Bij den schietwedstrjjdvanwege den „Nederlandschen Schutterijlcauer Bond", te Haarlem gehouden, hebben de volgende stadgenooten prijzen behaald: In den wedstrijd voor donateurs, schutters le klasse, 150 meter: 15e prijs Montauban van Swijndregt, met 39 punten, In den wedstrijd van leden, schutters le klasse, 150 meter: le prijs J. Vanßijsbergen, met 77 punten; 5e prijs Blauw, met 71 punten ;6e prijs Ravesteijn met 69 punten; 12e pri s Corbet, met 64 punten. In den wedstrijd voor leden, schutters 2e klasse, 150 meter: 2e prys Kramer, met 65 punten; 20e prijs Van Wijk, 50 punten. In den wedstrijd voor donateurs en leden op de vrije baan, 150 meter: 4e prijs Van Wijk, met 37 punten. Wedstrijd vrije baan 200 meter, voor iedereen: 2e prijs Blauw, met 33 punten. In de maand Juli werden aan 't Kralingsche Veer ter markt aangevoerd 15005 zalmeD, in Juli 1888 werden 11599 stuks aangevoerd. Gistermiddag viel aan de Raambrug al spelende te water een 5-jarige jonger, die zonder bekomen letsel onmiddellijk op het droge werd gebracht door een burger, die zich daartoe gekleed te water begaf. In het Salon der Sociëteit „Ha:- monie" (Doele), had gisteren de jaarHk ohe prijsuitdeeling plaats der leerlingen van het R. K. Instituut van den H. Carolus Barrhoratus, (Schiedamsche Singel), hoofd de heer' Van Term. Behalve de ouders en belangstellenden, waren vele R, K. geestelijken bij deze plechtigheid tegenwoordig. BijdeNed Hervormde gemeente te Delftshaven is beroepen Ds. J J. Van der Lip, te Leiden, ter vervulling der vacature—Ubbink. Bij de gisteren te Kralingen gehouden herstemming voir een ha van üen Gemeenteraad, is gekomen de heer J. De Snoo, aftredend lid. Het bestuur der Kralingsche harddraverij - vereeniging de ..Volharding", heelt in verband mee een ingekomen adres van een grcot aantal leden der vereeniging, ïen einde do Kralingsche harddraverij-vereeniging de .Volharding" van naam te doen veraudeien in „Rotterciamsche Sportclub", besloten de leden op Woensdag den 7 Augustus bijeen te rop-.en om daarover van" gedachten te wisst'en. Voorts : a in die vergadering het progiu'uima worden vastgesteld van het alhier te houden volksfeest op den 31 Augustus a.s. ter gelegenheid van den verjaardag van H. K. H'prinses Wilhelmina.
Rotterdamsch nieuwsblad
- 01-08-1889
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- Rotterdamsch nieuwsblad
- Datum
- 01-08-1889
- Editie
- Dag
- Uitgever
- A.W. Sijthoff
- Plaats van uitgave
- Rotterdam
- PPN
- 832564818
- Verschijningsperiode
- 1878-1991
- Periode gedigitaliseerd
- 1878-1945
- Verspreidingsgebied
- Regionaal/lokaal
- Herkomst
- Gemeentearchief Rotterdam
- Nummer
- 3491
- Jaargang
- 12
- Toegevoegd in Delpher
- 18-11-2014
Stadsnieuws.
CORRESPONDENTIE.
V. K. De inhoud uw schrijven is niet recht duidelijk.
Waterstand en Weerbericht.
Rotterdam 1 Aug. Ie getij 6.15 2e getjj 639 « middags 12 uar. Temperat. Badinricht. 64° 65° 30 Juli 31 Juli Barometer bij 0° Cölsius ,66.4 mM, 766 9m M Thermoman de schad. 20°03 68''F. 23"9 Minim. temp. 'anachts 11°1C 525F 11° IC b2ys. Maxim. temp. vor.dag 22°2C.72°F. 23"9"V?5,H\ Windrichtingen kracht N.W. 1 E.O. 5 Bewolking der iucht 2 5
Buslichtingen aan het Postkantoor. Donderdag 1 Augustus.
Parijs. . 5,10'5m., 8,50'5m., I,lo'sav., 6,so'sav. Eerlijn. . 5,40'5m., 9,30'5m.,10,— 'sm., 2,27 'sav. 4,3o'sav., 6,55'5av., 9,20 'sav. Londen . 5,10'5m., 8,50'5m., I,lo'sav., 6,50 'sav. Egypte 8.50 'sm. west-Afrika, Curagao 6.so'sav. Noorwegen 7.—'sav.
Familiebericht
Burgerlijke Stand. GEHUWD: K. Aardom, wedr. 31 en C. Dubbelman, jd. 30 j , W. A. 801, jm. 21 en M. Th. Souljé, jd. 24 j. F. M. Boogaers, jm 30 en A. v. der Weel, jd. 22j. A. De Bruin, wedr. 64 en W. Siempns, wed. v.D. v. Gent, 69 j. L. C. Corbeau, jm. 24 en D. A Pieterson, jd. 22j. S. Cats, jm. 26 en A. Blacer, wed. v. J. d'Ancona, 32 j. A. J. H. v. Deutekom, jm. 26 en M. Klok, jd. 25j. J. C. v. Grevenbroek, jm 22 en A. M. E. v. IJzeren, jd. 22 j. C. G. Jansen, jm. 24 en J. Wiesenhaan.jd. 18 j. A. J. v. d. Kolk, jm. 22 en P. A. De Heer, jd. 19 j. A. Kras, jm. 22e n S W. Quellhorst, jd. 28 j. M. W. Meermans, jm. 33 en B.v.d.Linden,jd.2Bj J. K. Nelisse, jm. 24 en A. Wouters, jd. 25 j. C. J. v. Santen, jm. 31 en M. G. Clasquin, jd.3o j. A'. J. v. Vliet, jm. 29 en T Heijkoop, jd. 28 j. F. W. G. Andriesse, jm. 26 en M. J.Gleijm,jd.23j. Th.Htßeenen, wedr. 36 en C. M. Tempelaars, wed. v. A. J. Th. v. der Reijnst, 38 j. P. P Kranenbruckers, jm. 40 en M. P. Cupido, gesch. vr. v. W. Klijndijk, 46 j. M. A. Oldenhot', jm. 22 en H. Schouten, jd. 25 j. Th. H. Pelser, jm. 32 en A. H. Michielse, jd. 22 j. A. C. J. v. d. Pluijm, wedr. 40 en A. C.E.Cremers, jd. 43 j. P. J. Waardenburg, jm. 29 en E. Ch. Fasseur, jd. 33 j. Huwelijks-Brieven en Verlovings-Cir• culaires worden gedrukt en spoedig afgeleverd, desverlattgd geadresseerd, ter drukkerij van het Nieuwsblad. Goedkoop. Fijner papier naar keuze van den besteller. ' BEVALLEN: L. A. üssewaarde, geb. Roelofse, Z. — A. C. Diederik, geb. Eekhout, D. — A. A. Hermsen, geb. v. der Vring, Z. —M. G.Kathmann, geb. Boerhof, Z — J. Den Hollander, geb. Voorwinde,'Z —A. M. Hogedoorn, geb.Korteweg, D. — J. C. Steinmetz, geb. Waaijers, D. — M. Gordijn, geb. Heukelom, 2 Zs.—M. v. Straaten, geb. Boeser. Z. — L. G. v. Dis, geb. v. der Sluis, D. — A. C. Zwart, geb. v. Woerkum, Z. — A. J. De Bruin,geb.Harpers, Z. — A. Post, geb. Post, Z. — M. M. Dirkzwager, geb. Poortman, D. — C. H v. der Werff, geb. Groene wegen, Z. — N.M.Wessels, geb. v. Seters, Z. — C. v. Swet, geb. Veilekoop, Z. — C. v. Veen, geb. Den Hollander, D — H E. Gevers geb. Baaij, Z. Klein drukwerk wordt geleverd ter• drukkerij van het Nieuwsblad, naar den geest des tijds, net en goedkoop. OVERLEDEN: C. Rookes, vr. v. J. D. Anokké, 70 j. —A. C. v. Gilst, jd. 2 j. — G. A. Viets, jm. 13 j. — J. De Jong, jm. 4 m — A. Emens, jm. 6 d. — W.K.v Viiet.jd.3j.—C.H.Hoppf Jm.iüm — W. Lukkenaer, wed. C. H. Nedermeijer, 50 j. — F. J. Cool, jm. 13 m. — J. H y. Ooij. wed. A. v. d. Leeuw, 85 j. — J. H. Meijer, m. v. A. Kohl, 74 j. — J. H. v. Oosterum, jd. 3 m. Rouwbrieven en Rouwkaarten worden gedrukt ter drukkerij van het Nieuwsblad. Op verlangen mede geadresseerd, bezorgd en gepost.
Feuilleton. Het Halssnoer van de Koningin. door ALEXANDER DUMAS. 27 Vervolg.)
— Wij bedoelden het snoer, dat gij aan de Koningin van Frankrijk aanboodt, voegde Beausire er bij; — onze allergenadigste Koningin heeft er van gehoord. * — Is mijnheer een beambte bij het gezantschap? vroeg Boehmer. i ~~ Eerste geheimschrijver van Zijne Excellentie, mijnheer. Don Manoël had zich met de voorname houding van een groot heer nedergezet en bekeek met het oog van een kenner eenige schilderijen aan den muur. Vervolgens zag hij door de glazen naar de Seine. ■ —Het schijnt,mijnheer.zeideßeausire— dat gij mij zooeven niet verstaan hebt. < — Hoedat, mijnheer? vroeg Boehmer, van zijn stuk gebracht door den driftigen toon, waarop dit gezegd werd. t — Omdat ik zie, dat Zijne Excellentie j reeds het geduld verliest, mijnheer. i ~ Gij moet mij dit niet kwalijk nemen, mijnheer, zeide Boehmer hoog rood, — ik kan zonder mijn compagnon Bossange u het halssnoer niet laten zien. ' — Wel, mijnheer, is het anders niets? ' Laat mijnheer Bossange dan roepen. Don Manoël naderde en zeide iets in het Portügeesch, dat door Beausire met eerbiedige buigingen beantwoord werd. Daarna keerde hij hun weder den rug toe en keek weer door het venster. — Zijne Excellentie, mijnheer, gelast mij ute zeggen,dat hij reeds tien minuten wacht en niet gewoon is zelfs bij Koningen een oogenblik te wachten. Boehmer boog en trok aan de schel. Terstond daarop kwam er iemand inde kamer. Het was de compagnon Bossange. Met twee woorden deeldeßoehmerdezen alles mede. Bossange staarde de twee Portugeezen uitvorschend aan en vroeg toen aan Boehmer oin zijn sleutel. — Het schijnt waarlijk, dacht Beausire, — dat eerlijke lieden onderling even achterdochtig zijn als gauwdieven. Bossange verwijderde zich en keerde tien minuten later terug met een doos in de linkerhand.De rechterhand was onder zijn kleed verborgen. Beausire zag zeer duidelijk de loopen van twee pistolen blinken. — Het kan zijn, zeidedonManoël statig, — dat wij een fatsoenlijk voorkomen hebben, doch deze kooplieden schijnen eerder te denken, dat zij met schurken dan met een ambassadeur te doen hebban. Dit zeggende, keek hij de juweliers opmerkzaam aan, ten einde de minste gewaarwording op hun gelaat te bespieden, in geval zij het Portugeesch verstonden. Doch dit scheen zoo niet te zijn. Zij gaven hem vol vertrouwen de doos in handen en haalden er een diamanten halssnoer uit, waarop men wegens den Schitterenden glans de blikken byna niet houden kon. ,
Doch don Manoël wierp het verachtelijk op den voor hem staanden lessenaar en zeide vertoornd tot zijn secretaris:
— Zeg aan die snaken, dat zij hun spel wat te ver met mij drijven. Ik vraag hun diamanten en— zij durven mij voor den gek houden door mij valsche steenen te toonen. Zeg hun, dat ik er mij bij den Franschen minister over beklagen zal en vlegels, die het wagen durven een ambassadeur van Portugal te foppen, in naam mijner doorluchtige Koningin in de bastille zal laten zetten. Beausire behoefde deze woorden niet te vertolken. De gebaren waren voldoende. Boehmer en Bossange trachtten hun handelwijze daarmede te verschoonen, dat men in Frankrijk gewoon was, modellen te toonen, waarnaar de eerlijke menschen genoegzaam de echte konden afmeten, terwijl ze de gauwdieven niet in verzoeking brachten. Maar De Souza wilde naar niets luisteren, en een nadrukkelijke beweging met de hand makende, ging hij, terwijl de kooplieden hem angstig nakeken, naar de deur. — Zijne Excellentie heeft mij gelast u te zeggen, sprak Beausire, — dat het al zeer beklagenswaardig is, dat lieden, die zich hofjuweliers noemen, niet in staat zijn een ambassadeur van een bedrieger te onderscheiden en dat hij van niets meer hooren wil en naar zijn hotel terugkeert. Boehmer en Bossange wisselden een blik van verstandhouding met elkander en na opnieuw hun verontschuldigingen gemaakt te hebben, bogen zij eerbiedig. De Souza moest, om uit het vertrek te komen, hen bijna op de voeten trappen. Zonder hen met een groet te verwaardigen, ging hij hen voorbjj; Beausire volgde hem even trotsch. De kooplieden zagen elkander ongerust en half verwijtend aan. — Naar het paleis der ambassade! riep Beausire den kamerdienaar toe. Boehmer luisterde door het traliewerk. — Verloren! bromde de knecht. — Gelukt! zeide Beausire; — binnen een uur zullen die honden ons naloopen. Als de wind vloog het met acht paarden bespannen rijtuig weg.
Vermakelijkheden, Vergaderingen, enz. Woensdag 31 Juli.
Officieren-Societeit. Concert, 8 uur. Place de 3 Pays-Bas. Specialiteiten-voorstelling, BVi uur. Groot Internationaal Circus. Voorstelling, 8« uur.
Ingezonden Stukken. Rotterdam, 31 Juli 1889.
Mijnheer de Redacteur! Gelieve onderstaande regelen te plaatsen in uw blad. Met het ingezonden stuk van den heer P. Meijer, in uw blad, kan ik mij slecht vereenigen. Ten eerste betoogt de heer Meijer dat, wanneer een hond mishandeld, geslagen of geschopt wordt daaraan de poliue niets kan of mag doen. Dit is niet zeer juist, want als een hond zelfs niet goed onder een wagen geplaatst is, dan ben ik er wel ooggetuige van geweest, dat men hem over moest spannen, Ten tweede moet ik den geachten inzender er op wijzen, dat in nietééne stad zooveel gerij is als hier ter stede, want de plaatsen die mijnheer noemt, behooren niet zoozeer tot de handelssteden, behalve Amsterdam, waar wegens het groot aantal grachten meest alles gevaren wordt. Ik stem wel toe, dat er personen gevonden worden die een hond mishandelen wanneer hij niet trekken kan of wil, maar daarvoor zou dan toch iedereen niet behoeven te lijden, aangezien zulke personen terdege strafbaar zijn. Eer zou ik dan nog de aandacht gevestigd willen zien op de harddraverijen, waar, wanneer een paard niet meer kan, het toch 'moet, en geducht de sporen in de zijde gevoelt. U dankzeggende voor de mij afgestane ruimte, noem ik mij, Uw dw. G. T.
Rechtszaken. ARRONDISSEMENTS-RECHTBANK TE ROTTERDAM. Zitting van Woensdag 31 Juli. Kamer van Strafzaken.
De rechtbank veroordeelde in hare zitting van hedenmorgen : P. de G, kermisreiziger, wonende te Amsterdam, wegens beleediging van den havenmeester te Schiedam, tot/5 boete, subsidiair vijf dagen hechtenis. J. W., oud 23 jaar, kleermaker, wonende te Tiel, wegens diefstal met verbreking te Rotterdam gepleegd, tot vier maanden gevangenisstraf. A. W. W., oud 23 jaar, kantoorbediende, wonende te Rotterdam, beklaagd van verduistering van een paar bottines, tot drie maanden gevangenisstraf. Chr. H., oud 52 jaar, sjouwer, wonende te Rotterdam, beklaagd van diefstal van een kinderwagen, tot drie jaar gevangenisstraf. P. J. H, oud 18 jaar, horlogemaker, en J. Th. v. d. L., oud 40 jaar, bankwerker, te Rotterdam, beklaagd van diefstal van een stuk kaas ten nadeele van den winkelier J. Van Oosten, den eersten beklaagde tot vier en den tweeden beklaagde tot zes weken gevangenisstraf.
Laatste Berichten.
Hedenmorgen te 11 uur is in het begin der Noord htst, lijk gacischt v.i.tj ütul Heer Cr. Von Lindern van Amblasserdam, die onlangs bij het omslaan van een zeilboeier voor Slikkerveer het leven verloor.
— Heden is aan het Ministerie van Waterstaat, Handel en Nijverheid te 's Hage aanbesteed :
10. het uitdiepen van een gedeelte der Spoorweghaven te Feyenoord en het maken van eenige bijkomende werken aldaar, minste inschrijver was A. Prins Thzn. te Slisdrecht, voor ƒ12200. 20. het verdiepen van het groot scheepvaartwater in het Scheur tusschen de Buskruithaven en het kanaal door het benedeneind van Rozenburg, voor de verbetering van den waterweg langs Rotterdam naarzeo. Minste inschrijver was L. Kalis Kzn. te Sliedrecht, voor ƒ 54800. — Blijkens opgave zijn er thans te Scheveningen 8266 vreemdelingen, plus 416 dienstboden — De Vereeniging tot Veredeling van Volksvermaken te Utrecht zal Vrijdag 2 Augustus a.s. in het Park Tivoli aldaar de gelegenheid aanbieden tot viering van den verjaardag onzer geliefde Koningin Emma der Nederlanden. Steeds strevende naar verscheidenheid in het aanbieden van genoegens, waarvan duizenden gebruik kunnen maken, zullen op dit volksfeest twee muziekcorpsen zich beurtelings doen hooren. Behalve een algemeene gasverlichting en het werken der fonteinen, zal door sierlijke en nieuwe illuminatiën het oog worden bekoord.
— Mr. J. J. Beaujon, laatstelijk, tot Maart 1888, secretaris van den Raad van State, tot 1865 geruimen tijd commies-griffier van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, is te 's-Gravenhage op 62-jarigen leeftijd overleden. — Bij het te Wageningen gehouden eindexamen van de ald. BUI der Rijkslandbouwschool is aan 11 van de 13 candidaten het diploma als landbouwkundige toegekend: A. D. S. Colenbrander te Nijkerk, L. N. H. Haan te Nieuwstad bij Sittard,H. R. De Lange te 's-Hage, C. L. A. Muller, A. T. WehJburg, P. H. Tromp en F. J. Wirix, allen te Wageningen, P. Schokker te Haarlem, A. A. Van Blijenburg te Amsterdam, J. W. F. Roosegaarde Bisschop te Dieren en J. A. M. Schelfhout te Medemblik. — Bij de herstemming voor een lid van den Haagschen gemeenteraad, waren uitgebracht 1516 stemmen, waarvan 1486 geldig. Gekozen is de heer Mr. J. P. Vaillant, oudwethouder, met 1082 stemmen. De heer H. J. C. De Charro, die verzocht had ditmaal niet in aanmerking te komen, verkreeg 404 stemmen. — Per Rijn spoor van 10 u. 18 min. zijn hedenochtend in de Residentie aangekomen, de Vorst en Vorstin Blücher Von Wahlstatt met groot gevolg, uit Berlijn. Zij zijn afgestapt in het Hotel-Paulez. De Vorst is een kleinzoon van den beroemden generaalveldmaarschalk Blücher. — Ter verkiezing van een lid voor den gemeenteraad te Leiden zijn-bij de gehouden herstemming ingeleverd 1767 stembiljetten. Hiervan werden er heden door het stembureel van onwaarde verklaard 39, zoodat het aantal geldige stemmen 1728 bedroeg. Uitgebracht waren op de heeren: Mr. H. "Van der Hoeven (aftredend lid), candidaat der liberalen, doch bestreden door de leden van den Bond „Maatschappelijk Belang" (anti-Eigen-Hulp) 733 stemmen P. J. Van der Hoeken, candidaat der anti-revolutionairen en roomsch katholieken 992 „ Zoodat gekozen is, als hebbende de meeste stemmen verkregen, de heer Van Hoeken. Bij de eerste stemming, op 16 Juli, waren van de 1562 toen ingeleverde biljetten op den heer Van der Hoeven 751 en op den heer Van Hoeken 585 stemmen uitgebracht, zoodat de heer Van Hoeken thans 407 stemmen meer, en de heer Van der Hoeven 18 stemmen minder verkreeg. Tot de van onwaarde verklaarde bi Ijetten behoorde een... .quitantie. — Uitslag dut ljoLaiüuiiiiliig vuur leden Van den Amsterdamschen gemeenteraad: Uitgebracht 10560 geldige stemmen. Herkozen de heeren J. P. Korthals Altes (liberaal) met 5326 en mr. W. W. Van Lennep (liberaal) met 5271 stemmen. Gekozen de heeren mr. M. W. F. Treub (radicaal) met 5684, mr. J. W. Alting Mees (liberaal) met 5357 en mr. Th. Heemskerk (antirevolutionair; met 5222 stemmen. Voorts verkregen de heeren mr. P. Pet (wethouder) 4968 en J. Coninck Westerberg (wethouder) 4940, mr. J, E. Veltman (aftr. lid) 5121, Paul Strater (kath) 5177 en J A.Wormser (anti-rev.) 5134 stemmen.
Gemengd Nieuws.
Tussclien twee bejaarde dansmeesters te Komorn (in Hongarije),, de heeren Ludasyen Marosy, die wegens wederzijdsche concurrentie elkaar nooit hebben kunnen verdragen, is het eindelijk tot eene uitbarsting gekomen. Marosy heeft in eene advertentie iets gezegd, hetwelk de ander zich als een schimp op zijn reeds veertigjarig meesterschap in het dansen heeft aangetrokken, en waarvoor hij zijnen tegenstander dan ook heeft uitgedaagd tot een duel, — maar een duel van nieuwe soort, namelijk door middel der voeten. De ander heeft dit aangenomen, en zoo zullen nu do beide oude heeren in het openbaar eens tegen elkaar dansen, met uitnoodiging aan het publiek om alsdan uitspraak te doen, wie van beiden nog meester in zijn vak kan heeten.
Eene nieuwe werkstaking. In het dorpje Spiesen, district Trier, is eene werkstaking uitgebroken, die voor de werkstakers nu niet zulke nadeolige gevolgen zal hebben. Tot nog toe eischte iedere koffiehuishouder van Spiesen van de bergwerkers 15-pfenningen voor een glas bier. Of het weekloon daardoor des Zaterdagsavonds tot een minumum was gereduceerd, of dat de huismoeders zich krachtdadig verzetten tegen eene gewoonte, die zooveel geld kostte, wat het ook zij, de bergwerkers besloten plechtig, terwijl zij met sombere gezichten de glazen omhoog hieven, dat zij nooit of te nimmer meer een glas bier zouden gaan drinken voor 15 pfenningen. De kasteleins, vertrouwende op de onweerstaanbare aantrekkingskracht van lekker bier, lieten de ontevreden drinkers pruttelen en zweren, doch verlaagden het bier niet. Het gevolg was: alle avonden eenleegezaal. Vergadering der bierhuishouders, en, nijdig over der bergwerkers koppigheid, zwoeren ook zij een plechtigen eed: Nooit ofte nimmer den prijs te verlagen, op poene van 10 Mark boete voor iedere overtreding. Zaterdag werd de verleiding echter te sterk. Een gansche schare bergwerkers kwam nader; het weekgeld in de zakken, met stalen gezicht, waaruit als 't ware hun anti-bierlijk voornemen reeds van verre kon worden gelezen. Fluks openden drie bierhuishouders de deur en beloofden op hun eerewoord niet meer te zullen vragen dan 12 pfenningen per glas. Algemeene blijdschap! De bergwerkers dronken voor zes en in drie d&gen schonken de kasteleins meer bier dan anders in drid weken.
Dezer dagen is uit Brunswijkgemeld, hoi prof. Sievers, te Wolfenbuttel, en zijne dienstbode, na het gebruik van bedorven vleesch waren gestorven. Vrijdagochtend vroeg is aldaar weder een jong meisje onder dezelfde verschijnselen na een schrikkelijk lijden bezweken. De opschudding in de stad is groot.
Een reusachtige maaltijd. Het dineetje, dat den verschillenden burgemeesters van Frankrijk 18 Augustus zal worden aangeboden in het „Palais de I'lndustrie" te Parijs zal bestaan uit 16.000 couverts. Het heeft moeite gekost, om voor zulk een gelegenheid een geschikt lokaal en een geschikten kok te krijgen, doch gelukkig is men na veel moeite in beide geslaagd. Om al de gasten te kunnen plaatsen, zal noodig zyn een tafel van twee en een halven mijl lengte; om alle gasten naar behooren van. ossenhaas te kunnen voorzien, zou men een stuk mooten bakken van 300 Meter lengte. Zestig rijtuigen, met twee paarden bespannen, zou men noodig moeten hebben om de noodige borden aan te voeren. Een verschrikkelijke geschiedenis viel onlangs te San Francisco voor. Een jonge dame, Eva Atkins, was verloofü met een rijken Engelschman Raymund Pierce, doch een dag vóór het huwelijk met hem liet zij zich in stilte trouwen met een vriend van haar aanstaande Heil Hobbs. Bij hare moeder teruggekeerd, ontmoette zij er Pierce, die buiten zichzelve was. Hij grijpt haar aan, dreigt haar te vermoorden en lost inderdaad eenige schoten op haar. Dan komt Hobbs binnen. Er ontstaat een vreeselijk gevecht, waarbij Hobbs en Eva tal van wonden ontvangen. Als Pierce meent dat zijne slachtoffers dood zijn, gaat hij, hoewel ook gewond, naar zyn eigen kamer, legt zich een handdoek met chloroform op het gezicht en sterit kort daarna. Dienzelfden avond stierf ook Hobbs aan de bekomen verwondingen. De trouwejooze Eva zal waarschijnlijk herstellen. Berri-berri. VolgensdeSemaine médicale breidt de berri-berri zich in Brazilië belangrijk uit. Vooral heerscht de ziekte onder leger en vloot, maar ook breidt zjj zich op verscheidene plaatsen, waaronder vooral te Rio de Janeiro, onder de burgerij uit, waar in Mei dagelijks 6—7 personen daaraan stierven. Op voorstel van den directeur van den geneeskundigen dienst heeft de regeering eene commissie benoemd om de middelen aan te geven tot bestrijding van de uitbreiding der epidemie.
Het gezantschap.
Toen de heeren in het hotel terugkeerden, vonden zij Ducorneau in het bureau aan zijn middagmaal. Beausire zeide, dat de ambassadeur hem wenschte te spreken, en voegde er bij: — Gij zijt scherpzinnig genoeg, mijn waarde kanselier, om te begrijpen, dat de heer Do Souza geen gewoon ambassadeur is. — Ik heb dit zeer goed waargenomen, antwoordde de kanselier. — Zijne Excellentie, vervolgde Beausire, — wil hier onder de grooten en aanzienlijken een voorname plaats innemen en daarom begrijpt gij wel, dat dit oude, leelijkc hotel geen geschikte woning voor hem is ; hij verlangt dus, dat een andere woning, overeenkomstig zijn iang, voor hem zal worden gezocht. — Dit zal de diplomatieke betrekkingen nog ingewikkelder maken, zeide de kanselier, — en ons wegens de onderteekeningen veel drukte geven. — Daarom zal Zijne Excellentie u ook een rijtuig geven, waarde Ducorneau,antwoordde Beausire. Ducorneau viel bijna flauw van vreugde. —Ik ... een koets ! riep hij opgetogen. — Jammer genoeg, dat gij dit niet gewoon zijt, vervolgde Beausire ; — de kanselier van een ook maar eenigszins aanzienlijk gezantschap moet noodzakelijk een eigen rijtuig hebben ; maar over deze kleinigheid zullen wij wel nader spreken. Thans moeten wij den ambassadeur over den staat der buitenlandsche zaken bericht geven. Waar is de kas ? ~ Boven, in de kamer van mijnheer De Souza. — Zoover van u verwijderd ? — Uit voorzichtigheid. Dieven kunnen gemakkelijker beneden in huis komen dan op de bovenverdieping. — Dieven, zeide Beausire smadelijk, — voor zulk een nietig sommetje! — Drommels ! riep Ducorneau, — hon- ■ derdduizend francs is geen kleinigheid; men kan wel hooren, dat mijnheer Qe Souza rijk is. Men vindt bij ;ille gezantschappen geen honderdduizend francs in kas. — Zullen wij het eens nazien? zeide Beausire losweg, ik heb haast, wantik moet aan mijn zaken. — Dadelijk, mijnheer, zeide Ducorneau, hem volgende, — ik ben dadelijk tot uw dienst. Men vond de honderdduizend francs in fraai goud- eri zilvergeld. Ducorneau wilde den sleutel aan Beau- Sire laten, die hem lang bekeek en het fraaie werk ex van bewonderde, doch hem intusschen behendig op was afgedrukt had en toen weder aan den kanselier teruggaf. — Hij is beter in uw handen, mijnheer Ducorneau, — zeide hij, — dan in de mijne; laten wij nu naar den ambassadeur gaan. Zij vonden don Manoël bezig een kop chocolade te drinken. Er lag een brief in cijferschrift voor hem. Toen hij den kanselier zag, vroeg hij: — Kent gij de cijfers van de oude correspondentie ? — Neen, Excellentie. — Dan verlang ik, dat gij er uin onderrichten laat, mijnheer, opdat gij mij voortaan van die vervelende bezigheid ontlasten kunt; & propos, hoe staat het met de kas? vroeg hij aan Beausire. — Uitmuntend, zooals alles wat onder het beheer van den heer Ducorneau is, antwoordde Beausire. — De honderdduizend francs? — In baar geld. — Zeer wel; ga zitten, mijnheer Ducorneau; ik wensch u over iets te raadplegen. — Ik ben geheel tot Uwer Excellentie's dienst, zeide de kanselier opgetogen. — Luister dan, het is een staatszaak, mijnheer Ducorneau. — Ik luister, Excellentie. Dit zeggende, schoof de kanselier zijn stoel naderbij. — Een zaak van belang, waarover ik uw oordeel wel eens wenschte te vernemen. Kent gij ook eenige voorname juweliers te Parijs ?
— Ja, Uwe Genade; Boehmerenßossange, hofjuweliers, zeide de kanselier. — Juist, met hen wil ik niets te doen hebben, zeide don Manoël, — ik kom zoo even van hun huis en zal nimmer weder een voet bij hen zetten. — Hadden zij het ongeluk, Uwe Excellentie te mishagen? — Ernstig, mijnheer Dueorneau, zeer ernstig. — Indien ik zoo bescheiden mag zijn om te vragen.... — Ga uw gang maar. — Dan zou ik vragen hoe lieden, die zoo vermaard in hun vak zijn... — Het zijn schurken, mijnheer Ducorneau en hun dwaze handelwijze doet hen ongeveer twee millioen verliezen! — Hé! riep Ducorneau watertandende. — Ik had last van mijne hooggeeerde Koningin om een diamanten halssnoer voor haar te koopen. — Dat vermaarde kunststuk, dat door wijlen onzen overleden Koning voor mevrouw Dubarry besteld was ;o! dat weet ik zeer goed. — Gij zijt waarlijk onontbeerlijk; gij zijt van alles op de hoogte. Nu, dat halssnoer wilde ik koopen; maar nu zie ik er geheel van af. — Wil ik tusschenbeiden komen en nog een poging wagen? — Mijnheer Ducorneau! — Dit is staatkundig, Uwe Genade, zeer staatkundig. — Dat zou goed zijn, als gij die menschen eenigszins keiidet. — Bossange is nog een verre bloedverwant van mij.
Don Manoël en Beausire zagen elkander veelbeteekenend aan.
Eeusklaps deed een bediende de vleugeldeuren open en kondigde de heeren Boehmer en Bossange aan. Plotseling sprong don Manoël op en riep met een van toorn bevende stem: — Zend die menschen weg, terstond! De bediende wilde zich verwijderen om aan dit bevel te gehoorzamen. — Neen, blijf! Ga gij,mijnheer de secretaris, en zend hen zelf weg, zeide de ambassadeur. — Om 's Hemels wil! laat ik het doen. Uwe Genade! Als ik het niet voorkomen kan, zal ik het ten minste trachten te verzachten, riep de kanselier. — 't Is mij wel, zeide don Manoël onverschillig. Beausire naderde hem, toen Ducorneau haastig het vertrek verlaten had. — Dat zal mislukken, zeide don Manoël. — Volstrekt niet; Ducorneau zal alles weder terecht brengen. — Hij zal alles bederven, ongelukkige! Wij hebben niets dan Portugeesch gesproken bij de juweliers; hij zal hun vertellen, dat ik Fransch spreek, en gij hebt hun gezegd, dat ik geen woord van die taal verstond. Zij zullen er dus de lucht van krijgen. — Laat mij maar begaan; gij zult zien, dat zich alles wel schikken zal. — Het is te wenschen! Beausire vertrok. Ducorneau vond de heeren Boehmer en Bossange in het voorvertrok; hun uiterlijk was, sinds zij het hotel bétreden hadden, veel beleefder ge- I worden, hoewel zij er verre af waren, nog veel vertrouwen in de vreemdelingen te stellen. Zij rekenden er op, een bekend gezicht aan te treffen eD liepen met zekere deftigheid eenige kamers door. Toen Ducorneau naar hen toekwam, uitte Bossange een kreet van blijde ver-
rassing. — Gij hier! zeide hij, hem hartelijk de hand drukkende. — Zoo, gij zijt wel vriendelijk, zeide Ducorneau, hier wilt gij mij dan toch wel herkennen, neef? Is dit soms, omdat ik nu een post bij dit gezantschap bekleed? — Wat een onderstelling! zeideßossange,— als wij een weinig vervreemd zijn van elkander, vergeef mij dit dan en bewijs mij nu een dienst. — Dit was juist mijn voornemen. — Dan dank ik u bij voorbaat. Zijt g\j bij dit gezantschap aangesteld? — Zeker. — Wilt gij mij dan eenige inlichting geven? — Welke? — Over het gezantschap zelf. — Ik ben er kanselier van. — Opperbest. Wij wenschen den ambassadeur te spreken. — Hij zendt mij juist. — Om ons te zeggen? — Dat hij u verzoekt, zoo spoedig mogelijk dit hotel te verlaten. Verbluft zagen de juweliers elkander aan. — Omdat, vervolgde Ducorneau op een toon van gewicht,— omdat gijzeer onhandig en onbeleefd schijnt te zijn geweest. — Luister eens... — Dat is volstrekt onnoodig, zeide Beausire, die op den drejapel der kamer verscheen.— Zijne Excellentie gelast u, mijnheer Ducorneau, aan deze heeren hun afscheid te geven. Zend hen dus weg. — Mijnheer! — Gehoorzaam! zeide Beausire kortaf, — doe wat u bevolen wordt. Dit zeggende, ging hij van de eene kamer in de andere. De kanselier nam zijn bloedverwant bij den rechter-, den compagnon van den bloedverwant bij den linkerschouder en drong hen zacht naar buiten. — Er is niets aan te doen, zeide hij; het is een mislukte zaak. — Hemel, wat zijn die vreemdelingen lichtgeraakt, mompelde Bouhmer, die een Duitscher was. — Ja, vriendje, als men De Souza heef; en negen honderdduizend francs rente heelt, beste neef, zeide de kanselier,—dan kan men alles wezen, wat men maar wil. — Ach, zuchtte Bossange, zeide ik het u niet, Boehmer, dat gij al te koppig in handelszaken zijt. —Kom, zeide destijfhoofdigeDuitscher, als wij zijn geld niet krijgen, dan krijgt hij ook het iraaie halssnoer niet. Dat staat gelijk. Men naderde de deur. Ducorneau lachte hartelijk, en hen met een minachtenden blik aanziende, zeida hij: — Weet gij wel, wat het zeggen wil, een Portugees van hooge geboorte te zijn? Weet gij wel, wat een gezant is, gü burgerlui! Och neen! gij weet er niets van. (Wordt vervolgd.)