Rotterdamsch nieuwsblad

' Men meldt ons uit 's Gravenhage met zekerheid, dat de rechterzijde (anti-liberalen) gevraagd wordende, niet slechts bereid zal zijn het bewind te aanvaarden, maar zelfs in hoofdzaak met een ministeriëele lijst gereed zou zijn. De heer Mackay zou Minister van Binnenlandsche Zaken en présidentminister worden. De heer Béelaerts van Blokland zou een portefeuille bekomen. De overige ministers zouden niet uit de Kamerleden worden gekozen. „N. Asser Ct."

— De officier van administratie der 2de klasse H. J. Verveen wordt, onder eervolle ontheffing van de waarneming der betrekking van administrateur b\j de ziekeninrichting te Hellevoetsluis, met den lsten Mei a. s. op non-activiteit gesteld en vervangen door den officier van administratie der 2de klasse N. J. J. Van Rijn van Alkemade, terwijl de officier van administratie der 2de klasse Z. J. Van der Vegte met gemelden datum geplaatst wordt aan boord van Zr. Ms. wachtschip te Willemsoord.

— De eed en Domela Nieuwenhuis!

Het blijft ons nog altijd een raadsel, — zegt de Tijd — hoe Domela Nieuwenhuis het voor zijn geestverwanten zal goedmaken, indien do eed of belofte door hem op de Grondwet wordt afgelegd. Onzes inziens houdt iemand, welke als eerlijk man aan de Grondwet heeft trouw gezworen, vanzelf op socialist te zijn. ..■;'■■ - -

— Tot betaalmeester te Breda is benoemd J. H. A. Modderman, than s betaalmeester te Alm elo.

— Voor de betrekking van hoofd der 3de openbare school te Cillaarshoek ( Maasdam) hebben zich 27_ sollicitanten aangemeld; 7. en 21 April heeft het Ie en 2e gedeelte van het vergelijkend examen plaats. *

— Examens nuttige handwerken.—Geëxamineerd te 's Hage 8 candidaten. Toegelaten de dames A. J. M. Ter Haar te Egmond aan fZee; G. A. G. P. Bredius, te Leiden en P. J. M. Loenen, te Scheveningen. De examens zijn hiermede geëindigd.

Tt De Hooge Eaad der Nederlanden heeft '.n de procedure van heeren kerkvoogden te Tjamsweer (provincie Groningen) tegen den heer. F.. Jansonius, aldaar, beslist, dat ook ten aanzien van- het beheer,der eigendom-] Jmen van de gemeente het stemrecht geldt, 't welk ten opzichte van het bestuur in de Nederl. Herv. kerk is aangenomen;.. -' • '

'Hierdoor is veroordeeld het dóór sommigen voorgestaan systeem, dat, met betrekking tot het beheer der goederen, het 'stemrecht zou ,zijn bij alle leden der kerk, niemand, zelfs niet vrouwen en kinderen, uitgezonderd. '. De „Prov. Gron. Ct.". wijst er. op, dat deze uitspraak van groot belang is voor de meeste kerkelijke gemeenten, die deel uitmaken van de Ned. Herv. kerk, omdat in verreweg de meeste van die gemeenten de regeling van het beheer, geworteld is in het beperkt stemrecht, en de kerkvoogden dus voortaan ge-, vrijwaard zullen zijn tegen de bedenking, dat de grondslag; hunner benoeming niet deugt, omdat vrouwen en kinderen, en wie meer het stemrecht derven, thuis werden gelaten bij het leggen van dien grondslag.

— Er heeft zich een commissie gevormd met den burgemeester van Barneveld A. W. J. J. baron van Nagell tot eerevoorzitter en ds. K. F. Creutzberg te Arnhem, tot voorzitter om uitvoering te geven aan het plan tot het bouwen van een kerk en pastorie voor de Herv. gem. Kootwijk en Kootwijkerbroek. Ook de buurtschappen Gardenbroek, Essen en Stroe zouden dan bij de gemeente Kootwijk gevoegd worden, zoodat deze kerk dan in het midden van een kring van ruim 800 zielen zou zijn geplaatst. De kosten worden op /17,000 geraamd, waarvoor de ondersteuning van de Ned. Hervormden wordt ingeroepen.

— Beroepen bij de Ned. Herv. Kerk. — Te Spijk, J. A. Van Wijk te Oosterwijk. — Te Steenbergen, A. M. Venker te Brouwershaven. — TeWoudrichem, A.P.Adriani te Renswoude. — Te Hoogeveen, J. Langhout te Anjum.

■ Beroepen kij de Ned. Ger. Kerk (doleerende).' — Te Haarlem, G.l H. Van Kasteel te Kollum. — Te Kamerijk, W. Ringnalda té Harmeien. Beroepen bij de Chr. Ger. Kerk. — Te Westbroek, J. Van Henten te Zuid-Beierland. Aangenomen het beroep bij'de Ned. Herv. Kerk. Naar -Beilen (toez.), door H. Nieuweg te Diever."■ V \ ' . •■■

Aangenomen het beroep bij Chr. Ger. Kerk. Naar Haulerwijk, door J. Fokkinga te Edam. Bedankt voor het beroep bij deNed.Herv, Kerk. —'Voor Gulpen, door A. Van Rossum te Beek (Limburg). — Voor Nieuwvliet, door W. Van Asch te Éethen. •=- Voor Tienhoven, (cl. Amersfoort) door P.'-J. Van Melle te Minnertsga. .: ■-. - ,':-■: , -

— Uit Zwolle (Maandag): Het water op den IJsel is in de laatste 3 dagen ruim een halven meter en in de laatste 24 uren weder. 18 centimeter gewassen en teekent op de zelfregistreerehde peilschaal aan het Katerveer hedenmorgen 8 uur 2.58 boven AP. Aan de Geldersche zijde staat het veerhuis rondom in, en de veerweg geheel onder water, dit is reeds de zesde maal dezen winter, dat menden overtocht op dit drukke veer (dat jaarlijks door de gemeente Zwolle voor ruim vijf. duizend gulden wordt verpacht) met de ponten heeft moeten staken, zoodat thans meer dan ooit door handel en landbouw gemis eener overbrugging wordt gevoeld. . .. \ ■:: -; .• : :

. — Uit Grave (Maandag): * - Eivierstarfd: hedenmorgen 9 ure 10.35 M. Was sinds ;de .laatste opgave 0.06 M. De Keerkade aan den benedenmond der Beersche Maas wordt voortdurend bewaakt.

— Uit Meppel (Maandag): De waterstand heeft alhier een zoo hoogen stand hereikt,dat de Meppelersluis open staat. Van hier naar Zwartsluis staan de landerijen langs 't Meppelerdiep onder water.. , ■

— Toen < onlangs te O. de vrouw van een handwerksman haar echtvriend tweelingen schonk, trapte de man, van woede, de kachel in elkaar. >•-

De buren bluschten het begin van brand, dat daardoor ontstond. «•..

% Tegen den dader is, uithoofde van zéér „verzachtende omstandigheden", geen procesverbaal opgemaakt.. ■ ..■.„-• " : .; ;.

";:— Als een.bewijs hoe groot de ijver der bijen is om-honig te verzamelen, kan hieruit blijken, dat men heeft berekend; dat 125 bloevan wilde of witte klaver nog geen grein honig bevatten. Om een kilogram té verkrijgen moet men dus meer dan ,125.000. bloemen hebben; elke bloem bestaat uit ruim 60 kelkjes, zoodat de bijen minstens zeven millioen vijf honderd duizend zulke kelkjes moeten uitzuigen, om een kilo honig te verzamelen. .-■■•■

— Een eigenaardig gebruik is het in sommige plaatsen van de provincie Groningen, dat echtgenooten op den morgen van den eersten Paaschdag een ei met elkaar deelen. Manlief neemt de eene en vrouwlief de andere helft, 't Is een gebruik bij den gezienen boerenstand, een symbool van het gemeenzaam bezit bij man én vrouw, die overigens meestal niet in gemeenschap van goederen zijn getrouwd.

— Een kind met een dubbel gezicht is te Blerik geboren; van voren is het gelaat geheel , normaal, terwijl het achterhoofd voorzien is van mond. en neus, en vooruitsteekt, als een gewoon hoofd. Het kind is gedoopt en gezond.

— Te Wije zijn door een paar dames, behoorende tot het „Leger des Heils," vruchteloos pogingen aangewend, om voor het houden van oefeningen een zaal te huren.

— De sociëteit „Concordia" te Ooltgensplaat heeft, geheel belangeloos, een ruime brooduitdeeling onder de behoeftigste ingezetenen dier gemeente gehouden.

, — Uit Ooltgensplaat zal binnenkort weer iemand'naar den Transvaal vertrekken.

Van hen, die van daar in het vorige jaar naar Amerika vertrokken, worden zeer ongunstige berichten ontvangen. ;

§g— Als een gevolg van den kerkelijken strijd te Zuidland zijn daar tijdelijk een brigadier en twee marechaussees gestationneerd. \

— Onder de gemeente Weert is het woonhuis,"-met 'al-het huisraad,:de schuur en stalling van den landbouwer L.Kneepkens,r afgebrand, 1 varken, 1 schaap en een kalf zijn in. ■ den brand - omgekomen , .terwijl 2 koeien en een os zijn gered;' Alles was verzekerd en de oorzaak is onbekend. ■■■• ■

— Bij het hevige onweder, dat te Terheiden (Noord-Brabant) Vrijdagavofiid tusschen acht en negen ure woedde eiy.van zware regenbuien vergezeld ging, is'; de bliksem ingeslagen in; de arbeiderswoning vanl F.'Van' Fessurn, aan den steenwóir, nabij het Witte Huis. Het perceel mét den inboedel, waarvan, nog iets gered werd,-is een.prooi'dër'vlammen geworden. ■ - .;' •'■--" :" • ■'•.'

:—J Uit Friesland: ■•': : ; '.\;\. ■'''"■' \De wintervorst heeft.ditmaal zijn scepter neergelegd; ijs en sneeuw zijn zoo goed als verdwenen.. Grootere en kleinere kanalen zijn weer van hunne boeien bevrijd, doch niet zonder veel inspanning en een zwaren strijd. De kracht "der stoom vemiocht soms bijna niets tegen de dikke ijs-en sneeuwkorst. Het boezemwater, alsmede het water in de polders is en blijft verbazend, hoog. Daardoor is de grond zeer vochtig en zijn de bouwlanden te nat om bewerkt te worden. Alle landbouwwerkzaamheden staan nog stil, alleen in de hoog gelegene tuintjes wordt met spitten aangevangen. Droogte- moet dus hier nog veel goed maken. Ditmaal hebben wij voor den landbouwer een laat voorjaar. ...;

..— Bij den landbouwer Mertens te Hom, brak des nachts de herdershond los, met het gevolg, dat hij in den zwijnenstal aanlandde, waar twee volwassen lyarkens: huisden. Een daarvan vond men 's morgens dood in den stal liggen, terwijl de;3iond nog bezig was het andere varken te verscheuren.

— Zaterdag arriveerde te Gennep de eerste ooievaar. Na zijn nieuwe woning in oogenschouw te'hebben genomen is hij .teruggereisd, om zijn ega aftehalen. . '.

- — Op de hofstede van een landbouwer onder Oostburg is een vrouw opheeterdaad betrapt op het stelen van graan. De koffieketel, die door haar man, aldaar werkzaam, eerst werd leeg ' gedronken,* werd, evenals een zakdoek, later met taijwe gevuld; Even buiten 'den dorschvloer\werd zij-door-de politie,' die zich verdekt had opgesteld, gevat en tot bekentenis gebrachtl '!:'•■■'■.-'-■'•■':

~.—.'■ De. arbeider ,A.jj S. të Zevenhuizen, is zoodanig door eenkoe in buik-gestototen, dat men voor zijn leven vreest. '•%-.- •. iSgsl v

•\—" Volgens den regenmeter der Rijkslandbouwschool te Wageningen, is in de maand Maart gevallen 119 M m.M. regen, tegen 25J4 m.M. in dezelfde maand:van 1887. -'■ -•--

— Naar wij vernemen 'is' de Commissie, welke zich geruimen tijd geleden had gevormd om een stoomtramweg tot stand te brengen van Nijmegen over Druten naar Wamel, ontbonden. Zij, die rentelooze aandeelen van f 10 hadden genomen, ontvingen op ieder aandeel f 6.61 terug.

— De merkwaardige proeven op het gebied van bruggenvernieling, die onlangs in de militaire wereld zoozeer de aandacht trekken, zullen dezen zomer worden voortgezet. Eerlang zullen nog een tweetal oude spoor-, wegbruggen van Venlo naar de Biltsche heide vervoerd en aldaar door het korps genietroepen' tot dat doel weder opgesteld worden.

— Bij de aanstaande campagne zal de suikerfabriek „De Dankbaarheid" te Zevenbergen electrisch verlicht worden.

— Het „Leger des Heils" maakt te Groningen propaganda.- Verscheidene zondaren en zondaressen (ongeveer ten getale van 50) zijn, gered, waaronder die reeds meermalen met justitie en politie hebben kennis gemaakt.

— Namens vele ingezetenen van Heerjarisdam, waaronder ook de burgemeester, zijn een paar cadeaux als aandenken vereerd geworden aan den heer W. Haaring, hoofd der openbare school aldaar, die de gemeente gaat verlaten om zijn betrekking aan een

school voor uitgebreid lager onderwijs -te Rotterdam te aanvaarden., - ' :. ~ •.

— Te Hellevoetsluis heeft .zich de weduwe M. door worging van het leven beroofd. Men vond' haar hangende aan de bedsteeplank en gedeeltelijk' rustende op den vloer der slaapkamer. Reeds: vier personen uit die familie: hebbén de hand aan hun leven geslagen. --. -. ■■.:■'

' — Te Brakel zijn thans de eerste aardappelen gepoot.- Dit. had het vorige jaar in het midden van Februari reeds plaats. : '

I—; De papierfabriek van den heer D. te Maasniel, waarin vele handen werk vonden, en waaraan vele huisgezinnen hun onderhoud'dankten, heeft'het werken gestaakt, daar het papier uit het buitenland goédkooper wordt geleverd dan zij hetzelve kon fabriceeren. ■■' ■■ "■' :■■:■.■::■■.. i ■ ..

— Voor de betrekking van machinist aan -het Stoomgemaal van den polder Venhuizen en Hem (gemeente Hoorn) hebben zich 116 sollicitanten aangemeld.

. — Te Groningen liep voor een.paar dagen het gerucht, dat het daar thuis behoorende schoonerschip „Wildina Christina", kapitein Kramer, van Groningen naar Gloucester bestemd, in het Engelsche Kanaal met man en muis gebleven was, welk gerucht wij echter ter wille van de familie verzwegen. Thans kunnen wij tot ons genoegen mededeelen, dat bedoeld gerucht in zoover op waarheid berust, dat wel het schip gezonken, maar de opvarenden', na gedurende 3 . dagen in een boot in dé open zee te hebben rondgedreven, gelukkig de Engelsche kust bereikten.' Kapitein Kramer deed als zoodanig zijn eerste reis. • ..- .. ; '. Pr. Gr. Ct.-.

— Mag m'erTbij het middagmaal drinken? ; In het. algemeen is het waar, dat het water niet te koud moet gedronken worden, vooral als men eenigszins verhit is, want dat kan krampachtige samentrekking . ten gevolge hebben van de inwendige weefsels en vaten, en bloedverstoringen,' katarrh-ontstekingeri enz. veroorzaken. Bij -het. warme 'eten koud water te drinken geeft verstoring in de vertering. ' .'-,- .' ■.■;.'.

De maag behoeft tot de vertering eenwarmté" van 37° Reaumur; onder dat cijfer verteert zij /niets, vooral worden vette stoffen .onoplosbaar gemaakt. Drinkt men nu koud water van ongeveer 8 a 7:graad.R. dan wordt de' maagtemperatuur afgekoeld; en kan .men! niet .zoo. noödige 37?, erlangen.' De. maagzenuwen .^worden..voor.;, verlamd,'en. deafzonderingvanhet'maagsap,"; evenzoo als de noodige beweging van de houden op: ■ :■"': .-:" • ' : .:..-ij

- Iri grootere - mate genomen, verdunt hèt ■water het maagsap te veel en worden het" zijn functiën ontnomen. In warme tijden is het daarom het best, voor het eten te drinken, en dat kan de vertering zelf bevorder-, lijk zijn; dan heerscht. er eenige droogheid in de maag, en die kan dan zeer goed te hulp gekomen worden. De regelmatige warmte is dan bij het gebruik der spijzen weer hersteld.

Een uur na den maaltijd kan er ook weer gedronken worden," dewijl dan de vertering ver genoeg gevorderd is, als men althans niet te veel en te koud drinkt. i'm

Wat hier van het water gezegd wordt, geldt ook van bier en wijn. ' . "

— Vrijdag-avond te acht uren brak boven Breda een hevig onweer los, v/aarvan vooral één slag het ergste deed vreezen. Gelukkig is die vrees, voor, zoover Breda betreft, ongegrond gebleken, doch in de | omstreken moet dit onweer hier en daar nogal schade hebben aangericht. - '•'■■.".;.■;■',<.;

' — Te Roermond is gevankelijk binnengebracht de 25-jarige jongedochter A. G, uit Stiphout, als -verdacht van . kindermoord. Het lijkje is gevonden in een sloot, nabij de woning der verdachte, en had een koord om den hals, waaraan een steen bevestigd was.

; — In hoogen ouderdom is dezer dagen," na een korte ongesteldheid, te Ooltgensplaateen arme stakkert overleden, dien men in;

de wandeling „Graofje" noemde. Vóór zijn ziekte beloofde hij aan zijn dochter, heel in het geheim, de plaats te zullen aanwijzen, waar hij , buiten het dorp, zijn geld begraven had. Zijn ziekte | echter . verhinderde hem zijn belofte, na te komen, zoodat geen der arme familieleden weten waar zij zoeken moeten om den schat te vinden. ?

,Men begroot de nalatenschap op gouden tientjes.. : . ...

— In Limburg heeft men de eerste zwaluwen gezien, drie in getal.

— De directie der Heineken's Bierbrouwerij - Maatschappij verzoekt ons mede te d.celen, dat het bericht, betreffende een ongeval in de brouwerij te Amsterdam, overgenomen uit een der Amsterdamsche bladen, van allen grond ontbloot is. . - ;

— Vrijdagmiddag, ongeveer 4 uur, woedde er boven de Peeldorpen een vreeselijk onweder, vergezeld van zwaar stormweder en groote hagelsteenen. Te Helenaveen sloeg de bliksem in de turf strooiself abrieken verbrijzelde, zonder' gelukkig meer schade aan te' richten, eenige glasruiten, terwijl verderop nog een hoop turf door het hemelvuur uit elkander werd geslagen. Ongeveer op denzelfden tijd ontlastte zich te Eindhoven een zware hagelbui en eenigo uren later, tusschen 7 en 8 uur, onweerde het boven die stad, doch slechts in lichten graad. Ook Woensdagmiddag werd daar donder en bliksem waargenomen. •:; — In de omstreken van Zevenaar zijn door den snellen was van het water verscheidene hazen verdronken. Bij hoopjes vindt men ze dood liggen. — Het St. Sebastiaan schuttersgezelschap te Mechelen—Wittem (Limburg) zal 25 Jani a. s. met een internationaal schuttersl'eest zijn 300-jarig bestaan herdenken.' . — Op verzoek is eervol ontslagen, met 15 dezer, de rijksveldwachter dor 3de.klasse (jachtopziener) G. Van Daalen, te Oud-Beierland, en is vervangen door A. Den Boer, - aldaar. . .- / . - ~ - :■•'— Vreesde men, dat het oude rijmpje:De kievit legt in Maart, al vriest 't op zn staart", dit jaar niet-bewaarheid zou worden, toch' schijnt die vogel op het eiland Tesseldeeer; van het kievitengeslacht opgehouden te heb-' ben. Men verzekert althans, dat daardeni 27sten dier maand een kievitsei is gevonden.' ".—.De gemeenteraad te-Zevenhuizeh.'"h"&effc' afwijzend beschikt óp" hét adres'vari ééïtigè'.. ingezetenen "om "aldaar ~de ", kermis af te1, schaffen.".-"....: ,'.'•'-'",'""•.'.'"'■'.-"--'{"■ "...V.".-.'"-■'x»n

• Dcicomóiissie uit \de< werkstakers -to<' 'lAlmelöo, geruchten vernomen-hebbende, dat: 'i zij. niet 'Üe- ware: meeningi der werkstake.ra: vertegenwoordige, heeft haar: mandaat in; handen der werkstakers gelegd en werd! daarop met 198 van de 197 stemmen herbe-'1 noemd. . . .: ... -. • . -.-.'■ .:..:. c-:i k

I Een: brief van deze commissie aan de heeren Scholten gericht, naar aanleiding van geruchten dat door deze.heeren nadere voorstellen aan eenige werkstakers' waren gedaan, met welke voorstellen de commissie bekend wenschte gemaakt te worden, bleef tot heden onbeantwoord. .

A.: Ik zeg je, dat de vrouwen duur zijn, amice. Onlangs valt'er'een zandkorreltje in het oog van mijn echtgenoote; zij gaat onmiddellijk naar den oogarts en ik krijg een rekening thuis van vijf gulden. -; - f B.:' Nu, dat heeft niet veel te beduiden, mijn waarde; toen ik onlangs met mijn echtgenoote een wandeling maakte, kreeg zij een heel modemagazijn in 't oog en die geschiedenis kostte mij vijf-en-zeventig gulden! ■ -'•■

— Jeugdig echtgenoot, die zijn leven --wil beteren: „Ja, beste Minnie, ik weet, dat ik verkeerd gedaan heb, met 's avonds zooveel uit te gaan. Ik zal het: niet meer doen en begin met van avond thuis te blijven." Jonge . vrouw: „O, Eduard, je weet niet hoeveel pleizier of je me daarmee doet. Neef Karel heeft gevraagd of ik met hem naar de" komedie ging, en dan kan jij op het kind passen!".::; : -;• .•' ■ ;f-

De vier jongelieden wisten.dat nieuws een kwartier uurs na den heer de Tréville; want zïj waren de eersten, aan wie hij het mededeelde. Het was toen, dat d'Artagnan de gunst waardeerde, welke de Hertog hem had geschonken, door hem bij de musketiers over te plaatsen. Zonder deze omstandigheid, zou hij genoodzaakt zijn geweest in het kamp achter te blijven, terwijl zijn vrienden vertrokken; Het spreekt van zelf, dat het ongeduld om naar Parijs terug te keer en, het gevaar voor reden had, dat juffrouw Bonacieux liep, door in het klooster van Béthune Milady, haar onverzoenlijke vijandin, aan te treffen/Ook, zooals wij hebben gezegd, had Aramis onmiddellijk aan: Marie Michon geschreven, aan die koopvrouw in lijnwaad te Tours, die zulke voorname ken- Dissen had, ten einde van de Koningin het verlof te verkrijgen, juffrouw Bonacieux het klooster te doen verlaten, om zich naar Lotharingen of België te begeven. Het antwoord was niet achterwege gebleven, en acht of tien dagen later ontving Aramis dezen brief: BB „Waarde neef!

Hierbij gaat het verlof mijner zuster, om onze jonge dienstmaagd uit het klooster van Béthune te halen, dewijl gij denkt, dat de lucht aldaar ongezond voor haar is; mijn zuster zendt u die vergunning met veel i genoegen; want zij is dat meisje zeer geriegen,zich voorbehoudende, haar in het vervolg nog van dienst tè zijn. Ik omhels'u. i;: fó i ■'..■■ \•'

Marie Michon."

Bij dien "brief was een bevel van dezen

„De abdis van het klooster vanßéthune zal aan den-persoon, die haar dezen brief zal .ter'hand stellen, de novice overleveren, die in het klooster op mijne aanbeveling en onder mijn bescherming is opgenomen geworden.

In het Louvre, den 10 Augustus 1628.

Anna."

| Men begrijpt, dat deze bloedverwantschap , van 'Aramis met een linnenkoöpvrouwjdie deKoningin hare zuster noemde niet weinig den lachlust der jongelieden opwekte, doch Aramis, na een paar malen gebloosd te'hebben door de scherts van Porthos, had ; zijn, vrienden verzocht, niet meer : 'op. dat onderwerp terug te kómen, .verklarende," dat,: indien hierover " nog "èen woord werd _- ge: sproken,hij niet meerin die zaak zijn nicht als :onderharidelaarsteïvwilde gebruiken. Er werd]bij gevolg.over Marie.Miclion door: dé vier musketièrs niet verder gesproken, die nu bereids; hadden; /wat zij begeerden, namelijk: de volmacht, juffrouw Bonacieux het Karmelieten-nonnenklooster te Béthune te doen verlaten. Het is waar, dat dat bevel hem weinig baatte, zoolang zij. in het 'kamp vóór La Roehelle waren, dat is: aan het andere einde van Frankrijk. Ook was d'Artagnan gereed,- een verlof aan den heer' de Trévillé te verzoeken, door hem eenvoudig de gewichtigheid van zijn vertrekte vertrouwen, toen de tijding hem, zoo-; wel als aan zijn vrienden werd medegedeeld, dat de Koning naar Parijs zou vertrekken, met een geleide van twintig musketiers, en zij onder dat geleide begrepen waren. De blijdschap was groot. Men_zond de knechts met de bagage vooruit, en men vertrok den 16den des morgens. De Hertog geleidde Zijne Ma> jesteit van Surgcres tot aanMauzes, en daar namen de Koning en zijn ministers van elkander met groote vriendschapsblijken afscheid. Intusschen bleef de Koning, die uitspanning zocht, hoewel zoo snel mogelijk zijn reis voortzettende, daar hij te' Parijs op den 23sten wenschte te zijn," zich bij wijlen ophouden, om op de jacht met, de ekster te gaan, een vermaak,- voor hetwelk hem vroeger door de Luynes, den eersten man van mevrouw' de: Chevreuse, smaak . was ingeboezemd, dien hij steeds er voor behield. Van de twintig musketiers waren er dan zestien, die zeer verheugd" waren; wanneer dat vermaak- plaats vond,.terwijl vier van hen het hartelijk vervloekten. D'Artagnan vooral had bijna een onafgebroken gesuis in de ooren, hetgeen " Porthos alsdus verklaarde: — Een zeer voorname dame heeft. mij beduid, dat zulks is;

wanneer over.u hier of daar gesproken wordt. Het. geleide ging door Parijs, den' drie-en-twintigsten des nachts; de"

Koning bedankte den heer de Trévillé

en -veroorloofde hem, ■ zijn musketiers beurtelings een yierdaagsch verlof te

geven,'onder voorwaarde, dat geen zij-, ner, begunstigden-op eeri of ander publieke verschijnen, op straffe eener gevangenschap in de ■ Bastille.-. De vier eerste verlofpassen.waren, zooals men licht kan begrijpen, onzen vrienden toegestaan, en nog meer: Athös verkreeg van den heer de Trévillé zes in plaats van vier dagen,. en; voegde | bij die zes dagen nog twee nachten; , want zij vertrokken den vier en twintigsten," ten vijf ure des avonds;. daarenboven stelde de heer. de Trévillé de dagteeke-' ning van het verlof op den vijf en twintigsten, des morgens. — Wel, mijn God! riep d'Artagnan, die, zooals men-.weet, nooit aan zijn zaak twijfelde, het schijnt, dat wij te veel omslag maken met iets zeer eenvoudigs; binnen twee dagenen

een paar. paarden doodrijdende, ben ik,

met de. hulp .van mijn geld,; te Béthune, ik geef den brief der Koningin aan dé abdis.: en; breng ;den' kostbaren ■ schat,1 dien" ik ga halen,- niet naar Lotharingen,-, niét naar België, maar naar Parijs, waar.' hij het best zal verborgen j zijn, vooral gedurende het verblijf van den Hertog voor . La Roehelle. Vervolgens; eenmaal

van dien tocht teruggekeerd, zal het ons,-

gedeeltelijk door de bescherming harer nicht, anderdeels ter belooning voor hetgeen wij persoonlijk voor; haar hebben gedaan, niet moeielijk vallen, van de- Koningin te verkrijgen, wat wij wenschen: Blijft dus bier en vermoeit u niet vruch-; teloos. Ik en Planchet zijn' voldoende, voor .eene zoo eenvoudige . boodschap.: Hierop antwoordde Athos bedaard.: —;. Ook wij hebben geld; want ik heb het overschot van den diamant nog niet; verdronken, en Porthos en Aramis hebben het hunne nog niet geheel verteerd. ..,Wij. kunnen dus even goed vier paarden als .één-.doodrijden.. Maar,, wees er op bedacht, d'Artagnan! voegde'hij er.bij met, eene zoo sombere stem, dat haar klank den jongeling eene rilling door het lijf joeg, — wees indachtig, dat Béthune een .stad is, waar. Richelieu de.vrouw moet aantreffen; die overal, waar. zij hare : voeten zet; onheil. na zich sleept. Indien gij slechts met vier mannen te doen hadt, dan,' d'Artagnan, zou ik;u laten gaan; doch nu gij met .die vrouw hebt te doen, nu.; moeten wij met ons vieren gaan, in 'de hoop, dat wij met onze vier knechts talrijk genoeg; zijn. — Gij beangstigfmij, Athos! riep d'Artagnan, wat vreest gij dan toch? — Alles! f antwoordde Athos. D'Artagnan raadpleegde'de gelaatstrekken zijner vrienden, welke, zooals die van d'Artagnan zelven, den indruk eener hevige onrust \ vertoonden..- Men" - vervolgde nu de reis in snellen draf en zonder een woord.te.spreken". ~:.; -.. ; Den.vijf en twintigsten des -avonds bereikte .men. Arras; terwijl d'Artagnan voor de herberg „de gouden egge.afsteeg, kwam een ruiter vande binnenplaats,waar hij zijn paard had [verwisseld,.en reed in' vollen draf met zijn versch paard den weg. rjaar Parijs op. In hetzelfde oogenblikj dat hij uit de koetspoort de straat opreed, sloeg de wind den mantel open, waarin hij zich gewikkeld had, hoewel men in de maand Augustus*was, en nam zijn hoed weg, dien de reiziger .echter nog tijdig genoeg vasthield en weder op het hoofd drukte. D'Artagnan, die zijn oogen op dien man hield gevestigd, werd zeer bleek en liet zijn glas vallen. — Wat deert u,mijnheer? zeide Planchet. Hier, heeren! Mijn meester is niet wei. .

De drie vrienden snelden toe en vonden dArtagnan, in plaats van zich kwalijk te bevinden, bezig naar zijn paard te loopen. Zij hielden hem voor de deur staande.

—Wel! Waarheen loopt gij, in'sduivelsnaam ? vroeg Athos.

. — Hij is het! riep dArtagnan, bleek van woede, terwijl het zweet op zijn voorhoofd uitbrak, — hij is het; laat mij hem vervolgen !-.; •

— Maar wie? hij? vroeg Athos. — Hij, die man !

■ — Die vervloekte kerel, mijn kwade geest, j dien ik steeds heb ontmoet, wanneer -mij een of ander ongeluk bedreigde;" hij, dien ik zocht, toen ik onzen vriend Athos uitdaagde; hij, dien ik denzelfden dag heb ontmoet,-dat juffrouw Bonacieux is ontvoerd geworden; ik heb hem gezien, hij is het, de man van Meung! Ik herkende hem, toen de wind zijn mantel -p"""i""~'ap|iißlßTOJi^^

— Duivels! zeide Athos peinzende. Te. paard, heeren, te paard! Vervolgen wij hem, wij zullen hem bereiken,; ; — Mitn waarde ! zeide Aramis. bedenk. dat hij den tegenovergestelden weg gaat, dien wij gaan; dat hij eenverschpaard heeft en onze paarden vermoeid zijn; dat wij bijgevolg onze paarden zullen doodrijden, zonder zelfs de kans te hebben hem te bereiken. Laten wij dien man daar, redden wij de vrouw, d'Artagnan l[:\Jh'i <

— Hei, mijnheer! riep een stalknecht, den vreemdeling naloopende, hei, mijnheer! Hier heb ik "een papiertje, dat uit uw hoed is gevallen, Hei! mijnheer! hei!

— Mijn vriend! zeide d'Artagnan, ziedaar een halve pistool; geef mij dat papiertje. Ziedaar.

— Met alle pleizier, mijnheer!

De stalknecht, verheugd over den goeden dag, dien hij maakte, keerde naar de binnenplaats ; der herberg ' terug. DArtagnan opende het papier..:.

— Welnu ? vroegen zijn vrienden, naar hem luisterende. BH

— Slechts één woord, zeide d'Artagnan. , —: Ja! zeide Aramis, en dat woord is de naam eener stad.

— Armentières, las Porthos. — Armentières? Dat ken ik niet. — En het schrift is van hare hand! riep Athos. ;

— Welaan ! Bewaren wij dat papiertje zorgvuldig, zeide d'Artagnan. Misschien is mijn halve pistool; niet' voor niets uitgegeven. Te paard, mijne vrienden, te paard! ggS

• En de vier vrienden draafden spoorslags den weg naar Béthune op. '