Boekhandelaar, Goudscherijweg-115. "P. F. v. d. Ende, Nieuwstraat 23, Boekhandelaar. ~ , . -. ,;E.,De Haas, Boekhandelaar, Jonkerf ransitraat 97. P. J. v. Helsdingen, Crooswijkscheweg 150. F. C. E. Huêtink,, Aert van Nesstraat 90, boekhandelaar. \ - -'.. J. A. H. Justcma, Café, Boschlaan 40. A. J. De Kok, Warmoeziersstraat 85, Boeklandelaar. - : ■; . ~ W. A. Kröller Jï., Boekhandelaar, Goudsche Singel 51. ~ H. Loos, Weste Wagenstraat 76, Boeklandelaar. \ .Gebrs. Poot, Oppert 26 en 35, Boekhande.aren, J. J. v. Ravensteyn, Goudscherijweg 58. Gebr. Scliollaardt, Meent 14, Boekhandelaren. ; A. Scliuddebeurs, Van Speykstraat 96. W. J. Standaart, Alkemadeplein'ls, Boektandelaar. .J. C. Takke, Lange Warande 134, Boekhandelaar. .. ■ .' .M. Tenvijn, Hofdijk, hoek Drievriendenlaan 52, Boekhandelaar. .. W. Tuk, Slaakkade 107, Boekhandelaar. P. J. Verlooij, Binnenweg 29, Boekhandetaar. P. Willemsen, Kruiskade 31, Boekhandelaar.
Rotterdamsch nieuwsblad
- 12-03-1888
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- Rotterdamsch nieuwsblad
- Datum
- 12-03-1888
- Editie
- Dag
- Uitgever
- A.W. Sijthoff
- Plaats van uitgave
- Rotterdam
- PPN
- 832564818
- Verschijningsperiode
- 1878-1991
- Periode gedigitaliseerd
- 1878-1945
- Verspreidingsgebied
- Regionaal/lokaal
- Herkomst
- Gemeentearchief Rotterdam
- Nummer
- 3067
- Jaargang
- 10
- Toegevoegd in Delpher
- 20-11-2013
Advertentie
Zelfbestuur in Indië.
In een koloniën-bezittend land kan het geen, verwondering baren, dat bij de bespreking van den politieken toestand door vergaderingen van kiezers, ook over onze Oost ■ menig woord;is ge-. wissêld.:" Vóór een twintigtal'; jaren zou dit wèl iets bijzonders ' geweest zijn; thans niet meer, nu bij het publiek de belangstelling voor, — en laat ons er bijvoegen, eenige bekendheid men Indische zaken,"'zeer is toegenomen.'
Het mag evenwel gevraagd worden, of die belangstelling zich altijd, bij bedoelde besprekingen, op de meest praciische wijze openbaart. Twee maanden geleden, bij de behandeling der Indische begrooting in de Eerste Kamer, gaf de heer Fransen Van de Putte er zijn verbazing over te kennen, dat hij in het programma eener kiesvereeniging had gelezen : „opleiding tot zelfbestuur van Nederlandsen Indië," ten einde over deze „quaestie" de nieuwe kiezers te laten oordcelen. We,waren toen nog pas in het begin van de wolkbreuk der programma's, die zich sedert dien over ons dierbaar Vaderland ontlastte, —enhad de geachte spreker een profetischen blik gehad voor den inhoud dier manifesten, hij zou nog wel anders hebben staan te kijken! «In elk geval blijkt daaruitf-dat menir-zich aan zijn wenk 'weinig-heeft gestoord; het stond niet gekleed, over Indië geheel te zwijgen, en nu ■verviel men niet zelden tot de fout, ëënige groote v/oorden ten beste te geven, die erg liberaal klonken, maar waarvan de-meesten de strekking in 't geheel niet begrepen.
Men sprak en stemde over financiëele regeling, autonomie, decentralisatie, :— en meende daarmee alles gezegd -te hebben. \ ': s;
"Oude on nieuwe kiezers komen hierin metr, elkander overeen,' dat een beroep op hun ... rechtvaardigheidsgevoel, nooit vruchteloos is. Toont men hun. aan, dat niet voldoende rekening wordt gehouden met de belangen der inlandsche bevolking, door den loop der omstandigheden aan onze zorgen toevertrouwd, — dat diè belangen worden opgeofferd ten bate van de schatkist of ten voordeele van particulieren, — dan wekt.zulks, en dat is een gelukkig verschijnsel, hun verontwaardiging. De politiek van het „batig saldo" is voor goed veroordeeld, in de overtuiging, dat voortaan moederland en koloniën elkander moeten steunen, zonder dat het eerste zich daarvoor in letterlijken zin laat betalen, heeft het \ pleit gewonnen.
Bepaalde zich nu een vergadering van meerendeels niet-deskundigen tot het uitdrukken van dit algemeen beginsel, niemand zou daar iets tegen kunnen hebben. Sedert lang beweegt zich onze Indische staatkunde in die richting, en de,woordvoerders van alle partijen braken menige lans voor de rechten der inlanders. Dat er op \ dat gebied nog veel.te doen overblijft, is evenzeer waar; doch men moet op de hoogte van Indische toestanden en verhoudingen zijn, om met juistheid te kunnen zeggen, door welke middelen het doel, dat men zich voorstelt, te bereiken is.
Er is reeds meer dan één poging aangewend, om scheiding te maken, tusschen de j geldmiddelen van Nederland, en die van Indië, met dien verstande, dat onze schatkist slechts datgene worde vergoed, wat hier werkelijk ten behoeve der . koloniën wordt uitgegeven. Het thans aanhangige wetsvoorstel van den Minister van koloniën is onafgedaan .gebleven ; het wordt verkieselijk geacht, deze^'gèwichtigeyzaak^aan';de' nieuwe Volksvertegenwoordiging over te -laten; Of zij geneigd zal zijn, op het Regeeringsvoorstel.in te gaan, valt te betwijfelen; een meer raming van hetgeen in billijkheid van Indië gevorderd kan worden, schijnt wenschelijk.
Doch er zijn ook meermalen stemmen opgegaan tegen het begrootingsrecht der Nederlandsche Volksvertegenwoordiging ten aanzien van de Indische inkomsten en uitgaven. Hoe is het mogelijk, — zoo oordeelt men, — dat vergaderingen, welker leden slechts voor een klein gedeelte hetzij door hun werkkring, hetzij door hun studiën met Indië bekend zijn, een beslissing durven nemen in hoogste instantie over gelden, door den Gouverneur-generaal in overleg met den Raad van Indië aangevraagd, en de koorden der beurs losknoopen, als het met hun persoonlijk inzicht strookt?
Dat er eenige reden bestaat, om tot de Volksvertegengwoordiging het verwijt te richten, dat zij zich te veel in kleine bijzonderheden verdiepte, en er somstij ds een streven bij haar viel waar te nemen tot beknibbeling van de macht van het opperbestuur daarginds, zullen ■wq niet ontkennen,'' maar. het is .toch ook.een feit, dat de drang tot hervormingen steeds.is uitgegaan „van Dën Haag, \en niet vaii Batavia, Steeds telden we in beide Kamers der Statën-Geriëraal 'een zeker~aantal mannen,|die van'elk onderdeel van. den Indischen staatdienst volkomen op de hoogte' zijn; en wat den |overigen§§ aangaat, indien ,de kiezers , voortdurend zorg _ dragen,- het mandaat alleen .toe te vertrouwen aan mannen van een helder „verstand en. van karakter, die de argumenten vóórren tegen eenig.voorstel kunnen:^weg«h.en eerlijk genoeg zijn om hun ■'- af te doen hangen van de bij hen [ónder de inwerking van hot debat gerijpte meening over de zaak zelve, niet van politieke overwegingen of partij-bedoelingen, dan gelooven we toch dat het in het voordeel der inlandsche. bevolking zal zijn, het begrootingsrecht der g Staten-Generaal niet te besnoeien. ■ '->'-.- ' :.
Wanneer men spreekt van „ autonomie voor Indië",, wordt daarmee nog iets anders bedoeld,' inzonderheid als er het - woord „decentralisatie" imee in verband wordt gebracht.. Dat is'-nuvwel een kleine begripsverwarring, want de beide uitdrukkingenbeteekenèn volstrekt niet hetzelfde,. maar t;uit de debatten, hier en daar over het onderwerp gevoerd, blijkt duidelijk dat 'mën dit verschil niet in het oog houdt. / f : -
De heer Fransen, van de Putte zei den 20en Dec. in de Eerste Kamer:/
?Mén tracht aan' dé moeilijkheden en grieven, in het Indische beheer ontstaan, te gemoet te komènldoorte willen geven decentralisatie,;autonomie."'—- „Autonomie, Hoe, vraag ik mijzelf af, is dat in te richten? Wie te roepen om daaraan deel te nemen, zelfs in de hoofdplaatsen?lk weet het cijfer niet uit mijn hoofd, maar Soerabaija heeft een bevolking van zes of zeven duizend Europeanen en-bijna tweemaal honderd duizend inlanders. Die Europeanen, grootendeels ambtenaren/zijn over de geheele residentie verspreid, j Waar moet men de elementen vinden, niet voor een adviseerend college, maar Ybór een met beslissende 'stem? .Wié' zijn de ingezetenen van. Nederlandsch-Indië, i wanneer men de' Van" anibtenaren niet mederekent?" . j -:-
Naar het. ons voorkomt, heeft de geachte spreker met deze eenvoudige vragen het groote bezwaar, aangewezen, dat tegen invoering van plaatselijk zelfbestuur in Indië, — laat'ons zeggen op Java, — bestaat, en nog lang bestaan zal. *". ; ■"■'.'
De fout is, dat men Westersche instellingen wil overbrengen zonder met de omstandigheden rekening te houden. In Europa zijn de gemeenten op historischen bodem gegroeid, — zij zijn als het ware het uitgangspunt geworden van ons publiek leven. Had men nu, in de Indische hoofdplaatsen, gelijk in vele Britsch-Indische, een talrijke groep van industriëelen - en handelaars, dan zouden uit hen de elementen gekozen kunnen- worden om plaatselijke besturen samen te stellen, en behoefde het opperbestuur zich niet bezig te houden met de behartiging van belangen,. voor welke in beperkten kring beter gezorgd zou kunnen worden. Voor het tegenwoordige is daar geen denken aan.
Toch zou in sommige opzichten decentralisatie wenschelijk en uitvoerbaar zijn. Er komen af en toe klachten, dat besluiten van het opperbestuur, bijv. in het belang van particuliere cultures, ontginning van woeste gronden, exploitatie van minerale producten, zóó lang uitblijven, dat degenen, ten wier behoeve de aanvragen zijn gedaan, er eigenlijk niets meer aan hebben; dat moet over zooveel schijven loopen als er raderen zijn in de uit den aard der zaak ingewikkelde . regeeringsmachine. Voor de algemeene welvaart, zoowel van de Europeanen als van de inlanders, is wijziging 'van dit systeem noodzakelijk.Den residenten, in overleg zoonoodigmetde' inlandsche districthoofden en met des-' kundigen, zou de bevoegdheid verleend kunnen worden om zekere beslissingen' te nemen, waardoor de -vorming van* cultuur- onderneming bevorderd en demedewerking van het "kapitaal gemak:'; kelijker gemaakt zou worden. Kon men' dan tevens besluiten aan hen, dienieu-; we arbeidsbronrien willen openen, geen' te bezwarende voorwaarden op te leg-, gen, dan zou men van.deze beperking of wijziging van Regeeringsbemoeiing goede vruchten mogen verwachten.*.; %
Losse Bladen. ROTTERDAMSCHE PENSCHETSEN. ONGEREGELDHEDEN. (Uit de oude doos.)
De betrekking van Burgemeester onzer stad schijnt in vroeger jaren een winstgevende positie te zijn geweest; vooral toen de burgemeester over bijna alle openbare betrek.ingen te.beschikken had, en niet,zoöalsin dagen,, aan den Raad of ten minste aan
het Dagelijkschßestuur verantwoording schuldig was. Menschen van geld kochten zich een stedelijke betrekking en niet te verwonderen valt het, dat deze misbruiken onaangenaamheden veroorzaakten, die ernstige gevolgen na zich sleepten. Het Rotterdamscli oproer van 16S0, tijdens het burgemeesterschap van Van Zuylen VanNijevelt, een man van wien de kroniekschrijvers melden' „dat hij te Rotterdam is aangeland in zoo droevige equipage, datmeh bewogen is geworden hem een' mantel en een rok te leenen," verdient wel in ruimen kring geschetst te worden. - ■'■■■4-4-J >■'■'-'■'-
Volbloed Oranjeman, en hoofd der partij in de geheele Maasstreek, had hij zijn benoeming enkel te danken aan de voorspraak van Prins Willem 111, die hem op deze manier in goeden doen bracht. De Rotterdammers schenen echter niet zeer met hem ingenomen te zijn, want schimpschriften uit die dagen, vermelden heel veel onaangenaams en leelijks van den alles behalve beminden burgervader, die in betrekkelijk korten tijd (drie jaar na zijn benoeming) reeds twee huizen kocht aan de Leuvehaven Oostzijde en behalve dat, nog f 40.000 kon besteden voor het afbreken en verbouwen dier panden tot een grootsch' geheel.} -...?.; Het volgende voorval was echter het bewijs van veel onaangenaams,.en als wij vergelijken het toen gebeurde, met hetgeen in de laatste jaren aanleiding gaf tot droeve ongeregeldheden, zal men tot de overtuiging Komen, dat het,altijd de welgestelde burgerklasse is geweest, die het kind werd van de rekening. Men oordeele: Cornelis'Costerman, een wijnkooper en gehuwd met Adriana Korff, beiden behoorende tot gegoede families, hadden een zoon. Volgens tijdgenooten was hij goedaardig van inborst, zedelijk van wandel, en gezien bij zijne medeburgers. Daarentegen wordt hem verweten, „gemakkelijk te verleiden te zijn, om den impost op de wijnen te ontduiken",'niet andere woorden te smokkelen.
■ Hij was adelborst bij . de . schutterij en moest 28 Augustus 1690, tijdens de kermis nachtwacht houden op het Stadhuis Nu wilde het geval dat er door nieuwe adel-; borsten getracteerd zou worden, en Costerman met twee collega's en een tamboer belastten zich om een vaatje wijn te laten aanrukken,' waarvan echter nog geen belasting betaald .'was. Men hoopte echter, dat èn de kermisdrukte,' èn het nachtelijk duister hun smokkeltocht zouden begunstigen. Er was echter buiten den waard gerekend, want nauwelijks kwamen zij met het vaatje wijn uit het pakhuis van Costerman, toen zij gesommeerd werden door twee deurwaarders, vergezeld van twee telders en de drie gebroeders Van der Steen, allen stedelijke ambtenaren, om het vaatje af te geven. Begrijpelijk is het, dat dit nu niet zoo gemakkelijk ging, en er eerst een worsteling en later een gevecht ontstond, waarbij Costerman zijn degen trok, en een der telders een stoot gaf, die hem ter aarde deed storten, ".zoodat men hemin een huis moest dragen, waar hij zeer spoedig overleed. Men trok nu met den wijn ■ naar het stadhuis, waar het vaatje duchtig door onze schuttertjes werd aangesproken.' Toen de nachtwacht afgelost was, en Costerman zich naar huis begaf, vond hij behalve zijn hevig ontstelde ;: vrouw, den burgemeester bij zich thuis; met den onderschout en eenige dienaren, die hem na een kort verhoor, weder medenamen naar het Stadhuis, maar nu als gevangene.. Den volgenden morgen verscheen hij voor, den baljuw, omringd door de schepenen deistad. Men vertoonde hem den degen, dien hij als zijn eigendom erkende. Hij ontkende echter een moord te hebben gepleegd. Wel had hij, volgens zijn beweren, den degen getrokken tegen'een troep volk, dien hij niet kende, en uie hem zijn eigendom wilde ontnemen. -.-,-/' i: -
' Ondanks zijn ontkentenis hield men hem gevangen en verscheen hij tot 9 September bijna dagelijks voor'zijn rechters. Op 11 September geraakte het geduld der rechters ten einde, en men dreigde bij langere ontkentenis met de pijnbank. Toen bekende hij den moord gepleegd te-hebben en hield dit vol tot zijn dood. Hij werd schuldig bevonden, ter dood veroordeeld en, het vonnis werd den IGen September 1690 ten uitvoer gebracht. ï^W-'iïï Evenals het tegenwoordig voorkomt, was het vroeger. Het;volk had een idee fixe en wel „Costerman was onschuldig.",-' Van daar dat in tallooze geschriften de handelwijze der overheid gelaakt werd, en de onschuld van Costerman getracht werd'; aan het licht te brengen, als zou hij gehandeld hebben als verdediger en niet als aanvaller. De snoodheid der stedelijke ambtenaren poogde men" aan de, kaakte stellen'en'niet onduidelijk werd met geduchte wraakneming gedreigd. „Zoo stierf dan" — volgens de schotschriften dier 'dagen — „een onschuldige, die alleen „zijn ongeluk te danken had aan de bloedzuigers, de afzetters, die als Nero voor Rome,
„een pest waren voor de stad en een hartzeer voor de vromen." Men ziet duidelijk, dat in de laatste helft der zeventiende, eeuw, dezelfde liefelijkheden reeds werden uitgebazuind, als tegenwoordig en men vóór elkander niet behoefde onder te doen.
Den' volgenden avond omstreeks 7 uur, school het volk dan ook reeds samen,.vereenigde zich voor het huis van den'stedelijken ambtenaar. Van der Steen, die op de Kaasmarkt een winkel in aardewerk hield, en overlaadde hem met scheldwoorden en bedreigingen.., Tevergeefs poogde de onderschout Jan Van Koperen, de orde te herstellen, en. de gemoederen tot bedaren te -brengen, hij moest zich. ten' slotte verwijderen van
den ingang van het huis, waarvoor hij zich geposteerd had, hetgeen het sein gaf voor een verwoesting en een plundering in het huis, waar niets hoegenaamd gespaard werd, en alles kort en klein werd geslagen.ln den kelder vond men een buitengewone hoeveelheid wijn, waaraan de plunderaars zich dusdanig te goed deden, dat de meesten zóó beschonken werden, dat zij neervielen, hetgeen tot voordeel had, dat de plundering zich tot dit ééne' pand bepaalde.
De samenscholingenherhaaldenzich echter, en zeer terecht was de gegoede neringdoende en handeldrijvende burgerij in angst en vrees. De burgemeester echter, niet. - -. ', ~ '.'VS>;4Ï
Gecommitteerde Raden in den-Haag, van een en ander verwittigd, zonden \ honderd ruiters;' de burgemeester wilde hen echter niet in de stad laten, en alleen op het bidden der burgerij stond hij toe, dat 150 voetknechten de stad beschermden, bijgestaan door de schutterij, waarbij vele onwilligen waren. Gelukkig echter bleef alles rustig tot Donderdag 5 October, toen er voor. het volk een reden kwam om zijn haat tegen den burgemeester te keeren, die uit Den Haag terugkeerde, waar hij verslag had moeten uitbrengen over' den toestand der stad. „Moordenaar van Costerman!" klonk hem reeds aan de poort tegemoet, en het kostte hem en zijn drie : zonen groote moeite hun huis aan de Leuvehaven te bereiken, dat nu het mikpunt bleef van het volk, zoödat hij en zijn zoons slechts-verkleed als schutters het huis konden verlaten, om heimelijk zich haar de Schiekade te begeven, vanwaar zij met een trekschuit naar Den Haag vluchtten.- De schutterij was middelerwijl tot handhaving der rust opgeroepen,' doch was niet verschenen. Onmiddellijk ; werd in: de Doele een krijgsraad belegd, doch niet één schutter wilde den gehaten burgervader beschermen, zoódat de voetknechten,die op de Leuvehaven zijn* huis moesten bewaken, het hard tê.verantwoorden hadden, .■ daar: het grauw.aanhoudend brutaler,, werd, : en', met. steénen wierp. Toen werd er bevolen op.het volk tè vuren, en werden de verschillende bruggen opgehaald, zoodat. het huis .van denburge-
meester geheel afgezonderd was. Het volk,', dat vooral na het vuren, waarbij eenigoj dooden en gekwetsten waren gevallen, woe-l dend was geworden, haalde nu de kanonnen, van het Bolwerk, die enkel gebruikt werden' om vreugdeschoten bij feestelijke gelegen-' heden te lossen, en met drie achttienponders, { die zij op de Leuvehaven westzijde plaatsen I tegenover het huis van Van Zuylen van' Nijevelt, beschoot men het huis, waarop de) voetknechten de vlucht namen, ent het huis, totaal leeggeplunderd en afgebroken werd,; zoodat er niets dan een puinhoop overbleef.! Toen was het gepeupel bevredigd, enbin-j nen weinige dagen was alles weer rustig. Volgens geschiedschrijvers is het zeer, duidelijk gebleken, dat het niet' enkel hei\ gepeupel was, dat dit werk verricht heeft.l Zeer aanzienlijke j kooplieden zag men onder I het schuim; en velen hadden zich vermomd, j Tengevolge van dit oproertje werden slechtsj drie personen, tot de laagste volksklasse) behoorende, vervolgd; doch de 'naweeëri bleven niet weg, daar de burgemeester vöorf den Hove van Holland gedaagd werd, cm door mr. Johan Ruysch, fiscaal van den'; Hoogen Raad, beschuldigd werd van „usur-: patie van de autoriteit der schepenen,'-' va»n' usurpatie in kerkelijke en politieke regeering,! en vooral van coricussie en exactie," d. il het onrechtmatig afpersen van geld.* >•*■■' Van Zuylen werd echter vrijgesproken erf. deze vrijspraak gevolgd door een bevel van[ Prins | Willen' 111, aan het bestuur der stad Rotterdam, om alle geleden schade aan den burgemeester te vergoeden.. • ;* j-v-rJj ' De gezeten burgerman was dus toen, even-j als ,nu, het kind van- de rekening, daar de schade f 159.000 was, welke som na langdurige) besprekingen teruggebracht werd tot/152.10Q.i Om- deze som te' kunnen betalen "sloot'do; stad een leening van anderhalve ton gouds,' waarvan de interestbetaling een tweede leè-' ning van gelijk bedrag en verhooging van de' belastingen noodzakelijk maakte. ':'■>'■'.' ■' ■Den-24 Juni 1695 overleed Van Zuylen Van' Nijevelt, zeker een der minst populaire bur-' gemeesters, die ooit op het stadhuis van Rotterdam gezeteld hebben. ."•' BABI. i
Vragen van den dag. Elck wat wils.
Een der heuglijkste verschijnselen bij de verkiezingen van deze week is zeker, dat er in de meeste districten zoo druk is ge-
stemd. De nieuwe kiezers hebben blijkbaar: van hun recht ruimschoots gebruik -willen' ■maken, en dit heeft ook gunstig gewerkt op de opkomst der oude kiezers.' In sommigen districten zijn 90 pCt. en meer opgekomen , in enkele zelfs 98 pCt. Den stand der herstemmingen — 26 in het geheel — ziet men uit volgend lijstje:
DISTRICT LIBERAAL ANTI:LIBERAAL Amsterdam ' Mr. W. H. De Beaufort ,:^>:v:':^-. Mr. J.D. Veegens V '."':'*. Alkmaar ■ • ■• Mr. W. Van der Kaay Jhr. C. Hartsen, C Bergen-op-Zoom J. De Ram W. H. B. Wilkens, K Beverwijk Jhr. J. Boreel v. Hogelanden Mr. J. A. N. Travaglino, K. Bodegraven Mr. J. G.Patijn S. Van Velzen, A ■-■ Breukelen •' Mr. W. J. Rooyaards v. d. Ham S. M. Van Wijck, K Deutinchem Mr. J. R. P. Tak v. Poortvliet Mr. J. G. S. Bevers, K Dordrecht Mr. J. Van Osenbruggen Baron v. d. Borch, A Eist ■■■■- - •' Cr. W. baron Van Dedem, A ~:.,■. Mr. B. M. Bahlmann, K Franeker F. Lieftinck L. W. De Vries, A 's Gravenhage Mr. L. G. Greeve - . L. J. S. Van Kempen, A Mr. H. v. d. Goes v. Dirksland Mr. Michiels v. Verduynen, K Groningen Mr. J. D. Veegens A. Brummelkamp, A Haarlemmermeer H. F. Bultman , Mr. Reekers, K Hontenisse - ':■'■.: Mr. F. J. F. M. Walter, K '-''".-,' Jhr.Mr.J.J.Pompev.Meerder voort Katwijk ■''-.'■ J. H. Donner, A Mr. J. Maschek, K Loosduinen Mr. W. Th. C. Van Doorn Mr. A. Van Berckel, K ■ ' ■ Middelburg A. Smit •>- ;) Mr. C. Lucasse, A Oostburg • : Mr. P. C. J. Hennequin N. Glinderman, A Schiedam Mr. J. G. Patijn Mr. L. W. Janssen, K Schoterland B. H. Heldt ', - F. Domela Nieuvrenhuis, SD Winschoten i Mr. Zijlker DrMansholt, R Wolvega " Mr. Van Diggelen R. K. Okma, A Wijk-by-Duui'stede W. BaronVan Goltstein Dr. Schaepman, K Zuidhom Mr. E. Cremers S. Van Velzen, A Helder S. T. Land . H. W. Van Marie, A
De uitslag! . De Standaard (orgaan van Dr. Kiipyer; anti-revolutionair) is natuurlijk zeer.in zijn schik/over. de verkiezingen.. -sV-". Heel ons corps,'zegt'het voörr treffelijk de vuurproef doorstaan. "•':■■ -. ■ '
De besturen der kiesvereenigingen, de agenten en correspondenten hebben stelselmatig, alsof ze door V o n M o lt k e. gevormde officieren waren, niet in het wilde, maar met vaste hand keurig gewerkt. Onze pers in de provinciën deed voor de kleine kracht, waarover ze beschikt.wonderen.
En de kiezers bleken trouw, veel trouwer dan de tegenstanders en overloopers gedacht hadden. Zelfs zij, die het synodale kerkgenootschap nog hartelijk liefhebben, hadden het toch niet zóó lief, om ter wille van een denkbeeldig gevaar S voor dat. genootschap het vaderland ten verderve te voeren.
Het is zoo, in Utrecht is meer dan één voor het spook van het Papisme bang geworden; en in Leiden had men kunnen overwinnen, maar ook in weerwil van de nederlaag, is en blijft Utrecht een toonbeeld van energieke en treffelijke bewerking voor heel het land. ■
Dat we in Enschede en Tiel niet wonnen, is geen argument tegen ons. In Enscnede en Tiel zijn de antirevolutionairen slechts een kleine minderheid.
'Maar zie eens naar Friesland, wat onze organisatie vermocht, in districten, waar we wezenlijk sterk zijn. ■•■•■- ' :. Friesland overtrof aller verwachting. Bergum was een bijna ongedachte winste. En Eïaneker, en "Wblvega hebben allen lof! . .Het bleek nu wat men kan, mits irien: naar goeden raad .luistere en in behoorlijk verband ;optrekke. ■ ■ '- Kiezers! laat het u daarom voor 20Maart nu reeds op het hart zijn gebonden, om niet' door traagheid of eigendunkelijkheid te bederven, wat op 6 Maart aanvankelijk zoo, schoon gewonnen wierd., ; ; Sluit nu vooral de gelederen. Weest stokdoof voor de taal der lasteraars: en der verleiders. Gij hebt thans kunnen zien wie uwvrienden en wie uw vijanden zijn. . Eindelijk, eindelijk heeft de Heere onze God' het gebed van het verdrukte deel van Neen- '• land's volk gehoord. Vergeet den dank niet. ; Bovenal den dank niet, die door nieuwe trouw en nog beter toewijding op 20 Maart van u wordt gewacht.
De uitslag! De Tijd (het hoofdorgaan der Katholieken) • laat zich zeer voorzichtig uit. Het blad bc-; paalt zich tot de voorspelling, dat in de, nieuwe Kamer van een krachtige liberale partij j ge-en epr&ke zal zijn. '
Vóór de verkiezingen! Dr. A. W. Bronsveld zegt in het Maart-, nummer van de Stemmen voor Waar-J heiden Vrede (geschreven vóór de uitslag', bekend was): •"*! Ik vrees, dat de meerderheid zal zijn biji do anti-liberalen,'wat zeggen wil: bij de Roomschen. En waaraan'zullen wij dat voor een groot deel te wijten hebben ? Aan de zonderlinge houding van-vele Protestanten. Zij zien niet in, dat zij, door de anti-revolutionairen te steunen, de Roomschen in de handwerken.
Wanneer dus, met hun hulp, Rome in ons land een macht krijgt, grooter dan het ooit na de Hervorming heeft gehad, dan zullen wij tot eigen geloofsgenooten moeten zeggen: 'dat is voornamelijk uw werk! Het zal veel bezwaarlijker vallen hierin te berusten, dan het bijv. den Gereformeerden bewoners van Utrecht in 1673 moeten gevallen zijn, op last van Lodewijk XIV de Domkerk 'ce moeten ontruimen ■en te gedoogen, dat 'weer'de'Mis werd bediend in het bedehuis, waar VoetiUs en L g d enst e ij n zoo dikwijls : den kansel beklommen. - -Wijmogen ons daarom wel wapenen met een dubbele mate van lijdzaamheid, als de stembus door onze geloofsgenooten aan den paus een triomf bezorgt,, die voor ons gevoel zeer smartelijk zal zijn en ons „vleesch" op zware proef zal stellen, p
Een beschouwing! \--.r, Opmerkelijk is het, zegt het Hand e 1 s - blad (liberaal), dat Utrecht, dat in 1886 door de liberalen werd verloren, thans is hernomen; maar daarentegen Zutfen en Steenwijk, die toen werden veroverd, nu weder zijn teloorgegaan, en in Den Haag en Middelburg; waar in 1886 terstond liberalen zijn gekozen,, thans weder herstemming noodig is. i Eene andere bijzonderheid is deze, dat van de antirevolutionaire partij de twee uitstekendste oud-leden, mr. A. Mackay on mr. Beelaerts van Blokland, zelfs niet in herstemming komen. Zij zullen wel voor de d u b-" b e 1 bezette districten (Zwolle en Ommen, Kampen en Amersfoort, en Sneek en Harlingen) invallen, maar de nieuwe verkiezing zal daar vermoedelijk niet afgeloopen zijn, alvorens de nieuwe Tweede Kamer bijeenkomt. Toch is een der beide liceren de aangewezen voorzitter, als de anti-liberalen — wat zeer waarschijnlijk is —de meerderheid erlangen! • Een zonderlinge speling van de verkiezingsibterij! . -.•' - ; Nu heeft een der katholieken leden kans president te worden van de Tweede Kamer. Zooals uit de lijst der herstemmingen blijkt, komen' ongeveer. even zoovele antirevolutionairen als katholieken in herstemming met liberalen. Het ligt voor de hand, dat er nu een ruil van diensten zal worden aangegaan, om de gehate liberalen te weren, zoodat die districten alsverloren kunnen worden beschouwd, indien de roomsche kiezers zijn te bewegen op anti-revolutionairen te stemmen, en, wat mooielijker is, de antirevolutionaire kiezers op katholieke candidaten. Dat heeft echter in menig district reeds plaats gehad en zal hier en daar nog wel gelukken! De leiders zullen wel hun volgelingen beduiden dat hun zieleheil er van afhangt! Toch is het de roeping der liberalen, tot het eind te worstelen en hun plicht te doen.
Er staat te veel op hot spel,
Vallen de herstemmingen niet mede, dan zal do Kamer van Honderd vermoedelijk bestaan uit ongeveer 55 anti-liberalen en 45 liberalen. Dus een vrij groote anti-liberale meerderheid, wat verre is te verkiezen boven het doode punt. Nu zullen de clericalen, verdeeld in antirevolutionairen, katholieken, en enkele- conservatieven, hebben te toonen, dat zij niet enkel anti-liberaal kunnen stemmen,. maar ook kunnen regeeren! "' " ƒ ', Een gelukkig teeken acht het Handelsblad het, dat Amsterdam, Rotterdam en do drie academiesteden (Leiden, Utrecht en Groningen) voor de liberalen zijn behouden. Van daar zal allengs de kracht uitgaan, die Nederland van de kerkelijke heerschappij verlost.
De uitslag! De Zutphensche Ct.(liberaal)schrijft: De uitslag der Dinsdag gehouden verkiezing heeft ons bitter, bitter teleurgesteld. Zoo iets hadden we niet kunnen verwachten. Zelfs onze' tegenstanders waren er over verwonderd. , ■, \ Slechts éen ding verheugt' ons: onedele middelen. zijn niet door. ons, liberalen, gebruikt — wij hebben den slag verloren, maar de eer der vlag gered. ;.V; ■'--.• Hierna beter! — zij. 't Schreit ten hemel! . —. _ . _ï. Onzalige politiek, die de hoofden verwart V en de.harten verkoelt! i