Hedenmiddag half twee werd een heer door een zenuwtoeval getroffen in de Van der Werffstraat. Door eenige omstanders werd hij in een café gebracht en na aldaar tot bewustzijn te zijn gekomen, werd hij naar zijn woning geleid. Een juffrouw uit Vreeswijk, logeerende bij haar familie, alhier, wei'd, toen zij een boodschap bij een winkelier in de Jonkerfransstraat deed, onwel. Een geneeskundige, wiens hulp werd geroepen, constateerde, dat zij reeds was overleden. Haar lijk is per ziekenwagen naar de woning van haar familielid alhier voorloopig overgebracht. Zondag 11 Mei hield de Rotterdamsche Postduiven-vereeniging »De Snelvlieger" haar tweede concours van Ede. De prijzen werden behaald als-volgt: le prijs, doffer van den heerA. Visser; 2e prijs, doffer van den heer A. Van den Ende Azn ; 3e prijs, doffer van den heer A. Trimp. Hedenmorgen ten 71/2 ure is door het uitschieten van een scheerhout een stelling in elkander gestort, van een in aanbouw zijnd pand aan de Boekhorststraat. Zes personen stonden op die stelling te werken, vijf van hen wisten zich in hun val aan iets vast te klemmen, terwijl een, ter hoogte van de 3de verdieping, naar beneden stortte. Hij werd inwendig gekwetst en op advies van een geneeskundige, naar het ziekenhuis overgebracht. Zijn toestand is niet zorgwekkend. De vijf anderen gingen dadelijk weder aan het werk. De politie stelt een streng onderzoek in. De leluit. F. E. H. Liebert. thans op non-act. alhier, is in actieven dienst geplaatst hij het4ereg. inf., te Haarlem in garnizoen. De le luit. der mariniers J. C.J.B. A. De Josselin de Jong is van hier, bij het 2e bat. mariniers te Willemsoord gedetacheerd, tot het volgen der lessen, gegeven door den kapt. Ter Gemeente-Secretarie (afd. Al Zaken) zijn ter visie gelegd: 10. een verzoek van S. E. Cohen & Co., om vergunning tot het bergen en verwerken van lompen in een gebouw (vroeger zaagmolen) aan den Zwaanshals; 20. een verzoek van P. J. Smits, om vergunning tot bet oprichten van eene smederij op het perceel aan den Noordsingel O.Z. No. '123. Op Dinsdag den 27 Mei 1890 zal ten Raadhuize des namiddags ten l2 ure gelegenheid worden gegeven om daartegen bezwaren in te brengen en deze mondeling en schriftelijk toe te lichten. Morgen, 15M e i, is het 40 jaar,dat Jac. G. Bassant, pijpleider bij de vrijwillige brandweer, alhier, als geaffecteerde aan brandspuit No. 7, aan het Vasteland, werkzaam is. Ontving de jubilaris bij zijn 30-jarig jubileum van de hoofden zijner spuit een zilveren remontoir horloge met inscriptie ten geschenke, ook thans zal het hem aan blijken van belangstelling niet ontbreken. Een paar dagen geleden had de werkman v. V., te Kralingen het ongeluk bij het gebruik van het middagmaal een speld in te slikken. Hoewel het slikken aanvankelijk hem geen hinder veroorzaakte is er eene Kleine verzwering in zijn maagholte ontstaan, die zoo verergerde,dat hij gisteren om geneeskundig te worden behandeld, naar het Ziekenhuis moest worden overgebracht. Ons wordt de klacht medegedeeld, dat, vooral in het oostelijk gedeelte der stad, nog verschillende buurten zijn, waar een betere verlichting en bestrating zeer wenschclijk is, zooals aan de Slaakkade,den lloogenboezem,deWilhelminastraat, enz.,waar,bij regenachtig weder,groote modderpoe - len te vinden zijn. Ofschoon wij de wenschelijkheid hiervan zeer goed beamen, willen wij er op wijzen, dat het nalaten dier noodige werkzaamheden niet altijd aan het gemeentebestuur moet toegeschi even worden. Uit hetgeen in verschillende wijken der stad tot verbetering der bestrating en verlichting in den laatsten tijd geschied is, blijkt voldoende, dat de aandacht hierop aanhoudend is gevestigd, en er gaat dan ook bijna geen gemeenteraadszitting voorbij, waarin door Burg. en Weth. geen voorstel ingediend wordt tot overneming van straten ot tot het verbeteren er van. Het Dagelijkscli Bestuur is echter in deze aangelegenheden zeer dikwijls van particulieren en colleges afhankelijk, en dit moet bij het aanbrengen van verbeteringen in bovengenoemd oostelijk gedeelte der stad ook het geval zijn.
Rotterdamsch nieuwsblad
- 16-05-1890
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- Rotterdamsch nieuwsblad
- Datum
- 16-05-1890
- Editie
- Dag
- Uitgever
- A.W. Sijthoff
- Plaats van uitgave
- Rotterdam
- PPN
- 832564818
- Verschijningsperiode
- 1878-1991
- Periode gedigitaliseerd
- 1878-1945
- Verspreidingsgebied
- Regionaal/lokaal
- Herkomst
- Gemeentearchief Rotterdam
- Nummer
- 3732
- Jaargang
- 13
- Toegevoegd in Delpher
- 18-11-2014
Stads-Editie.
Feuilleton. DE GESLUIERDE DAME. 34) (Vervolg.)
— Gelooft ge ? — Ge wilt toch niet de vijfde of de zesde bij Clara zijn, vermoed ik? — Waarlijk niet; maar zoo zij werkelijk verlangt mevrouw De Borsenne te worden kan ik haar helpen? — Een wonderlijk idéé! maar ik zie er, geen wraakneming in! — O! ik zou hem liever dooden! zei Georges met holle stem. — Mijn arme vriend, antwoordde Gaston, dat alles is dwaasheid. Waarom hindert u het leven van mijnheer Deßorsenne? — Wat raakt het je, of de danseres al of niet zijne vrouw wordt? — Wanneer men een geëerden naam voert, zooals de uwe, wreekt men zich op sommige menschen slechts door verachting. — Niet altijd door verachting! — Maar beken, Georges, het geval is üiet ernstig. Twee weerlichten schoten uit de oogen van den jonkman, terwijl tegelijk een zonderlinge glimlach zijn lippen verwrong. — Een wonderlijke jongen, dacht Sairmaise. — Opdat ik leve, hernam Goorges op ernstigen, schier plechtigen toon, moet mijnheer De Borsenne sterven! — Hoe wonderlijk zegt ge dat! — Ik wil dezen winter mijnheer Deßorsenne aantreffen, overal waar hij zal gaan: op de wandelwegen, in den schouwburg, in de gezelschapskringen. — En dan ?
— Zal ik de ingeving van het oogenblik volgen. — De Borsennezal onmiddellijk weten, dat hij een vijand aan je heeft. — Dat is juist, wat ik wil. — Hij zal begrijpen, dat ge hem op een of andere wijze zoekt te treffen, en hij zal op zijn hoede zijn; zoo hij je gevaarlijk acht., zal hij zich nog beter beveiligen. — Ik kan hem toch niet op lafhartige wijzen in een donkere steeg een dolk in de borst stooten ? — 't Is een Italiaansch gebruik, dat nog niet in onze Fransche zeden is kunnen ingevoerd worden, zei Gaston glimlachend. 'e Borsenne betreedt een glibberig pad, de minste stoot kan hem doen misstappen en in den afgrond storten. Deze man, gewoon aan alle genietingen, heeft goud, veel goud, noodig. Hij rekent op de twee millioen van zijn zoon, waarin hij reeds diep gegrepen heeft; zoo zij hem ontgingen, zou hij verloren zijn. — Gelooft ge, dat hij zich doodenzou? — Ja. De Borsenne zou geen dag armoede kunnen lijden. —Ik zie ongelukkig geen enkel middel om hem de twee millioen afhandig te maken. — Ach, dat zou een groot hartzeer zijn, riep Georgesuit. — Wat wilt ge zeggen ? zei Gaston verwonderd. — Ik dacht aan mevrouw De Précourt, antwoordde Georges haastig. — In één woord, waarde vriend! hernam De Sairmaise, geloof ik, dat ge wel doet De Borsenne met rust te laten, en aan den tijd de zorg uwer wraak over te laten. Wees gerust, die zal zich niet laten wachten. Georges gevoelde wel, dat Gaston gelijk had. In zijn toestand tegenover mijnheer De Borsenne was het overwicht blijkbaar aan den kant van den echtgenoot. Immers, hoe hem aan te vallen, zonder een onvoorzichtigheid te begaan, die Jeanne in 't verderf kon storten? Ongetwijfeld hinderde het leven van dien man hein; het verhief zich bestendig voor hem, dreigend envreeselijk.Maar kwamhet hem,Georges Lambert, den minnaar zijner vrouw, toe, mijnheer De Borsenne op het terrein van een doodelijk tweegevecht te brengen? Hij besefte het ellendige en schandelijke van zulk een handelwijze. Ja, in het belang van Jeanne en het zijne moest mijnheer De Borsenne uit het getal der levenden verdwijnen; en hij bevond zich onmachtig tegenover dien hinderpaal, welke zijn geluk bedreigde en hem noodlottig van zijnfamilie,zijnevrienden en de wereld scheidde. Wachten? maar mijnheer De Borsenne kon nog wel twintig jaar leven! en gedurende al dien tijd zouden Jeanne en hij zich als boosdoeners moeten verbergen. Deze gedachte deed hem sidderen, zijn ziel verzette zich en een doffe woede bulderde in hem. Welk een toekomst, welk een droevig leven voor die jonge vrouw, die ternauwernood ontloken onder de liefkozingen harer moeder, al hare illusiën verwoest had gezien en haar leven tot smart veroordeeld. Had hij haar dan uit een gral gehaald om haar in een ander niet minder donker te werpen, met dit afgrijselijk onderscheid, dat ditmaal de doodstrijd zich dagelijks zou herhalen en eindeloos zijn? Was dit het geluk, hetwelk hij haar beloofd had? Wat Georges wilde, was Jeanne aan haar ouders te kunnen wedergeven, en hun te zeggen: — Zij is vrij.lk heb haar aan den dood ontrukt; gij hadt een dochter verloren; ik breng u twee kinderen terug! Wat hij wilde, was dat, fier en gelukkig aan zijn arm, zij weder verschijnen kon in de wereld, in stede van in eeuwige Trees te leven, nauwelijks haar gezicht aan het zonlicht durvende te vertoonen. Bn ziedaar, wat zijn verlangen was, het bestendig voorwerp zijner gedachten, de kwelling van zijn leven, vooral sedert zijn terugkomst in Frankrijk. Jeanne dacht dikwijls aan haar ouders, en vaak waren hare overpeinzingen gevolgd door een oogenblik van droefheid; maar zij had te moedig haar toestand aangenomen om er nog eenig leedwezen over te gevoelen. Zij had geen enkele reden om zich te beklagen; zij wist, dat zij dood voor de wereld was, zij dacht er niet meer aan, George's liefde was haar voldoende en verving alles voor haar. Meermalen ging zij uit in een rijtuig, immer gesluierd en begeleid door Jean Frugère. Uit voorzichtigheid ontzeide George zich het geluk van een wandelrit met haar. Dikwijls ging Jeanne naar Brunoy, haar kind een bezoek brengen. Dit was de eenige vreugd,waarmede zij haar geluk durfde te vergrooten. Minguet zag haar; hij wilde weten, wie deze gesluierde dame was, die zoo geheimzinnig den kleine kwam kussen. Zijne vrouw sloot hem driftig den mond. Hij begreep het niet, maar vroeg niet verder. Gedurende twee maanden hield men te Villeneuve zich druk met de logeergasten van de villa bezig. Van Jeanne zei men: — De dame met die voile is een, door een Italiaanschen prins ontvoerde Signora. Men had Georges aan zijne bedienden bevelen hooren geven in het Italiaansch. Br was niets meer noodig om hem voor een onderdaan van Victor Emanuël te houden. Jean Frugère,de eigenaar der villa, ging voor een van zijn renten levenden koopman door. Zoo goed men kon, verklaarde men zich de vriendschappelijke betrekkingen met zijne huurders.
Op een avond, na het lezen der dagbladen, welke men in de villa ontving, zeide Jeanne eensklaps:
— Men spreekt met veel loï van mejuür. Christine Nilson, Benedict verheft haar tot aan de wolken.
— Benedict is een onzer beste beoordeelaars geleerd en rechtvaardig,mejuffrouw Nilson moet een groote artiste zijn. — Zoudt ge niet verlangend zijn Ophelia te gaan zien ? vroeg zij glimlachend. — Ik, o neen. Ik kan geen vermaak genieten, tenzij gij het met mij deelt.
Zij legde het dagblad, dat zij in de hand had, op een tafel. — Ik wil toch niet,dat ge als een monnik leeft.Ten laatste zoudt gij u gaanvervelen. — Met u, nooit!
— Georges, nooit zal ik aan je hart twijfelen ; maar dikwerf zie ik je in gedachten, peinzend, en dat bedroeft mij. Dan beschuldig ik mij, dat ik te veel bezit heb genomen van je leven, dat ge niet vrij genoeg zijt Ik vind, dat ik zelfzuchtig ben en verwijt het mij. Ben vrouw kan leven, geheel overgegeven aan haar geluk bij de gedachte aan haar liefde; maar de man heeft meer uitgestrekte begeerten, en een behoefte aan beweging, die niet noodzakelijk voor de vrouw is. Georges, ik wil niet, dat ge je zoo aan het maatschappelijke leven onttrekt, dat ge je van alle ontspanning, van alle vermaak berooft. — Maar ik ga naar Parijs, zoo dikwijl» als ik wil. — Ja, ge gaat je ouders bezoeken, somtijds de mijnen, uw vriend Gaston, en dat is alles. — Dat is mij voldoende. — O! ik wil niet beproeven, jo het tegendeel te bewijzen; dat zou mij te gomakkelijk wezen. (Wordt vervolgd.)
Familiebericht
Burgerlijke Stand. GEHUWD: J. v. Beek, jm. 25 en H. W. Kramer, jd. 23j. M. Bogers, jm. 25 en S. Goosen, jd.3o j. W. A. Breijden,- jm. 30 en M. v. Pelt, jd. 30 j. W. J. Broek\eldt, jm. 26 en S. H. Janssens, jd. 23j. F. G. v. Daal, jm. 23 en W. Buijtendijk, jd. 30 j. J. H. Donders, wedr. 70 en C. C. Biemans, jd. 37 j. R. Dijkstra, jm. 31 en S. liapteijn, jd. 20 j. L. v. Geest, jm.46 en M. Mellaart, jd. 36 j. E. Goos, jm. 36 en A. A. Willemse, jd. 36 j. P. C. Heijtbrink, jm. 26 en J, H. v. Verseveld, jd. 26j H. W. Hoebe. wedn. 31 en J. C. Ilagen, jd. 27 j. A. Houtman, jm. 25 en C. v. Wijk. jd, 21 j. G. v. Kleeff,jm. 27 en A. J. v. der Wel, jd. 25 j.
Familiebericht
J. Kooijmans,jm.24 en A. Ottevanger, jd. 25 j. A. P. Kremers, jm. 27 en F. Wolff, jd. 25 j. S. P. Mackioet, jm. 21 en A. Veltmeijer, jd.23j. W. J. De Paus, jm. 24 en C. B. Bakker, jd. 25 j. G. v. Rooijen, jm. 22 en A. C. Andressen, jd. 21 j. T. J. M. Scheidelaar, jm. 35 en C. H. Mettrop, jd. 33j. A. Sinnema, jm. 32 en G. v. d. Klei, jd. 29 j. C. Vellekoop, wedr. 54 en O. v. Hees, jd. 29 j. L. Vermeulen, jm. 24 en S. A. C. De Groot, jd. 20 j. A. J. v. Vliet, jm. 25 en F. v. Gilst, jd. 22 j. A. F. Wischmann, jm. 30 en J. v. Oosten, jd. 24 j. A. 11. J. v. Woerkens, jm. 32 en M. Pelgrim, jd. 22 j. F. W. Wolter, wedr. 46 en M. Horselenbergjd. 42 j. J. H. W. Zellenrath,jm.22en W.v. Vliet, jd. 22 j. B. B. F. v. Zonneveld, jm.25 en A. J. Lupke, jd. 23 j. R. t\. A. v. Bergem, jm. 24 en C. S. v.Leijden, jd.2lj, P. E. Braanis, jm. 22 en A. 11. Aartsen, jd. 21 j. L. Glimmerveen, jm. 20 en J. C. Deelman, jd. 18 j. D. A. De Haas, jm. 22 en J.De Kramer jd. 23 j. J. J. Hendriks, jm. 25 en W. A. Maas, jd. 27 j. C. A. I-lijnen, jm. 21 en M. C, Reijnart, jd. 26 j. M. Kans, jm. 24 en D. Staalman, jd. 21 j. P. S. Klerkx, jm. 29 en A. J. M. v. Hateren, jd. 28 j. P. W. L. Knoop, jm. 33 en E. Schot, jd. 27 j. K. J. Leupen, jm. 30 en H. P,Engels, jd. 36 j. ■T. Lokker, jm. 29 en J. J. Darsi, jd. 20 j. P.A. Niesing, j ni. 24 en J. M! Wigleven, jd. 28 j. J. A. v. Oosterhout, jm. 35 en C. G. Haas, jd. 27 j. J. Sehollaart, jm. 25 en W. C. v. d. Veen, jd. 23 j. G. 11. Schupper, wed. 46 en A. M. Coell'en, jd.3o j. J. F. Sonderwal, jin. 22 en M. F. Stokman, jd. 22 j. J. A. Springveld.jm. 27 en B. W. J. Wigleven, jd.24j. P. Verhaert, jm. 27 en J. C. Raats, jd. 24j. P. De Vos, jm. 29 en A. J. Duker, jd. 29 j. A. C. Wiemer, jm. 26 en M. Den Outer, jd. 25 j. Huwelijks-Brieven en Ferlovings-Circuiaires worden gedrukt en spoedig afgeleverd, desverlangd geadresseerd, ter drukkerij van het Nieuwsblad. Goedkoop. Fijner papier naar keuze van den besteller. BEVALLEN: J. D. v. d.Weerd, geb. De Visser, D. — H. Schallenberg. geb. Malta, D. — A. W. Renirie, geb. De Sterke, Z. — E. P. v. Bilsen, geb. v. Bil jouw, Z. — N. Kolpa, geb. Borsje, Z. —M. v. Stuijvenberg, geb. v. d, Linden, Z. — A. Kool, geb. Diependaal, Z. — C. J. A. Martinot, geb. Seeuwen, D. — A. M.Willemsen, geb. v. Ileel, Z. — J. J. Kok, geb. van 't Hoff, Z. — M. Th. Paludanus, geb. Van den Heuvel, D. — W. H. F. Pierot, geb. Van Es, Z. —■ D. M. L. Landman, geb. Terstroet, Z. — C. v. Vliet, geb. v. Hoogteilingen, Z.— J. Formenoy, geb. v. Teijlingen, D.— C. G. G. Tons, geb. De Bruijn, D. — G. C. Verhagen, geb. v. Dalen, Z. —- A. M. v. d. Wal, geb. v. d. Helm, Z. — C. Eschbach, geb. Eringaard, Z. — Th. W. v. Noort, geb. Netten, D. — H. M.Veenbrink, geb. Wowijs, D. — J. P. Witmaar, geb. Looman,Z. — P. .1. Diijers, geb. SchefFers, D. — J. Dijkstra, geb. v. d. Werff, Z. — E. Geerlofs, geb. v. Westreenen, D.— D. S. Van Zeeventer, geb. v. d. Berg, Z. — E. A. Hoving!), geb. v. d. Mast, D.— M. M. H. Haring, geb. Waterreus, Z. — N. J. Bekenbroek, geb. Ophof, D.— W. Poolen, geb. Eshuis, Z. —M. P. Hester, geb. De Gier, Z. — G. v. d. We ij tl e, geb. Riemsbergen, D. — B. W. Clasie, geb.Rensink, Z. — G. J. v. d. Maaren, geb. Reuvers, D. Klein drukwerk wordt geleverd ter- L rukker ij van het Nieuwsblad, naar den geest des tijds, net en goedkoop. OVERLEDEN: J. Kwekel, jm. 2 m. — J. 11. Klijn, vr. L. Smits, 32 j. — W. F. L. Zijlmans, jm. 18 j. — E. A. P. Veenbrink, jd. 3 d. — J. W. Matthaei, jm. 55 j. — P. M. Plune, jm. 10 m. — G. J. Zijnen, jm. lm. — C. Herman, jd. 1 m. —J. C. De Waardt, jm. 3 m. — 11. M. A. Scliütz, jm. 4 m. — H. A. Rombach, jd. 4 m. — A. Digtvoet, m. v. H. F. v. Katwijk, 62 j. — L. C. Peinemann, jd. 3 j. — A. W. v. Maren, jm,lBd. — R. Reinertsen, jd. 3 m. — J. J. De Haan, jd. 53 j. —• B. J. M. Zeegers, jd. 4 j. — C. v.Mamsom, wed. M. Marree, 66 j. — W. Beerens, m.v. M. M. J. v. Grevenbrcek, 39 j. Rouwbrieven en Rouwkaarten worden gedrukt ter drukkerij van het Nietiwsblad. Op verlangen mede geadresseerd, bezorgd en gepost.
Vermakelijkheden, Vergaderingen, enz. Woensdag 14 Mei.
Schouwburg, Aert Van Nesstraat. »Im Austragstübchen", 8 uur. Place, des Pays-Bas. Specialiteiten-voorstelling, 8 uur.
Donderdag 15 Mei.
Schouwburg, Aert van Nesstraat. »Der Pfarrer von Kirchfeld," 8 uur. Plaee des Pays-Bas. Specialiteiten-voorstelling, 8 uur.
Waterstand en Weerbericht. Rotterdam 15 Mei 1e getij 12.58 2e getij 1.22 's middags 12 uur.
13 Mei 14 Msi Barometer bij 0° Celsius 746.3 mM. 758.4 mM. Thermom. in de schad. 9.5°C.49°F. 10.1°C.50°F. Minim. temp. 's nachts 9°C.4B°F. 8.7°C.48°F. Maxim. temp. vor. dag 17°C.63°F. 11°C.52°F. Windrichting en kracht N.W. 4 W.Z.W. 2 Bewolking der lucht Regen Betrokken
Buslichtingen aan het Postkantoor. Donderdag 15 Mei.
Parijs . . 5.10'5m., 8.50'5m., 1.50'5n.m., 6.so'sav Berlijn . 5.40 'sm., 9.30 'sm., 10.— 'sm., 2.27 'sav. 4.3o'sav., 6.55 'sav., 9.20 'sav. Londen . 5/10'sm., 8.50'5m., 'I.lo'sav., 6.so'sav. Kaapland, Natal, 0.-Vrijstaat, Transvaal 8.50 'sm. West-Afrika, Curafao 6.so'sav.
Kunstnieuws. ROTTERDAMSCHE SCHOUWBURG. Im Austragstüberl.
Een realistische strooming gaat in onze dagen door de literatuur van gansch de beschaafde wereld; door de literatuur in 't algemeen, door de tooneel-literatuur in 't bijzonder, en speciaal daar ver weg in 't hooge, kille noorden, hebben mannen van talent zich beijverd in het teekenen van abstracte, naargeestige personen en zaken. Dat het daarboven in het land der middernachtszon gist en kookt in de gemoederen, weten wij sinds lang; door al de voorname werken bijna,door Scandinaviërs geschreven, gaat een sterk pessimistische, radicale strooming ; uit hun arbeid spreekt bitterheid, ontstemdheid tegen God en de gansche wereld. Daar ver weg in het Beiersche bergland had men er ook van gehoord (in de hoofdstad woont zelfs een der voornaamste, zoo niet de voornaamste van de waarheidsminnende Noren: Ibsen) en men had zich reeds ernstig verontrust over het veldwinnend pessimisme en toen men vernam, daar in de bakermat der Beiersch-bierdrinkers. dat ook tot het kleine Nederland die wind van het pessimisme was overgewaaid, heeft men besloten eens te trachten wat poëzie voor gemoed en hart over te brengen naar dat kleine landje en men heeft afgevaardigden gezonden, met die taak belast. Of zij hun doel hebben bereikt, of zij hun taak hebben vervuld 7 Zij zijn gekomen, zij hebben gespeeld en zij hebben overwonnen, natuurlijk alleen hen, die toonden van hun bezoek gediend te zijn. Zij zijn ons komen vertellen ot liever zij hebben ons getoond, dat die menschen daar in Beieren er anders over denken dan genoemde Scandinaviërs ; als zij het onaangename, de moeiten van het leven tegen het aangename in de weegschaal stellen, dan blijft er nog immer een aanzienlijk batig slot, dat toont, dat het leven alleszins waard is geleefd te worden, en toch kennen de bewoners der Beiersche berglanden zoowel 's levens lasten als 's levens lusten. De ïiMiinchener" hebben die overwinning behaald door hun kostelijk samenspel in stukken uit het volk, voor het volk, geen baanbrekende wellicht, maar welker streven het is de aandacht op te wekken en bezig te houden van elkeen, die het woordje poëzie nog anders dan bij naam kent en die het gemoedelijke, het liefelijke nog weet op prijs te stellen. Het stuk, dat gisteravond door de »Münchener" voor het eerst werd vertoond, was getiteld: sim Austragstüberl", naar een novelle van M. Schmidt, door H. Neuert voor het tooneel bewerkt, een stuk, saamgesteld volgens het thema sWees tevreden met uw lot" oftewel «Wil niet verder springen dan uw stok lang is."
Zooals men uit het programma kan zien, behandelt het een familiegeschiedenis en een interessante ook, die er niets door verliest aan aantrekkelijkheid, dat in plaats van problemen toestanden en personen worden geschetst, die aan het leven der werkelijkheid zijn ontleend. 't Is de oude geschiedenis van den jongen man, die niet tevreden is met zijn stand, die hooger, beter wil, aie zich waagt aan gevaarlijke speeulatiën met het geld, door handenarbeid door zijn ouders verworven. Natuurlijk baant de p j r SescWedenis zich een weg naar den afgrond — want er zijn, zooals immer, gedienstigen, die hun naaste willen ontlasten van zijn overvloedige penningen, speculanten op de domheid en lichtgeloovigheid, de zwakheden hunner broederen — en op den weg .daarheen — volgens zijn meening den weg tot grootheid en fortuin — kent hij zichzelven niet meer; hij vergeet zifn plichten als man en kind, hij mishandelt haar, die hij beloofd heeft te zijn tot hulp en steun en hij verjaagt zijn ouders van huis en hof. Als hij dan aan den rand des afgronds staat komen zijn ouders en zij, die hem steeds zijn blijven lief hebben,ondanks zijn ondeugden of misschien juist tengevolge van zijn zwakheden zich nog nader tot hem voelen aangetrokken, zij steken hem de reddende hand toe en alles wordt weder zooals het vroeger was alleen hebben een viertal menschenkinderen er hun geluk aan te danken; twee echtverbintenissen zijn het onmiddellijk gevolg of wil men liever: het batig slot, dat —de mensch schijnt van huis uit koppelaar te zijn — de verlovingszuchtige menigte moet voldoen. De figuren zijn zeer sympathiek en gelukkig, frisch geteekend, zonder romantische overgevoeligheid, 't is zoo gemoedelijk, zoo natuurlijk daar in die binnenkamers der boerenwoningen. 't Is eigenlijk een ijdel pogen in enkele regelen de indrukken te willen weergeven, die het gemoed door die vertooningen ontvangt: oog en oor worden gestreeld: schoone tooneelen en typische dansen voor het een, liefelijke, ongekunstelde zang voor het ander, maar het gemoed krijgt het leeuwendeel. Elk tooneeltje, dramatisch of komisch, elke samenspraak bijna, geeft aanleiding tot een ingaande bespreking en ontleding. Zoo b.v. de gesprekken tusschen den ouden »Lehmhofbauer" en » Waberl", zijn vrouwjuweeltjes in spel en toon,fijn gedacht, maar nog fijner gevoeld; de guitige liefdesduetten tusschen sNatzt" en »Wally" en de meer komische tusschen »Stiglschuster" en sSchusternandl"; de gesprekken tusschen den hóogmoedigen jongen boeren zijn ouders en veel andere nog — wij hebben gezegd, dat het gemoed het leeuwendeel krijgt en daar blijven wij bij. Het spel was weer meesterlijk: Neuert en Schönchen het oude echtpaar, natuurlijk en ongekunsteld typeerend, aandoenlijk en hartverheffend (een bouquet, der laatste aangeboden, was welverdiend): Ern s t en Bauerdejonggehuwden, even natuurgetrouw, de eerste veel talent ontwikkelende voor het dramatische, de laatste lieftallig in alles; HofpauerenJenke meer ihet komische genre vertolkend, waarbij de laatste met haar guitig spel kon schitteren (het gesprek in het tweede bedrijf deed beiden uitmunten); Baumler en Grunnert gaven de jonge minnenden ongedwongen weer, beider talent leent zich uitnemend tot dergelijke rollen en Toni Digias heeft weer eens gezongen en dat heeft altijd bijval. Morgenavond wordt nog eenmaal gegeven het heerlijke werk van Anzengruber »Der Pfarrer von Kirchfeld" en dan de beide volgende avonden «Almenrausch und Edelweiss". Nog eens herhalen wij het: gaat er heen en aanschouwt het met eigen oogen. Volle huizen, door zulke stukken met poëzie voor hart en gemoed verkregen, zijn de schoonste protest-mamfestatiën tegen alles wat onschoon en onrein is.
Laatste Berichten.
— De Kamer van Koophandel te 's Gravenhage heeft in haar jongste vergadering het initiatief genomen tot eene uitbreiding van den werkkring der Kamers van Koophandel tot de werkstakingen. Zij besloot namelijk aan deßeg. in overweging te geven, in tijds maatregelen te nemen om door het optreden van commissiën, werkgevers en werklieden bij werkstakingen tot elkaar te brengen, en de Kamers van Koophandel daartoe aan te vullen met een aantal patroons en werklieden, alleen bij deze gelegenheden. Tevens zal worden verzocht om de Kamers van Koophandel in het land over dit denkbeeld te adviseeren, opdat de Regeering op de hoogte zij, wanneer zij de voorstellen der Commissie voor de arbeidsenquëte te dier zake ontvangt. Het denkbeeld van zelfstandige kamers van Arbeid, uitsluitend van werklieden, vond geen steun.