Men herinnert zich ongetwijfeld de hoogst zonderlinge verhalen, welke ongeveer een jaar geleden verspreid werden, naar aanleiding van de ontvoering van een meisje en van een getrouwde vrouw te Amsterdam. Die raadselachtige geschiedenis werd niet opgelost, maar thans is iets dergelijks gebeurd. Gelukkig is men er in geslaagd een paar van de brutale daders dadelijk te arresteeren. Vrijdagavond te 11 uur heeft een politieagent naar 't bureau gebracht een 15- en een 19-jarig meisje, die mededeelden, dat zij zich om ongeveer lO'/j uur bevonden in de Lepelstraat, waar een tentwagentje, bespannen met een paard, stilstond. Zij werden aangesproken door twee onbekende opgeschoten jongens, die haar verzochten mede te rijden. Toen zij weigerden werden zij opgenomen en in het rijtuig gedragen en vervolgens onder het rijden mishandeld. Aan de Doklaan zijn beide meisjes, toen zij door aaaheudend geroep de aandacht van het publiek trokken, uit het rijtuig gelaten, waarna de aanranders zich met het rijtuig uit de voeten maakten. Vijf personen, waaronder 2 militairen, zijn als verdacht van dat feit gearresteerd. Een 29-jarig meisje is bij den hoek van de Pontanus- en Wagenaarstraat hetzelfde gebeurd. Zij wist echter, door uit het rijtuig te springen, te ontkomen. VI. B. v. A.
Rotterdamsch nieuwsblad
- 02-07-1890
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- Rotterdamsch nieuwsblad
- Datum
- 02-07-1890
- Editie
- Dag
- Uitgever
- A.W. Sijthoff
- Plaats van uitgave
- Rotterdam
- PPN
- 832564818
- Verschijningsperiode
- 1878-1991
- Periode gedigitaliseerd
- 1878-1945
- Verspreidingsgebied
- Regionaal/lokaal
- Herkomst
- Gemeentearchief Rotterdam
- Nummer
- 3771
- Jaargang
- 13
- Toegevoegd in Delpher
- 18-11-2014
Het ontvoeren van vrouwen en meisjes te Amsterdam.
LEGERWET.
Het wetsontwerp tot regeling van den krijgsdienst, dat thans in druk verschenen is, bestaat uit 362 artikelen.
Daaraan ontleenen wij het volgende: Ër is een zee- en landmacht, hieronder begrepen een landstorm, die .alleen in geval van oorlog tot dienst kan worden opgeroepen. De zeemacht bestaat uit actieve zeemacht en zeeweer; de landmacht uit leger, landweer en de aanvullingsreserve en — in buitengewone omstandigheden — vrijwilligerskorpsen. De organieke sterkte van het leger op voet van oorlog bedraagt niet meer dan 116,000 man. Zee- en landmacht bestaan uit vrijwillig dienenden en uit dienstplichtigen. Tot vrijwillige vervroegde vervulling van den dienstplicht wordt onder bijzondere voorwaarden gelegenheid gegeven.Het maximum dienstplichtigen bij de actieve zeemacht is 3100. Jaarlijks worden daarbij niet meer dan 600 dienstplichtigen ingelijfd. Bij het leger worden jaarlijks ingelijfd ten hoogste 13,200 dienstplichtigen voor volledige en ten hoogste 2500 dienstplichtigen voor korte oefening. De dienst duurt voor de ingelijfden bij de actieve zeemacht 6 jaar, bij de act. landmacht 8 jaar. Daarna gaat de dienstplichtige naar zee-of landweer over en dient daarbij 5 jaar. Tot langeren diensttijd kan bij de wet worden verplicht. Dienstplichtig is ieder minderjarig mannelijk Nederlander, die binnen het Rijk verblijf houdt of wiens vader, moeder of voogd aldaar woont, ieder meerderjarig mannelijk Nederlander, die binnen het Rijk woont en ieder mannelijk ingezeten niet- Nederlander, die op 1 Januari het 20e levensjaar was ingetreden, behoudens de bij de wet gemaakte uitzonderingen.
Vrijstelling wordt verleend telkens voor een ] aar: le aan hem, die voor zijn 21 jaar kleiner dan 1.57 meter, doch een lengte heeft van 1.55; 2e wegens ziekte of gebreken, waarvan genezing waarschijnlijk wordt geacht; 3e aan hem, die eenige zoon is en geen halven broeder of halve broeders heeft ; 4de den zoon, kostwinner voor zijne ouders of voor vader of moeder als een van dezen is overleden;
sde den kleinzoon, kostwinner voor zijn grootouders ; 6de den ouderloozen kostwinner voor broeders of zusters of broeder ot zuster; 7de den weduwnaar, die een eigen kind of kinderen heeft; Bste den gehuwde, die drie of meer eigen wettige kinderen ten zijnen laste heeft; 9de aan de van rijkswege aan rijkinrichtingen of met rijkssubsidie opgeleiden voor den militairen geneeskundigen of pharmaceutischen dienst, of die tot militairen paardenarts zijn opgeleid; 10e aan studenten in de godgeleerdheid, die binnen het Rijk aan een erkende inrichting van onderwijs tot geestelijke of bedienaar van den godsdienst worden opgeleid ; 11de den R.Kath. ordebroeder,behoorende tot een binnen het rijk gevestigde kloosterinrichting. De vrijstellingen 2—B worden ten hoogste tweemaal verleend.
Vrijstelling wordt verleend voor dentijd van vrede aan:
10. die op zijn 21e jaar of later kleiner is dan 4.57 meter; 20. die wegens ziekten of gebreken, waarvan genezing niet waarschijnlijk wordt geacht, voor den krijgsdienst ongeschikt wordt geoordeeld; 30. den eenigen zoon die een halven broeder heeft, als de beide ouders overleden zijn; 40. hem, die na tweemaal voor een jaar te zijn vrijgesteld, verkeert onder de gevallen bovengenoemd, dus 2, 4, 5 en 6; 50. hij die boven den leeftijd van 18 jaar twee jaar of langer bij de zeemacht, het leger of het krijgsvolk in de koloniën als vrijwilliger heeft gediend. Vrijstelling voor alt ij d wordt verleend: 10. aan hem, die kleiner is dan 1.55 Meter; 20. aan hem, die wegens ziekte of gebreken voor eiken militairen dienst ongeschikt wordt geoordeeld; 30. die studeerde voor militair officier van gezondheid, militair apotheker of militair paardenarts en voor het ophouden der vrijstelling als zoodanig werd benoemd; 40. geestelijken en bedienaars van den godsdienst bij een kerkgenootschap bij K. B. te bepalen; 50. den R. Kath. ordebroeder, die 27 jaar is; 60. die wegens verzuim of vergissing der overheid niet werd ingeschreven en 32 jaar oud is; 70. omtrent wien door den raad voor den dienstplicht bij vergissing geen uitspraak is geschied; 80. hem, die door omstandigheden van zijn wil onafhankelijk, niet voldaan neel't aan de oproeping ter inlijving en 32 jaar oud is; 90. hem, wiens aangifte tot inschrijving is verzuimd en van wien dit na zijn 40ste jaar blijkt; 100. hem, die voorloopig van den dienst uitgesloten, wordt aangewezen na ziin 40ste jaar; 110. hem, die is vrijgesteld op valsche stukken, als dit ontdekt wordt na zijn 40ste jaar, en 120. hem, die niet voldaan heeft aan de oproeping ter inlijving, als dit blijkt na zijn 40ste jaar. Voor altijd of voorloopig zijn van den dienst uitgesloten: veroordeelden tot zware of lichtere straffen. Dienstvervanging is toegelaten door een broeder, mits deze behoore tot de aanvullings-reserve, niet is uitgesloten van den dienst nog geen 30 jaar zij, ongehuwd of kinderloos weduwnaar zij, lichamelijk voor den krijgsdienst geschikt en ten minste 1.57 meter lang is. Bij de actieve zeemacht is de eerste oefening 12 maanden met de mogelijkheid van verlenging. De werkelijke dienst voor eerste verblijfonier de wapenen der tot volledige oefening ingelijfden bij de landmacht is 12 maanden bij de onbereden, 18 maanden bij de bereden korpsen. Zij, die na hunne inlijving blijken aan de bij Kon. Besl. gestelde eischen te voldoen, kunnen met verlof huiswaarts ■worden gezonden voor een gedeelte van den tijd, tot hun eerste verblijf onder de wapenen bestemd. Voor korte oefening worden de afgeleverde manschappen 3 maanden in werkelijken dienst gehouden. Ingelijfden bij het leger kunnen ook worden bestemd tot dienstverrichtingen van anderen aard dan die met de wapenen, als het in 't belang van den dienst is. In sommige gevallen kan door den Koning aan aangewezenen tot dei; diepst ontheffing van werkelijken dienst worden verleend, hetzij voor den geheelen duur van den diensttijd, hetzij voor een gedeelte daarvan. Daarmede wordt vooral rekening gehouden met de belangen van kunsten en wetenschappen. Tot de aanvullingsreserve behooren zij, die daartoe door den raad zijn aangewezen bij vrijstelling voor den tijd van •vrede, die in de koloniën zijn geplaatst of herplaatst; zij, wier dienst vervangen wordt door een broeder; zij die aangewezen zijn en ingeschreven in of na het jaar, waarin zij 28 jaar waren; zij, die voor den geheelen duur van hun diensttijd ontheven zijn, en zij die óf wegens verzuim öf door vergissing niet werden ingeschreven en op hun 28ste jaar nog niet waren ingelijfd. De vermeerdering der jaarlijksche kosten ten gevolge der nieuwe regeling wordt geraamd op f 1.550,500. Daartegenover staat, dat thans de kosten der schutterijen vervallen of f 228,000, zoodat f 1.322.500 meer zal worden vereischt.
De Maskerade-feesten te Nijmegen. De Toebereidselen.
Hoe levendig ging 't er Maandag in de Waalstad toe en al kan er over de versieringen wat haar quantiteit betreft, niet geroemd worden, tal van straten als: Nonnenstraat, de Bottelstraat en de Vleeschhouwersstraat geven doorslaande bewijzen van de goede gezindheid der bewoners en in de hoofdstraten zijn 't tal van winkels en particuliere woningen, die door hun tooi met groen en bloemen uitmunten.
't Is er Maandag in Nijmegen levendig toegegaan, moeielijk zou 't te zeggen zijn, hoeveel rappe handen langs Nijmegens straten in verband met de feestelijkheden bezig waren —■ jammer dat het weder na den middag plotseling zulk een ongunstige wending nam, waardoor het concert tot opening der feestelijkheden in de Societeit »De Vereeniging" een echt warm concert werd. En toch was men opgewekt, en toch verloor men de hoop niet, mogen zij beloond worden. Het dundoek wapperde reeds allerwegen en de oproeping van Nijmegens ingezetenen om de gevels der woningen met vlaggen, groen, bloemen en schilden te versieren, uitgaande van de feestcommissie, is niet gansch en al zonder effect gebleven. De commissie zelve heeft het schoone keizer Karelsplein toepasselijk met vlaggen doen versieren, 't welk een uitnemenden indruk maakt.
De groote dag.
De duizenden en duizenden van heinde en verre hebben zich door 't ongunstige weer van gisteravond niet laten weerhouden om in de Waalstad de Koningin en het geliefde Vorstenkind te komen aanschouwen en tevens getuigen te zijn van den intocht van Karei V binnen Nijmegen. Treurig genoeg doet 't weer zich niet gunstiger aanzien op den dag der dagen. Stampend en sissend trok de locomotief de wagens achter zich voort, tal van belangstellenden uit alle windstreken aanvoerend, die willen medejuichen en jubelen op dezen dag. Verbazend is de drukte en beweging van de volksmassa, die aankomt en die vrienden en kennissen afwacht, 't Is een schare van menschen, waarvan het einde niet is te zien. 't Is een chaos van verwarring en elk reiziger krijgt zijn deel. Wat al monden moeten er op dezen dag gespijzigd en wat al peluws gespreid worden voor voornoemde feestelingen! Straten, gassen en singels zijn reeds sinds den vroegen morgen met een dichte menschenmassa als bedekt. 't Stroomt letterlijk Nijmegen binnen en aan den geestdrift, zoo voor deV oistinne van heden als voor hem, die den vorst van vóór 350 jaar voorstelt, behoeft men niet te twijfelen. Half twaalf is geslagen en 't ziet rond het station zwart van menschen. Om half een kwam de extra-trein uit Leiden binnen met de 150 deelnemers aan den optocht. Doch dit is nog maar een begin, Kwartier op kwartier verloopt en 't wordt één uur. Daar stoomt de trein het station binnen, de trein ciie de geliefile Vorstin en haar veelbeminde dochter bevat of' liever: voor men haar hoort binnenrijden, ontstond daar buiten een gejuich en gejubel, doch op het perron is 't stil. 't Is een zekere spanning die de groote vreugd voorafgaat. Koningin en Prinses stappen uit den waggon en haar gevolg met drie dames (één dame de palais en de gouvernante der prinses telden ■wij er onder) benevens drie heeren, vergezellen de Vorstelijke personen, die door de wachtkamer eerste klasse, toepasselijk en smaakvol met vlaggen en groen versierd, zich naar het drietal hofrijtuigen begeven, die met de paarden reeds gistermiddag ruim één uur zijn aangekomen en wel onder geleide van graaf Dumonceau.J Het enthousiasme van het publiek kent geen grenzen, 't is één juichkreet van het station tot het stadhuis, en vandaar tot het Valkhof.
De Koninklijke trein stoomde te 1 uur Nijmegen binnen. Onmiddellijk hief toen de muziek het Volkslied aan, terwijl H. M. de Koningin en H. K. H. de Kroonprinses van het balkon van het hofrijtuig minzaam groetten. H. M. de Koningin was in wandelcostuum gekleed, de Prinses geheel in het wit.ln de wachtkamer werden beideVorstelijkePersonen toegesproken en hartelijk welkom geheeten, waarna de verschillende personen uit de omgeving van den Burgemeester aan Hare Majesteit werden voorgesteld. Hare Majesteit dankte hiervoor op minzame wijze en zeide, dat het Haar wensch was Nijmegen te bezoeken, waaraan Zij goede herineringen heeft; ook was het de wensch van de Prinses om Nijmegen te leeren kennen. Aan de beide vorstelijke personen werden fraaie bouquetten vereerd, die door de Feestcommissie uit Den Haag waren ontboden. De bouquet aan de Koningin werd overhandigd door de jongejuffrouw Simon; die aan de Prinses door de jongejuffrouw Riveaux, namens een zestal in het witïjmet Oranjesjerpen gekleede meisjes. Terwijl deze plechtigheid in de receptiezaal plaats had, begon het te regenen, toch reed de stoet van daar naar de woning van den Burgemeester. De toeschouwers waren thans niet meer te houden. Daverend gejuich ging op, waarop de vorstelijke personen links en rechts de menigte toeknikten. Een eerewacht volgde het rijtuig waarin de Vorstelijke personen gezeten waren. Ongeveer half twee was het Stadhuis genaderd, terwijl intusschen het weder zich had verbeterd en de zon van onder de wolken te voorschijn kwam. Aan het spreken der Koningin was een Duitsoh accent zeer goed merkbaar. Het gelaat der Prinses straalde van geluk. Het enthousiasme is in heel de stad bijzonder groot. De cour van Karei Vis geopend,de keurig met schilden en ridderbeelden versierde ruimte biedt een schoonen aanblik. Halfmaansgewijze was 's vorsten gevolg rond hem gezeten — een schitterend geheel. Degioote tribune vóór het huis van jhr. H. Van Rijckevorstel heeft enorme afmetingen, de loge der Koningin is rechts van de kapel. Om zes uur zijn H. M. en H. K. H. de Prinses terug op 't Loo en om kwart vóór zeven vertrekken de paarden en de rijtuigen. De cour van Karei V belooft schitterend te zijn, de troon in de groote zaal van de vereeniging verdient allen lof, hij is zeer schoon. Groote zorg, groot beleid en groote inspanning zijn door de regelings-commissie aan den dag gelegd en zij heeft met die voortreffelijke verdiensten eer ingelegd: Nijmegen zal 1 Juli 1890 niet licht vergeten! In den stoet werden door ons opgemerkt vijf jongelui uit Dordrecht, die in Leiden in de rechtswetenschappen studeeren. In de eerste afdeeling onder n°. 32 Bei'nt Van Weideren, rechter in de stad en het schependom van Nijmegen, voorgesteld door den heer A. Van der Eist. In de tweede afdeeling onder u°. 122 Christoffel, Graaf van Meurs en Sarwerden, Raad ordinaris in den Her. van Gelre, voorgesteld door den heer A. Van Gijn. No. 123. Mr. Johan Stratius, burgemeester van Arnhem, voorgesteld door den heer P. W. De Koning. No. 124. Johan van Wittenhorst tot de Horst, landdrost van Kessel en Montfoort, voorgesteld door den heer J. D. Verbroek van Nieuw-Beierland, en in de vierde afdeeling onder u°. 207, Ridder Arent Van Groenevelt, baljuw van St. Amand, hofmeester van den Bisschop van Utrecht, voorgesteld door den heer N. A. De Joncheere.
Buitenland.
Het vertrek van prins Ferdinand uit Bulgarije even voor dat majoor Panitza werd gefusilleerd, is het ontwerp van de politieke beschouwingen. Beweerd wordt, dat prins Ferdinand tot de executie eerst verlof gaf, nadat de Oostenrijksche premier, graaf Kalnoky, hem had aangeraden geen gebruik te maken van zijn recht van gratie, hem voorspiegelend, dat een krachtig optreden zijne officieele erkenning zou bespoedigen. Hoewei prins Ferdinand zeker met den Oostenrijkschen agent te Sofia deze aangelegenheid besproken heeft, is het toch twijfelachtig, dat de Bulgaarsche regeering niet zelfstandig zou gewerkt hebben, omdat Stambouloff reeds meermalen bewees, den czaar te durven tarten. De keizer aller Russen is zeer verbolgen geweest, toen het bericht van de terechtstelling van Panitza hem bereikte, hij liet dadelijk Yon Giers ontbieden, die hem echter slechts kon mededeelen, dat zijne tusschenkomst vruchteloos zou wezen. Prins Ferdinand zit nu rustig in de badplaats der diplomaten, Carlsbad, en natuurlijk duiken de berichten weder op van een voorgenomen huwelijk. De Zondagsviering ten hove houdt de Engelsche gemoederen bezig, want heeft onlangs eea der prinsen van den bloede de Niagara watervallen op een Zondag bezocht, nu heeft zelfs de koningin bevolen, dat iederen Zondagmiddag op het terras van het kasteel Windsor van vier tot zes uur door de muziek der Coldstream Guards een concert gegeven zal worden. Deze opvatting der Zondagsviering past volstrekt ni?t in de strenge begrippen derAnglikaanschekerk,die feitelijk iederebezigheid,behalve kerkbezoek.als ongepast beschouwt. Gladstorie heeft zich daaraan steeds streng gehouden en zal nooit Zondags reizen, welk principe hem moeielijk viel te handhaven, wanneer hij als eerste minister door de koningin genoodigd werd Zaterdag te komen eten en dan te blijven logeeren op Windsor. Hij had er op gevonden, dat hij Zondag voormiddag officieel afscheid nam van zijne hooge gastvrouw en het kasteel omreed en bij den deken Wellesley zijn intrek nam. Crispi, die bepaald succes heeft met zijne buitenlandsche politiek, heeft moeielijke oogenblikken te doorstaan met de inwendige fmanciëele aangelegenheden, waarmede zoowel de groote ondernemingen in Italië, als ook de steden aldaar, te kampen hebben en welke zaken het algemeene krediet van het rijk benadeelen. De financiën der stad Rome zijn nu zoo deerlijk in disordre, dat geen ander middel was daarin eene regeling te krijgen, dan de fondsen aan te spreken, die de stad voor liefdadige doeleinden en andere bijzondere uitkeeringen onder haar beheer heeft. De belastingen zijn nu reeds zoo hoog opgedreven, dat eeneverhooging de ontvolking der stad na zich zou slopen. De gemeenteraad der stad, die eischt, dat de staat het tekort dekke zonder meer is nu vervangen,nadat de koning het ontslag aannam, door den afgevaardigde Tinocchiaro als commissaris, een Siciliaan, die in den choleratijd zich zeer heeft onder scheiden. Bij deze financiëele rampen komt nu nog dat de Etsch in Noord-Italië door overstrooniingen groote verwoestingen aanricht. In de Fransche bladen komt een telegram voo^
dat prins Bismarck de candidatuur voor den Rijksdag te Kaiserlautern heeft aangenomen,en een briet met programma tot de kiezers zou richten. Dit bericht eischt van Duitsche zijde bevestiging.
Binnenland. 1 Juil.
— Het saldo van 's Rijks schatkist bedroeg op ? 28 Juni f 26.202.252.73. ' —De Minister van Financiën verleent Donder| dag a. s. geen audiëntie.
— Drietal bij deChr.Ger. Kerk. TeDe Lier (bij Delft): W. De Jonge,teZalkc.a.J.P.Tazelaar, te Weesp en D. Tibben te Wezep. Beroepen bij de Ned. Herv. Kerk. Te Grootegast T. Hingst te Boornbergum. — Te Akkerswoude C. F. M.DeelemanteTricht. SST-s®! Beroepen bij de Ned. Ger. Kerk (doleerende). Te Hilversum L. Adriaanse te Zeist. Bedankt voor het beroep bij de Ned. Herv. Kerk. Voor Hoogeveen door J. Bolkestein te Ter Aar.— Voor Tuil door L. H. F. Creutzberg te Beekbergen. — Yoor Workura door R. Jaarsma te Balk. Bedankt voor het beroep bij de Ned. Ger. Kerk. (doleerende). Yoor Giesen-Nieuwerkerk door J. J. A. Ploos Van Amstel te Reitsum.
Poging tot moord.
Voor de rechtbank te Arnhem stond Vrijdag terecht H. 11., schoenmaker te Zevenaar, ter zake van poging tot moord. Volgens verklaring van de vrouw van beklaagde, voor,, zoover zij het zich kon herinneren, door den man bevestigd, heeft het feit zich aldus toegedragen: Pinkster-Maandag kwam beklaagde des avonds ruim 11 uur beschonken thuis en begaf zich met zijn vrouw te bed. Beklaagde had toen, zonder dat de vrouw dit bemerkte, een aardappelmes mede in bed genomen. Nadat ze ongeveer drie uren te bed hadden gelegen, voelde de vrouw plotseling, dat de man een hand op haar voorhoofd en oogen hield en zoodoende haar hootd achterover duwde. Te gelijkertijd sneed hij haar met een mes in de keel. Ze wrong zich los en vluchtte bloedend bij de buren. Beklaagde had haar meermalen gedreigd, dat hij haar den hals zou afsnijden, doch zij had dit nooit ernstig opgenomen. De vrouw van beklaagde en twee andere getuigen meenden, dat hij niet altijd wel bij 't hoofd was. De wond door beklaagde zijn vrouw toegebracht, bleek niet diep te zijn en was spoedig genezen. Het O.M. achtte de ten laste gelegde poging tot moord bewezen en het bewijs gelegen in de bekentenis van beklaagde en de omstandigheden buiten die bekentenis om bewezen, o.a. het naar bed gaan met het mes. Ook achtte Z. E. A. het niet twijfelachtig, dat beklaagde had gehad den wil om te dooden, hetgeen kon blijken uit de plaats waar de wond was toegebracht. De gedachte aan ontoerekenbaarheid van beklaagde, door de verklaringen van getuigen gerezen, verwierp het O. M., daar hij zich van zijn vrouw wilde ontdoen en daaraan thans gevolg had gegeven. Gisteren veroordeelde de rechtbank beklaagde tot een gevangenisstraf van 4 jaren. — De »Prins Frederik"! Een belangwekkende bijzonderheid omtrent de redding van de passagiers en bemanning op de »Prins Frederik" is deze, dat de davids voorzien waren van Duinker's toestel tot het neerlaten van de sloepen. Al de geredden hebben daaraan het behoud van hun leven te danken, want algemeen wordt erkend, dat het te water laten van de sloepen op de gewone wijze onmogelijk in den korten tijd van 7 minuten (een brief van een geredde spreekt van slechts 5 minuten) had kunnen geschieden. Men herinnert zich misschien, dat de uitvinder een landgenoot en scheepsgezagvoerder is. De geredden hebben twee en een half uur op zee rondgezwalkt, voordat zij de «Marpessa" vonden, waardoor zij opgenomen werden. — De inenting ter bestrijding van besmettelijke vlekziekte te Holwerd (Friesland) onder de varkens is geëindigd. Indien deze dieren binnen den termijn (loopende van het oogenblik der eerste inenting tot en met den tienden dag na de tweede inenting) aan vlekziekte stierven, werd den eigenaren, mits zij aan eenige gestelde bepalingen hadden voldaan, de volle waarde der dieren vergoed. Er is echter nog geen doodelijke afloop geconstateerd. Ofschoon de inenting van Rijkswege en dus kosteloos geschiedde, hebben er betrekkelijk weinig houders in de contröle-proef toegestemd. — Het plukken van boschbessen is op de Veluwe thans in vollen gang. De scholen zijn bijna geheel ontvolkt, daar meestal kinderen voor dit werk gebezigd worden. De prijzen zijn thans bijzonder hoog; men besteedt 16 cent per kilo. Dagelijks worden talrijke vaatjes boschbessen naar Engeland verzonden. — Dat het voor ieder, die met lood omgaat, zeer noodig is, wil hij zich steeds in een goede gezondheid verheugen, om telkens vóór hij gaat eten of drinken, goed de handen te wasschen, zal wel niemand ontkennen. Voor zetters en drukkers is dit wel in de eerste plaats noodig. De redactie van Gezin en Werkplaats, een vakblad, heeft daarover een geneesheer geraadpleegd, die als zeer doelmatig het gebruik van verdund zwavelzuur aanprees. Men werpe een kleine hoeveelheid daarvan in een emmer water, doch zij bij het wasschen der handen er attent op, dat geen spatten op de kleederen komen, want deze bijten stuk. Na het wasschen der handen met verdund zwavelzuur spoele men ze goed at met schoon water. — 500 tegen 8000! In de Tweede Kamerzitting van 19 Juni, bij gelegenheid van de interpellatie van den heer Rooseboom, wees de Minister van Oorlog o.a. ook op de verdediging van het kleine Willemstad in 1793. Naar aanleiding daarvan wordt aan het U t r. D a g b 1. het volgende medegedeeld: «Karei baron Van Boetselaar was verdediger van Willemstad in 1793. Nadat bij den aanval der Franschen in 1793 op ons vaderland de meeste vestingen in 's vijands handen overgingen, gaf de dappere baron Van Boetselaar, als bevelhebber van Willemstad, een bewijs van den ouden heldenmoed onzer vaderen. Toen een trompetter de vesting kwam opeischen en namens den generaal Dumouriez vroeg, of hij de stad wilde overgeven, antwoordde Van B. eenvoudig »neen". Den volgenden dag (28 Februari) kwam een officier andermaal de stad ter overgave opeischen, schilderde de ongelukken, die uit een halstarrige weigering zouden voortvloeien, en wees op het ongelukkige lot, dat Klundert getroffen had. »De dappere bevelhebber wilde van geen overgaaf hooren. Hoewel slechts 500 man onder zijn bevelen hebbende, verdedigde hij zich tegen een leger van 8000 man, die de stad onophoudelijk uit verschillende batterijen hevig beschoten. Door een stouten uitval op den vijand, onder de bevelen van de luitenants Rost, Colthoten Muller met 55 man, verjaagde men den vijand van een buitenwerk en stelde de Hollanders in de gelegenheid drie kanonnen te vernagelen en eenige gevangenen in triomf binnen de vesting te brengen. De Franschen, geen kans ziende de stad te bemachtigen, moesten eindelijk 17 Maart aftrekken, en Van Boetselaar had met zijn dapperen aan het vaderland een bewijs gegeven, dat de Hollanders in dapperheid niet voor de Franschen behoefden onder te doen, maar behoorlijk aangevoerd, voor geen andere natie in militaire deugden te kort schieten." — Te Meeden is in 75-jarigen ouderdom overleden de oud-strijder Jan Huizing. In 's lands dienst blind geworden, genoot hij ruim 50 jaren een pensioen van f 136. — Door den aannemer Van Veen was tegen de gemeente Vries (in Drente) een vordering ingesteld, tengevolge waarvan verschillende eigendommen der gemeente gisteren (Maandag) bij zitting der Rechtbank te Assen zouden worden verkocht. Bijtijds heeft de gemeente echter nog gezorgd, dat aan den heer Van Veen zijn vordering is uitbetaald, zoodat de verkoop niet doorging. — Het fraaie buitengoed, genaamd »Oud-Berkenrode", (onder Heemstede aan den hoek van de Zandvoortsche laan), is door den heer H. A. Crommelin verkocht aan den heer J. H. Kersten, bloemkweeker te Haarlem, voor een bedrag van f 90.000. — De nieuwe aardappelen staan in Zeeland over het algemeen zeer gunstig, de vroege soorten zijn lekker van smaak, en kosten slechts 20 cents de vijfkop. Als de grond blijft, zooals hij nu is, en er komt wat meer warmte, dan kan men van de late aardappelen een goeden oogstverwachten. — 'tKwam toch uit! Ongeveer vier jaar geleden kwamen in de diepe spoorgracht achter het station te Hoogezand twee personen op raadselachtige wijze om het leven. De justitie bemoeide zich met de zaak, maar kon de ware daders niet aanwijzen. Thans schijnt er licht in deze duistere zaak te zijn gekomen. Twee arbeiders, van R. en B. genaamd, welke te Arnhem aan het werk waren, hebben elkaar in een woordentwist verweten, aan de misdaad medeplichtig te zijn. Meer bijzonders is hieromtrent niet bekend, maar zeker is het, dat genoemde personen reeds gearresteerd zijn. Zij waren reeds vroeger wegens de misdaad in verhoor geweest. — Een werkman van den heer S., aan den Koepooitsweg te Hoorn, had, toen hij met nog een ander het gras van een stuk land maaide, het ongeluk op een der zeisen te vallen, ten gevolge waarvan hem het dijbeen gedeeltelijk werd afgesneden. — Nona. Te Loppersum is een meisje overleden, dat negen dagen onafgebroken heeft geslapen zonder te ontwaken. Het meisje was ruim 27 jaar oud en leed vroeger aan vallende ziekte. — Werk genoeg! Door het vertrek van vele werkkrachten van het eiland Tessel naar Amerika, komt men er thans, nu de hooibouw in vollen gang is, bijna handen te kort. Mannen, vrouwen, jongedochters en kinderen, jeugdigen en ouden, alles werkt thans in het hooiland. Zelfs visschers, die langs de kust niet zooveel kunnen besommen als op het land, werken ijverig mede. Er wordt aan goede hooiers ruim f 2 en aan maaiers f 3 per dag betaald. Ook valt de opbrengst van het hooigewas zeer mede en t overtreft die van de meeste jaren. — Konijnenmarkt wordt tegenwoordig gehouden te Drouwenermond. Jonge koopers en verkoopers komen van alle kanten opzetten. Men kocht er jonge konijntjes voor een halven stuiver! — Voet en hand verlamd I Sedert eenigen tijd wordt uit Groningen vermist Andries Wetsinga, oud 46 jaren, koopman, kenbaar aan een verlamden rechtervoet en een dito hand. Hij heeft een vrouw en vier nog jeugdige kinderen onverzorgd achter gelaten. — Met nieuwe woede zijn de dennerupsen op I de Veluwsche bossehen aangevallen. Sommigen beweren, dat de plaag dit jaar nog grooter is dan het vorige, ofschoon toen reeds uitgestrekte bossehen geheel verwoest zijn geworden. — Van heden af worden geen kanaalrechten meer geheven op het Noordzeekanaal. — Te Renkum is in de rivier opgevischt een ongekleed lijk, vermoedelijk dat van den knaap, die Vrijdagavond te Arnhem met zwemmen is verdronken. — Een wolkbreuk! Tijdens de regens van een der jongste dagen, bevond zich op de Noordzee een open visschersvaartuig, dat door een bui beloopen werd. Over een breedte van ongeveer vijf minuten gaans, stortte het water, volgens getuigenis der visschers, als bij een wolkbreuk naar omlaag. Ook de schuit bevond zich in die wolkbreuk en stond in een paar minuten zoo vol water, dat de bemanning zoo hard zij kon moest pompen en scheppen om het zinken der schuit te voorkomen. Gelukkig hield de stortbui hoogstens drie a vier minuten aan, anders had men 't water niet kunnen uitpompen. — De quaestie of de'stoomtram, die Hoorn met Helder zal verbinden, over Alkmaar of over Schagen zal worden aangelegd, is nog niet door Ged. Staten uitgemaakt. Algemeen is men overtuigd, dat de lijn Hosrn—Schagen voor het betrokken gedeelte van Noord-Holland van het hoogste belang zal zijn. Wel geeft de verbinding Hoorn— Alkmaar— Helder een tijdsbesparing van 8 minuten op die van Hoorn—Schagen—Helder, maar daartegenover staat, dat het tarief voor reizigers en goederen op laatstgenoemde lijn ongeveer 25 pet. goedkooper zal zijn. Het totaal bedrag der subsidiën, voor dit doel door belanghebbende gemeenten verstrekt, is thans gestegen tot f 129.500. — Te Werkhoven doet zich de influenza opnieuw voor. — Met voordeel gewerkt! Het gezonken Engelsche stoomschip »Newnham" met een lading katoen in de Tesselsche buitengronden liggende, brak kort na | de schipbreuk doormidden. Twee verschillenden ploegen volk werd bij loting de berging opgedragen. Op het voorschip zijn drie schuiten van Tessel met den Amsterdamschen duiker Vrouwes bezig. Aan dezen duiker is het gelukt, om sedert den aanvang der werkzaamheden, in April 11., 1042 balen katoen op te halen. Het bergloon bedraagt 118 per baal, waarvan de bergers per hoofd en per baal 30 ct. genieten. Alleen Donderdag en Vrijdag verdienden zij ieder ruim f 33. — Een strafgevangenis levert voor een gemeente toch buitenkansjes op; wordt een gevangene aangetast door een langdurige ziekte, dan kan zoo iemand niet in de gevangenis worden verpleegd, en zoo hij langer straftijd heeft dan 3 maanden, wordt hij op het bevolkingsregister ingeschreven en heeft daardoor recht in bovengenoemd geval, op kosten der gemeente in het stedelijk ziekenhuis te worden verpleegd. Dusdanig geval doet zich te Breda voor. De belasting-betalende gemeente heeft het genoegen een misdadiger uit een andere plaats te mogen onderhouden, want het rijk betaalt er niets voor. — Zondagavond omstreeks lO'/j uur heeft in een danshuis in de Lange Boogaardstraat te Haarlem een vechtpartij plaats gehad tusschen twee huzaren en een infanterist, waarbij de huzaren gebruik gemaakt hebben van hunne sabels en de infanterist daarmede hebben geslagen en gestoken. Deze is ernstig verwond in den onderbuik, zoodat hij niet buiten levensgevaar verkeert. De huzaren zijn in hechtenis genomen.
— Meer rust op den Zondag! Tot nog toe genoten de stations- en halte chefs der Staatsspoorwegen, geplaatst op stations waar geen plaatsvervangers aanwezig zijn, slechts zelden een vrijen Zondag. Dat hierdoor de positie dier ambtenaren werkelijk zeer bezwaard wordt en hunne verantwoordelijkheid in voortdurende spanning blijft, zoodat de overigens niet moeielijke betrekking als chef van een station of halte, op den duur een zware post moet worden, is thans te recht door de directie der Exploitatie-Maatschappij ingezien. Dientengevolge is bepaald, dat het aantal vrije Zondagen van genoemd personeel per jaar wordt vastgesteld op 12, buiten en behalve het gewone jaarlijksche verlof met behoud van bezoldiging, en op die dagen dan de stationsdienst zal worden waargenomen door reserve ambtenaren, voor rekening van de maatschappij. Dat deze maatregel, welke kan strekken om net lot van het personeel in werkelijkheid te verbeteren, prijzenswaardig is, behoeft geen betoog.
— Een telegrafisch bericht aan commissarissen der jagerijovereenkomst meldt, dat de tweede jager van Lerwick is afgevaren met slechts 900 ton haring aan boord. Er waren geen schepen meer aan de baai, en de jager kon dus onmogelijk meer innemen of het bepaalde aantal tonnen (1500) bereiken. Woensdag kan de jager te Maassluis, zijn, zeker met een partij delicieuse haring, daar de haring zeer versch is overgegeven. — Wat in Juli de landman te doen heeft! Op den akker valt er in de eerste helft der maand koolzaad te snijden; wintergerst iets later; vlas plukken en rogge snijden in de tweede helft der maand. Om het koolzaad vóór den 15den Augustus te kunnen zaaien, dient thans de akker bereid te worden; zoo de boonen op rijen daarvoor bestemd zijn, dit omstreeks half Juli te zaaien. Spurrie en herfstknollen behoort men zonder uitstel in] de omgeploegde roggestoppels te zaaien, of daarop koolrapen te planten, en boerekool na vroege aardappelen en erwten te planten. Voor de schrale St. Jacobsweiden en de achterblijvers valt er, in het begin der maand, gewoonlijk nog te hooien, Plant in den moestuin andijvie en leg prinsesseboontjes (voor de 3de maal) op de erwtenbedden, de laatste aan de rijzen der erwten. Plant knolselderij, koolsoorten (2e maal) vooral boerekool (2e maal) en kroppen (5e maal). Zaai kropsla ter verplanting (6e maal), knollen (6e maal), korte Hoornsche wortels (6e maal) en veldsla, en neem, in het begin van de maand, de sjalotten op. De houtteler dient thans zijn ingeboet plantsoen in de bossehen na te gaan en de takken van de omringende stoven, welke daarover heen groeien, weg te snijden. Het minder sterven van dat plantsoen zal hem de moeite beloonen.
— Aan de Vischmarkt te Rotterdam waren heden aangevoerd 5 manden groote en kleine tarbot, 4 manden spiering, kleine tongen, bot, 1 mand bot en 1 kist kreeften.
1 Groote tarbot gold f 5.80 tot f 2.70, kleine tarbot 2 ben f 4.80 tot f 4.50 de 4 ben, zeer kleine f 5.50 tot f 3, spiering 4 ben f 2.80 tot f 2.60 en de 5 ben f 3.60 tot f 3, kleine tongen 4 ben f 4.40, bot 4 ben groote f 3.20, kleine bot 4 ben f 3.80, groote levende kreeften 1 ben 5 stuks f 7.20, iets kleiner 1 ben f 4.50 tot f 2.90, doode kreeften 1 ben 7 stuks f 1.90.
Aan den afslag waren 4 kleine partijen versche visch.
Door den marktmeester weraen afgekeurd 3 kreeften, afkomstig uit Frankrijk. In de Markt aan de banken werd aangevoerd een kleine partij gedroogde scharren en kleine schol, welkt» verkocht werden van 80 tot 8 cent per bos.
■— Patiënt tot zijn dokter: »Ik zie uw rekening is fl2. Hoeveel rekent u dan per visite ?" Dokter: »Een daalder." Patiënt: Maar u is maar zeskeer bij me geweest. Dokter: Achtmaal, goede vriend: zesmaal voor de behandeling en tweemaal om 't geld." De patiënt betaalde.
— Ongehuwd heer: »De jonge meisjes zijn tegenwoordig toch zeer veeleischend." Moeder: »Mijn dochter is zoo bescheiden, mijnheer; zij neemt een ieder."