Als vervolg op de lijst, betreffende den diefstal ten huize van den heer F. B. s'Jacob, in de Westerstraat No. 3, te Rotterdam, in den nacht van 1 op 2 Juli 1889, wordt medegedeeld, dat alsnog worden vermist: i Een damast Vingerdoekje, langen breed 4 deci-Meter, in een der hoeken met rood katoen gemerkt: S. H. 24; 2. Vier ivoren Servetringen, allen met inkt gemerkt, zijnde de merken van drie slechts bekend, namelijk: Frits, Tom en Bernard; 3. Twee kleine zilveren Zuurvorkjes, modern fabrikaat, met drie tanden, de heften' bewerkt, ongemerkt. Van welke voorwerpen mede de opsporing en aanhouding wordt verzocht. De Commissaris van Politie, A. J. TORLEY DU WEL. Rotterdam, 3 Juli 1889 Met de door vlaggentooi Tersierde boot „Merwede II" vertrok gistermorgen 8 uur onder de tonen der muziek het geheele personeel der firma's Frans Van der Vijver & Co. en Hendrik Van der Vijver, tot de feestelijke viering van het 50-jarig bestaan dier firma's. Na de stad verlaten te hebben werd al spoedig overgegaan tot het gebruik van 't smaakvol aangericht ontbijt. Uitgelokt door het gunstige weêr werd niet lang beneden vertoefd en aangevangen met het maken van de toebereidselen voor de voorgestelde volksspelen, 5 in getal, waaraan deelgenomen werd door allen, voor zoover zij door hun leeftijd daarin niet verhinderd werden. Overeenkomstig het vaarplan werd ook het fort Loevestein bezichtigd, wat den meesten veel genoegen verschafte. Op de groote boot teruggekeerd,werd de terugreis slechts schijnbaar aangenomen, want na eenigen tijd werd de nieuweMerwede opgevaren.,en 't Hollaudsch diep op, om vervolgens langs den Biesbosch en Wiliernsdorp Heilevoetsluis te .bereiken, van daar het Kanaal van Voorne door en r.aar den Hoek van Holland, om daarna iin den genotvollen avond naar Rotterdam terug te stoomen. Waren de volksspelen afgewisseld geworden door het zingen van toepasselijke liederen en was de inwendige mensch op tijd en feestelijk versterkt, een aangename verrassing werd nog bereid na het uitreiken der prijzen, die behaald waren : in den laten avond werd het feest besloten door het afsteken van vuurwerk en bengaalsch licht. Door dit welgeslaagde feest werd de band, die de ondergeschikten aan de patroons bindt, hechter aangehaald ; de stemming, die gedurende dit feest heerschte, bewees, dat de zuiverste harmonie bestaat. De telegraaflijn van Saigon naar Bangkok is gestoord. Met het zwemmen verdronk gisteravond aan den Noodboezem een knaapje van ruim 7 jaar. Aan het abattoirgebracht,werden door den inmiddels ingeioepen geneesheer L., alle pogingen in het werk gesteld om de levensgeesten bij den Knaap op te wekken, hetwelk echter niet gelukte. Te Kralingen hebben zichgisteren ongeveer 30 gevallen van mazelen voorgedaan. Uit Rotterdam is aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal eenndres, voorzien van 377 handteekeningen va ï onderwijzers, ingezonden tst behoud der vergelijkende examens Het bevat slechts eene betuiging van adhaesie aan het adres, hetwelk in Mei jl. door hunne collega's te 'sGravenhage is ingezonden. Aan een in aanbouw zijndhuis aan de Van Alkemadestraat had een man, die een ladder opging, met een mand gevelankers het ongeluk dat do ladder, die niet vaststond, viel, zoodat de man met zijn vracht op den grond terecht kwam en zich aan het hoofd en de hand bezeerde. Door een van politie werd de gewonde naar een geneeskundige begeleid.
Hedenmorgen had op de Hoogstraat, voor het Hamburger restaurant, een ernstig ongeval plaats. Terwijl drie heeren op het trottoir stonden te praten, passeerde een wagen der Heineken's bierbrouwerij hoo - geladen met balen stro o. Een der balen getaakte los en viel een der heeren op de borst. Hij zeeg ter aarde en moest in de restaurant gedragen worden, waar geneeskundige hulp werd ingeroepen. De bloedende wonde, welke hy aan het achterhoofd had gekregen, bleek niet gevaarlijk te zijn. De schermvereeniging „Rotterdam'' alhier, zal Zaterdag en Zondag a. s. een huishoudelijk concours op alle wapenen houden.
Wij vestigen de aandacht der liefhebbers van fijne muziek op de gelegenheid,die er bestaat een concert van het orkest onder leiding van Willem Kes bij te wonen in „Kunstmin" te Dordrecht.
Gisteravond had de natte oefeding plaats der spuiten 9, 23 en 18. Als gewoonlijk was de jeugd in ruimen getale opgekomen naar het plein bij de Verlengde Kruiskade om getuige te zijn van het welslagen der oefening en om de koelbloedigheid der pijpleiders op de proef te stellen met Je hebt geen water, je durft niet!" dat weergalmt totdat de jeugdige menigte juichend uiteenspringt, tuimelt en holt, wanneer een wrekende waterstraal eenigen een stortbad vereerd heeft, dat den overmoedige zeker straks met een kastijdende moederlijke vermaning zal moeten bezuron. Het was echter niet om te genieten van dJt eigenaardig schouwspel, dat zoovele ernstige hoofden en belangstellenden in de brandweer waren opgekomen, neen, zij kwamen om getuigen te zijn van een nieuwe wijze van behandeling van het materieel en dit wel in vergelijking met den tegenwoordigen toestand.
Wij gaven reeds vroeger eene beschrijving van de wijziging, die de heer Brantenaar voorstelt *n het oppakken der handbrandspuiten te brengen. Hoe- goed zijne methode is opgenomen, blykt reeds uit het feit, dat de stad te bewegen was eene spuit als proef te wijzigen voor het nieuwe systeem. Bleaï de vergelijking der snelheid van het in werking brengen met twee pompen uit, daar de gewijzigde spuit weigerde modder omhoog te pompen, bij de vergelijkende oefening op de waterleiding,bleek het voordeel der nieuwe methode, die in 40 seconden volop water leverde, terwijl de als gewoon getuigde spuiten, niettegenstaande een handig werken van het personeel, 70 seconden noodig.handden.
"Stadsnieuws. GESTOLEN.". "Rotterdamsch nieuwsblad". Rotterdam, 1889/07/05 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 26-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011009835:mpeg21:p001
"Rotterdamsch nieuwsblad". Rotterdam, 1889/07/05 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 26-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011009835:mpeg21:p001
— Waarom dan* niet liever twintig, in plaats van veertig jaren verkozen, mijnheer ? vroeg de gravin. — Omdat ik liever een sterk, gezond man van veertig dan een jongeling van twintig ben,zeide Cagliostro glimlachend. — Kom! zeide mevrouw Dubarry, ongeloovig het hoofd schuddende. — In allen ernst, mevrouw op zijn twintigste behaagt men de dertigjarige dames,maar op zijn veertigste beheerscht men de meisjes van twintig en de mannen van zestig jaren. — Ik zwicht, mijnheer, zeide de gravin, en dat moet ik wel; wie zou het wagen. met zulk een levend proefstuk den strijd aan te vangen? — Voor mij is dus alles verloren, zeide De Taverney bedrukt, mijn vonnis is geveld: ik kom te laat. — De hertog was behendiger dan gij in dit geval, zeide De Lapeyrouse, met de rondborstigheid aan zeelieden eigen,— ik liet mij wel vertellen, dat ook de maarschalk een zeker middeltje bezit... — Dat gerucht hebben de dames verspreid, zeide graaf Van Haga lachend. — Dat is toch geen reden om er geen geloof aan te slaan, hertog ? vroeg memouw Dubarry.
De oude maarschalk bloosde, wat hem maar zelden overkwam, en antwoordde:
— Wilt gij weten, heeren, waarin dit middel bestaat?
— Zeker, wij zijn dol nieuwsgierig. — Eenvoudig daarin, dat ik mij ontzie en in alles matig geleefd heb. — Ik zou tegen dat recept veel hebben in te brengen, indien niet dat van mijnheer De Cagliostro mijn geest uitsluitend bezig hield. Bereid u dus voor,groote toovenaar, daar ik nog niet aan het einde van mijn onderzoek ben. — Ga vourt, mevrouw; ik luister. — Gij zeidet, dat gij veertig jaren oud waart, toen gij voor de eerste maal van het levens-elixir gebruik maakte ? — Ja, mevrouw. —En dat gij sedert dit tijdstip, zoowat voor het beleg van Troje ... — Nog een weinig vroeger, gravin. — Ku ja, dat gij sedert dien tijd steeds op denzelfden leeftijd,dat is veertig jaren, zijt gebleven. — Zooals u blijkt. — Maar dan bewijst gij ons nog iets meer dan met uw vorige stelling overeenkomt, zeide De Condorcet. — Hoe dat, markies ? — Eerst hebt gij aan uw elixir de kracht van een onverwelkbare jeugd toegeschreven; maar nu voegt gij er nog de onsterfelijkheid bij; want daar gij sinds den Trojaanschen oorlog veertig jaren behouden hebt, bewijst dit, dat gij inmiddels niet gestorven zijt. — Dat is zoo, markies; ik moet nederig bekennen, dat ik nooit dood was. — En toch zjjt g\j niet onkwetsbaar. — Tot mijn groote spyt, antwoordde Cagjiostro, moet ik bekennen, dat ik niet onkwetsbaar ben.
— Derhalve kan men u door een of ander gewelddadig middel ombrengen? — Ja !
— Hoe is het dan mogelijk, dat gij 3500 jaren lang aan de menigvuldige gevaren en toevallen des levens ontkomen zijs ?
— Als gij slechts naar mijn bewijsgronden luisteren wilt. Met do ondubbelzinnigste blijken van belangstelling schaarden zich allen om hem heen. — Wat is de eerste voorwaarde voor het leven? vroeg Cagliostro, ongedwongen en elegant zijn fraaie handen uitstekende, die overladen waren met ringen, maar waaronder de ring van Cleopatra als een star uitblonk; — de gezondheid, niet waar? — Zeer zeker! riep men algemeen. — En op welke voorwaarde geniet men de gezondheid? — Een zekere leefregel, antwoordde graaf Van Haga. — Gij hebt volkomen gelijk, graaf; al-' leen door dien leefregel blijft de gezondheid bestendig. Welnu! waarom zou mijn elixir niet op zich-zelf den besten leefregel kunnen bevatten. — Het is mogelijk, maar niemand kan dit bewijzen. — Ik toch ... — Ja, dat schijnt zoo, maar — Maar niemand anders, zeide mevrouw D^parry. — Dat zullen wij laten onderzoeken, mevrouw. Op de bepaalde tijden heb ik mijn elixir genomenjdaardoor heb ik mijn jeugd, mijn gezondheid en dus mjjn leven b
houden. Dit is, dunkt mij, duidelijk. — Maar alles slijt in de natuur, graaf, zoowel het schoonste als hot leelijkste. — Gij zeidet, baron De Taverney, dat alles verslijt en vergaat; dit toegestemd, zult gij bekennen, dat alles weder her» stelt, weder geboren of vervangen wordt; Het beroemde zwaard, dat zoo dikwijls van klink en gevest veranderde, is een afdoend voorbeeld er van; want het is en blijft nochtans hetzelfde zwaard, dat evenals de wijn, dien de monniken van Hcidelberg in hun kelder bewaren, altijd dezelfde beroemde wijn blijft, hoewel men ieder jaar in de ton een verschen voorraad giet.
Welnu, ik heb mijn lichaam onderhouden door er elk jaar nieuwe hoofdbestanddeelen te doen invloeien, welke de oude stoffen vervangen moesten. Eiken ochtend verving een jeugdig, frisch deel een vertieten oud gedeelte van mijn bloed, vleesch of beenderen. Zoo doende heb ik de wachters van mijn lichaam genoodzaakt, zich met kracht tegen de ontbinding te verzetten. Ik hield ze steeds in beweging en dit maakte het innemen van opwekkende middelen niet alleen gemakkelijk, maar zelfs noodzakelijk. Uit deze aanhoudende, onafgebroken studie ter verlenging van mijn levenvloeit van zelf voort, dat elk deel van mijn lichaam of mijn ziel daarop afgericht is, en wijl het welslagen eener onderneming meestal van de gedurige herhaling afhangt, zoodat men er geheel eigen mee wordt, ben ik natuurlijk geschikter dan eenig ander tot voorziening of afwending van de gevaren, die een bestaan van meer dan drie-duizend jaren vernietigen konden, door de ondervinding, die ik in zulis een lang tijdsbestek heb moeten opdoem Gij zult mij nimmer in een bouwvallig huis zien gaan, daar mijn geoefend oog op den eersten blik het gevaar zou bc- , merken. Evenmin zal ik ter jacht gaan met eea lomperd, die niet met een geweer weet om te springen, kortom, ik zou u nog veel van dien aard kunnen opnoemen, waarin een gewoon mensch geen erg zou hebben, en dat ik toch onmiddellijk vcorzien zou. Schud maar ongeloovig het hoofd! Mijn bestaan is er een onwedersprekelijk bewijs van. — Ik wil niet beweren, dat ik onsterfelijk ben; ik zeg alleen, dat ik weetr wat geen sterfeling weten kan, dat is : den dood te ontwijken, wanneer hij bij toeval naderen wil. Zoo zou ik geen kwartier met den heer De Launay allscn hier blijven, want hij denkt er op dit oogenblik over na, hoe gaarne hij mij achter de muren der Bastille in zijn macht zou hebben, om eens door den honger te onderzoeken, hoe ver mijrr onsterfelijkheid gaat. Evenmin met den heer De Condorcet, die zich thans met de gedachte onledig houdt, den inhoud van dien ring in mijn glas te werpen, vol» strekt met geen kwade bedoeling, hoewel het een sterk vergif is, maar alleen uit wetenschappelijke nieuwsgierigheid, om te beproeven of ik er van sterven zou. / Een beweging van de twee personen, ) die Gagliostro opnoemde, bevestigde maar al te duidelijk, dat hij de waarheid gesproken had. — Beken het maar. mijnheer De Launay, wij staan niet voor de rechtbank.
Dacht gij niet aan hetgeen ik zeide ? En gij, mijnheer De Condorcet, draagt gij niet in dien ring een vergif bij u, dat gij mij uit liefde voor de wetenschap wildet laten proeven?
— Op mijn eer, zeide De Launay lachend,terwijl een hoog roodzijn wangen kleurde, ik moet bekennen, dat gij gelijk hebt; hot was een dwaasheid, maar ik dacht juist aan datgene, waarvan gij mij beschuldigt.
— En ik, zeide De Condorcet, — zat riet minder openhartig zijn dan De Launay. Ik dacht inderdaad, dat, indien gij proefdet van hetgeen ik in dezen ring heb, ik geen cent voor uw gewaande onsterfelijkheid geven zou. Deze bekentenis bevestigt wel niet de onsterfelijkheid, maar toch de buitengewone scherpzinnigheid van Cagliostro. — Gij ziet wel, zeide de profeet, — dat ik juist geraden heb, en dit is het geval met al wat gebeuren moet. Mijn lang leven heeft mij in hooge mate met die gave toegerust. Het verleden en de toekomst van de lieden, die ik aantref, ligt als een opengeslagen boek voor mij. Mijn onfeilbaarheid gaat zóó ver, dat zelfs dieren en levenlooze voorwerpen daarvan niet uitgesloten zijn. Als ik in een rijtuig klim, kan ik dadelijk aan de paarden of den koetsier bespeuren, of zij op hol zullen gaan, of dat hij mij omwerpen zal. Evenzoo kan ik, eer ik mij aan boord van een schip begeef, zien of de kapitein een domoor of een stijfkop i3f en dat ik in dit geval met hem gevaar zou loopen. Dan vermijd ik zoowel den een als den ander. Ik ontleen het toeval niet, maar ik tracht er de uitwerking van te voorkomen. Dat is het nut, dat ik van mijn duizendjarigen leeftijd trek.
— Gij moest mij vergezellen, waarde profeet, zeide Lapeyrouse lachend, al was het maar tot aan de haven, waar ik mij zal inschepen om mijn reis rondde wereld te aanvaarden. Gij zoudt mij waarlijk een grooten dienst bewijzen. Cagliostro antwoordde niet. ' — Daar mijnheer De Cagliostro, vervolgde de kapitein lachend — zulk beminnelijk gezelschap niet verlaten wil,hetgeen ik hem trouwens niet kwaljjk neem, zult gij mij wel veroorloven, maarschalk, dat ik het doe. Verschoon mij, graaf Van Haga en ook gij, mevrouw; het slaat zeven uur en ik beloofde den Koning, om kwart over zeven hier vandaan te rijden. Gij wilt dus niet medegaan, graaf De Cagliostro, om mijn transportschepen te bezichtigen? Zeg mij dan ten minste, wat mij van Versailles tot Brest zal overkomen. Dezeereis neem ik voor mijn rekening. Maar voor den drommel! vanVersailles totßr est moet gij mij wat goeds voorspellen. Cagliostro beschouwde Lapeyrouse met medelijden, en zyn gelaat nam zulk een zwaarmoedige uitdrukking aan, dat de meeste gasten er door getroffen werden. Doch de zeeman bemerkte er niets van. Hij nam hartelijk afscheid van allen. Lapeyrouse groette welgemoed en hoffelijk den graaf Van Haga en gaf De Richelieu de hand. — Vaarwel, waarde Lapeyrouse, gelukkige reis, zeide de maarschalk. — Volstrekt geen vaarwel, hertog, maar tot wederziens! antwoordde Lapeyrouse, — men zou waarlijk zeggen, dat ik voor eeuwig vertrok. Op zijn hoogst zal ik vier of vijf jaar wegblijven. — Nu, zeide de maarschalk, — vier of vijf jaar, die kleinigheid, is op mijn leeftijd zooveel eeuwen. Elke dag is thans een jaar voor mij. Nogmaals, vaarwel, Lapeyrouse, God behoede u!
— Bah! zeide de kapitein lachend, — vraag 'net maar aan onzen wichelaar...
Hij zal u nog twintig jaar toezeggen, niet waar, mijnheer Cagliostro? Ach, graaf, waarom heb ik vroeger niets van dat elixir vernomen; ik had er een geheele ton van opgedaan en het op mijn schip doen brengen, tot welken prijs dan ook. Nog ean kus op uw schoone hand, mevrouw, de schoonste, die ik in langen tijd zienzal. Tot wederziens!
Hij vertrok. Nog steeds had Cagliostro zijn onheilspellend zwijgen bewaard. Allen luisterden nog naar devoetstappen van den kapitein en naar zijn luidruchtig en vroolijk afscheid van hen, die hem tot aan het rijtuig begeleidden.
Het stampen der paarden op denbevrozen straatweg en het wegrollen der koets werd nog een geruime poos gehoord. Lapeyrouse had den eersten stap afgelegd van dien geheimzinnigen tocht,waarvan hij nimmer zou terugkeeren. Toen wendden zich allen naar Cagliostro, als door één gedachte bezield en zagen met inwendige siddering, dat zijn trekken als door een bovenaardschen gloed verlicht waren. Nog eenige oogenblikken waagde niemand de plechtige stilte te storen; graaf Van Haga was de eerste, die ze afbrak. — Waarom hebt gij zijn verzoek niet ingewilligd, mijnheer? vroeg hij.
Cagliostro schrikte, alsof deze vraag hem uit een diepe mijmering deed ontwaken. — Omdat ik hem een onwaarheid of oen wreedheid had moeten zeggen. — Hoe dat? — Omdat ik had moeten zeggen: de hertog De Richelieu heeft volkomen gelijk, mijnheer De Lapeyrouse, dat hij afscheid van u neemt en op geen wederzien hoopt. — Wat zegt gij daar? zeide de Richelieu verbleekend, — wat zegi gij van Lapeyrouse ? — Niets verontrustends voor u, maarschalk; want de voorspelling geldt u niet, hernam Cagliostro levendig. — Hemel! riep mevrouw Dubarry, hij, die mijn hand nog zooeven kuste ... — Zal het geluk niet alleen nooit meer hebben; maar hij ziet geen van allen weer, die hij dezen avond verlaten heeft, zeide Cagliostro, terwijl hij een glas water beschouwde, hetwelk derwijze onder het licht stond, dat de voorwerpen van rondom zich in verschillende kleuren er in afspiegeldén. Een smartelijke verbazing lag er op aller gelaat. .De belangstelling was zoo hoog gestegen, dat ieder met woorden, of gebaren Cagliostro ondervroeg als ware hij een wichelaar der oudheid. Te midden der algemeene spanning verliet De Favras een oogenblik de zaal om in de aangrenzende vertrekken te zien, of soms de een of ander hem beluisteren kon. Maar geen bediende vertoonde zich meer, sedert het dessert opgebracht was; slechts een oude intendant stond in het andere vertrek als een schildwacht op zijn post, den toegang tot de eetzaal te bewaken. De Favras keerde terug,en na een geruststellend teekenaan zijn vrienden gegeven te hebben, plaatste hij zich weder in den kring. — Vertel ons nu eens, mijnheer de Cagliostro, zeide mevrouw Dubarry, — welk onheil dien armen Lapeyrouse wacht. Cagliostro schudde zijn hoofd. — Komaan, komaan, graaf, zeiden allen, wij smeeken er u om. — Welaan dan: mijnheer De Lapeyrouse vertrekt met het voornemen om de reizen van Cook te vervolgen, die op de Sandwich-eilanden vermoord werd? Een bevestigende hoofdbuiging beantwoordde deze vraag. — Alles voorspelt aan Lapeyrouse een gelukkige uitkomst; want hij is een voortreffelijk zeevaarder, en Koning Lodewijk XVI heeft hem zeer juist zijn weg aangewezen. — Ja, zeide graaf Van Haga, — da Koning van Frankrijk is een goed aardrijkskundige, niet waar, mijnheer De Condorcet ? — Geleerder dan noodig is voor een Koning, antwoordde de markies. — Koningen behoorden alles slechts oppervlakkig te kennen, dan zouden zij zich door mannen, die de zaken grondig verstaan, gemakkelijker laten leiden. — Een goede les, markies, zeide graaf Van Haga glimlachend. De Condorcet kreeg een kleur. — Volstrekt niet, graaf, zeide hij, — het is een wijsgeerige overdenking in het algemeen, niet in het bijzonder * toegepast. p (Wordt verYQlgd.)
"Feuilleton. Het Halssnoer van de Koningin. door ALEXANDER DUMAS. 4 Vervolg.)". "Rotterdamsch nieuwsblad". Rotterdam, 1889/07/05 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 26-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011009835:mpeg21:p001
Burgeriyke Stand. GEHUWD: L. v. Beest, jm. 24 en W. P. Kleijkamp, jd. 25 j. A. Bekker, jm. 28 en H. Ch. Zinsmeister, jd. 26j. B. Doon. jm. 32 en S. Koppe, jm. 25 j. H. J. Broens, jra. 24 en A. J. D. Ooms, jd. 28 j. S. A. Urmetzer, jm. 29 en K. H. M. M. v. den Heuvel, jd, 24 j. BEVALLEN: M. Baars, geb. v Oversteeg, Z. — J. Do Grijs, geb. Moermond, Z. — A. C. v. de Rovaart, geb. Arends, Z. — A. Koornneef, geb. v. den Berg, Z. — A. Roosenbeek, geb. ■ v Olst, D. — C. v. den Haspel,geb.v.Houten, D. — C. H. B. de Wit, geb. Wuijsman, Z. — M. E. Hermans, geb. Renier, D. — D. v. der Poel, geb. v. Breningen, Z — J. H.C.Damme, geb. v Eijsden, D. — S Meiboom,geb.Bouwman, D, — P. Markus, geb. De Laat, D. — A. J. Smit, geb. v. der Heulen, Z. — J. C M. Theonvilie, geb. Alla'rdin, Z. OVERLEDEN: A. Passenier, jd. 5 m. — A. M. De Vries, jd. 6 j. — G. M. v. Gorkum, wed. C E. Tonnon, 65 j. — W Leverstein, m. v. M. Tas, 69 j. — C. Bruines, jm. 2 j. — J. De Kok,jd. 30 j. — S. De Vries, jm. 5 j. — A. N. J. De Wit, vr. v. F. v. Teijlingen, 29 j.
"Familiebericht". "Rotterdamsch nieuwsblad". Rotterdam, 1889/07/05 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 26-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011009835:mpeg21:p001
Café-Restaurant D. Deinum Concert, 8 uur. Place des Pays-Bas. Specialiteiten-voorstelling, B>/t uur.
"Vermakelijkheden, Vergaderingen, enz. Donderdag 4 Juli.". "Rotterdamsch nieuwsblad". Rotterdam, 1889/07/05 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 26-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011009835:mpeg21:p001
Rotterdam 5 Juli le getjj 7.57 2e getjj 821 s middags 12 aar. Temperat. Badinricht 68° 68° 3 Juli 4 Juli Barometer bij 0° Celsius 766.7 raif. 765 9 mil. Thermom.in de schad. 22-2 3.729F. 19°4 :673F. Mmim. temp. 'snachta 13-9 ' 573F. 13e 3 " 56aF. Maxim. temp. vor.dag 22°2C.72'F 23°3 ■ 74° F. Windrichting en kracht Noord 2 NO. 1 Bewolking der iucht 4 5
"Waterstand en Weerbericht.". "Rotterdamsch nieuwsblad". Rotterdam, 1889/07/05 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 26-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011009835:mpeg21:p001
Parijs . . 5,10'5m., 8,50'5m., I,lo'sav., 6,50 'sav. Berlijn. . 5,40'5m., 9,30'5m.,10,—'5m., 2,27'sav. 4,3o'sav., 6,55'5av.,9,20 'sav. Londen . 5,10'5m., 8,50'5m., I,lo'sav., 6,50 'sav. Ned. Oost-Indiè 1.55 'sav. Aden, Br.-Indie, Ceylon,StraitsSettlem, Cochin-China 1,55 'sav. China, Japan, Hongkong 1,55 'sav. G.50 'sav. Egypte I.ss'sav. Kaapland, Natai, 0.-Vrijstaat, Transvaal, Mozambique, Delagoabaai. 8.50 'sm. Amerika. Mexico. . 6.so'sav. Brazilië, Argentina, Uruguay, Paraguay 8.50 'sm Coiumbia, Ecuador, Peru, Bolivia, Chili (via Panama) . . . 6.so'sav. Victoria, Z.-Australië, N. Z.Wales, N.-Zeeland, N.-Caledonië,W.Austr. 1.55 'sav.
"Buslichtingen aan het Postkantoor. Vrijdag 5 Juli.". "Rotterdamsch nieuwsblad". Rotterdam, 1889/07/05 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 26-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011009835:mpeg21:p001
Voorzitter: de heer mr. S. A. VeningMcinesz, burgemeester Aanwezig: 29 i€den. Afwezig met kennisgeving: de heeren De Bie, Van Stolk, Kraemer, Muller en Heijbroek. De notulen der vorige vergadering worden gelezen en ongewijzigd goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede, dat 25 Juni de openbare aanbesteding heeft plaats gehad van het verbeteren van de Oost- en Westkousdijken, en dat het werk is gegund aan den minsten inschrijver den heer D. R. De Jong voor de som van ƒ7499. Voorts deelt de Voorzitter mede, dat ingekomen zijn o. a.:
1. Van de commissie van toezicht op het middelbaar onderwijs een voordracht ter vervulling eener vacature in haar midden,waarop het eerst voorkomt de heer W. A. M. Piepers. — Visie. 2. Van de Kamer van Koophandel advies op het adres van de heeren Van Eijk en Van Someren, inhoudende verzoek om benoemd te worden tot makelaar van vaste goederen. De Kamer wenscht alleen advies te geven, wanneer het de benoeming van makelaar in 'eenig handelsartikel geldt. Zij houdt zich overigens ten aanzien van de verzoeken van de heeren Van Eijk en Van Someren aan het praeadvies, reeds bij het indienen in den gemeenteraad door den Voorzitter gegeven — Visie.
3. Van de commissie voor het Burgerlijk Armbestuur drie voordrachten ter vervulling van vacaturen in haar midden. — Visie.
4. Van B. en W. het ontwerp-besluit om aah de firma Van Bork en Co een perceel grond te verhuren aan den linker-Maasoever — Goedgekeurd. 6. Van de commissie voor het Museum van Land- en Volkenkunde een lijst van aan het Museum aangeboden voorwerpen, waaronder door de heeien De Bosson, Van der Keilen, Gibscn en Werumeus Bur.ing, allen alhier. — Deze geschenken worden onder dankbetuiging aan de gevers aanvaard. 6. Van B. en W. het voorstel tot opnieuw verhuring aan het Rijk van eenige lokalen in het Vrij-Entrepöt. — Visie.
7. Van dezelfden praeadvies op het verzoek van het bestuur der Doofstommen-Inrichting om de subsidie der gemeente van /'3500 op /'5OOO 'sjaarè te brengen. B. en W. geven in overweging, daar de redenen, waarop het verzoek gegrond is, te rechtvaardigen zijn, het verzoek in te willigen en van 1 Janiari 1890 af de jaarlijksc'ne subsidie cp / 5000 te stellen. — Visie.
8. Van dezelfden het voorstel tot verkoop van grond aan de Binnenrotte en het Leidsche- Veer aan de firma Eckhard, en tot overneming van grond aan de Lombardstraat, van dezelfde firma. — Visie. 9. Van dezelfden het voorstel de meisjesschool voor meer nitgebreid lager onderwijs eerste klasse, onder leiding van mej. W. L. Heering, aan de Nieuwehaven, tegen 1 ; Augustus a s. op te heffen en mejuffrouw Heering aan het hoogerbestuur voor te dragen voor wachtgeld ten laste van het Rijk. De leerlingen, 23 in getal, die thans nog de school bezoeken, kunnen plaats vinden op de school aan don Westzeedijk. — Visie. 10. het goedkeurend rapport over de rekening van het Ned. Israël. Armbestuur. — Visie. Van B. en W. voordracht voor 3e onderwijzeres voor de nuttige handwerken aan de 2e Tusschenschool K, aan de Schinkelstraat de dames S. M. S. Schaarman—Balen, J. W. G. Donselaar en E T. Tresfon, allen alhier. Voor 3e onderwijzeres voor de nuttige handwerken aan de kostelooze school No. 5, aan de Jonkerfransstraat, de dames G. Besselaar, C. Vink en J. G. M. Van den Steen, allen alhier. De Voorzitter deelt mede, dat in de eerstvolgende vergadering de grensregeling der gemeente aan de orde zal zijn. Aan de orde zijn thans eenigo benoemingen: De Raad benoemt: 1. tot curator van het Erasmiaansch Gymnasium den heer mr. Knottenbelt, die aan de beurt van aftreding is. 2. tot leden in het bestuur der Academie van Beeldende Kunsten en Technische Wetenschappen, de heeren A. S Chabot, H. Veder en P. A Schipperus. 3. tot 3e onderwijzer voorde nuttige handwerken aan de 2e tusschenschool L>, Weenastraat (hoofd: de heer H T. De Boer) mejuffrouw M. T. E. Mattaar, alhier. 4. tot onderwijzer aan de kostel. school No. 11, Schiedamschen Singel, (hoofd: de heer P. Haverhorst), den heer J. J. Groeneweg, alhier. 5. tot 3e onderwijzeres in de handwerken aaa de le tusschenschool C., Lijnbaanstraat (hoofd: de heer G. C. Bunk), mejuffrouw A. S. De Haas, alhier. Alsnu is aan de orde de beraadslaging over: 1. het voorstel om voor een jaar den genees-, heel- en verloskundigen dienst aan den Linker Maasoever op te dragen en den heer dr. J. B. Daubanton, tegen het daarbij vermeld tarief. Bij acclamatie goedgekeurd. 2. het voorstel om aan den plaatsvervangenden districts-veearts den heer E.A. Kok alhier, voor het veeartsenijkundig toezicht op. de honden, met 1 Juli a.s. een tegemoetkoming te verleenen van f 250 per jaar. Bij acclamatie goedgekeurd. 3. het voorstel om aan de erven S. J. Van Rottérdam op hun verzoek te verkoopen een achter hun eigendom aan de Raampooitlaan gelegen gedeelte grond in de Zomerhofstraat, ter grootte van ± 100 M 2., tot den prijs van /27 per M 2., en op de verder daarbij gestelde voorwaarden. Bij acclamatie goedgekeurd. 4 het voorstel om aan den heer S. Van Schie Jr. een stuk grond te verkoopen langs den zijgevel aan de Van Spaanstraat van zijn pand aan de Goudsche Wagenstraat, en wel ter lengte van ± 13 M., en tot den prijs van f 120 per strekkendsn meter, alles onder de verder daarbij gestelde voorwaarden. Bij acclamatie goedgekeurd. 5. het voorstel tot goedkeuring van een plan voor den bouw eener bewaarschool op den grond der gemeente aan den Schiedamschen Singel, met 3 bovenwoningen, als: 2 voor hooiden van scholen voor lager onderwijs en de derde voor de hoofdonderwijzeres der bewaarschool, benevens om, na de voltooiing van het gebouw, daarnaar over te brengen de bewaarschool aan de Boschlaan. Bij acclamatie goedgekeurd. 6. het voorstel tot het bouwen van een bewaarschool aan de Oranjeboomstraat volgens het daarbij gevoegde plan. Bij acclamatie goedgekeurd. 7. het voorstel om in beginsel te besluiten tot het vestigen eener gymnastiekschool voor leerlingen van openbare scholen voor lager onderwijs, aan de St. Jansstraat. Bij acclamatie goedgekeurd. 8. De rekeningen over 1888 van verschillende instellingen, commissiën enz, met do daarop uitgebrachte adviezen. Overeenkomstig de adviezen wordt bij acclamatie besloten
9. het nader voorstel omtrent het maken van veranderingen aan de filters No. 9—21 van de Drinkwaterleiding bij de Oude Plantage. Er wordt voorgesteld om de vleilaag van IJselsteen niet te doen vorwijderen, daar dit een uitgaaf van f 10CCK) zou vorderen, terwijl het nut niet opweegt tegen de groote kosten.
In het in de vorige vergadering aangenomen voorstel was deze verwijdering abusievelijk opgenomen, en de kosten er van niet in de uitgetrokken som begrepen.
De heer Kam betreurt het nadere voo rstel, om die laag van ijselsteen te behou den daar bij een door hem gedaan onderzoek gebleken is, dat de onreinheid op dien IJseisteen ligt, zoodat men de kans loopt dat het Jwater niet rein zal zijn Spreker geelt in overweging bij het besluit, in de vorige vergadering genomen, te volharden en dient een voorstel in om de som voor de veranderingen aan de filters met f 10.000 te verhoogen.
De heer Viruly ontraadt de aanneming van het voorstel-Kam. Alleen de steenen bij de scheuren waren vuil geworden, de overige zijn echter in behoorlijken toestand» gebleven.
De zaak is in ernstige overweging ger:ornea door de commissie en de directie en men ia tot de conclusie gekomen, dat het onnoodi» is een uitgaaf van /' 10.000 te doen doot de ijseisteenen "e vervangen door kiene! steenen.
De heer Molenaar is ook tegen he voorstel-Kam ; heden nog heeft hijgen onder hond gehad met den directeur der drinkwater leiding en deze heelt pertineiitgeantwoord.d-t? met het behoad van den IJselsteen zuivfi; drinkwater geleverd zal [worden. Ook door spreker gedaan onderzoek te Londen, heeft hem tot de overtuiging gebracht, (V? de uitgaaf van f 10.000 ónnoodig is. De heer Kam handhaaft zijn voorstel. Het voorstel - Kam wordt verworpen mt& 28 tegen 1 stem, die van den heer Kam. Het voorstel van B. en W. wordt daarii. bjj acclamatie goedgekeurd. 10. de adressen van Werkliedenvereenigingen om gelden toetestaan voor het bezoeken van deWereldtentoonstelling teParijs en het daarop uitgebrachte, in dit blad des-, tijds in zijn geheel opgenomen, advies, waarin B. en W., in overweging geven afwijzend op het verzoek te beschikken. Overeenkomstig het advies wordt bij acclamatie afwijzend op de adressen beschikt. 11. het voorstel tot herziening der volgende strafverordeningen: 1. de verordening op het drijven van rundvee binnen de gemeente Rotterdam ; 2. de verordening op de Vischmarkt; 3. „ „ „ „ Vlee3chhal; 4. „ , „ „ Beestenmarkt; 5. „ „ „ inrichtingen tot het verbruiken van eet of drinkwaren ; 6 art. 6 der verordening op het vervoeren en begraven van lijken binnen de gemeente Rotterdam van 8 April 1886 (Gemeenteblad no. 27); 7. de verordening betreffende uitdragers oudroestkoopers; 8. de verordening'op logementen, herbergen, slaapsteden, enz.; 9. de verordening betreffende het weren van den verkoop van voor de gezondheid schadelijke eet- en drinkwaren ; 10. de verordening op de openbare reinheid; 11. art. 7 der verordening op de verdeeling der gemeente in wijken en op het nomineren der gebouwen en erven van 1 Juli 188? (Gemeenteblad no. 41); 12. de verordening betreffende de honden
13. de artt. 31 tot en met 34 der verorda ning op het rijden, van 20 December 18S (gemeenteblad 1887 no, 2). Deze verordeningen worden alle goedgek ' Niets meer aan de orde zijnde, wordt de vergadering gesloten.
"Gemeenteraad van Rotterdam. (Zitting van heden.)". "Rotterdamsch nieuwsblad". Rotterdam, 1889/07/05 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 26-02-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011009835:mpeg21:p001