BERICHT. 10. Januari zal het eerste nummer verschijnen van een Letterkundig Bijvoegsel,
Rotterdamsch nieuwsblad
- 24-12-1889
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- Rotterdamsch nieuwsblad
- Datum
- 24-12-1889
- Editie
- Dag
- Uitgever
- A.W. Sijthoff
- Plaats van uitgave
- Rotterdam
- PPN
- 832564818
- Verschijningsperiode
- 1878-1991
- Periode gedigitaliseerd
- 1878-1945
- Verspreidingsgebied
- Regionaal/lokaal
- Herkomst
- Gemeentearchief Rotterdam
- Nummer
- 3615
- Jaargang
- 12
- Toegevoegd in Delpher
- 18-11-2014
Advertentie
Stadsnieuws.
De Koninklijke Rotter da msche schermveieeniging »Eendracht maakt Macht", hield gisteren een huishoudelijk concours voorde junioren, op dén degen, waarvan de uitslag was, dat de eerste prijs door J. O. Timmermans en de tweede prijs door W. Rieborn is behaald. Den instructeur W. De Wit werd een souvenir door den eersten directeur op de borst gehecht, geschonken door de jongste leerlingen dier vereeniging.
Zaterdag a. s. zal de vermaarde tenor Heinrich Bötel, in de Hoogduitsche Opera alhier oj treden als Raoul in »Hugenotten \ Genoemde zanger, die — naai- men mededeelt — door zijn buitengewone stemmiddelen, over al waar hij optrad furore maakte, is door den heer Saalborn met groote opoffering gewonnen. De heer Bötel namelijk ontvangt voor dezen eenen avond 1500 Mark.
Omtrent de eventueele plannen tot oplichting van een burgerziekenhuis, welk bericht wij de vorige week aan de Zwolsche Courant ontleenden, vernemenen wij, dat door bedoelde zes heeren doctoren, tot dusver nog alleen de wenschelijkheid is uitgesproken: van een inrichting tot ziekenverpleging, waar patienten, door een medicus naar keuze, kunnen behandeld •worden.
Een vierjarig jongetje viel hedenochtend al spelende in de Spoorweghaven en ■werd na een kwartier levenloos opgehaald. Dr. Daubanton kon sleehts den dood constateeren. Gisteren ontstond in pand no. 4 aan de Van der Takstraat een felle schoorsteenbrand, die gebluscht werd onder toezicht van de brandmeesters C. H. Van der Toorn Wzn. en P. Koopman.
Omtrent de beweging, welke hier ter stede onlangs op het getouw is gezet, om ■verandering te verkrijgen in de kantoor-uren, dooi' het personeel van diverse kantoren van tabakshandelaren en makelaars, lezen wij in een artikel van den heer N. Van der Veen, inMereurius, dat, wanneer de verstrekte inlichtingen juist zijn, er échec is geleden, doordat men geene overeenstemming kan krijgen tusschen de patroons, en wel omdat twee er van niet wilden medewerken om bijzondere reden. De heer Van der Veen zou als voorbeeld van kantoor-uren-regeling hier verschillende firma 's kunnen noemen, waar gewerkt wordt van 's morgens 9—l2i/j uur en 's middags van 2—6.uur. Brengen de werkzaamheden het mede dan blijft dieb van het personeel, die zulks treft, gaarne langer en neemt voor dieli enkelen keer zijn middagmaal tusschen -12V2 en 2 uur.
Een zoodanige regeling wenschte hij zoo algemeen mogelijk ingevoerd te zien. De algemeene vergadering derNeder!a idsche Handelsreizigers-vereeniging had Zaterdagavond plaats in het gewone verenigingslokaal, in tegenwoordigheid van commissarissen van toezicht, de heeren S. Dunlop Dz. en mr. C. Hoogewegen. De Vereeniging, opgericht 1 December 1874, mocht haar vijftienjarig bestaan herdenken en met genoegen terugzien op het verstreken tijdperk. Uit het verslag van den secretaris, den heer J. H. Hillebrant, bleek, dat de Vereeniging, hoewel langzaam, steeds in bloei toeneemt. Het getal gewone leden klom tot 154, terwijl voor het ingetreden vereenigingsjaar weder zes leden zich hebben aangemeld. Dit jaar werd aan de erven van 3 overleden leden het maximum bedrag van f 600 voor ieder, te zamen f 18Ö0 uitbetaald, terwijl voor verlies van betrekking zonder eigen schuld, f 120 werd uitgekeerd.
Niettegenstaande deze gezamenlijke uitkeering van f 1920, werd het reservefonds met ruim f 1900 vermeerderd en klom tot ca. dertig duizend gulden.
Sedert de uitkeeringen tot stand kwamen, betaalde de Vereeniging ca. f 6000, waarvan f3BOO aan erven van overleden leden. Voor het ingetreden vereenigingsjaar bleef de uitkeering bepaald op een maximum van f 600.
De Christel ij ke jongedochtersvereeniging »Lydia" stelde heden in het lokaal aan de Oostmaasstnjat te Kralingen voor donatrices en begunstigers de door hen gemaakte kleedingstukken voor de armen in het afgeloopen jaar, ter bezichtiging. »Lydia" weet wat de armen behoeven tot verwarming van het lichaam in den winter, althans een groot aantal kleedingstukken, goed gemaakt en degelijk van stof, lagen op een tafel uitgespreid. Het getal armen, waarvoor de vereeniging thans werkt, bedraagt 84 personen. In hare gewone maandelijksche vergadering van Zaterdag 1.1. heeft de afdeeling Rotterdam van het Nederlandsch Onderwijzers- Genootschap tot 1 sten Voorzitter benoemd den heer H.. F. De Boer en tot bestuursleden de heeren D. H. Cocheret, J. Den Broeder en A. J. Leliveld. Voorts werden in verschillende commissiën tot leden benoemd de heeren J. Den Broeder, P. Haverhorst, W. S. Bazendijk, mej. M. Kolff Van Oosterwijk, de heeren J. F. Curvers en P. Ringlever. De stemmingen wérden afgewisseld door muzikale en andere bijdragen. Deze laatste vergadering van het jaar werd door 60 leden bezocht. Gistermiddag ontstond er ineen pand aan de Crispijnlaan door het omvallen van een petroleumtoestel een begin van brand. Juist was een spuitgast aanwezig, die door doeltreffende maatregelen den brand in zijn voortgang wist te stuiten, zoodat de schade zich in hoofdzaak tot het toestel bepaalde.
Hedenmorgen 9,40 ure kregen twee koodlieden in oud-ijzer twist op de Kruiskade, die even daarna in een vechtpartij ontaardde, waarbij een der partijen zich bediende van een oude koekenpan en daarmede geducht om zich heen sloeg. Met blauwe oogen, dikke neuzen, en ontvelde wangen scheidden partijen, toen er in de .verte politie daagde. De feestvoorstell.ing, door de Rótterdamsche tooneelvereehiging »Albrecht" gisteravond bij gelegenheid van haar 12'/.-jarig bestaan in het lokaal «Gezelligheid" aan den Goudschenweg gegeven, en bestaande uit een opvoering van »De rijzweep of 20 jaar later«, is uitnemend geslaagd. De zilveren medaille, door het bestuur uitgeloofd voor den besten speler, werd verworven door den heer J. C. Kroes, die door zijn medespeelsters en spelers flink werd bijgestaan. Heden werden aan 'tKralingsche Veer ter markt aangevoerd 15 winterzalmen, die tegen f 2.40 a f 2.60 per 5 ons werden verkocht. Met het oog op het uitbreken van miltvuur onder het rundvee op een stal in het voormalig Delftshaven, heeft de minister van Binnenlandsche Zaken bevolen, dat op de verdachte runderen de inenting zal worden toegepast, waarmede de rijksveearts Poels is belast.
Feuilleton. Het Roode Testament, ROMAN van XAVIER DE MONTÉPIN. 57 (Vervolg)
— Stil, stil, fluisterde zij, in Godsnaam laat de dokter er niets van bemerken, want.... — Waarom niet? De dokter moet het weten hij is haar voogd en zoodra ik mijn moeder er pyer gesproken heb, zal ik hem om de hand van zijn pupil komen vragen. — Neen, neen, doe dat niet. Laat hem niets •van uw liefde bemerken, ik bezweer het u. — Maar waarom toch ? — De dokter is ook nog jong. en u zult het met mij eens zijn, dat hij een schoon man is. — Wat bedoelt u ? — Zou u denken, dat de tegenwoordigheid van èèfi meisje, zoo schoon als Martha, zonder uitwerking op hem zou zijn gebleven? — Bedoelt u, dat de dokter zijn pupil bemint ? •— Hij heeft er nog geen woord over gesproken, maar het is duidelijk aan hem te merken. Ik weet zeker, dat hij Martha bemint. — Maar hetgeen u mij daar zegt, maakt mij doodelijk ongerust. — Waarom? — Wellicht deeltMartha de liefde van haar voogd. Angèle begon te lachen. — O! die verliefden, zeide zij, steeds vreezen zij allerlei denkbeeldige gevaren. Martha bemint v, heb ik gezegd, zij kan toch niet twee mannen te gelijk beminnen. Voor haar voogd koestert zij innige dankbaarheid en hartelijke genegenheid, maar geen liefde, die koestert zij alleen voor u. — Dus mag ik dokter Thompson niet zeggen, dat ik Martha bemin? — In geenen deele, bewaar uw geheim.Wanneer ik mij niet vergist heb, en Martha u inderdaad lief heeft, dan zullen wij alle drie een verbond ik zal over uw liefde waken, maar dan moet u ook getrouw mijn raad opvolgen. Bewaar uw geheim, maak er niemand deelgenoot van, zelfs uw moeder niet. WanneerMartha zich koel en terughoudend jegens u betoont, laat u dan daardoor niet ontmoedigen, want dan zal het alleen uit vrees voor haar voogd zijn, dat zij zoo handelt. — Ik neem uw bijstand dankbaar aan,mevrouw, en beloof u, dat ik mij geheel naar uw voorschrift zal gedragen. Angèle antwoordde met een glimlach en verliet Fabien, die buiten zichzelven van vreugde was. Kort daarop ontmoette hij zijn moeder, die nog met Martha wandelde. — Ik zocht je, Fabien, zeide de gravin. , — Waarom, mama t I — Martha wilde je nog eens zonder getuigen haar dank betuigen. Houd haar dan zoolang gezelschap, ik ga intusschen naar mijn vriendin, mevrouw de Soules, die ik ginds zie zitten. Zij gaf Martha aan haar zoon over en verwijderde zich. ■— Is het mij vergund u mijn arm aan te bieden, mejuffrouw ? vroeg Fabien. — Gaarne, mijnheer. Zij legde haar hand op den arm van Fabien en wandelde met hem voort. — Hoe zegen ik de omstandigheid, mejuffrouw, die mij in staat stelde, u van dienst te zijn, begon Fabien. — Maar mijnheer, het is eer aan mij om dit toeval te zegenen, zeide Martha. — Noem het geen toeval, mejuffrouw, het was de Voorzienigheid, die mij met een mij tot nu toe onbekend gevoel heeft doortinteld. Van het eerste oogenblik af, dat ik u gezien heb, ben ik met geheel mijn hart de uwe geweest. Martha hoorde hem zonder verbazing aan; zij herinnerde zich de waarschuwing van dokterThompson. — U zijt sclioon, Martha, vervolgde Fabien, en schoonheid trekt de mannen aan, evenals de muggen worden aangetrokken door het licht van een kaars. Zij blijven er omheen fladderen, totdat zij er zich de vleugelen aan verbranden, j Ook ik heb mij gebrand, mijn hart gloeit van liefde voor u, ik bemin u met al de kracht mijner ziel. Martha antwoordde niet, maar boog het hoofd, in diep nadenken verzonken. — De dokter had gelijk, dacht zij; het eerste jonge mensch, dat mij aanspreekt, verklaart mij reeds zijn liefde. Ik zal den raad van den dokter getrouw opvolgen. — Sta mij toe u te vragen, waaraan u denkt, zeide Fabien. — Ik dacht aan hetgeen u mij daar gezegd hebt. — En gelooft u mij niet? — Waarom zou ik u de beleediging aandoen, u niet te gelooven? — U is een engel. O ja, geloof aan mijn liefde, zij is vurig, hartstochtelijk en uwer waardig. Zeg mij, zou u mij een weinig wederliefde kunnen schenken, zou u er in toestemmen gravin De Chatelux te worden? Weder antwoordde Martha niet. Zij dacht aan Paul. — De nicht van den dokter had gelijk, dacht Fabien; de vrees voor haar voogd belet haar te antwoorden. Luid vervolgde hij;
— Welnu, wat is uw antwoord ? — Wat zou ik u hierop kunnen antwoorden ? U gaat wel haastig op uw doel af. Het is heden voor de tweede maal, dat u mij ziet, en reeds biedt u mij uw naam, uw gravenkroon. Dat is alles zeer verleidelijk, maar het is zoo onverwacht. Laat mij den tijd er over na te denken. Wij zullen elkaar weerzien, de plaats en het uur zijn hier slecht gekozen voor zulk een onderwerp van gesprek. Deze woorden waren weinig aanmoedigend, maar Fabien schreef ze geheel toe aan vrees van Martha voor den dokter. — Dus u staat mij toe u weer te zien ? vroeg Fabien. — O, zeker! — Dikwijls? — Uw bezoeken zullen mij steeds aangenaam zijn. — O! Ik aanbid u! Fabien bracht bij deze woorden de hand van Martha aan zijn lippen. Martha fronste de wenkbrauwen, zij gevoelde zich niet op haai- gemak aan de zijde van dit jonge mensch, wiens liefde zij niet kon beantwoorden. — Vergeef mij, maar ik moet u thans verlaten, zeide zij; er rusten nog eenige kleine plichten als gastvrouw op mij. Zij verwijderde zich. — O! mompelde zij, de wereld te midden waarvan ik moet leven, jaagt mij schrik aan. Waarom komt hij, dien ik liefheb, er mij niet aan onttrekken? Zij ging naar de eetzaal, waar het souper werd klaargezet.
Familiebericht
Burgerlijke Stand. BEVALLEN: A. v. der Velden, geb. Wilk, D. — F. Vonk, geb. v. der Veen, Z. — G. v. Veen, geb. Goudsbloem, D. — M. S. Waardenburg, geb. v. Donk, Z. — A. M. Middendorp, geb. Ipenburg, D. —M. Alsum, geb. Uiterlinden, Z. — A. M. Boeren,geb. Vrees van Nahuijs, Z. — L. C. A. Bakker, geb. Krijgsman, D. — L. M. Boel, geb. Boermeester, D. — M. P. Spruit, geb. Keizer. Z. — M. J. v. den Berg, geb. Zijdeman, D. — N. A. v.Buuren, geb. Jansen, Z. — T. Heukels, geb. Nijding,D.— W. H. Lugten, geb. Roesteen, D. — C. Baerveldt, geb. Schenk, Z. — C. S. J. Kappers, geb. v. den Brink, D. — C. J. Christen, geb. Maasbommel, D. — M. M. Janssens, geb. Hendriks, Z. — C. A. De Keijzer, geb. Dierx, D. — M.C.Polman, geb. Hoijenk, D. — S. v. der Horst, geb.v. Oeveren, D. A, v. Gijn, geb. Loos, D. — M. Bouman, geb. Dam, D, — A. C. Moritz, geb. Burgdorffer, D. — E. Thomassen, gab. Oliemans, Z. — E. Houtman, geb. Loosbroek, D.—E.Burgmans, geb. Bijkhuis, D. — M. Groene weg, geb.v. Erpen, Z. — M. S. Stortenbeeker, geb. v. Putten, D. — W. Moerman, geb. Batenburg, D. — M. Lagrand, geb. De Bruin, Z. — A. v. den Bos, geb. Beckmann, D. — J. Rulo, geb. De Bruijn, Z. Klein, drukwerk wordt geleverd terdrukkerij van het Nieuwsblad, naar den geest des tijds, net en goedkoop. OVERLEDEN: W. E. De Gast, m. v. M. S. Schoonmade, 42j. — J. Eringaard, jra. '11 m. — M. E. Eringaard, jd. 2 j. — L. Dussenbroek, jd. 4 j. — H, Schröder, jd. 19 d. — C. H.| Onstenk, jd. 2 m. — P. Verschoor, wedn. A. v. Leusden, 78 j. — A.Visser, m. v. M. Penning, 59 j. — N. Groeneveld. wed. A. Lans, 76 j. ■— J. G. Hoppen, jm. 4j.— P. Escabache, m. v. T. Barendswaard, 56 j. — A. T. Rusconi, wed. J. H. [Kronenburg, 74 j. — M. E. Halm, vr. v. E. P. Boes, 41 j. — P. V.den Berg, m. v. J. v. Meeuwen, 56 j. — D. M. N. Berkhof, jd. 3 m. — E. C. Gebuijs, jd. 5 m. — J. P. v. Erven, vr. v. C. Smol, 51 j. — PD.Bolle, jm. 3 d. — A. H. Roest v. der Zande, vr. v. P. J. Haverkamp, 27 j. — A. M. EdixhoVen, vr. v. A. Helmer, 69 j. — C. Brugmann, jd. 24 d. —• W. Hoogvliet jm. 5. m — D. v. Veggelen Wed. H. Heiligers, 72 j. Rouwbrieven en Rouwkaarten worden bedrukt ter drukkerij van het Nieuwsblad. Op verlangen medé geadresseerd, gezorgd en gepost. N.B. De bureauxvan den Burgerl. Stand en het Centraalßureaüvanßevolking zullen Donderdag a.s. (2den|Kerstdag)!26 Dec. geopend zijn van des vóórm*'s 10 tot des nam's 1 uur, tot het doen van aangiften van Gebo o r t e en O v e r 1 ij d e n.
Waterstand. Rotterdam 24 Dec. 1e getij 4.58 2e getij 5.22 Buslichtingen aan het Postkantoor. Dinsdag 24 December.
Parijs . . 5.40 'srn., 8.50 'sm., 1.50'5n.m., 6.50 'sav. Berlijn . 5.40'5m., 9.30'5m., 10.— 'sm'2.27'sav. 4.30 'sav., 6.55 'sav., 9.20 'sav. Londen . 5.10'5m., 8.50'5m., I.lo'sav., 6.so'sav. Nederlandsch Oost-Indië 6.so.'sav, 1.55 'sav.(#) Aden, Britsch-Indië, Ceylon, Straits Settlem en Cochin-China 1.55 'sav. China, Japan, Hongkong, Egypte .... 1.55 'sav. N.-Amerika, Mexico 6.50 'sav. (•) De stukken te voorzien van de aanwijzing: sper Duitsche pakketboot."
Vermakelijkheden, Vergaderingen, enz. Maandag 23 December.
Schouwburg, Aert Van Nesstraat. i> Zwarte Griet". 7% uur, Place des Pays-Bas. Specialiteiten-voorstelling, 8 uur.
Rechtszaken.
— Men meldt ons uit 's Hage. Het O. M. der Rechtbank vorderde 8 jaren gevangenis tegen H. C. 8., koopman te Rotterdam, beklaagd van in den nacht van 11 October te hebben getracht zijn vroegere beminde, Anna De H., door pistoolschoten op het Spui te 's Hage van het leven te berooven. Uitspraak 30 December.
Kunstnieuws. HOOGDUITSCHE OPERA Lohengrin.
De heer Memmler moet een knap zanger geweest zijn, die niet van den bok op de planken is gesprongen, maar naar de ouderwetsche en deugdelijke wijze zich heeft voorbereid op zijne artistieke plichten. Ook thans nog pleiten voor dezen zanger toonvorming, uitspraak en menigmaal ook de voordracht; doch de stem heeft hare frischheid verloren en een heldenpartij als die van Wagner's verheven riddergestaite zal zij wel nimmer hebben kunnen beheerschen. Naarmate het drama vorderde, begaven de krachten den heer Memmler, totdat zij in de finale ganschelijk faalden, wat aanleiding gaf tot een luid gesis, toen enkele onnoozelen begonnen toe te juichen. Het is niet alleen een onbegonnen taak met groote heeren kersen te eten, maar ook gewaagd hunne werken te willen vertolken. Dat hebben met den gast ook Marianne Nicolaï, Ludwig Strakosch en zelfs de als Amneris zoo hartelijk gehuldigde Carrie Goldsticker moeten ondervinden; zij allen moesten zich herhaaldelijk overwonnen verklaren door Wagner's vocale pretentie en machtige instrumentatie, ofschoon zij dan toch zeer verdienstelijk zongen. Slechts de Heerrufer van Moritz Tuil in ge r bevredigde. Wie zal Roeh e 11 e hard vallen voor zijn gebrekkige vertolking van den »König", waar hij onverwachts de taak van den gcïnlluenzeerden Chandon overnam' 22 Dec. 1889 Die Fledermaus. Aan de grappige operette van Stra u s s viel eene zeer opgewekte uitvoering ten deel. Vooral de laatste akte, de gevangenis-scène, bood den heeren Worms, Dietrich en Krossek eene uitnemende gelegenheid hun eigenaardig talent te ontwikkelen.
Laatste Berichten.
— Hedenochtend is een werkman bij de Oost- Singelbrug, onder Haarlem, door trein 5 der H. LUS. M. overreden, en spoedig daarna overleden. — Te Amsterdam heeft gisteravond op den Dam een militair op een meisje een pistoolschot gelost en daarna op zich zeiven. De militair werd doodelijk getroffen de hoofdwacht binnengebracht, het meisje verwond naar het gasthuis vervoerd.
— Door den Minister van Oorlog is bepaald, dat aan militairen, die worden aangewezen tot het verleenen van bijstand bij het tegengaan van den frauduleuzen invoer van vee, eene dagelijksche vergoeding zal worden toegekend, als volgt: f 2.50 aan officieren, f 0.25 aan onderofficieren, f 0.15 aan korporaals en f 0.10 aan soldaten.
— Door de stoomtram Edam—Amsterdam is een passagier, die van 't balcon was gevallen, overreden; dë ongelukkige was onmiddellijk dood. — Ds. Ten Kate, die heden zijn 70en verjaardag viert, ontving van Amsterdam en elders weder vele tastbare blijken van hoogachting en waax-- 'dë.ermg. ' ! Z. M. de Koning benoemde den heer J. J. L. Ten Kate tot commandeur van de Eikenkroon, H. M. de Koningin en H. K. H. de Prinses schonken hare portretten.' De feestcommissie overhandigde, bij monde van den Burgemeester, een Apollobeeld, benevens een portefeuille.
Aanvaringen.
Sedert Zaterdag hebben nog aanvaringen plaats gehad, een in het Noordzeekanaal en de ander te Vlissingen.
Zaterdagmorgen is de »P. Caland", van de Nederlandsch-AmerikaanscheStoombootmaatschappij, van Amsterdam naar New-York vertrokken en kwam in het Noordzeekanaal in aanvaring met het Nederlandsche schip «Thorbecke VII", met het gevolg dat dit vaartuig bij Buitenhuizen is gezonken. De bemanning van de »Thorbecke VII", welke van Batavia naar Amsterdam op reis was, is gered kunnen worden. De »P. Caland" heeft geen schade bekomen. Door dit ongeval was de toestand voor de scheepvaart in het Noordzeekanaal door dit gezonken schip zeer ernstig, zelfs de «Caland" kon niet passeeren, doordat de iThorbecke" dwars in het vaarwater ligt, het voorschip onder water,het achterschip op 't droge. Door de beide Kanaalsleepdiensten zijn op order van Assuradeuren maatregelen tot lichting genomen; een duiker tracht het lek te stoppen, door het wegnemen van de boegspriet en kluiver. Gisterochtend ia genoeg ruimte vóórlangs gekomen om schepen van 40 decimeter diepgang te laten passeeren. De Waterstaat heeft dadelijk twee stoomhoppers in het werk gesteld om meerdere diepte daar ter plaatse te verkrijgen, opdat ook de » Galand" en anderen voorlangs kunnen passeeren. Dit zal waarschijnlijk heden mogelijk zijn. De sCaland" is onbeschadigd. Een later bericht meldt, dat de sThorbecke," die de diepste helft van het Kanaal verspert, voor met de reeling gelijk met het water ligt, terwijl het achterdek boven water is. De geheele lading is nat. Heden zijn onder water door duikers dewrakstukken opgeruimd en het gat (17 voet diep bij 14 voet breed op de hoogte van het.dek)gereed gemaakt om morgen met beplanking tot dichtmaking te beginnen en vervolgens leeg te pompen. Een hopperbarge begint om vijf uur ta baggeren om een geul te maken voor het passeeren van de »Caland". Schepen van 40 a 45 dM. diepgang, kunnen passeeren. De andere aanvaring, die te Vlissingen is voorgevallen, had plaats tusschen de »Germania," van. Antwerpen naar Hamburg, en het stoomschip »B. Kenneby," met stukgoederen van Fiumenaar Antwerpen. De «Germania" is gezonken en de bemanning heeft zich met eigen boot gered. Beide stoomschepen werden geloodst door Belgische binnenloodsen. Daar de sGermania" in het vaarwater gevaarlijk voor de scheepvaart gezonken ligt, is tot aanduiding daar ter plaatse een loodskotter gelegd, voerende bij dag een witte vlag en bij nacht twee horizontale witte lichten.
Ten aanzien van het ongeluk, dat de «Prins Willem I" is overkomen, meldt jnen nog, dat het schip om 7 uur 's avonds van Havre vertrok en op 5 Leagues afstand van daar aangevaren werd door een ijzeren zeilschip, waarvan de naam onbekend bleef, dat onmiddellijk na den schok afschoor en de reis voortzette. Het stoomschip bleef nog vier uren drijven in een hooge zee. Omstreeks \ uur 's nachts toen het zonk, begaf de bemanning zich in de booten, en redde slechts de mails, de speeia ter waarde van f 32000.— en de scheepspapieren. De directie der »Ned.-Amerik. Stmij". heeft der directie van den »Kon. West-Ind. Maildienst" aangeboden de opvarenden van het verongelukte stoomschip «Prins Willem I" met de «Schiedam" thans te Boulogne liggende, naar Rotterdam te brengen. Nader blijkt, dat bij de ramp van de «Prins Willem I«, de matroos Edelenbos en de kokEngelcher, dis zich in de tweede sloep moesten bevinden, verdronken zijn.
De gezonken schuit «Koopmans "Welvaren", van Vlaardingen, welke verleden Zaterdag door aanvaring met het stoomschip «Veendatn" bij Delftshaven gezonken is, werd.door de Bergingmaatschappij gelicht en te Vlaardingen op de slip gebracht. Er is ook 47 ton haring van de lading geborgen.
— De Ilooge Raad deed heden uitspraak ia de zaak van den brandersknecht te Schiedam, di© ■wegens wederspannigheid -was veroordeeld, op frond van zijn verzet tegen politieagenten, die ifa e branderij den knecht kwamen aanhouden, om hem prevoostarrest als schutter te doen .ondergaan. Het cassatie beroep werd verworpen.
XXXIX.
Angèle was bij Jacques Lagarde teruggekomen. — Alles gaat goed, zeide zij, liet jonge mensch >s tot over de ooren toe verliefd, hij vertrouwt mij volkomen en is zoodoende in onze macht.
Jacques knikte haar tevreden toe; daarna zag hij op zijn horloge. — Vervloekt, reeds één uur, mompelde hij, dia Fromentals schijnen niet te komen. Een lakei diende op dit oogenblik aan: — Mijnheer Paul Fromental. Jacques spreng op en richtte zijn oogen naar de deur. Hij maakte een gebaar van verwondering, toen hij den zooeven aangedienden bezoeker zag binnentreden. Paul Fromental, een der erfgenamen, die bestemd waren zijn slachtoffers te worden, was hetzelfde jonge mensch, dat hij onder zijn behandeling had. — Wees welkom, mijn jonge vriend, zeide Jacques, ik begon reeds te wanhopen aan j —■ O, neen, mijn vader is verbonden aan het ministerie van onderwijs en wel als inspecteur der departementale- bibliotheeken. Hij doet een inspectiereis. — Ik betreur zijn afwezigheid te meer, nu ik hem geluk zou kunnen wenschen mefe je spoedige herstelling. — Ja, inderdaad, dokter; ik gevoel mij weder gezond en sterk en zie de toekomst vol hoop tegemoet. — Toen je de laatste maal bij' mij waart, leed niet alleen je lichaam, maar ook je ziel. Is het geneesmiddel daarvoor gevonden? — Ja. — Wie heëfl: het u verschaft f —' Htet, toeval. '— Hoe dat?' — Ik' zocht veraf, wat ik dicht bij mij had., — Waar vond je het meisje dan ? O F vergeel? mij, mijn vraag is misschien onbescheidens — Een vraag van u kart nooit onbescheiden; zijn, dokter, maar toch wil ik u nog voorloopig het antwoord op deze vraag schuldig blijven. Eerst wil ik zekerheid dat het meisje mij ook bemint en dan zal ik u alles vertellen. — Jè antwoord getuigt van buitengewone kieschheid, mijn jongen. Je zult gelukkig zijn, want je verdient het. En in zichzelven voegde hij er aan toe: — Alleen haast je, want ofschoon je- nog zeer jong bent, sta je dichter aan den rand van het graf dan menig grijsaard. Paul liet zijn blik door de zaal gaan, hij veri langde vurig Martha te zien, maar hij vond haar niet'. Toch wist hij; dat zij er zijn moest'. Jacques Lagarde redde hem uit zijn verlegenheid. — Komaan, mijn jonge vriend, laat mij u aan mijn pupil voorstellen. Zij is een meisje van uw leeftijd, en de koningin van dit feest. Paul was bijna opgesprongen van vreugde, maar hij wist zich te beheerschen en zeide volmaakt kalm; — Dat zal mij een groote eer zijn. Jacques nam hem mee naar Martha, die door verscheidene heeren was omringd. — Lieve Martha, zeide hij, sta mij toe je den zoon van een mijner beste vrienden voor te stellen, mijnheer Paul Promental. Paul was schier verblind door de schoonheid van het meisje, dat hij sedert eenigen tijd beminde. Toen Martha den blik van Paul ontmoette, fonkelden haar oogen van vreugde. Jacques Lagarde vermoedde reeds, zooals wij weten, dat Martha een ander liefhad, hij bespiedde de beide jongelieden met zijn scherpen blik en had hun geheim reeds in hun oogen gèlezen. Hij beefde van ijverzucht. De beide jongelieden zagen elkaar zwijgend aan, de ontroering belette hun te spreken. — Wees welkom in dit huis, mijnheer, zeide Martha ten slotte, en daar u de vriend is van; dokter Thompson, wees 'dan ook dè mijne. — Ik verlang niets liever, mejuffrouw, antwoordde Paul. Vergun mij met verlof van den' dokter, van mijn voorrecht als vriend' gebruik ta maken en u mijn arm te bieden. — Neem zijn arm, Martha, mijnheer Paul is een aangenaam prater, ik kan je in geen beter gezelschap laten. Paul wierp Jacques een dankbaren blik toe en verwijderde zich met Martha aan den arm. Jacques zag hem na. —Zij wisten zich meesterlijk te beheerschen,mompelde hij, maar toch niet gertoeg om mij te bedriegen, Wij zullen zien of mijn vermoeden waarheid is. De beide jongelieden wandelden door de verschillende salons, overal gevolgd door den blik van Jacques Lagarde. Lang bleven beiden zwijgen, tot eindelijk Paul de stilte verbrak, door Martha toe te fluisteren: — Mejuffrouw Martha, ik wilde u spreken. — Kom, zeide zij. Geen van beiden bemerkte Jacques, wiens oogen hen overal volgden. Martha voerde Paul naar een kleine salon, die slechts flauw verlicht was en waarvan de ingang door een zwaar gordijn gesloten was. Daar gekomen, nam Martha plaats op de sofa en Paul knielde aan haar voeten neer. — Martha, zeide hij op hartstochtelijken toon, Martha, op dit oogenblik verwacht ik van u een woord, dat over mijn leven, over mijn geluk moet beslissen. Behoef ik nog te zeggen, wat mij op het hart ligt ? Heeft mijn hart niet tot het uwe gesproken? Heeft de blik mijner oogen u niet gezegd, dat ik u lief heb ? Geheel mijn hart behoort u toe, van af het eerste oogenblik, dat ik het geluk had u te zien. 0 ! Martha, zeg mij. is uw hart nog vrij, kan het mijn gloeiende liefde beantwoorden ? Het gelaat van Martha blonk van ongekende zaligheid, toen zij deze woorden hoorde. Zij antwoordde met nauw hoorbare stem : — Paul, ik bemin j.e. Paul sprong op en drukte haar in vervoering aan zijn hart. Zij leunde met haar kopje tegen zijn schouder en was half bedwelmd van liefde, terwijl hij haar gelaat mét kussen bedekte. Eindelijk maakte Martha zich uit zijn omhelzing los. — Stil, zeide zij, blijf bedaard. Ja, ik weet alles, fk wist het reeds eenige dagen geleden, want ik heb de woorden opgevangen, die je in het, kabinet van dokter Thompson gesproken hebt. Ja, ik beantwoord je liefde, ik gevoelde mij' ongelukkig, toen ik je niet weerzag, terwijl ik nu een hemelsch geluk smaak. Maar zwijg, verberg onze liefde, laat niemand er iets van bemerken, tot op den dag, dat ik vrij zal zijn. — Vrij ? Ben je dat dan niet 2 — Neen. — Hoe dat? — De dokter bemint mij en wil, dat ik zijn vrouw zal worden. .u, Paul sprong op. — Hij! riep hij uit. — Ja, maar stel je gerust, ik zal nooit een ander liefhebben dan u. — Heeft de dokter wettige rechten op je? — Geen enkel, hij is volstrekt mijn voogd niet, zelfs geen bloedverwant van mij, maar hij heeft mij bijgestaan en tot zich genomen, toen ik van alle hulp verstoken was en geheel alleen op de wereld stond., Hij was mijn eenige steun, mijn beschermer en daardoor heeft hij voor eeuwig aanspraak op mijn dankbaarheid. Ik bemin hem dan ook als een vader, maar nooit zal ik er toe kunnen besluiten, hem mijn hart te schenken, dat behoort, u Paul, u aÜeen. Verscholen in de plooien van het gordijn, dat den ingeng der salon bedekte, verloor Jacques Lagarde geen enkel woord van dit gesprek. Thans verwijderde hij zich, hij wist wat hij weten wilde en het was hem onmogelijk langer de woorden van liefde aan te hooren, die Martha met zijn medeminnaar wisselde. Een oogenblik was zelfs het denkbeeld bij hem opgekomen, om naar binnen te snellen en Paul Fromental bij de keel te grijpen en te verworgen. Hij moest zich verwijderen, hij zou zich anders niet langer hebben kunnen beheerschen. Hij teeerde naar de balzaal terug, waar de paren lustig dansten op de toonen van het onzichtbare orchest. Fabien De Chatelux hield zijn moeder gezelschap, of liever, hij zat' naast haar, want hij sprak geen woord, zoozeer hield de gedachte aan Martha hem bezig. Jacques Lagarde ontvluchtte zijn gasten, hij trok zich terug in een eenzamen hoek van de zaal en Izag van daar naar de dansende paren. Toen hij daar eenigen tijd gezeten had, ontdekte hij Paul onder de dansers. Hij stond op en liep de zaal door. Aan het ander» einde ontmoette hij Martha, die geheel alleen waa. — Wat nu, alleen, mijn kind ? vroeg hij. Waar is mijn jonge vriend Paul gebleven? — Mijnheer Fromental wilde gaarne dansen, ea daar mijn rouwkleed mij dat genot ontzegt, hefc ik hem verlof gegeven, een andere dame te vragen. — Wat zeg je van hem]? Vindt ge hem niet geestig en onderhoudend? — Dat wel, maar toch vind ik hem wat stil, wat afgetrokken. Jacques glimlachte. — Jij verstaat de kunst van veinzen zeer goed, dacht hij, maar toch bedriegt zij mij niet. OJ Paul Fromental zal sterven. Niet alleen, omdat hij erfgenaam is van den graaf De Thonnerieux, maar ook omdat hij, bemind wordt door haar, die ik Hef heb. Ik zal hem echter het laatste dooden, hij moet mijn wraak gevoelen, alvorens hij sterft.
Tweede Kamer.
Zitting van heden. Bij de behandeling der Surinaamsche begrooting herdacht de heer Smidt den overleden bisschop, van Suriname leeraar der moravische broeders en de ramp op het stoomschip »Prins Willem I In het algemeen verwaehtte hij van den minister belangrijke hervormingen. Hij drong aan dat de regeering de immigratie zou bevorderen, kritiseerde de nieuwe Bank-verordening en constateerde, dat een groote maatschappij tot opbeuring van handel en landbouw in Suriname in Juni jl. plannen en statuten aan de minister heeft ingezonden. De Minister verdedigde de Bank-verordening en verzekerde, dat de regeering de immigratie steunt. Over liet plan tot oprichting van een maatschappij is de gouverneur van Suriname gehoord; diens antwoord zal de minister zoo spoedig mogelijk overwegen.