Verkiezing voor den Gemeenteraad. De verkiezing van dertien leden van den Gemeenteraad, ter vervulling der plaatsen van de heeren: J. Van der Hoop Jac. Zn., A. De Monchy, Mr J. Van Gennep, Mr. W. Baartz, P. Havelaar Jzn., Dr. H. J. Sleurs, G. M. Kam, Jhr. F. Van Citters, Mr. J. Van Heukelom, A De Bruijne, Mr. A. H. Van Tienhoven, L. Sanson en J. C. Smalt, die op den eersten Dinsdag der maand September aanstaande aan de beurt van aftreding zijn, zal geschieden in de zes afdeelingen, waarin de Gemeente ter inlevering der stembriefjes verdeeld is, op Dinsdag den 16 Juli 1889; De bureaux van stemopneming voor de inlevering der stembriefjes zullen zitting houden van des morgens negen tot des namiddags vijf uren, in de volgende lokalen, als: le afdeeling zijnde de wijken 1,2,3,12,13 en 14 in het Raadhuis, 2e dito , , s 11 en 15 in deHoogereßurgerschool aan het 'Van Alkemadeplein, 3e dito , , ,10,16 en 17 in het Ge t oawderMaatschappij tot Nut van 't Algemeen aan de Oppert. 4a dito „ , , 4,5,6,7,8,9.24 en 25, in de benedenzaal van het Leeskabinet aan de Gelderschekade, 5e dito . » » 18, 19 en 20 in het Academiegebouw aan de Coolvest, 6e dito , , , 21,22 en 23 in het gebouw aan de Voorstraat (vroeger Raadhuis), De opening der stembriefjes zal geschieden op den daaraanvolgenden Woensdag den 17 Juli 1889, aanvangende des morgens te negen uren, in het Raadhuis aan de Hoogstraat. De kiezers worden voorts nog opmerkzaam gemaakt op de op deze verkiezing betrekking hebbende bepalingen der Kieswet en der Gemeentewet. De kiezers worden uitgenoodigd hun oproepingsbrief mede te brengen. Door het schrikken van een wagen met bloemen, geraaste hedenmorgen ongeveer 10 uur een paard van een bierwagen uit de bierbrouwerij „de Oranjeboom" te Feyenoord in de sloot aan de Verlengde Kruiskade bij de Goolschestraat. Met heel veel krachtsinspanning en hulp slaagde men er in het dier op het droge te brengen, dank vooral den vleeschhouwersknecht L.Mooiman, die zich daarvoor te water begaf. Hedenmorgen viel een werk man in dienst der gemeente en belast het drijvend vuil uit -den Wester- en Diergaardesingel op te visschen van den wal in het bootje. Door het lage water was het uiterst moeielijk hem weer op den kant te krijgen hetgeen ten slotte gelukte, waarna men hem naar het YVester-stoomgemaal bracht. De man scheen zich inwendig bezeerd te hebben. In de Peperstraat is hedenmiddag circa half twee een vierjarig knaapje uit het raam eener tweede verdieping gevallen. Ernstig verwond aan het hoofd en ra veel bloedverlies is het jongetje onder politietoezicht naar het ziekenhuis aan de \/an Oldebarneveldstraat overgebracht, waar het kort daarop is overleden.
Gisteravond had eene fee[stc- Ijjke bijeenkomst plaats der vereeniging van Timmerlieden-gezellen, onder de zinspreuk: „Eendracht tot Vooruitgang" alhier, in het Vereer,igings-Gebouw aandenGoudschenweg. De heer Quispel, president der vereeniging, opende met een flinke toespraak deze bijeenkomst, riep een welkom toe aan de leden met hunne vrouwen en meisjes, alsook aan de talrijk aanwezig zijnde genoodigde bestaurders van bevriende werklieden-vereenigingen. Het doei van deze feestelijke bijeenkomst werd door spreker uiteengezet, waardoor wij vernamen, dat de vereeniging in het bezit was gekomen van een banier, en dat deze heden onthuld zou worden.
Daarna trad een der commissarissen op den voorgrond, die het bestuur en de vereeniging gelukwenschte met het voorrecht, dat ook deze vereeniging alsnu in het bezit zou kotsen van een banier, waarop door hem het teeken werd gegeven, dat de tijd van onthulling gekomen was en door drie juffrouwen het omhulsel van de banier werd genomen, waarna onder het zingen vaneen expres daarvoor vervaardigd lied, deze overhandigd werd aan den president. Een algemeen hoera galmde door de zaal waaraan geen einde scheen te komen, waarop de president het woord nam en onder een vloed van dankbetuiging aan de leden, die door sparen dit kostbaar stuk hadden verkregen, de verzekering gaf, dat door hem en zijne medebestuurders met ijveren plichtsbetrachting zoude worden voortgegaan om langs ordelijken en wettigen weg de stoffelijke welvaart en de zedelijke verhooging der timmerlieden in het bijzonder te bevorderen. De banier heeft een veld van zwart fluweel en is voorzien vanden naam der vereeniging, de jaartallen 1872—1884 (het eerste is dat van de oprichting, het tweede het jaar, waarin de Koninklijke goedkeuring is verkregen) de zinspreuk der vereeniging en een passer en schrijf haak op een zilveren blok liggende, terwijl onderaan verschillende stukken van timmermans-gereedschap dooreen zijn gewerkt. Al die attributen zijn van gouddraad, terwijl franje en kwasten eveneens van gouddraad zijn vervaardigd. De president hechtte bij de aanvaarding vooral waarde aan passer en schrijfhaak, omdat volgens spreker deze twee gereedschappen voor den timmerman onmisbaar zijn,maar ook toepasselijk voor alle menschen. omdat wanneer ieder bij zijn spreken en handelen eerst den passer gebruikt tot juiste afmeting en alsdan voor zuiverheid in het spreken en handelen de schrijfhaak in toepassing bracht, zeker meer welvaart, geluk en vrede zouden worden verkregen
Alsnu werd een banierlied aangeheven door de feestvierenden en tooneelstukjes door hunne vrouwen opgevoerd, zoodat de avond in vreugde en vriendschap doorgebracht werd. Een geanimeerd bal hield nog velen tot laat in den nacht bijeen. De Banier is vervaardigd door de firma A. A. Knevers te 's Gravenhage en doet der makers allen eer aan. In de week van 16 tot 22 Juni zijn in deze gemeente 30 personen aangegeveiral3 overleden aan mazelen. In de Van Oldenbarneveldstraat brak gisteravond 8 uur de as van de machine der stoomtram No. 8, zonder aan passagiers personeel of voorbijgangers anders dan schrik te bezorgen. De machine werd dwars over de straat gezet, zoodat de trams, diodes avonds van Delftshaven aankwamen, slechts tot tiet Ziekenhuis konden doorrijden. Hedenmorgen vroeg is uit een sloot tusschen de fabriek.van den heer Wilton en Let opgehoogde terrein nabij den Heuvel alhier, opgevischt het lijk van een onbekend man, van 35- a 40-jarigen leeftijd, lang 1.85 meter, met ovaal aangezicht, donker haar en wenkbrauwen, zonder baard of knevel, bruine oogen, hoog voorhoofd, grootenneus, gewonen mond, wrat op de rechterwang, gekleed met bruin en blauw gestreepte bukskin jas, vest en broek, bruin tricot onderbroek, lederen riem om het lijf, gestreept boezeroen, wit hall hemdje, zwart zijden knoopdas en laarzen, alles ongemerkt, benevens een wit linnen hemd met garen gemerkt N. P.
Zij, die inlichtingen omtrent dit lijk kunnen verschaffen, worden beleefd verzocht zich te vervoegen aan het hulpbureau van politie aan de Voorstraat (Oud-DelftshaTen).
Gistermiddag vijf uur was een jongen in de Maas voor het Park aan 't zwemmen. Hij werd door den stroom medegenomen en zou verdronken zijn, wanneer niet een schipper met een roeiboot den zwemmer opgenomen en aan den kant gebracht had.
De inwijding der Hulpkerk voor de Ned. Ger. gemeente (doleerende) te Oud- Delftshaven, heeft gistervoormiddag plaats gehad doorfdr. W. Geesink van Rotterdam, naar aanleiding van Ezra 8 vs. 22, alleen deze woorden: „De hand onzes Gods is ten goede over allen, die hem zoeken." Een talrijke schare vulde het gebouw.
"Stadsnieuws.". "Rotterdamsch nieuwsblad". Rotterdam, 1889/06/25 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 25-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011009826:mpeg21:p001
"Rotterdamsch nieuwsblad". Rotterdam, 1889/06/25 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 25-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011009826:mpeg21:p001
— Zij weet genoeg om hem aan den galg te brengen, maar zij mag er niet door in het ongeluk komen!
Power verheugde zich niet weinig over den keer, dien de zaken namen. Hij had onverwachts een doel bereikt, waarnaar hij sedert zoovele weken verlangend had uitgezien.
— Ik geloof u te kunnen verzekeren, dat men uw vrouw niet den minsten last zal aandoen, hernam hij. Maak u daaromtrent geen zorgjik heb machtige vrienden, die haar helpen zullen als zij ons Sint-Alba in handen levert. Vertel mij nu maar, welke reden die man er voor had u en uwe vrouw over te halen om mij ongelukkig te maken. Ik heb hem nooit iets gedaan!
— Kunt ge waarlijk niet raden, wat het was, dokter ? vroeg Stanley eenigszms verwonderd. Ik begreep het dadelijk, van het eerste oogenblik af, toen hij bij mij kwam en tegen mij zeide: Jakob! wij kunnen samen ons fortuin maken, als je me helpen wilt! Ezel, die ik was, om niet in te zien, dat hij zijn eigen fortuin bedoelde en dat hij mij zou laten loopen, zoodra hij me niet meer noodig had!... Maar ik zal het hem betaald zetten, dien schurk! — Maaku nu maar niet weer boos! sprak Robert op kalmen toon, om hem weder tot bedaren te brengen, en vertel geregeld verder! Ik sta er op, de waarheid uit uw eigen mond te vernemen. —W elnu dan,dokter! herinner tge u dien rijken vriend van hem niet, bij wien hij dagelijks aan huis kwam,enwiens weduwe hij later getrouwd heeft? Ik ben zijn naam kwijt. — De heer Gallo meent ge? — Juist! Die was het! Gij stondt hem in den weg, dokter! en Betje en ik moesten u uit Woolchester zien te krijgen! — Ik hem in den weg? "Waarom? — Nu, fluisterde de Zigeuner, achterdochtig om zich heen ziende, ge waart de stad nog nauwelijks uit, toen zijn rijke vriend plotseling kwam te sterven. Begrijpt ge mij, dokter? Hij heeft niet lang meer geleefd, toen gij eenmaal weg waart! — Groote God! riep Robert uit, wien het koude zweet uitbrak bij de ontdekking, dat zijn somberste voorgevoelens zoo op eenmaal bewaarheid werden. En heb je niet gehoord, waarvan hij stierf? — Ontsteking van de darmen,van de ingewanden,of zoo wat.noemden de dokters het. Dat heeft de schurk mij zelf verteld. — Fijngestampt glas! mompelde Power bij zich zelf. Fijn verdeeld glas! Hoe is het mogelijk, dat ik er niet op het eerste oogenblik aan gedacht heb? Weet ge ook wie hem in zijn ziekte behandeld heeft? vroeg hij verder.
—De oude dokter,bijwien gij geweest zijt.
— Dokter Merrit, meent gij ? En vermoedde hij niets?
— Niet 't minste. Hij zag er geen kwaad in. Het bewijs van overlijden was in orde. De begrafenis liep goed af. Alles liep als een uurwerk. Maar ik, die den schurk kende en wist wat hij ons gevraagd had, begreep er alles van.
Robert Power zweeg en dacht na. Zijn hart klopte onstuimig en 't was alsof er met een hamer tegen zijn slapen geklopt werd. Alles was nu zoo helder als de dag: de talrijke bezoeken van Sint-Alba aan de woning van den heer Gallo, zijn verraderlijke vriendschapsbewijzen, terwijl hij in 't geheim een noodlottigen invloed op zijn echtgenoote trachtte te verkrijgen, de zorg, waarmede hij in tegenwoordigheid van vreemden zijn plannen wist te verbergen, door den schijn aan te nemen alsof hij een vriend was van den echtgenoot, zonder zich veel te bekommeren om diens vrouw. En wat de misdaad aangaat, die door Stanley vermoed werd, kon die niet duidelijk verklaard worden door Robert zelf? .
De oorzaak van den dood van den heer Gallo lag hem even klaar voor oogen. De verschijnselen — ontsteking in de ingewanden — waren dezelfde als die, welke door gestampt glas, wanneer het in zeer fijnverdeelden toestand in het menschelijk lichaam komt, teweeg worden gebracht.
Sint-Alba had het daarbij niet ongelukkig getroffen. Deneer Gallo was sedert jaren lijdende aan jicht. Hij was ook als zoodanig in de geheele stad bekend; hij vertoonde zich nooit meer op straat, en vertoefde alleen in zijn zoogenaamde ziekenkamer.
Alleen Sint Alba en Power, die hem als geneesheer bezocht, wisten, dat zijn sterk gestel de aanvallen zijner kwaal nog jaren lang kon weerstaan, — hetgeen natuurlijk volstrekt niet strookte met de plannen van den schurk, die op zijn vermogen aasde! Het gebruik van vergiften oi liever van stoffen, die een langzamen,een schijnbaar natuurlijke dood teweegbrengen, zooals gestampt glas, fijn gesneden haar en dergelijken is bij de Indische en de uit Ir.dië stammende volken maar al te goed bekend. Sint-Alba scheen echter in twijfel te hebben verkeerd omtrent den duur van den afloop en had aan Power een schijnbaar wetenschappelijk briefje geschreven, ten einde zien zekerheid te verschaffen. Had hij dit niet gedaan, dan zoude hij hoogstwaarschijnlijk geen oogenblik meer aan den assistent van dokter Merrit hebben gedacht!.... Thans echter werd deze gevaarlijk — de minste verdenking kon er hem toe brengen het bewuste briefje te vertoonen en wie kon berekenen wat daarvan het gevolg zou zijn! Hij moest dus verwijderd worden!.... Het plan in overleg met de Stanley's opgemaakt, gelukte zooals wij weten, zells boven Sint-Alba 's verwachting.
— Wat een schurk! was de slotsom van Roberts overdenkingen. Hos is het mogelijk, dat zooveel laaghartige berekeningen, zulke moorddadige plannen in een menschenbrein kunnen opkomen! Ik dacht vroeger niet, dat er zulke wezens konden bestaan!
Daar waren intusschen nog andere vragen, die hij Stanley wenschte te doen.
— Hoe zijt gij met Sint-Alba in kennis gekomen? begon hij.
—Hetwasop eenWitten-Donderdag.jaren geleden in de omstreken van Woolchester, dat ik hem voor 't eerst zag, antwoordde de gevangene.Wij waren metonzen geheelen troep naar d* gegaan om to zien of wij iets konden verdienen. Ik ging naar de tenten en de spellen kijken, toen ik een jongmensch zag staan, die blijkbaar tot ons volk moest behooren. Ik wilde hem juist aanspreken, toen hij mij een„Kushto bak" toeriep,hetgeen zooveel als «veel geluk!" beteekent. Aan die woorden herkende ik hem onmiddellijk als een Roma-Zigeuner, de stam, waar ik ook toe behoor. Ik sprak hem aan en vernam al spoedig, dat hij niet alleen tot onzen stam, maar zelfs tot onze familie — de Stanley's — behoorde. Daar herinnerde ik mij opeens, dat wij elkaar reeds vroeger ontmoet hadden: — wij hadden als kinderen samen gespeeld en waren in die dagen groote vrienden geweest! De herinneringen uit zijn jeugd schenen den Zigeuner levendig te ontroeren; hij verplaatste zich als het ware weder geheel in dat gelukkig verleden en moest zich blijkbaar inspannen de juiste uitdrukkingen te vinden en niet in de hem zooveel gemeenzamer Romataal te vervallen. Wanneer hem niettemin een woord ontviel, haastte hij zich het voor Power te vertalen, die anders bij zijn snelle manier van spreken moeite genoeg zou hebben gehad hem te verstaan.
— Het spreekt van zelf, vervolgde Stanley, dat wjj langen tijd bleven praten; wij hadden elkaar zooveel te vertellen. Ik deelde hem mede, hoe ongelukkig ik geweest was, — ze hadden mij voor twee jaar in de doos gestopt voor een kleine zakkenrollerij en ik was pas weer ontslagen, zonder een cent op zak. Hij daarentegen had het zeer goed getroffen; een rijke meneer had hem als kind aangenomen, hij verkeerde nu onder de „gorgios" — de groote heeren — hij had een lijne opvoeding genoten en was rijk genoeg. Hij gaf mij wat geld en beloofde, dat ik later meer van hem hooren zou!
— En hield hij die belofte? vroeg Power.
— Ja, zeker. Ik houd het er voor, dat hij toen al een of ander plan in zijn hoofd moet hebben gehad; — anders was hij zoo vriendelijk niet geweest. Had ik het toen maar begrepen !....
Hij kon mij een plaats bezorgen in Woolchester als portier bij een groote firma. Ge begrijpt welk een uitkomst dit voor mij was, dokter !.... Het is voor iemand die gezeten heeft, zoo moeielijk een fatsoenlijke betrekking te krijgen! Ik heb in de eerste jaren goed opgepast, dat weet ge; ik leerde Bessie kennen, ik trouwde haar en was voor het eerst van mijn leven gelukkig! Maar het zou niet lang duren. De verleider kwam bij mij — het was om u te doen — ik begreep toen wel niet waarom, ik gaf toe en — ge weet de rest!
Het verhaal van den gevangene was oprecht; daaraan twijfelde Power geen oogenblik. Hij had genoeg menschenkennis opgedaan om te begrijpen, dat zelfs een man als Sint-Alba bij de eerste ontmoeting van den vriend zijner jeugd zich slechts door een gevoel van medelijden had laten bewegen. Het moest eerst later bij hem zijn opgekomen van diens dankbaarheid en slaafsche onderwerping partij te trekken. Al zag het slachtoffer zelf dit zoo niet in, Robert kon zich den loop der zaken duidelijk genoeg voorstellen.
— Maar hoe zijt gij toen weder in handen van het gerecht geraakt? vervolgde hij zijn onderzoek, na een tijdlang te hebben stilgezwegen.
— Door zijn schuld! antwoordde Stanley met een dreigend gebaar. Enkel en alleen door zijn schuld ! Het was zijn geld, dat mij het hoofd op hol bracht! Hij gaf mij zooveel als ik hebben wilde — dat trok mij van mijn werk af — ik vond het niet meer noodig mijn post geregeld waar te nemen, als ik toch zooveel geld kon krijgen als ik noodig had. — De schurk!... hij wist wel, wat hij deed!... Ik was er op gesteld Betje als een dame gekleed te zien, — ik raakte weer aan het ieegloopen en mijn oude lieihebberijen, vooral het stroopen, verslaafd en een ongeluk bracht mij hier. Maar ik ben het niet geweest, die den boschwachter doodschoot, dat kan ik bezweren en dat wisten de rechters ook wel, anders had ik meer gekregen dan zeven jaar — maar ik was er bij geweest en dat was voldoende! Toen ik gevangen werd genomen, kwam kleine Karei bij mij en gaf mjj zijn woord, dat hij voor Betje als een broer zou zorgen en nu heeft hij haar aan haar lot overgelaten, eindigde Stanley met een snik, en nu lydt zij gebrek! — Maar ik zal mijn woord niet breken, hernam Robert; wees daarvan verzekerd. Ik herhaal u, wat ik gezegd heb: lever mij Sint-Alba in handen en uw vrouw zal goed verzorgd worden. —Luister dan, dokterïvervolgde de veroordeelde.Betje heeft een brief van hem in haar bezit, dien ik haar aangeraden heb als goud te bewaren ; die brief bewijst alles. Maar vergeet niet : ge hebt mij uw woord gegeven, dat zij er niet door in moeielijkheden zal komen, niet waar ? Zij was er altijd tegen van het begin tot het eind; dat zweer ik u. Het arme schepsel stemde alleen uit liefde tot mij er in toe. Gij zult er haar buiten houden, niet waar? — Daar geef ik u mijn woord op ! antwoordde Power. Vertrouw mij gerust. Maar het is laat geworden; ik moet maken dat ik wegkom. Nog één ding, ge moet alles wat ge gezegd hebt, morgen in tegenwoordigheid van den Gouverneur herhalen ! — Voor den Gouverneur? vroeg Stanley verschrikt. — Ja zeker; ge moet uw verklaring ook voor hem afleggen. — Daar heb ik den moed niet toe! mompelde de gevangene angstig. — Dat spijt mij. Ik dacht dat gij meer van uwe vrouw hieldt, sprak Robert ernstig. Onze afspraak vervalt dan natuurlijk. De veroordeelde drukte den brief van zijn vrouw krampachtig tegen zijn borst en liet een kreunend geluid hooren. — Zou zij dat niet kunnen doen ? vroeg hij. Ik zal u een briefje voor haar geven, dan zal zij u alles vertellen. Op mijn woord: alles! Power schudde het hoofd. — Dat is niet voldoende ! sprak hij beslist. Ik moet uw verklaring eerst hebben; uw vrouw kan ze later bevestigen en aanvullen, en ons de bewijzen leveren, die in hare handen zijn. Maar ge moet beiden spreken.
— Zij zal er waarlijk den moed niet toe hebben! jammerde Stanley op klagelijken toon.
— Kom, kom! Ge hebt voor niets te vreezen! hernam Robert om hem moed in te spreken. Het zal uw toestand volstrekt niet verergeren, ik verzeker het u. En Sint-Alba behoeft gij waarlijk niet te sparen; hem zijt ge niets verschuldigd. Hij heeft u en uw vrouw bedrogen, zooals hij iedereen bedriegt! Maar handel, zooals ge verkiest! Ik moet unu alleen laten; ge hebt tot morgen den tijd om er over na te denken en een besluit te nemen.
De herinnering aan het laaghartig bedrog van zijn medeplichtige maakte een einde aan de aarzeling van den Zigeuner.
— Goed! Laat het dan morgen zijn, sprak hij. Ik zal mijn best doen en mij zoo goed houden als ik kan. Betje zal geen gebrek lijden als ik het verhelpen kan; ik zal haar niet in den weg staan, dat heb ik al veel te veel gedaan! Maar gij houdt uw woord, niet waar, dokter? Kom even hier in het licht als ge wilt, opdat ik u flink in de oogen kan zien.... Ja, ik vertrouw u — reken van uw kant op mij! De duisternis viel en de nacht daalde neder op de sombere gevangenis van Dartmoor en hare ongelukkige bewoners. Een nacht vol onrust voor menigeen, die onder dat dak den slaap niet kon vatten door de afgrijselijke visioenen, die uit het verleden voor zijn geest opdoemden; — een slapelooze nacht voor Robert Power, die zijn doel bereikt had en de ster der hoop weder zag flikkeren — een nacht zonder rust voor nummer 37542, die zich steunend op het harde leger heen en weer wentelde, den brief van zijn vrouw krampachtig tegen hek hart gedrukt!
"Feuilleton. HET GEHEIM van den Inspecteur van Politie. 38 (Vervolg.)". "Rotterdamsch nieuwsblad". Rotterdam, 1889/06/25 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 25-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011009826:mpeg21:p001
Adreaan Wilhelm George van Lith, winkelier in tabak en sigaren, 'Van der Takstraat no. 50, te Rotterdam. Rechtercomm. mr. G. Polak Daniels, curator mr. M. L. A. Vorstman.
"Faillissement in het Arrondissement Rotterdam. Uitgesproken faillissement. Zaterdag 22 Juni.". "Rotterdamsch nieuwsblad". Rotterdam, 1889/06/25 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 25-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011009826:mpeg21:p001
lO'/j uur. 2e Verif. faill. Cornelis De Jong, voorheen bierslijter en kofflehuishouder te Schoonhoven, thans sjouwerman te Rotterdam. Rechtercomm. mr. A. Wesenhagen, curator mr. H. A. Kieuwkamp.
"Verificatiën. Zaterdag 29 Juni.". "Rotterdamsch nieuwsblad". Rotterdam, 1889/06/25 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 25-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011009826:mpeg21:p001
Rotterdam 25 Juni le getjj 1.23 2e getjj 1.47 '«middags 12 uur. Temperat. Badinricht 68° 68° 23 Juni 24 Juni Barometer bij 0° Celsius 761.1 nM, 762 0 mM. Thermom.in de schad. 22°2C72'F. 24°4Q.76°F. Mmim. temp.'snachts 1 57' F. 12eBl55'F. Maxim. temp. vor.dag 22°23.72,F. 25"6 ' 78' r. Windrichtingen kracht Z.O. 2 W.N.W. 2 Bewoiking der lucht y 4 5
"Waterstand en Weerbericht.". "Rotterdamsch nieuwsblad". Rotterdam, 1889/06/25 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 25-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011009826:mpeg21:p001
Parjjs . . 5,10'3m., 8,50'5m., I,lo'sav., 6,50 'sav. Berlijn. . 5,40'5m., 9,30'5m.,10,— 'sm., 2,27 'sav. 4,3o'sav., 6,55'5av., 9,2Q 'sav. Londen . 5.10'5m., 8,50'5m., 110'sav., 6,50 'sav. Ned. Oost-Indië 6.50 'sav. Aden, Br.-Indie, Ceylon,Straits Settlem, Cochin-China 1.55 'sav. Egypte 1.55 'sav. Amerika, Mexico J . . . . 6.so'sav. Colombia, Ecuador, Peru, Bolivia, Chili (via Panama) 8.50 'sm. Victoria, Z.-Australië, N. Z.Wales, N.-Zeeland, N.-Caledonië,W.Austr. L 55 'sav.
"Buslichtingen aan het Postkantoor. Dinsdag 25 Juni.". "Rotterdamsch nieuwsblad". Rotterdam, 1889/06/25 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 25-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011009826:mpeg21:p001
Place des Pays-Bas. Spasialiteiten-voorsteilirig, B'/i uur.
"Vermakelijkheden, Vergaderingen, enz. Maandag 24 Juni.". "Rotterdamsch nieuwsblad". Rotterdam, 1889/06/25 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 25-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011009826:mpeg21:p001
Burgerlijke Stand. BEVALLEN: A. M. Bolte, geb. v. den Eng, levenl. Z. — A, P. Pons, geb. Beuker, levenl D. — J. G. Matveld; geb. Schuller, levenl. D. — C. J. Maasbommel, geb. Stappers, D. — J. Hulswit, geb. v. Leeuwen, D. — 'A. J. Bos, geb. De Waart, Z. — M. M. L. v. der Hammen, geb. Persoons, D. — A. M. Hennekam, geb. v. Es, Z. — H. Maas, geb. v. Emmerik, b. — H. Philipse, geb. Phiiipse, D. — J. P. Moesman, geb. Clercks, D. — C. Louer, geb.v.den Broek, D. — J. Speeleveld, geb. De Jong, D. — CM. Buit, geb. De Jong, Z. — S. Sterk, geb. Dortmond, D_— D. Allart, geb. Beij, Z. — R. Schustirowitz, geb. Galoen, Z. — S. v. 'tHof, geb. Barendse, D. — C. Niesveld, geb. Klaassen, D. Klein drukwerk wordt geleverd terdrukkerij van het Nieuwsblad, naar den geest des tijds, net en goedkoop. OVERLEDEN: T. F. Rademakers, jm. lm. — H. G. Hoppener, jm. 9 m. — H. v. Charante, wed. A, Voogd, 72 j. — E. v. den Donker, jd.. Bm. — A. Alsemgeest, jm. 14 m. — A. E. v. der Kemp, wed. S. v. der Sloot, 76 j. — C. Hoogerwerf, jm. 4 m. — A. De Hartog, jd. sj.— Ct. S. Lob, wed. I. Cohen, 79 j. — M.l.Viool, m. v. J. H. Bonnewit, 81 j. — M. F. Kalishoek, jd. 2 j. — J. Vroegop, jm. lm. — M. M. C. Bolsman, jd. 10 m. — F. Burgmans, jd. 14 m. — C. Basters, jd. 9 m. — P. T Smedes, jd. 6 m. — L. De Waal, vr. v. S.De Jcmge, 2ö j. — C. P. Bierhuize, jm. 9 m. — J. A. Tieieman, jd. 4 m. Rouwbrieven en Rouwkaarten worden gedrukt ter drukkerij van het nieuwsblad. Op verlangen mede geadresseerd, bezorgd en gepost.
"Familiebericht". "Rotterdamsch nieuwsblad". Rotterdam, 1889/06/25 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 25-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011009826:mpeg21:p001
Geachte Redactie, vergun mij eenige beschouwingen naar aanleiding van den plaats gehad hebbendenbrand. In den nacht van 17 op 18 Juni, ongeveer half twee, mij naar bed willende begeven, zie ik door het keukenraam een vuurgloed, naar gissing op vrij verren afstand. Mij aankleeden en de straat oploopen laat zich hooren, wie nog nimmer in Rotterdam brand heeft zien wo«den bij nacht kan voor eenmaal denlust daartoe voelen oprijzen. Wonende aan de Jozefstraat had ik geen alarm hooren slaan. Ik snel de straat op in de richting der Kruiskade en vraag den eersto, dien ik ontmoet, een bakker, die voor zijn huis stond, „waar is de brand." „Vermoedelijk op de Hoogstraat, reeds een half uur lang zag ik den gloed," was het antwoord. Vooruit en de Kruiskade op. Bij den Westersingel hoor ik de politie alarmeeren en roepen : Hoogstraat bij de Vlasmarkt. Onder deze bedrijven door had ik mij ingespannen als trekpaard voor een brandspuit, die door drie, zegge 3 vrijwilligers, met bovenmenschehjke inspanning in beweging werd gehouden. De vracht was te zwaar en wij moesten halt houden, zoo ik vermoed ook om reden dat deze spuit volgens de nieuwe regeling niet aan de Hoogstraat mocht komen Voortloopende wordt aan de Kruiskade bij den Coolsingel nog een brandmeester gepord. Komende aan het Haagsche Veer spoorde het aanschouwen van den vuurgloed mij tot spoed, om, gedachtig aan de in rus: gelaten spuit op de Kruiskade zoo noodig op de plaats van den brand als pompgast dienst te doen.
Op andere plaatsen heb ik dat baantje meer bij de hand gehad. Een brandweerman laveerde met twee lantaarns de "Westewagenstraat in, en op mijn zeggen, „nou vader 't schijnt hier met de brandweerinrichting ook niet volmaakt te zijn," krijg ik ten antwoord : Yeel beter dan in Amsterdam maar de nieuwe regeling deugt niet. Eindelijk aan de Hoogstraat kon ïk de .macht van het vuur aanschouwen en de zwakheid der menschen, die 'met ouderwetsche spuiten naar nieuwerwetsche regeling die macht wilden bedwingen. Niettemin de vrijwilligers deden wat ze konden en de handhavers der openbare orde eveneens. Eindelijk daar komt een waterstraal zoo dik als een arm zich in den strijd mengèn, ruiten vliegen uit haar sponningen, ramen uit de kozijnen, als het ware een wolkbreuk ontlast zich boven de brandende perceelen en binnen 15 minuten is de vuurzee een rookende puinhoop Slechts eenmaal verminderde de kracht, naar ik vermoed was het haardvuur van de stoombrandspuit verbleekt van woede over den omvang dien de brand had aangenomen voor en aleer het water de oppermacht over den vuurgloed kon bewijzen. Hulde aan den fabrikant der spuit, hulde aan de commissie die dezelve heeft gekozen, hulde aan de bediening. Edoch er ontbreekt iets, neen veel aan deze wijze van optreden. De halve stad in repen roer, twee perceelen totaal uitgebrand, handbrandspuiten zonder bediening, een stoornbrandspuit, die minstens s/4 uur na het uitbreken van den brand water geeft, dat kan er niet door, om dan nog de Rotterdamsche brandweer-inrichting te prijzen boven de Amsterdamsche dito. Die oude brandweerman was niet de eenige die dit deed; post gevat Hoogstraat hoek Vlasmarkt, hoorde ik een werkman zeggen: Vrijwillige brandweer is beter dan een vast corps, alles wat men doet om den broode is nooit zoo wakker uitgevoerd. Laat ik de opmerking maken deze denkwijze door de praktijk als logenachtig te hebben leeren kennen.
Het Amsterdamsche brandweerkorps is boven alle blaam Terheven, door trouwe plichtsbetrachting, accurate wijze van werken en zelfverloochening. Noch Rotterdammer noch Amsterdammer van geboorte, laat ik mij niet door vooroordeel leiden. Rotterdam mist veel wat Amsterdam bezit, maar ook omgekeerd. Maar van de brandweer, blijf daaraf. Mij is eens verteld, indien het een dtiwaarheid is debiteer ik dezelve in commissie, dat de burgemeester van Brussel de gast was van Amsterdam. Klokslag twaalf laat de burgemeester van Amsterdam de brandweer signaleerea en 7 minuten na het sein staat de brandweer strijdvaardig voor het punt, dat was opgegeven, het paleis op den Dam. Gezien heb ik het niet, maar aan de mogelijkheid kan ik niet twijfelen. Men moet de kloeke figuren der bedienende manschap, die vurige paarden en dat kranig materieel hebben aanschouwd in werking om zoo iets als tfaar aan te nemen En al is voorßotterdam naar plaatselijke omstandigheden precies dezelfde inrichting niet wenschelijk, tochzoude een commissie uit den Rotterdamschen gemeenteraad voor brandweerzaken gerust een bezoek mogen brengen aan Amsterdam. De hoofdstad is zeer gastvrij en Amstels burgervader een hupsch gastheer. Vraag dat maar aan hen. die de tentoonstelling in '83 officieel hebben bezocht, aan de gasten der stad tijdens de Koningsfeesten in April '87, en aan den Schab van Perzië.
Wellicht dat de Rotterdamsche Commissie de Amsterdamsche brandweer kan zien optreden en in den tijd, die verloopt tusschen alarmeering en versihijning de gastheer het geheim kan mededeelen op welke wijze Amsterdam zoo spoedig mogelijk de vrije vaart op haar Noordzeekanaal kan erlangen. Dan had de brand aan de Hoogstraat toch. ook weer hare goede zijde. Ontvang, mijnheer de Redacteur, voor de opname mijn beleefden dank. Rotterdam, 22 Juni 1889. v. B.
"Ingezonden Stukken. Brand op de Hoogstraat.". "Rotterdamsch nieuwsblad". Rotterdam, 1889/06/25 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 25-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011009826:mpeg21:p001
A. alhier. Gij verwart alarmeering met het aanrukken der brandweer. De telefoonwagen (de reddingswagen) wordt gealarmeerd op de wijze der hooggeroemde Amsterdamsche brandweer, doch komt bij brand gewoonlijk na de derde spuit. Breekt een brand als op de Hoogstraat in Amsterdam uit, dan leest men den volgenden dag : Twee huizen brandden geheel uit; door het krachtig, en bezadigd optreden der brandweer werden de belendende panden bewaard." Spuit 4 reed, toen de eerste alarmslag werd geslagen, spoediger hulp kan niet worden verleènd. Voorzeker maakt eene stedelijke brandweer meer statie en had deze bijv. Vrijdag voor den Schah van Perzië kunnen paradeeren. De jaarlijksche kosten aan salarissen en onderhoud, zoomede rente van aanlegkapitaal zouden ongeveer ƒ 500 000 bedragen wanneer het goed moet wezen; dit cijfer tegenover de ƒ 20,000 a f 30.000, die Rotterdam nu betaalt, zal de belastingbetalenden wel tot eenig nadenken stemmen. Daarenboven kan geen brandweer ter wereld twee huizen behouden, die gescheiden zijn door een houten wand, terwijl tegen dien wand een houten lucht- of turfkoker loopt, die het vuur op alle verdiepingen overbrengt en dit alles bij een brand, die zoo laat ontdekt wordt. — H. J. te vestigt er de aandacht op, dat te Kralingen een juffrouw met een kind op den arm rondgaat om ondersteuning of kindergoed vragend, niettegenstaande haar man f 16 per week verdient, welke som dikwijls tot f2O stijgt, volgens haar eigene verklaring. Wanneer men wil weldoen, is dat, volgens den inzender, beter besteed aan de weduwe, wier echtgenoot verleden week bij het rangeeren vaneen trein op den Rijnspoorweg op noodlottige wijze het leven verloor. Deze weduwe heeft vier nog kleine kinderen, terwijl het vijfde elk oogenblik verwacht kan worden. Zij woont Maria hof A 6 in de Warmoezierslaan te Kralingen.
— Vermoedelijk is de dief der medailles van den heer Krelage te Haarlem, gisteravond in de Nes te Amsterdam gevat. Hij heet Verwaaien.
"CORRESPONDENTIE.". "Rotterdamsch nieuwsblad". Rotterdam, 1889/06/25 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 25-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011009826:mpeg21:p001