r De troonrede, waarmede Dinsdag Dnitschlands fiijkadag is geopend, geeft de hoop te kennen, dat Vij 't volgende jaar geen oorlog zullen krijgen. Dat is tenminste alweer een jaar gewonnen 1 Èen jaar, waarin Duitschland zich twee nieuwe legerkorpsen zal aanschaffen [en Rusland repetitiegeweren. Natuurlijk zal Frankrijk in dat jaar ook fèts doen om gelijken tred te houden met de Puitsche wapeningen, en dan zullen ook do andere landen gedwongen zijn niet achter te blij ven. Wanneer zal deze wapeningsmanie toch haar toppunt hebben bereikt ? Het is een ziekte, zooals 6e geschiedenis er meer telt en die met een cata- Jtrophe zal eindigen. Rusland gaat onderwijl een hoogst aanzienlijke fcening sluiten, en de Duitscliers zullen in 1890 )meer dan 200 millioen mark betalen voor den §van kanonnen, voor de uitrusting van twee nieuwe legerkorpsen, benevens acht-enriertig millioen mark voor de versterking der tfoot. Daarbij komt nog 6V2 millioen mark in het gewone legerbudget en 2i/2 millioen in het ma- Ene-budget, die de regeering het vorige jaar niet eeft gehad.
Zelfs bladen, die niet tot de oppositie béhooren, toonen hun ongerustheid over deze steeds grooter wordende offers voor leger en vloot. Er moet eenmaal paal en perk worden gesteld aan die aam ragen, want roept het niet om waak, dat schepen, kanonnen en geweren worden vervaardigd, om, als zij nauwelijks gereed zijn, voor oudroest te worden verkocht ? Het gewone legerbudget beloopt 376 millioen mark, en het buitengewone 204 millioen, zoodat het buitengewone bijna het twee-derde bedraagt van het gewone; wat het gewone budget van marine betreft, dat overtreft het buitengewone nauwelijks 120.000 mark. Het leger zal in 1890 tellen 19733 officieren, 55727 onderofficieren en 379.438 soldaten ; bovendien 5530 onder-officieren en 13920 manschappen bij de muziekkorpsen. Daarbij komen 898 aspirantbetaalmeesters, 3678 ziekenhuissoldaten,92lB werklieden, '1800 geneeskundigen, 856 officieren-betaalmeesters, 534 veeartsen, 819 vuurwerkmakers en 93 zadelmakers. Wij kunnen het leger op voet van vrede op een half millioen schatten, benevens 88000 paarden. Het leger moet volgens de troonrede sterk genoeg zijn, dat de keizer ten gunste van den vrede, in den raad der volken een onafhankelijke rol kan spelen. Dat zegt men evenwel overal De czaar wil ook een woordje kunnen medespreken. Moltke heeft gelijk. Dat kan zoo niet voortduren, »'t een of ander moet aan dien toestand een einde maken." Maar wat ? Nen verwacht of liever de keizer verwacht, dat de vrede van Europa ook in 't volgend jaar zal gehandhaafd blijven sop den grondslag der bestaande verdragen." Deze passage verdient een nadere beschouwing. Welke zijn die bestaande verdragen ? 't Zijn niet alleen die, welk Duitschland met Oostenrijk en Italië heeft gesloten, want op grond daarvan alleen zou men niet kunnen spreken van een voortduring van den vrede. Met die grondslagen der bestaande verdragen worden verstaan die, vervat in het verdrag van 10 Mei 1871 (Frankforter vrede) en dat van '13 Juli 1878 (Berlijnsch tractaat). Uit die passage valt op te maken, dat dus alles voorloopig bij 'toude zal blijven, dat Rusland tegen den afstand van den Elzas aan Duitschland niet heeft geprotesteerd, zooals men wel eens heeft willen beweren in Frankrijk. Bovendien mag aangenomen worden, dat niet slechts Duitschland en Oostenrijk, maar ook Rusland vasthoudt aan de bepalingen van het Berlijnsche tractaat en dat dus de overeenkomst, waarbij Rusland een overwegende invloed in Servië, Oostenrijk in Bulgarije wordt toegestaan, nog wordt bindend geacht,al schijnt 'tsoms of men, voornamelijk van Russsische zijde, wel eens buiten zijn boekje wil gaan. Zou de slotpassage uit de Duitsche troonrede niet eenigszins in verband staan met het tusschen den Czaar en Bismarck gevoerde onderhoud ?
Dat 't met den economischen toestand van Italië lang geen couleur de rose is, bewijst de volgende statistiek van den minister van Justitie. Te Rome is het aantal faillieten in 1888 gestegen tot 1623, hooger dan eenig voorgaand jaar: §09 zijn beneden 5000 francs geweest, 776 van 5000 tot 50,000 francs, 165 van 50.000 tot 100.000 francs, 154 van 100,000 tot 500.000 francs; 18 van 500.000 tot 1.000.000 en 10 boven 1,000.000 francs.
I-lot hoor en wederhoor is ook nuttig en noodig op 't gebied van de inrichting van 't onderwijs in andere landen. De vorige maal gaven wij enkele cijfers ten bewijze van de goede werking van het verplicht onderwijs in Duitschland; de meening echter dat de onderwijzer ook buiten de school tucht kan oefenen over zijn leerlingen, buiten de ouders om en dat een flink pak slaag samengaat met eene goede opvoeding, zou bij ons minder gemakkelijk ingang vinden, waar de onderwijzer, die in eene opwelling van verschoonbare drift een jongen een klap geeft, de ouders, de schoolcommissie, de burgemeester en soms de gemeenteraad op zijn dak krijgt. Officieel is door de bevoegde autoriteit in Pruisen (het «Oberverwaltungsgericht") het volgende ter kennis van belanghebbenden gebracht ten opzichte van het kastijdingsrecht der onderwijzers: »De onderwijzer is bevoegd gevoelige lichamelijke straffen toe te dienen. Een werkelijke verwonding is zulks eene, waarbij de gezondheid of het leven der scholieren in gevaar kunnen gebracht worden. Builen, striemen, bonte plekken op zich zelf behooren niet daartoe, want elke gevoelige kastijding, en daartoe heeft de onderwijzer het recht, wordt door dergelijke verschijnselen gevolgd. De onderwijzer is niet strafbaar als hij scholieren, die tot een andere klasse behooren clan de zijne, kastijdt; die kastijding kan ook buiten het schoollokaal plaats hebben. De scholieren toch zijn ook buiten de school aan de schooltucht onderworpen, wat de ouders wel eens ontkennen willen.
Datzelfde reclit van kastijding heeft ook de geestelijke bij het geven van godsdienstonderwijs. Alleen kan er sprake zijn van gerechtelijke tusschenkomst, als er werkelijke verwonding van den scholier heeft plaats gehad." Zonder al te pessimistisch of al te optimistisch te zijn, kan men aannemen, dat 's czaren bezoek aan Berlijn ten minste voor het oogenblik het wederzijdsehe wantrouwen tusschen Duitschland en Rusland voor een deel heeft weggenomen, zonder daarom nog in vertrouwen over te gaan. Beide staten zullen hunne houding handhaven, maar voorloopig elkaar met minder onrust gadeslaan. Om een bevredigenden «modus vivendi" te bewerken zou het voldoende zijn als de Russen ophielden aanstoot te nemen aan de triple-alliantie, terwijl Duitschland het recht — want een recht is het toch — van Rusland moést erkennen ook in de toekomst de goede betrekkingen met Frankrijk te doen voortduren om een tegenwicht te stellen aan de triple-alliantie. Beide staten (Rusland en Duitschland) kunnen er moeielijk aan denken een nieuw politiek gebouw op te richten, waartoe alle materiaal ontbreekt, maar zij kunnen in goede verstandhouding leven, en die is in den laatsten tijd herhaaldelijk bedreigd. Daarop is kans als —: er tenminste weer geen kink in den kabel komt. . _ Zelden heeft men na de bijeenkomst van vorsten en koningen te Erfurt in 1808 van 27 September tot 140ctober, zulk een groot aantal vorsten bijeengezien op eenzelfde plaats, als op 't oogenblik te Athene ter sluiting van het huwelijk van den kroonprins van Griekenland met prinses Sofie van Duitschland, 's keizers zuster. De geheele «Almanach de Gotha" komt den klassieken grond in bezit nemen en waren de ceremonie-meesters er niet om alle incidenten te vermijden, dan zou men den van zijn erfgrond beroofden prins, plaats hebben kunnen zien nemen naast hem, die er zich meester van gemaakt heeft. Men heeft van de feestelijkheden hen uitgesloten, die van het blijspel door hun tegenwoordigheid een treurspel hadden kunnen maken, zoodat nu, dank zij die oordeelkundige schifting, koning George's gasten de wereld zullen kunnen verbazen door hun vriendschappelijken, gemeenzamen en hartelijken omgang. De politiek, een oogenblik op Griekschen bodem vergeten, zal haar rechten weer hernemen, als het keizerlijk echtpaar van Duitschland de reis naar den Bosphorus voortzet, Een middel,erger dan de kwaal,is uitgedacht door enkele mijndirecteuren uit het Roer-bassin (Westfalen) ten einde werkstakingen of dienstopzeggingen van de zijde der mijnwerkers te voorkomen. Zij zijn nl. overeengekomen geen werkman aan te nemen, die tot andere groeven behoord heeft, zelfs al heeft hij vrijwillig ontslag genomen. Zelfs de K ö 1 n. Ztg. vond dezen maatregel al te kras, want daardoor wordt de arbeidsvrijheid vernietigd en de werkman niets meer dan de slaaf van zijn patroon, die met hem kan doen wat hij wil. Later kwam genoemd blad met een andere mededeeling, volgens welke de directeuren dezen maatregel slechts voor korten tijd hebben genomen en alleen met het doel de onder de werklieden noodige discipline, die door de werkstaking er niet op vooruitgegaan was, weder te herstellen. Natuurlijk wekte deze maatregel verbittering onder de mijnwerkers, terwijl deze beperking der werkkrachten de prijzen der steenkolen natuurlijk moest doen stijgen. Aan vele mijnputten begon men dan zijn dwaling ook reeds in te zien; men is zelf in den put gevallen, voor anderen, gegraven, want terwijl de werklieden elders werk zoeken voor den tijd van 8 of 14 dagen en dan na dien tijd weder werk zoeken in een mijn, ontstaat er in de werkzaamheden een zekere ongeregeldheid, die den maatschappijen 't meeste nadeel en moeite veroorzaakt.
De minister van openbare werken vanHongarijje, de heer Barosz, deelt rnede, dat het nieuwe tarief voor de spoorwegen, hetwelk in plaats van bij kilometers, bij districten wordt berekend en hetwelk bij de staatsspoorwegen werd ingevoerd, van '1 Augustus tot '10 October het aantal reizigers met '1,500.000 en de ontvangsten met 441,000 gulden heeft doen toenemen. September was in dat opzicht nog gunstiger geweest dan Augustus.
Plotseling is de reeds maandenlang gekoesterde hoop van John Buil werkelijkheid geworden doordien het Zambesi-gebied, en van daaruit de landstrook van Afrika, die tusschen de Kaapkolonie en den Congo ligt, onder Engelschen invloed is gekomen. De droom van een nieuw Afrikaansch Engeland, van den Nijl tot de Kaap, heeft een goeden stap voorwaarts gedaan, doordien koningin Victoria haar naam heeft gezet onder den beschermingsbrief. 400,000 vierkante mijlen land, rijk aan natuurlijke hulpbronnen, veel belangrijker dan Indië, komen daardoor onder Engelsch protectoraat. Het gebied is vrij onbepaald aangegeven, zeker om der Britsche Zuid-Afrikaansche Maatschappij speelruimte te laten. Deze maatschappij is in hoofdzaak gericht tegen de Zuid-Afrikaansche republieken (Transvaal!) en Portugal. Naar 't noorden is zoowel de Transvaalrepubliek als Oranje-Vrijstaat alle gelegenheid tot uitbreiding ontnomen. Portugal, dat zijn rechten deed gelden op een groot deel van het nu onder Britsch protectoraat gestelde gebied, is eenvoudig op zij geschoven. Of de Transvaal en Portugal zich op den duur in den nieuw geboren toestand zullen schikken, wordt betwijfeld, maar zulk een nieuw keizerrijk is wel waard 't met hand en tand te verdedigen; John Buil heeft een vet hapje gedaan.
"Buitenlandsch Overzicht.". "Rotterdamsch nieuwsblad". Rotterdam, 1889/10/28 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 05-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011009933:mpeg21:p009
"Rotterdamsch nieuwsblad". Rotterdam, 1889/10/28 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 05-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011009933:mpeg21:p009
Mevrouw Pauline Lucca woont in den regel in £e "Vietoriasjrasse te Berlijn. Van 't voorjaar echter Vertoiiie zij eenigeij tyd op een landhuis in de tebijheid der hoofdstad, dat uit ééne verdieping bestond en door eene veranda omringd was, Op een avond, omstreeks 10 uur, zat zij in iiaar slaapvertrek. Haar stoel stond voor de toilettafel, waarvan de spiegel aan beide kanten verlicht Sras door een kaars, die echter verder in de ruime jkamer weinig helderheid verspreidde, zoodat het sverige deel in een soort van half duister gehuld Madame Lucca was bezig eenige brieven te lezen, toen zij plotseling gerucht meende te hooren. Ze ïag om zich heen, doch niets ziende, dacht zij dat je zich vergist had en zette zij haar lectuur voort. Roods was zij er weder geheel in verdiept, toen tot het gerucht nog eens vernam. Zonder om te kijken, maar alleen door even de oogen op te slaan, kag zij in den spiegel het gelaat van een man, Jlie behoedzaam om de deur van een kast achter liaar uitkeek. Eerst dacht zij, dat ze droomde. Zij keek nog ïens. Neen 't was geen droom. Er was een man fee herkende hem, daar hij vroeger in haren dienst was geweest waaruit hij, wegens voortdurend Slecht gedrag, ontslagen was. Ook had zij hem Verdacht van het stelen van eenige voorwerpen, «ie van tijd tot tijd waren verdwenen, maar daar "1 g°en zekerheid had, sprak zij hare vermoedens tfiiet uit Er was geen twijfel mogelijk of daar Btond hij. J De eerste gedachte van mme. Lucca was, op tc springen en om hulp te roepen. Maar het dichtstbijzijnde huis was een paar mijlen uit de buurt en zij bedacht zich, dat behalve zij, niemand finders dan een dienstmeisje in huis was, die oewel een goed kind en zeer aan hare meesteres gehecht, allerminst moedig was. De andere be dienden, waaronder de tuinman en de koetsier, waren op een bruiloft en zouden eerst den volgenden dag terugkeeren. Bliksemsnel doorschoot de gedachte haar brein, dat de man, die, naar zij wist, de laatste twee of drie dagen in den omtrek had gezworven, vernomen had, dat zij alleen was en nu het huis wilde plunderen, wellicht ook haar vermoorden, indien hij anders den diefstal niet kon volvoeren. Wat te doen? Weer wierp zij een blik op den spiegel. De oogen staarden haar nog steeds aan.Plotseling bedacht zij, dat op een kast in de eetkamer een revolver moest liggen. — Als het er is, dacht zij, en ik zie kans om het te krijgen, dan was ik gered! Terwijl zij dus nadacht, klopte er iemand aan de deur. Op 't zelfde oogenblik zag zij den man ijlings in de hangkast verdwijnen, waarvan hij de deur achter zich dichttrok. — Kom binnen, zeide zij. Haar dienstmeisje trad de kamer in. — Ik dacht, dat gij naar bed waart, zeide madame Lucca op onverschilligen toon, — Ik wou juist gaan, mevrouw, maar ik — ik — dacht, dat u misschien nog iets noodig had. — Ik heb je .gezegd, dat ik vanavond mij zelf wel zal helpen. Dankje, het eenige, wat ik op dit oogenblik noodig heb, is een loopje te doen,!mijn boenen zijn stijf van liet zitten. Met deze woorden stond mme. Lucca op, in schijn zonder de geringste aandoening en liep een paar keer door de kamer heen en Weer, waarbij zij de hangkast dicht voorbij ging. Later verklaarde zij, dat zij den man in zijne schuilplaats kon hooren ademhalen, hij van zijn kant had het kloppen van haar hart kunnen hooren, toen zij bemerkte, dat de sleutel weg was. Haar plan, den man op te sluiten, viel daardoor in duigen. Intussclien verliet hare koelbloedigheid haar niet. — Vreeselijk ! zeide zij geeuwende, »wat ben ik slaperig!" — Slaperig, mevrouw! Ik wilde, dat ik het ook was, zeide het meisje. Ik heb niet veel slaap. Ik ben te bang. — Bang! waarvoor zou je bang zijn, mal kind ? Onzin! antwoordde mevrouw Lucca. i, — Heusch, neen mevrouw, 't is geen onzin. Hoe weet u, dat er vannacht geen dieven zullen komeu, die gehoord hebben, dat wij alleen zijn, om ons in het bed te vermoorden ? Maar ze zullen mij niet krijgen, want ik ga niet naar bed, ik bedank u! Ik blijf den heelen nacht in uw armstoel zitten, als u het goedvindt! Mevrouw Pauline Lucca keek naar de hangkast, Haar bloed verstijfde. Zij durfde het meisje niet de minste aanduiding van den stand van zaken geven: het kind zou een stuip krijgen en alles bederven. Bijna niet wetende wat zij zeide, antwoordde mevrouw Lucca in 't wilde: »Ons vermoorden ? Waarom ? — Waarom, mevrouw ? Wel om uw geld, om uw juweelen natuurlijk. Bijna ieder weet, dat ge er een kast vol van hebt. — Bespottelijk! zeide mevrouw Lucca met een gedwongen lach. Terwijl zij sprak viel haar blik op het sleutelgat van de kamer er naast. Er stak een sleutel in. Een zegevierende glimlach gleed over haar gelaat. — Juweelen ? antwoordde zij; wel, iedereen die een greintje verstand heeft, begrijpt, dat ik ze in den regel niet bij mij houd. Zij zijn natuurlijkaltijd veilig achter slot en grendel in Berlijn. Het treft toevallig juist dat vandaag een uitzondering is. Ik verwachtte de gravin van Wartenstein en heb al de juweelen, die ik bij mijn laatste bezoek te Petersburg ontving, mee naar huis genomen. — Ileeft u dat gedaan, mevrouw! Maar verbeeld u eens, dat een dief — — Nu, a s een dief dat wist, zou hij gemakkelijk zijn fortuin kunnen maken, merkte mme. Lucca op, haar dienstmeisje in de rede vallende. — Door ons te vermoorden en dan met de juweelen op den loop te gaan! Mevrouw Lucca keek naar de kast en zeide toen op luiden toon: — O! hij zou het ook wel zonder moorden afkunnen. De deur, die uit de kamer .in den tuin voert, is niet afgesloten, ik heb het vergeten. Een dief zou niets anders te doen hebben, dan uit den tuin de deur binnen te komen en mijn juweelenkistje van de tafel weg te nemen. Hij zou, 60 of 70,000 thalers rijker dan hij gekomen was, ongemerkt kunnen wegsluipen. Dat is nog voordeeliger dan de menschen te vermoorden, niet waar? — En hij zou gauw genoeg naar Engeland of Amerika kunnen vluchten. — Niets is gemakkelijker, antwoordde mme. Lucca, maar ik zal daarom de deur maar spoedig sluiten. Loop eens even naar de eetkamer; de sleutel ligt op tafel, maar kom gauw terug. — Goed mevrouw. 'kßen direct terug. — Editha! Editha ! riep mme. Lucca een oogenblik later het meisje achterna. Ik heb mij vergist. De sleutel ligt op de studeertafel van den baron. Ze lioort het niet, vervolgde zij luid in zichzelf sprekend. Ik zal hem zelf wel gaan halen. Met deze woorden verliet zij het vertrek. Nauwelijks was zij deur uit, of de kast ging open. Een man stak zijn hoofd er buiten en keek behoedzaam rond. Niemand ziende, liep hij zoo snel hij kon naar de tuinkamer. Het volgende oogenblik werd de deur achter hem gesloten, maar niet door hemzelf, doch door mevrouw Lucca, die toen zij de kamer verlaten had, twee passen buiten de deur in het donker gewacht had tot de vogel in den knip zou zijn en hem vervolgens had opgesloten. ■ — Gevangen! riep zij uit, met den sleutel in de hand het dienstmeisje te gemoet ijlend. — Ik kan den sleutel nergens vinden! zei Editha, maar mevrouw Lucca gaf haar een stomp in de zijde en verdween plotseling, Editha in stomme verbazing achterlatende. Maar noggrooter. was de verwondering van het meisje, toen hare meesteres terugkwam met een revolver in de hand. —■ O, mevrouw, wat is dat? vroeg Editha verschrikt met oen sterk voorgevoel, dat er iets niet in orde was. — De revolver van mijnheer den baron, goddank! antwoordde mevrouw Lucca. — Waarom goddank, mevrouw ? vroeg de meid. Mevrouw Lucca wees naar de deur. lemand aan den anderen kant zat aan den knop te morrelen. Editha werd doodsbleek en liet de lamp vallen, die zij in de hand had, toen er geklopt werd en een stem riep: »open de deur, dadelijk 0f...." De rest werd door Editha's gillen niet verstaan. Mevrouw Lucca wachtte tot het kind haar eersten voorraad adem kwijt was, en zeide toen snel, voor een tweede aanval kwam, met grappigen ernst: — Editha, als je nu je mond niet houdt, zal ik beginnen met jou dood te schieten. Editha scheen de bedreiging voor goede munt op te nemen, stopte den eersten den besten doek in haar mond, op gevaar af, onderweg te stikken en bepaalde er zich toe, hevig snikkende geen en weer te loopen. Het kloppen begon opnieuw,maar de deur was van zwaar eikenhout en onbeweeglijk. — Houd je maar stil, vriendje, riep mevrouw Lucca hardop; je bent gevangen. De tuindeur is met zoo goed dicht als deze deur en het venster is ook voorzien. Probeer het niet open te maken, want ik zal in den tuin de wacht gaan houden. Als je tracht te ontsnappen, bea je een lijk. De deur openende, die naar de veranda leidde, trad mevrouw Lucca naar buiten, gevolgd door Editha, die zich in haar wanhoop nog eenige zakdoeken in den mond gestopt had. Men hoorde ecu» geluid als van een grendel, die verschovfn werd. — Terug, vriend, zeide rnadama Lucca, of ik schiet. Er knalde een schots-vergezeld. van het geraas van splinterend hout en knappend glas. Daar, dat is één kogel van de zes. Dat was enkel om te toonen, dat ik gewapend ben. Ge zoudt beter doen, je rustig te houden. De ongenoode bezoeker scheen ook van' die meening en herhaald# de poging niet. Toen de bedieivoi den volgenden morgen terugkwamen, vondm zij mfeyrow Lueea rustig lezende onder de veranda, /.ij bonden nogal te kijken, toen zij zagen, dat zij een geladen revolver in de hand had. Eenige woorden waren voldoende om de geheele zaak op te helderen, en binnen een uur was de dief veilig naar het dichtstbijzijnde politiebureau overgebracht. Zoo eindigde het avontuur, dat voor mevr. Lucca zoo leelijk had kunnen afloopen.
"Losse Bladen. Een Avontuur van Pauline Lucca.". "Rotterdamsch nieuwsblad". Rotterdam, 1889/10/28 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 05-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011009933:mpeg21:p009
De Koninklijke bewilliging is verleend op de statuten der Vereeniging van kooplieden en handelsbedienden, genaamd: »Het Handelsbediendenfonds," te Rotterdam.. De -vereeniging is opgericht op initiatief van de vereeniging van handelsbedienden »Mercurius" en heeft ten doel: a. de belangen der leden te behartigen, voorzooverre dit tot den werkkring der vereeniging kan geacht worden te behooren; b. eigen fondsen te vormen om zoo mogelijk uitsluitend uit de rente daarvan, aan oude en aan invalide handelsbedienden eene jaarlijksche uitlieering te verstrekken; c. handelsbedienden in de gelegenheid te stellen, door hare tusschenkomst bij solide inrichtingen tegen gereduceerd tarief, zich een oudendag-pensioen te verzekeren al of niet verbonden met invaliditeits-pensioen; d. hare tusschenkomst te verleenen aan patroons, die voor hunne bedienden oudendag-pensioenen, met of zonder invaliditcits-psnsioen willen verzekeren ; e. liet sluiten van deze en andere verzekeringen voor en ten behoeve van handelsbedienden, hunne echtgenooten en kinderen, zooveel mogelijk te bevorderen ; f. het vormen van eene weduwen- en weezenkas. Pensioensleden zijn handelsbedienden, te Rotterdam of elders in Nederland gevestigd, en bij den aanvang van hun lidmaatschap niet ouder dan 50 jaar, behoudens het bepaalde bij art. 28. Zij betalen aan de kas der vereeniging voor inschrijvingskosten fl, en verder eene jaarlijksche contributie, vast te stellen in de jaarlijksche algemeene vergadering bedoeld in art. "13. Zij worden voorgesteld door een patroon-contribuant of door een pensioenlid. Het bestuur regelt de voorwaarden tot hunne toelating. Van het betalen der inschrijvingskosten zijn de gewone leden der vereeniging »Mercurius" vrijgesteld, mits zich, bij schriftelijke kennisgeving aa,n het bestuur, als pensioensleden aan de vereeniging verbindende binnen een jaar na de oprichting derzelve, of voor nieuwe leden binnen het eerste jaar van hun lidmaatschap. Onder handelsbedienden worden verstaan zij, wier beroep het is, kantoorwerkzaamheden te verrichten bij personen, die volgens het Wetboek van Koophandel kooplieden zijn. Zij, die in dienst van zulke personen op handelsmagazijnen (geen winkels) werkzaam zijn als magazijnmeesters, chefs de rayon, enz., voorzoover zij met het toezicht op en de leiding van gewone magazijnbedienden zijn belast, kunnen, ter beoordeeling van het bestuur, mede als handelsbedienden worden aangemerkt. Gesalarieerde handelsreizigers worden, ter beoordeeling van het bestuur, eveneens als handelsbedienden beschouwd. Zij zijn echter van het recht op invaliditeitspensioen uit de fondsen der vereeniging, uitgesloten. Het recht der pensioensleden op het fonds en op het bijfonds geeft hun, onder de voorwaarden bij het reglement vermeld, met inachtneming van art. 6 alinea 3 dezer statuten, aanspraak op pensioen bij invaliditeit en op pensioenstoeslag op hun oudendag-pensioen. De jaarlijksche uitkeering der vereeniging aaß de pensioensleden wordt voor ieder lid in overleg met den deskundigen adviseur vastgesteld, in verband met den tijd, gedurende welken hij lid van liet fonds geweest is, en met het bedrag, dat beschikbaar is, zoowel voor invaliditeits- als voor oudendag-pensioenen. Deze uitkeering mag voorloopig niet meer bedragen dan f3OO. Zoodra het bestuur echter in overleg met zijnen deskundigen adviseur, van oordeel is, dat het maximum veilig kan worden overschreden, zal het aan de algemeene vergadering in overweging geven, om de uitkeeringen, zoowel toekomstige als tegenwoordige, nog te verhoogen, of over het excedent op andere wijze ten behoeve der pensioensleden of van hunne weduwen en kinderen te beschikken.
"Stadsnieuws.". "Rotterdamsch nieuwsblad". Rotterdam, 1889/10/28 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 05-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011009933:mpeg21:p009
Ds. Astro, Westerkerk, voormiddag te 10}£ uren. Dr. F. v. Gheel Gildemeester, predikant te 's-Hage, voor Ds. De Visser, Groote Kerk, 's avonds te 6 uren. Ds. Van de Ilagt, Zuiderkerk, namiddag te 2 uren, Cat. 1. Ds. L. Hijmans, predikant te Nieuw-Lekkerland, voor Ds. Roose, Zuiderkerk, 's avonds te 6 uren. Ds. Krayenbelt, Groote Kerk, voormiddag te 10 uren. Ds. Laan, Westerkerk, 's avonds te 6 uren. Ds. Muller, Schotsche Kerkje, voormiddag te 10 uren; Prinsenkerk, namiddag te 2 uren, Cat. 1. Ds. Malcomesius, Groote Kerk, Dinsdagavond te 7 uren, Gebed. Ds. Riemens, Zuiderkerk, voormiddag te 10 uren; Oosterkerk, namiddag te 2 uren, Cat. 1. Ds. Roose, Oosterkerk, voormiddag te 10 uren; Groote Kerk, Donderdagavond te 6 uren. Ds. Tyssen, Prinsenkerk, voormiddag te 10 uren. Ds. Vos, Groote Kerk, namiddag te 2 uren, Cat. -1; Oosterkerk, Woensdagvoormiddag ' 10 uren, (Richteren IV.) Driemaandelijksche Collecte voor het Weeshuis, in de voormiddagbeurt, bij de eerste inzameling. Ds. Plaat, Evang. Luthersehe [Gemeente, voormiddag te 10 uren. Ds. Lohr, 's avonds te 6 uren, Ds. Maronier, Remonstr. Gereformeerde Gemeente, voormiddag te 10 uren. Ds. Jorissen, 's avonds te G'/s uren. Ds. Jobs. Dyserinck, Doopsgezinde Gemeente, voormiddag te 10 uren, Avondmaal. Mr. Luti, Eglise Rëformée Wallonne, matin a 10 heures. Rev. J. Irwin Brown, M.A., Scotch Church, morn. at 10 o'clock; even. at 6% o'clock. Prayer Meeting Thursday even. at 8 o'clock. Rev. G. T. Thornhill; Church of England, morning at 11 o'clock; even. at 7 o'clock. Pfarrer E. Wolff, Deutsche Evang. Gemeinde, Vormittags 1034 Uhr. Die besondere Collecte, welche nacli der Predigt erhoben werden soll, ist für die Armen der Gemeinde bestimmt. Nach Schluss des Gottesdienstes fmdet die Feier des heiligen Abendmahles statt. Freitag-Abends 8 Uhr, Gottesdienst in der Sacristei der Kirche, De heer Schenk, Roogduitsche Ger. Gemeente, voormiddag te 10 uren. Christelijk Gereiorm. Gemeente. Ds. Entingh, Kerkgebouw Hoveniersstraat, voormiddag te 10 uren, Avondmaal; 'savonds te 6 uren, Dankzegging; Woensdagavond te 6 uren. Ds. Klinkeit, Kerkgebouw Raampoortlaan, voormiddag te 10 uren; 's avonds te 6 uren. Prof. De Cock, Kerkgebouw Goudsche Singel, voormiddag te 10 uren, Avondmaal; 'savond» te 6 uren, Dankzegging.
tg"'!!' 11 ! IMILaJu-JLgaß * Ds. K. Haan, predikant te Geinleven. Evangelisatie-lokaal »Schooneberg", yoormiddag te 10 uren ; 's avonds te G uren. _ • Nederduitsche Gereformeerde Kerk (doleerende.) Ds. Lion Cachet, Gebouw »De Hoop" (Cool•vest), voormiddag te 10 uren, Doopsbediening; Gebouw Kruiskade, 's avonds te 6 uren. Ds, Geesink, Gebouw Kruiskade, voormiddag te 10 uren; Verkooplokaal (Oost-Singel), 's avonds te 6 uren. Ds. Van Veelo, Verkooplokaal. (Oost-Singel), •voormiddag te 10 uren. Ds. Klaarhamer, Gebouw »De Hoop" (Cool■vest), Dinsdagavond te 7 uren, Doopsbediening. Ds. D. B. Van Smalen, Noorderkerk, Oud-Gereforin. Gemeente, Weenaplein, voormiddag te *10 uren; 's avonds te uren; Donderdagavond te 7X uren. Ds. Van der Velde, Gereformeerde gemeente, Van Alkemadestraat No. 24, voormiddag te 10 uren: 's avonds te 6 uren: Woensdagavond te 8 uren, Bidure. . ... Ds. D. Versteeg, predikant, te Den Helder, Openbare Evangelie-prediking, Dinsdagavond te 7Va uren, boven de stadshal aan de Botersloot. Kralingen. Dr. J. Th. De Visser, predikant te Rotterdam, Nederd. Hervormde Kerk, voormiddag te 10 uren, Dankzegging. Ds. Crousaz, Hulpkerk, Kralingsclie Veer, voormiddag te 10 uren; GrooteKerk, 's avonds te 6 uren, Doopsbediening; Catechisatielokaal Hoflaan, Woensdagavond te 7 uren, Bijbellezing.
"PREDIKBEURTENLIJST. Van Zondag 27 October. Nederd. Gereform. Gemeente.". "Rotterdamsch nieuwsblad". Rotterdam, 1889/10/28 00:00:00, p. 1. Geraadpleegd op Delpher op 05-03-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011009933:mpeg21:p009