— Bij Koninklijk besluit zijn voor het tijdvak van 1 October 1889 tot en met 30 September 1890 tot adsistent aan 's Rijks ; veeartsenijschool te Utrecht benoemd de veeartsen J. K. F. De Does, te Utrecht, en P. D. Beunders, te Heusden. — De luitenant ter zee der le klasse W. A. Buytendijk, gedacheerd bij 's Rijks werf te Willemsoord en belast met de waarneming der betrekking van officier van politie, wordt met den lsten November a.s. op non-activiteit gesteld en vervangen door den luitenant ter zee der Iste klasse C. F. A. Gregory. — De gewone audientie van den Minister van Binnenlandsche Zaken zal op Zaterdag 28 September 1889 niet plaats hebben. — Bij beschikking van den minister van marine •worden met 24 October a.s. op non-activiteit gesteld : de luit. ter zee lekl. O. F. A. Gregorij; de luits. ter zee 2e kl. G. L. Goedhart, A. Gelderman, jhr. J. O. de Jong, van Beek en Donk en P. H. van Voorthuijzen; de adelborsten le kl. E. L. F. Bolomey; en H. J. Belding; de off. van gez. le kl. J. R. Berghuis ; de off. van adm. le kl. J. Vasseur, de adj.-adm. J. H. van Trooijen, allen van het ramschip «Buffel"; de luit. ter zee le kl. L. C. Koster en id. 2e kl. L. J. Gingoolen, van het wachtschip te Willemsoord: id. le kI.J. H. Myer en J. H. Strootman, id. 2e kl. L. E. A. T. ter Haar en H. J. Knottnerus, allen van het wachtschip te Amsterdam; id. 'le kl. R. G. A. L. Jansen van Afferden en id. 2e kl. C. J. R. Kroesen, beiden van het wachtschip te Willemsoord; id. le kl. B. J. G. Volck van het wachtschip te Hellevoetsluis. Overgeplaatst van het wachtschip Hellevoetslnis op het stoomriviervaartuig Merva als commandant de luit.-ter-zee le kl. jhr. I. O. R. Westpalm van Hoorn van Burgh. en de id. 2e 11. I. Oorver. Ingetrokken de detacheering aan boord der Rhenus van den luit. ter zee 2e kl. N. J. Van den Worm. — Door de verkiezing van jhr. F. Van Nispen tot Pannerden te Zutphen tot lid der Eerste Kamer is te Zevenaar een zetel vacant gekomen voor de Provinciale Staten, doordien de gekozene afgevaardigd was voor het kiesdistrict Zevenaar. — De uitslag der gisteren gehouden verkiezing van een lid voor de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Delft, was als volgt: Uitgebracht werden 235 stemmen, van onwaarde 3. De volstrekte meerderheid bedroeg alzoo 117 stemmen. Gekozen werd de heer L. Vliegenthart (candidaat van de »Delftsche Handelsvereeniging") met 130 stemmen. De lieer L. Zellekens (candidaat van de kiesvereeniging «Recht voor allen") bekwam 94 stemmen. — De heer mr. M. W. F. Treub is — gelijk gistermiddag ons per telegraaf werd medegedeeld— met 15 van de 25 stemmen tot wethouder van finantiën der hoofdstad gekozen. Deze benoeming is een eigenaardige wraakneming op het jong, raeikale Amsterdam, dat den vorigen wethouder van finantiën, mr. Pet, bij de jongste gemeenteraadsverkiezing heeft laten valllen en den heer Treub in diens plaats in den raad bracht. Of de lieer Treub den moeielijken post — als eerebaantje -yoor een goed financier, die zich met niets anders heeft in te laten, uitnemend geschikt — zal aanvaarden is nog niet bekend, daar hij zich op dit oogenblik buitenslands bevindt.
— Beroepen bij de Ned. Herv. Kerk. Te Zeg■veldW. J. Noordink te Groote Lindt c.a. — TeWichmond W. Hulsberg, cand. te Hattem. — Te Gelselaar W. Van den Bijtel te, Wezep, Beroepen bij de Ned. Geref. Kerk (doleerende). Te IJselmonde E. Zwiers, cand. aan de Vrije Universiteit. •— Te Woerden J. R. Dijkstra, pred. bij de Chr. Geref. gem. te Sliedreclit. Aangenomen het beroep bij de Ned. Herv.Kerlc. Naar Schoonhoven door J. G. Bruinen te Worlcum. ' Aangenomen het beroep bij de Chr. Ger. Gem. Naar Goes door H. J. Willering, cand. te Meppel. Bedankt voor het beroep bij de Ned. Herv. Kerk. Voor Gameren door J.G. Dekking te Jaars. veld. — Voor Elburg door J. Wieten te Aalsmeer. — Maréchaussee. In haar antwoord op het Kamerverslag over f liet voorstel om gelden toe te staan voor de uitbreiding van het wapen der maréchaussée, betoogt de regeering nader de dringende behoefte, vooral aan bereden politie, in het noord-oosten des lands, waarin de rijksveldwacht onmogelijk lcan voorzien. Vrees voor gebrek aan voldoend geschikt personeel behoeft niet te bestaan. De rijksveldwacht zal daar dienst doen waar de bereden maréchaussée minder geschikt zou zijn. Het voornemen om den dienst der maréchaussée gaandeweg in het geheele Rijk in te voeren, fcestaat voorals nog niet. Door huur van geschikte gebouwen zal in de huisvesting der maréchaussée in plaatsen zonder garnizoen, worden voorzien. Tegen toekenning ook aan de j maréchaussée van de bevoegdheid tot het opmaken van processen-verbaal, die kracht van bewijs bezitten, heeft de Regeering geen bezwaar. Tot vervanging van den thans gebezigden naam Tan het wapen, vindt zij op historische gronden geen aanleiding. Inkrimping der cavalerie, uit een militair oogpunt zeer bedenkelijk geacht, zal de uitbreiding der maréchaussée niet tengevolge hebben. De Regeering houdt niet meer vast aan haar aanvankelijk voornemen, om de uitgaven voor de maréchaussée voortaan op een afzonderlijk hoofdstuk der Staatsbegrooting uit te trekken. Mitsdien zullen de uitgaven ook verder op het oorlogs-hoofdstuk uitgetrokken blijven. De maréchaussée moet, naar het oordeel der Regeering, wel degelijk een korps zijn en blijven. Ook de Regeering acht Zwolle een geschikter standplaats van den commandant der nieuwe divisie, dan Almeloo. De tijd van het in werking treden der uitbreiding is nu gesteld op 1 November a.s., in verband waarmade de verhooging der loopende oorlogsbegrooting teruggebracht wordt tot f 18.500 voor de twee laatste maanden van dit jaar.
— De huzaar, die onlangs te Deventer bij een vechtpartij het oor is afgebeten, is mede gevankelijk naar Leeuwarden overgebracht, om aldaar voor den krijgsraad terecht te staan, daar nu gebleken is, dat de |,beide vechtersbazen elkaar hadden uitgedaagd tot den strijd.
•— De heer J. H. Matthijssen, oud-officier van het Nederlandsche leger te Haarlem, heeft zich met een adres tot de Tweede Kamer gewend, verklarende:
dat hij op den 4en April 1886 op last van den Minister van Oorlog werd gestraft met 8 dagen kamerarrest met acces;
dat hij daarna werd gepasseerd voor den rang van kapitein; en dat hij op den eersten Mei 1888 bij de Tweede Kamer een verzoek indiende om herstel van het hem aangedaan onrecht, maar tot op heden zonder resultaat.
Daar adressant het niet" denkbaar acht, dat hij buiten bescherming van de wet zou zijn gesteld, zoo wendt liij zich wederom tot de Tweede Kamer en verzoekt hij eerbiedig: dat het onrecht, hem aangedaan, moge worden hersteld.
— Een gemeene streek gaf in »Artis" te Amsterdam aanleiding tot een gevecht tusschen oppassers en eenige bezoekers. De olifant is niet erg kieskeurig in het aannemen van wat men hem aanbiedt, en broodkorsten, klontjes, koekjes en wat dies meer zij, gaat met bewonderenswaardige gelijkmoedigheid naar binnen. Er zijn kwajongens, die hem ook wel eindjes sigaar aanbieden, en bij wijze van snuifje schijnt de dikhuid ook dat voor een enkelen keer wel eens aangenaam te vinden. Gisteren had echter een bezoeker de laaghartigheid den olifant een brandende sigaar in de rondzoekende slurf te steppen.
Toen het anders zoo goedmoedige beest dit voelde, ging hij erg te keer, en het had heel wat in om hem tot bedaren te brengen. De dader was echter nog zoo onbeschaamd, onhebbelijk tegen een der oppassers te worden, toen deze zich op bestraffende wijze over de daad uitliet. De woordenwisseling ging in handtastelijkheden over, en een gevecht ontstond, waarbij door eenige belhamels met jeneverkruiken op de oppassers werd losgeslagen. De politie aan den uitgang opgesteld, nam daarop eenigen van het gezelschap in hechtenis.
-— Bij een jonggehuwde vrouw, even buiten het dorp Akkrum woonachtig, moet gisterenmorgen, toen zij alleen thuis was, iemand gevraagd hebben om een dronk water en alstoen de woning zijn binnengedrongen, waarop hij de vrouw heeft aangevallen en gepoogd haar te worgen, met het oog waarop hij haar den mond trachtte dicht te stoppen op zoo wreedaardige wijze, datditbloedbraking door de vrouw tengevolge had. Op haar moordgeroep kwam gelukkig spoedig hulp en toog de dader ijlings op de vlucht. Men meent den laaghartige op het spoor te zijn. Waarom hij deze daad heeft verricht, weet men nog niet. De toestand van de vrouw, die reeds sedert geruimen tijd ongesteld was, moet thans zeer zorgwekkend zijn.
— Bij het jongste onweder is de bliksem te Haarlem geslagen in het Stedelijk Armhuis (zoogenaamd Buitenhuis) aan den Schootersingel aldaar, en heeft daar in de bestuurskamer aan verfwerk en aan het antieke 'behangsel nogal schade aangericht. Dit laatste hangt op sommige plaatsen in flarden aan den muur. Van de boogsgewijze verbinding tussclien zoldering en zijmuur van het vertrek is op enkele plaatsen de daarop later aangebrachte verflaag als door eene geoefende menschenhand weggenomen en het oude verguldsel daardoor blootgelegd. De in het midden van het vertrek staande tafel lag bezaaid met schilfers der weggeslagen verf, terwijl een knop van tegen een der muren aangebracht eikenhouten reliefwerk een meter of wat was weggeslagen.
— Een zeldzame jager. Uit Emmen schrijft men: »Van een jager, die niet kan loopen, hoort men waarlijk niet alle dagen. Wellicht is Onze schutter Jan Holties dan ook de eenige in zijn soort. Gezeten op een kruiwagen, doorkruist hij de velden, of liever, doet de krooier hem deze doorkruisen. Niet zelden ziet men hem vastgebonden op zijn voertuig om vallen te voorkomen, terwijl in 't laatst van den jachttijd hem een deken totmeerdere dekking dient. Trots de stre'i ..ste koude, toch gaat hij uit. De krooier schuift onvermoeid voort door velden en bosschen; zijn passagier laat voortdurend een waakzaam oog door den omtrek weiden en houdt het geladen geweer steeds gereed. Bij 't aanbreken van den dag is hij in 't veld en eerst tegen den avond krooit de voermanjagerenwild — tenminste als die aanwezig is — huiswaarts. Nu al eenige jaren aaneen is hij in Nimrods gilde opgenomen. Het eerste jaar schoot hij zooveel konijnen, dat men die dieren slechts zelden meer aantreft in deze streken. Later heeft hij zich meer toegelegd op het schieten van patrijzen en hazen, en vooral van de laatste heeft hij er verscheidene neergeveld. Een buit als hij Zaterdag 11. behaalde,zal menig jager hem benijden. Neemt men hierbij in aanmerking, dat hij uit den aard der zaak niet vaak wild onder schot krijgt, dan blijkt daaruit wel dat hij uitstekend schiet. Zoo kan dan ook iemand, die geen stap kan loopen, een goed jager zijn." — Op heden Donderdag 26 dezer, zullen de planeten Mars, Saturnus en Venus schijnbaar vlak bij elkander staan. Dit heeft niet plaats gehad sinds het jaar 1603.
— De Grouwsters boycotten vóór drie jaren den molenaar v. d. L., wiens molen in korten tijd tweemalen afbrandde. Het onderste gedeelte bleef staan, waarin hout voorradig was. De molenaar vertrok na alvorens het hout gemerkt te hebben. Dezer dagen terugkeerende, vermiste hij daarvan en de politie heeft hiervan teruggevonden bij notabele ingezetenen. De molenhistorie is dus eene nieuwe phase ingetreden.
— Te Drouwen is op het aardappelland gevonden een prachtig bewerkte vuursteenbeitel, welke bijzonder zacht is geslepen en zoo scherp Ls als men zelden deze beitels ziet. Hij is van lichtgele kleur en behoort tot de hardste steensoorten.
— Een buitenkansje. Dezer dagen overleed te Maassluis eene weduwe, die met bedelen den kost verdiende. De erfgenamen vonden in den boedel een bedrag van, ruim f 600, met eenig goud en zilver. Op de verkooping van hare meubelen had een kooper het buitenkansje dat hij onder een der laden in de kast, die hij had gekocht, een bedrag van f6O vond.
-— In de te 's Gravenhage gehouden algemeene vergadering van het Roode Kruis werd medegedeeld dat de vereeniging een gedenkteeken zal oprichten op het graf van de heer Von Bultzingslöwen, wegens zijn verdiensten voor het Roode Kruis, vooral op het oorlogsterrein in Atjeh. Het ingeschreven kapitaal der vereeniging bedraagt f 183.000. Over de opleiding van pleegzusters is men tevreden. De voorzitter van het hoofdcommité, generaal Van Meurs, berichtte dat hij wegens hoogen leeftijd zal aftreden.
— Door den gemeenteraad van Amersfoort is na langdurige discussie besloten de bank van leening op te heffen.
—De sterke Noordnoordwesten wind en de krachtige stroom zweepten te Scheveningen het zeewater dezen namiddag, lang voordat de tijd van hoogwater was gekomen, op tot hooge golven, en bracht ze zoo nabij den duinvoet, als men slechts bij uitzondering in den winter met stormweder, in de maand September bij menschengeheugenis nooit heeft waargenomen.
Aan het strand, voor het Kurhaus te Scheveningen, werd alles in groote haast door eenige rappe handen geborgen; badkoetsen, badstoelen, tenten enz. moesten, wilde men ze niet door de zee zien medegevoerd, op den straatweg gebracht worden.
De kramen van de kooplieden, voor het meerendeel verlaten, omdat er toch geen nering was, werden bijna alle zwaar beschadigd. Voor de Kerkwerf bij het dorp waren een vijftiental schuiten vlot en door de hooge zee dicht bij de duinen gezet. De schuiten van de Maatschappij »Holland", die niet opgetuigd en onbeheerd aan het strand stonden, raakten voor het meerendeel ook vlot en dreigden de andere vaartuigen stuk te slaan. Het is te hopen, dat, vóór de nacht aanbreekt, maatregelen genomen worden, om die schuiten onschadelijk te maken. Te half vijf uren, ruim anderhalf uur na hoog water, was het water nog geen voet gevallen. Het behoeft nauwelijks gezegd te worden, dat de zee een indrukwekkend schouwspel aanbood. Te twee uur was de directie van het Zeebad Scheveningen verplicht de baden te sluiten; er waren toen negen baden genomen. — Weervoorspellers. Uit Vlissingen schrijft men ons: Dat de trekvogels goede weerkenners zijn, kan uit het volgende blijken: Dinsdag j.l. had een vinker op het vlak zijne netten uitgelegd, om zijn baan tegen 1 October klaar te maken. Hij bemerkte al spoedig dat er dien dag een groote trek vinken van het Noorden naar het Zuiden vloog, zoodat zijn lust om er eenigen machtig te worden zoo groot werd, dat de lok-en zangvogels al spoedig op de baan verschenen. Onze vinken bemerkten weldra, dat de reizigers geen tijd hadden om eventjes aan te leggen; hoewel de lokkers en de staalvinken goed hun best deden, vlogen zij in den snelsten gang over de netten heen en bekommerden zich in het geheel niet, om het voedsel dat ruimschoots op de baan gestrooid was, om hen te vangen. De vinker begreep hier niets van, hij was erg teleurgesteld, maar 's anderen daags woei een storm, en vielen er groote hagelsteenen. De vogel wist dat reeds des Dinsdags en vloog door.
— Brief van een veldkornet aan een landdrost in de Transvaal. — Achtbare heer! Ik het die inspeksie gehou oor die moord, maar die kop die ik het gekrij, is geen mense kop, maar een skapen hoofd. Wijlandsvlij 10 Augustus 1889, C. B. Veldcornet. Volksstem.
— Terwijl gistermiddag eenige kinderen aan 't spelen waren met den varkenswagen van den heer Brouwer uit de Roode Leeuw buiten de Kamperpoort te Zwolle, geraakte, door een of ander nootlottig toeval, de klep van den wagen, die als loopplank bij het opladen van varkens wordt gebruikt, uit de pennen. Een driejarig meisje van A., dat er bij stond, kreeg de klep op het hoofd, stortte ter aarde en bleef voor dood liggen. Spoedig ingeroepen heelkundige hulp mocht helaas niet baten. Weinige uren later is het kind overleden.
— In de Rozemarijnstraat te 's-Gravenhage is, waarschijnlijk tengevolge van een schrik, veroorzaakt door het jongste on weder, een oude juffrouw doodgebleven. Toen gisteren het lijk op een stoel gevonden werd, bleek het, dat de vrouw, die als hulpbehoevend bekend stond, vrij aardig wat geld had achtergelaten.
— In het Dagblad lezen wij: »Tot ons diep leedwezen vernemen wij, dat zich in den gezondheidstoestand van onzen hooggeschatten hoofdredacteur, mr. F. baron Van Hogendorp, ontrustwekkende verschijnselen hebben voorgedaan."
Op het oogenblik, dat bovenstaande geschreven werd, schijnt de heer Van Hogendorp reeds overleden geweest te zijn. Het Vaderland meldt althans het volgende: »Naar wij met diep leedwezen vernemen, is mr. F. baron Van Hogendorp, hoofdredacteur van het Dagblad, dezen nacht reeds overleden, nadat hij dezer dagen den leeftijd van 46 jaren had bereikt.
»Een man van ongemeenen aanleg, van groote gaven, van schitterend vernuft daalt in hem ten grave. Of hij in zijn onrustig, bewogen leven, waarin hij vele landen en volken heeft gezien en vele betrekkingen heeft bekleed, er in geslaagd is de hem geschonken talenten tot hun volle ontwikkeling te brengen, beslissen wij niet. Zooveel is zeker, dat hij als smaakvol en ontwikkeld causeur in onze letterkunde zijn wedergade zoekt, en wij rekenen ons gelukkig, dat wij zijn beste proeven in dit genre in onze kolommen opgenomen mochten zien.
«Dit korte woord van waardeering mogen wij zijn nagedachtenis niet onthouden. »Zijn assche ruste in vrede l"
— Naar men verneemt, zijn dezer dagen de verschillende bescheiden, betrelfende den aanleg van den stoomtramweg Breda—Oudenbosch— Antwerpen door ZFx. den Minister van W., Handel en N. in handen gesteld van B. en W. van Breda met bericht, dat van den kant der regeering geen bezwaren daartegen bestaan. B. en W. hebben zich daarop gehaast ook hunnerzijds hunne goedkeuring aan de stukken te hechten en die vervolgens aan de betrokken concessionarissen toegezonden.
— Palingvisscherij. Aan de kusten van Helder en Nieuwediep, levert de palingvisscherij sedert eenige dagen bijzonder goede uitkomsten op. Te Nieuwediep ving een visscher, in vier dagen, met acht fuiken, ongeveer 1000 halve KG. paling. De prijs is 30 a 35 cents per half KG. door elkaar.
— Te Hoogeloon (N.-Br.) kwam dezer dagen bij het slachten van een koe eenig bloed in een wondje aan de hand van den man, die dien arbeid verrichtte, met dat gevolg, dat de hand en de arm sterk opzwollen, en de man binnen weinige uren onder hevige pijnen stierf.
— Te Linschoten is door den timmerman Cromwijk een drietal jonge Otters gevangen. Het zijn voor hun jeugd groote dieren, zoodat de ouders waarschijnlijk ook. niet min zullen zijn. Welke pogingen echter zijn aangewend, om door de jongen de ouden, of althans de moeder, meester te worden, tot nogtoe zijn deze mislukt.
— Bij zijne benoeming tot directeur-generaal der Maatschappij tot Exploitatie van staatsspoorwegen zal de heer J. L. Cluysenaer zijne tegenwoordige betrekking van directeur der Zuid-Afrikaansche Spoorweg-Maatschappij nederleggen.
— Naar aanleiding van een voorstel van den heer De Waard, in de zomervergadering der Prov. Staten van Drente gedaan, hebben Ged. Staten thans een voordracht aan de leden der Prov. Staten doen toekomen tot den bouw van een krankzinnigengesticht in Drente, met verzoek, daaromtrent hun meerling uit te spreken. Daar er wel behoefte is aan zoodanig gebouw in die provincie, stellen Gedep. Staten voor, den tegenwoordigen toestand, waarbij de behoeftige krankzinnigen tegen liooge kosten voor de gemeenten elders verpleegd worden, niet te doen bestendigen; een gesticht tot stand te brengen, dat aan de vereischten volgens de wet voldoet en voor 200 verpleegden ruimte aanbiedt, en uit de provinciale fondsen fsoo'beschikbaar te stellen voor het best gekeurde ontwerp van bestek, begrooting van kosten enz., tot het opmaken waarvan deskundigen kunnen uitgenoodigd worden, om over 6 maanden hun ontwerpen in te zenden.
— Op de driejaarlijksche tentoonstelling van schilderijen van levende meesters te Amsterdam is verkocht Therèse Schwartzes Burgerweeshuis, dat in den catalogus op f 5000 stond geprijsd en voor buitenlandsche rekening werd aangekocht. — Te Kampen werd door een Urker visscher aangebracht en voor een klein bebrag ter bezichtiging gesteld een buitengewoon groot zeevarken of bruinviscli, van een gewicht van pl. m. 800 pond.
— Op last van den commissaris van politie te Arnhem is te Joure in hechtenis genomen H. De J.,vroeger onderinspecteur van politie telwtterdam, later gymnastiekonderwijzer op Nederl. Mettray. Hij moet zijn aanstaanden schoonvader te Arnhem opgelicht hebben. Dadelijk, na gevankelijk te Heerenveen te zijn binnengebracht, werc?'hij floor den officier van justitie gehoord. — Tegen eene vrouw te Nijehorne (Friesland) is proces-verbaal opgemaakt. Zij vertelde aan de justitie dat bij een brand in hare kamer een bankbiljet van f 25, een oorijzer en een mantel vermist en waarschijnlijk gestolen waren. De justitie stelde een onderzoek in en thans blijkt dat de vrouw het biljet te Gorredijk had laten wisselen enden mantel te Bovenknijpe had verkocht. De man was tijdens den brand afwezig en zou van het geld de huur van het land betalen. — Aan den werkman W. Van den Bosch, van de geweerfabriek te Delft, is de zilveren medaille met gratificatie van f5O uitgereikt wegens 24- jarigen trouwen dienst. — Het plan van den heer E. Thon, om van het Paleis voor Volksvlijt te Amsterdam een groote Markthal te maken, hetgeen indertijd op verscheidene daartegen gerezen bezwaren is afgestuit,zal, zoo dan niet in zijn geheel,ten deele althans volvoerd worden. De groote zaal aan het oosteinde van hot gebouw, die haar ingang heeftop het Frederiksplein, zal nu daartoe worden ingericht en van een smaakvol portiek worden voorzien. Voor een gedeelte zal zij tot verkooplokaal, waar's morgens de veilingen gehouden worden, worden ingericht, terwijl in het andere, verreweg het grootste gedeelte, standplaatsen voor permanente verkoopers zullen gevestigd zijn. — Door mejonkvrouwe A. M. Van Brienen Van Ramérus, te Oosterbeek overleden, is aan de Diaconie en aan de Kerk der Ned. Herv. gem. aldaar, elk f 1000 gelegateerd, vrij van successierechten. — Dinsdagmiddag is een wachtmeester [der huzaren tijdens de manoeuvres onder Ede, nabij de Ginkel, met zijn paard neergestort en daaronder geraakt. Vooral aan zijn linkerbeen bekwam hij hevige verwondingen; per ziekenwagen werd hij naar het station Ede vervoerd, om zoo spoedig mogelijk naar het militair hospitaal te Arnhem te worden overgebracht. — De vrouw van den voortvluchtigen klerk Mulder, van den Rijksbetaalmeester te Arnhem, baron Van Asbeck, is in hechtenis genomen, verdacht van heling van het gestolene. Tevens zijn in hechtenis genomen zekere W. en diens vrouw, die met Mulder en diens vrouw van het gestolene goede sier moeten gemaakt hebben. — Te Heerenveen is eene vrouw, die te veel terpentijnolie innam om pijn in de zijde te verdrijven, overleden. De geneesheeren gaven haar tegengiften in, doch helaas! het was te laat. — Reeds in November mag men Sigrid Arnoldson »de Zweedsche nachtegaal" in ons land'verwachten.
— Naar uit Friesland aan het D. v. N. wordt gemeld, is de toestand voor de schipperij daar zoo treurig, dat »Yan de lOOschippers tegenwoordig geen twee met hun bedrijf een goed stukje brood verdienen." Ook zij, die hun schip nog niet verkoopen, kunnen toch meerendeels het niet anders volhouden dan met inteering van hun kapitaaltje. Alleen de vaste turfschippers, die eigenlijk een soort van beurtdienst hebben, zonder concurrentie, maken nog vrij goede zaken.
— Beeldspraak. — Nu, de tand des tijds heeft je nogal genadig behandeld! zegt iemand tot een oud academievriend, dien hij 11a langen tijd weder eens ontmoet. — Ja, dat gaat vrijwel, is het antwoord, maar (met een blik op den glimmenden schedel van den ander) jou schijnt de kam des tijds nogal gehavend te hebben.
— 't Is met die meid niet uit te houden, zei mevrouw Flikke tot haar echtgenoot. In de week is ze nooit vóór zeven uur met haar werk klaar en Zondags, als ze uit moet, dan is alles vóór twee uur al in orde.
— Zoo ? Welnu laat haar dan eiken dag uitgaan.