Rotterdam 13 Nov. ie getij 3.51 '2e getij 4,15 'smiddags 12 uur. 11 Nov. 12 Nov. Barometer bij 0° Celsius 754.6 idM. 760.7 rnM. Thermom. in de sehad. I°C,34°F. 6.3°0.43°F. Minim. temp. 's nachts -0.5°C.31"F. 1.8°C.35°F. Maxim. temp. vor. dag 9.5° C.49 F. 3.5°C.38°F. Windrichting en kracht Z.Z.O. 1 W.Z.W. 2 Bewolking der lueht Mist Bewolkt
Rotterdamsch nieuwsblad
- 13-11-1890
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- Rotterdamsch nieuwsblad
- Datum
- 13-11-1890
- Editie
- Dag
- Uitgever
- A.W. Sijthoff
- Plaats van uitgave
- Rotterdam
- PPN
- 832564818
- Verschijningsperiode
- 1878-1991
- Periode gedigitaliseerd
- 1878-1945
- Verspreidingsgebied
- Regionaal/lokaal
- Herkomst
- Gemeentearchief Rotterdam
- Nummer
- 3886
- Jaargang
- 13
- Toegevoegd in Delpher
- 18-11-2014
Waterstand en Weerbericht.
Buslichtingen aan het Postkantoor. Donderdag 13 November.
Parijs . . 5.10 'sm., 8.50 'sm., 1.50 'sn.m., 6.50 'sav. Berlijn . 5.40 'sm., 9.30 'sm., 10.— 'sm., 2.27 'sav. 4.30' sav., 6.55 'sav., 9.20 'sav. Londen . 5.10'5m., 8.50'5m., I.lo'sav.,6.so.'sav. Madeira . 8.55 'sm. Kaapland, Natal, 0.-Vrijstaat, Transvaal 8.55 'sm. Delagoabaai 8.55 'sm. Wëst-Afrika . 7.— 'sav. Noorwegen 11.— 'sav.
De reeks winter-bijeenkomsten,
De reeks winter-bijeenkomsten, uitgaande van de Vereeniging van Handelsbedienden sMereurius", is gisteravond geopend meteen lezing van den heer mr. Jos. Van Raalte, wiens onderwerp was: »Het strafrecht ook van beteekenis voor den handel".
In den aanvang van zijn betoog wees spr. er op, hoe den len September van het jaar 1886 in de stad Deventer welverdiende hulde werd gebracht aan de drie mannen, die aan de nieuwe Nederlamische strafwetgeving den eersten stoot hebben gegeven. De wet was reeds in 1881 afgekondigd om op genoemden len September in werking te treden. Als een bijzonderheid releveerde spr. het feit, dat zulk een groote onverschilligheid werd getoond tegenover de nieuwe strafwet, niet alleen van de zijde der leeken, maar ook door de meerderheid der juris en. Onze vroegere strafwetgeving was niets anders dan een vertaling van de jCode pénal" der Fransehen, terwijl wij in de nieuwe wet er eene kregen, die een studie leverde van het Nederlandsche strafrecht en in zuiver Nederlandech gesteld, dank zij der medewerking van professor De Vries. Uitgaande van het beginsel, dat niet de straf den mensch onteert, maar de misdaad zelve, zijn bij de nieuwe wet de onteerende straffen afgeschaft. Spr. wees op de noodzakelijkheid van een strafwet, die voor alle tijden geldt, wijl de begrippen omtrent hetgeen goed en zedelijk is wisselen. Spr. gaf als zijn meening te kennen, dat al wie wetten geeft ol verordeningen maakt, het strafrecht moet kennen. Zoo wordt bij overtreding van gemeentelijke verordeningen nu niet meer gedreigd met hechtenis en boete, o'oeh met hechtenis of boete. Ook op het verband tussehen de wetenschappelijke en sociale vraagstukken en het strafrecht wees spreker.
Verbetering van den misdadiger is het doel van de straf; gelet moet worden op den aard, den duur en de executie der straf; verlies van rechten gaat niet direct met de straf samen, daartoe kan alleen in een speciaal geval besloten worden. De straf bestaat volgens de nieuwe wet uit hechtenis (gemeenschappelijke opsluiting) en gevangenisstraf (celstraf, waarvan hoogstens 5 jaren in de cel mogen worden doorgebracht). Of deze laatste tijd te lang is voor den Nederlandschen misdadiger, zal uit de praktijk moeten blijken. Spr. behandeide nog de voorwaardelijke straf en haar vervanging door geldboete; de afschaffing der pistole en wijdde een kort woord aan de quaestie of de meer ontwikkelde eer in verzoeking komt misdrijf te plegen i dan de minder ontwikkelde; of de verleiding voor den eerste grooter is dan voor den laatste. Het misdrijf, gepleegd in dronkenschap in den zin van algeheele bewusteloosheid, achtte spr. niet strafbaar en hij releveerde wat dienaangaande minister Modderman had gezegd. Het strafrecht betreedt hier het terrein der psychiatrie, der suggestie en der hypnose. Aan het slot van zijn redevoering behandelde spr. enkele quaesties, waaruit bleek het belang dat het strafrecht heeft bij de kennis van den handel en omgekeerd. Vraagstukken omtrent de publicatie van een valsche balans, de nabootsing van handelsmerken en het zoogenaamde sluipaccoord werden in 't kort behandeld en met voorbeelden toegelicht.
Spr. vond een vrij talrijk en aandachtig gehoor dat hem aan 't slot van zijn voordracht dank bracht voor het gebodene.
Van de officieren, aan boord vanZr. Ms. stoomschip „Koningin Emma der Nederlanden", dat eenige dagen te Lissabon heeft vertoefd, en van daar Zondag naar Saint-Vincent is vertrokken, is o. m. aan onzen vroegeren stadgenoot, den Je luitenant der mariniers J. A. "Van Toorenburg, de onderscheiding te beurt gevallen door den koning van Portugal benoemd te worden tot ridder van de orde van Jezus Christus.
De kortste verbinding van station Delftschepoort met station Maas (Rijnspoorstation) zou zijn met een viaduct door de stad. Daartoe zou in de stad gebroken moeten worden, iets wat tot ontzettende kosten aanleiding zou geven, want er zou menig huis onteigend dienen te worden, terwijl daarbij de viaduct met zijn onderbouw en fundatie ook op geen kleinigheid te staan zou komen. De lijn moet dus om de stad loopen en daar deze naar het Noorden vrij veel is uitgelegd, moet de aansluiting een groote bocht maken. Is de Noordelijkste punt van de stad gepasseerd, dan belemmeren de Kralingsche plassen een ombuigen in Zuidelijke richting. Door die terreinhindernissen, gist men, dat dit lijntje nog een lengte van 11 a 11 Vi kilometer krijgt. Het voorloopige plan moet zijn, het lijntje eerst in Westelijke richting (richting Schiedam) te laten loopen en het zoowat halverwege tusschen het station en de Delftshavensche Schie Noordwaarts zoodanig te laten ombuigen, dat het tusschen het stoomgemaal en Ouwerschie met een overbrugging over de Schie gaat, zoo zal het verder kort onder Hillegersberg en Terbregge loopen om van daar Noordwaarts van de oude plantage met de bestaande lijn aan te sluiten. De gemeenten, waarlangs dat lijntje passeert, doen wijs, wanneer zij pogingen aanwenden om een halte te krijgen. W. Ct. In de Hoogduitsche Opera zal Woensdag 19 November de eerste gastvoorstelling plaats vinden van den vermaarden Italiaanschen tenor Luigi Ravelli, als Raoul in »Die Hugenotten". In de Hoveniersstraat werd een jongetje aangereden, toen hij de straat wilde oversteken. Hij kreeg een wiel over het been en moest naar huis in de Jan Van Loonslaan gedragen worden.
Gistermiddag circa 5 uur heeft er een begin van brand plaats gevonden in de Tuindersstraat No. 65, door het omvallen van een petroleumlamp. Spuit No. 23 was het eerst aanwezig, doch behoefde niet in werking gesteld te worden, daar de bewoners er gelukkig in geslaagd waren den brand in den beginne te blusschen.
In de gisteravond gehouden vergadering der afdeeling Kralingen van het» Algemeen NederlandschWerklieden-Verbond" bleek, dat in de vorige 3 maanden in kas was f112.08'/s. In het afgeloopen kwartaal bedroegen de ontvangsten f 424.77'/j en de uitgaven f 239.40, batig saldo f185.37V5. Alleen aan ziekengeld was uitgegeven f 182.50. De ontvangsten van het eigen gebouw bedroegen 1120.56, de uitgaven 185.55, batig saldo f 35.01. Omtrent het verzoek der afdeeling aan den Minister van Financiën om vrijdom van belasting voor het eigen gebouw, is alwijzend beschikt.
Den 29en November zal voor de afdeeltng Rotterdam van den »Bond van Nederlandsche Onderwijzers" als eerste spreker in dit seizoen optreden de heer W. Van Zuylen.
Den lsten December zal het2sjaar, geleden zijn, dat de heer fl. C. De Latige, thans ïe onderwijzer aan de school voor uk gebreid lager onderwijs aan de Tuindersdwarsstraat, vroeger Oppert, aan die inrichting verbonden is.
De voetbalwedstrijd, die Zondag 11. door de Rotterdamsche voetbalclub nConcordia" tegen de Antwerpsche voetbal vereeniging, te Breda, gespeeld werd, had een gunstigen afloop voor eerstgenoemde vereeniging, daar sConcordia" de overwinning behaalde met vijf goals tegen nul. Voor sConcordia" speelden de heeren: C. A. Schuld (goal), J. v. d. Burg en W. Valken (backs), H. 6. Bijstra. H. v. d. Linden (half backs), W. Braus, G. L. Van Lanschot Hubrecht, A. Schuld, Joh. J. Meijer en J. v. d. Ende (forwards). De Antwerpsche spelers waren de heeren : Price (goal), Boger en Nirrenheim (backs), Howden, Grand, Allen, (half backs), Joues, Hermann en Tichtel (forwards).
Bij de politie is aangifte gedaan van de verdwijning van twee horlogiën van een opvarende van het stoomschip »Batavier", liggende aan de Boompjes. Het is tot heden nog niet mogen gelukken de verdwenen voorwerpen, evenmin als de- persoon, die aan het verdwijnen schuld heeft, op te sporen.
In den afgeloopen nacht omstreeks -1 ure bemerkte een surveilleerende agent van politie aan de Boompjes, dat er een man in de Maas lag. Zonder zich in het water te begeven, •wist hij hem op het droge te trekken. Het bleek een Engelschman te zijn, die, tengevolge van dronkenschap, in het water was geloopen. De drenkeling werd naar het politie-bureau aan de Pauwensteeg overgebracht. Den vreemdeling werd de vrijheid teruggegeven, toen zijn kleederen gedroogd waren, en hij zijn roes had uitgeslapen.
Gisteren is door de politie een jeugdige dienstbode gearresteerd, van wie vermoed wordt, dat zij, tijdens zij eenige maanden bij iemand logeerde, zich schuldig heeft gemaakt aan het ontvreemden van eenige kleedingstukken. Zij is overgebracht naar het politie-bureau aan de Pauwensteeg, alwaar de zaak verder is behandeld.
Ter Gemeente-Secretarie (afd. Al Zaken) zijn ter visie gelegd: 10. een verzoek van J. Helmer, om vergunning voor het plaatsen van een stoomwerktuig van 20 paardekracht met een stoomketel van 26 paardekracht tot het in beweging brengen van verschillende werktuigen voor houtbewerking en van een inrichting tot het voortbrengen van electrisch licht, in het pand aan de Weenastraat no. 29; 20. een verzoek van de firma M. B. Van Veen de Groen, om vergunning voor het plaatsen van een gasmotor van 8 paardekracht tot het drijven van verschillende werktuigen in de pettenfabriek aan de Erasmusstraat no. 41 ; 30. een verzoek van H. Van der Linden en A. Van Baarte, om vergunning tot het oprichten van een rookerij van vleesctiwaren in het pand aan den Noordsingel Wz. no. 204. Op Dinsdag den 25 November 1890 zal ten Raadhuize, des namiddags te 1 '/2 uur, gelegenheid worden gegeven om daartegen bezwaren in te brengen en deze mondeling en schriftelijk toe te lichten. Zondagavond is in een aanbouw zijnd pand in de Bergstraat eenig timmermansgereedschap ontvreemd. De politie Maandag van het feit ingelicht, heeft een onderzoek ingesteld, tengevolge waarvan reeds de beide daders zijn gevat. Zij zijn overgebracht naar het politiebureau, van waar zj, na opgemaakt proces-verbaal zullen worden overgeleverd aan de Justitie.
Zooals bekend is, -wordt aan het Bijkantoor van het Postkantoor aan de Kruiskade ook een Bijkantoor van de Telegrafie gevestigd. Naar wij vernemen, zal dit vereenigd Bijkantoor voor Post en Telegrafie Maandag a. s. geopend worden.
Hedenmiddag 2 uur brak er een begin van brand uit in een eerste verdieping van een pand aan den Schiedamschen Dijk, die gebiuscht is door eenige burgers door er eenige dekens op te werpen. De oorzaak van den brand is het in brand geraken van een petroleumtoestel.
Feuilleton DE KUNSTRIJDSTER. ROMAN VAN RENÉ MAIZEROY. 26) (Vervolg.)
Chadwel vluchtte.Blind van angst rukte hij den grendel van een deur, en Een gil van onzetting klonk van de lippen aller aanwezigen.
De deur, die Chadwel had geopend, was die van den stal, waarin Vichnon stond. De olifant had de stem van zijn vijand gehoord, en, wraakzuchtig als hij was, stond hij gereed om zijn stal te verlaten. Dit kon hij echter niet, want de deur van den stal werd altijd, als het dier er in was, van buiten gesloten. . Nu rukte Dick Chadwel in zijn verbijstering den grendel van deze deur, en stortte zich reddeloos in het verderf. Vichnon greep hem aan metzijn sterken Bnuit, en geen macht ter wereld, zelfs niet de invloed van Turluton, zou in staat geweest zijn, het dier zijn prooi te ontrukken.
De olifant nam Chadwel op, en sloeg hem herhaalde malen tegen den grond, dat zijn bloed overal rondspatte. Toen Dick eindelijk geheel verpletterd was, liet Vichnon hem los, en keerde, voldaan over zijn verschrikkelijke wraakneming, rustig naar zijn stal terug. Lucienne en Jacques hadden dit afgrijselijke tooneel niét bijgewoond. Zij hadden Smutopgenomen,en naar den wagen gebracht, waar zij hem te bed legden. De wond van het kind had weinig te beduiden. Alleen kreeg hij een hevige wondkoorts, maar toen die voorbij was, nam hij hand over hand in beterschap toe. Lucienne verpleegde hem met moederlijke zorg en teederheid, en toen alle gevaar geweken was, zat zij somtijds uren lang met hem te praten. Van den inhoud dezer gesprekken deelen wij slechts deze woorden van Smut mee, die hij gedurig herhaalde:
— Zou het werkelijk waar zijn,miss Jane, dat ook ik een moeder heb ?
IX. Arme Moeder.
Op den rechteroever van de Theems, eenige mijlen van Londen verwijderd, ligt het dorpje Erith. Even voordat men in het dorp komt, ziet men een villa: een wit huis, twee verdiepingen hoog, te midden van een grooten tuin.Een lange,rechte populierenlaan loopt van het ijzeren hek tot het huis. De tuin is met zorg onderhouden, maar zonder bloemen, beelden of andere sieraden. Stijve, vierkante grasperken, wat heestergewas, populieren en kastanjeboomen, ziedaar alles. De groene luiken voor de vensters zijn meestal gesloten en het geheel heeft het voorkomén van een klooster, waar gestrenge monniken zich afzonderen, om boete te doen voor de zonden van het menschdom. Het zijn echter geen geestelijke broeders, die hier hun verblijf houden. De bewoner der villa wandelt juist door de populierenlaan, met het hoofd op de borst gezonken en de handen op den rug.. Zijn gelaat is verbleekt en ingevallen, zijn haren vergrijsd, evenals zijn baard. Wie zou het dien ma-n hebben aangezien, i dat hij slechts vijf-en-dertig jaren telde? En toch was hij niet ouder. Hij trad het huis binnen, waar een doodsehe stilte heerschte.
' Zonder gedruisch te maken ging hij de trap op naar de bovenverdieping en trad een kamer binnen, waar een bleeke, magere dame in rouwgewaad hem wachtte. Wie zou in dit wanhopige, geknakte menschenpaar de elegante, levenslustige lord en lady Shelfield van eertijds herkend hebben ? O! Moina had haar wraak goed gekozen. Zij had geleden, toen lady Nelly haar, nu tien jaar geleden, met smaad en schande wegjoeg, maar duizendmaal wreeder had de arme moeder geleden, die van haar kind beroofd was. Daags na den brand in het kasteel Fairkinham waren lordfjen lady Shelfield vertrokken. Zij hadden in de ontvoering van hun kind maar al te wel de hand der zigeunerkoningin herkend en zij meenden, dat het gemakkelijk genoeg zou zijn, de kinderroofster op te sporen. Arme Nelly, arme Lionel! Zij kenden Moina niet. Zij wisten niet welk een helsche macht die vrouw, de gebiedster over duizenden zigeuners, bezat. Detectives doorzochten geheel het vereenigd koninkrijk. Lord Shelfield had duizenden en honderd-duizenden ponden sterling uitgeloofd voor het vinden en terugbrengen van den kleinen *Tomy. Tevergeefs! De wanhopige ouders doorreisden geheel Europa, land voor land, stad voor stad, zij breidden hun ontdekkingstochten uit tot Azië en Amerika. Tevergeefs! Niet het geringste spoor, niet de geringste aanwijzing. Troosteloos en wanhopig keerden de rampzalige ouders, na jarenlange omzwervingen, in Engeland terug. In Londen wilde lady Nelly niet wonen. De smart der arme moeder zou te midden van de woelige, vroolijke wereldstad zich nog pijnlijker doen gevoelen.
Aan Fairkinham dachten zij natuurlijk geen van beiden. Het kasteel was niet herbouwd, de puinhoopen waren weggeruimd en niets wees meer de plaats aan, waar het trotsche slot zijn torens hoog in de lucht geheven had. Een nieuwe intendant had de plaats van Colway ingenomen, en lord Shelfield ontving eik jaar de opbrengsten van zijn landgoederen, zonder zich verder om Fairkinham en Killarney te bekommeren.
Lord Shelfield kocht en betrok de villa Erith-Cottage, nabij het dorp Erith. Hij gaf echter den moed niet op, zijn kind terug ,te vinden. Aan drie imformatie-bureaux, te Parijs, Weenen en Berlijn, had hij den last gegeven, het onderzoek voort te zetten, en deze, aangevuurd door de vorstelijke belooning, welke hun was toegezegd, deden al het mogelijke en zonden hun agenten overal heen. Eenige dagen, nadat lord Shelfield zich op Erith-Cottage had gevestigd, ontving hij over de post een verzegeld pakket, aan het adres van zijn vrouw, verzonden uit St. Petersburg. Met bevende hand brak lady Nellyhet zegel los, opende het kartonnen doosje, en staarde op een photograöe, welke er in was. Deze photografie stelde een zigeunerin voor met een kind bij zich. De arme moeder uitte een kreet van smart. Zij herkende Tomy, maar geheel anders, dan toen zij het kind nog onder haar hoede had.
De arme kleine was met lompen overdekt, zijn gelaat droeg de onmiskenbare sporen van smart en ellende. Naam en adres van den photograal ontbraken aan het portret.
Nog denzelfden dag vertrokken Nelly en Lionel naar St. Petersburg.
"Weder begon een wanhopig zoeken. Men ging bij alle protografen met bet portret rond, maar geen hunner herkende zijn werk er in. Te St. Petersburg ontving lady Shelfield weder een pakket, ditmaal uit Lissabon, en ook dit pakket bevatte een photografie, die Tomy op andere wijze, maar even rampzalig en ellendig als de eerste maal,, voorstelde. De diep bedroefde ouders verlieten ontmoedigd de Russische hoofdstad en bleven nu op Erith-Cottage. Elke maand ontvingen zij een portret van hun kind. Zij zagen hoe het opgroeide in lijden en ellende. Eensklaps werden er geen portretten, meer gezonden. — Zou het kind dood zijn ? Zou het graf een einde hebben gemaakt aan zijn droevig, kommervol bestaan ? Lady Nelly hoopte het bijna, maar terstond wierp zij deze gedachte als misdadig weder van zich af. Zoolang het kind leefde, smeulde nog een vonkje van hoop, dat het aan zijn beulen ontrukt zou worden. Dagelijks kwamen er berichten van de informatiebureaux. Wel was er nog geen gekomen, dat een geringe aanwijzing gaf, maar men werkte toch, men zocht en deed nasporingen. Twee jaren lang kwam er geen portret meer op Erith-Cottage, maar nog altijd wilden de ouders niet aan den dood van hun kind gelooven. Eindelijk ontving lady Nelly weer een verzegeld pakket.
Zij slaakte een gH, toen de bediende het binnen bracht, want aanstonds herkende zij den vorm. Zij opende het met bevende hand. Ja, het was weder een portret van Tomy. Hij was thans grooter geworden, maar nog altijd droeg zijn gezicht de sporen van jammer en ellende. Nu droeg hij geen lompen meer,was hijniet meer blootsvoets. Hij was nu in een hansworstenpakje gestoken, welks kluchtig maaksel een akelige tegenstelling maakte, met de lijdende uitdrukking van zijn gelaat. De arme moeder drukte het portret van haar kind herhaalde malen aan haar lippen en besproeide het met haar tranen. Niet lang daarna snelde Lionel op zekeren avond met ongewone drift de kamer van zijn vrouw binnen. In zijn hand hield hij een geopenden brief en een uitgeknipte advertentie. Lees, Nelly, lees! riep hij uit. Dezen brief ontvang ik zooeven van hetimformatiebureau te Parijs. De arme lady nam den brief aan, tuurde eenige oogenblikken op het papier, maar gaf het toen aan haar echtgenoot terug. — Lees het mij voor, Lionel, verzocht zij hem, ik heb zooveel geweend, dat mijn oogen de letters niet meer kunnen onderscheiden. Lionel las: „Milord! .Wees zoo goed bijgaandé advertentie, uit het nommer van heden van „de „Figaro" geknipt, aandachtig te „willen lezen. Naar het mij voorkomt „heeft zij veel overeenkomst met ,de zending, ons door U opgedragen. „God gevfe,milord,dat onze onvermoeide pogingen eindelijk met een goeden „uitslag bekroond mogen worden. „Aanvaard,milord,de verzekering van .0112 e oprechte hoogachting. .JULES ROUX & Oo."
—■ Groote God! riep Nelly uit, die advertentie, lees, Lionel, lees spoedig! De advertentie was aldus opgesteld: BEN KIND, thans tien '& twaalf jaar oud, is jaren geleden aan zijn ouders ontstolen. Alle voorzorgen waren genomen om elk spoor er van te doen verdwijnen. Thans is dit kind in handen van vrienden, die niets liever wenschen, dan het aan de treurende ouders, zoo die nog bestaan, terug te geven. Adres: Miss Sterling, Cirque-Indien, te Bourges (Oher) Frankrijk. Bij het voorlezen van deze advertentie i beefde Nelly over al haar leden. — Dat is hij, dat moet hij zijn! riep zij uit O! gezegend, duizendmaal gezegend, j zij die onbekende vrouw. Gezegend door alle moeders, door alle vrouwen. Met zenuwachtige drift rukte zij aan het schelkoord. — Laat inspannen, terstond! beval zij den bediende. Zij snelde zelf naar de garde-robe, sloeg een mantel om, en zette een hoed op. — Lionel, ik ben reisvaardig! riep zij. Lord Shelfield verscheen eveneens gekleed om uit te gaan. Het rijtuig stond voor. — Naar Londen, station Charing-Oross en rijd zoo hard mogelijk, beval Lionel den koetsier. Het rijtuig vloog langs den weg, maar lady Nelly ging het nog niet snel genoeg. — Vooruit dan, vlugger, vlugger! riep zij gedurig. Het rijtuig kwam om elf uur te Londen aan en stond stil voor Oharing-Cross. — Twee biljetten le klasse, naar Dover! zeide Lionel tegen den beambte, die aan het loket zat. — De trein is juist vertrokken. — Dan voor den volgenden trein. — Er gaat er van avond geen meer naar Dover.
— Bestel dan terstond een extra-trein voor mij. — Moet u het Kanaal oversteken, sir? — J a. — Dan zou het noodelooze kosten zijn, een extra-trein te nemen, want de boot naar Calais vaart niet af, voordat morgenochtend de eerste trein is aangekomen., — Ik dank u. — Lionel keerde naar zijn vrouw terug. — Wij kunnen niet voor morgen vertrekken, zeide hij. Nelly zuchtte. — Telegrafeer aan miss Sterling, dat wij komen, zeide zij. Lionel schreef het volgende telegram:- „Wij zijn reeds op reis naar Bourges. „Eeuwige dankbaarheid zijn wij u verschuldigd. „Lionel Shelfleld" — Zie, Jacques, zeide Lucienne, toen zij dit telegram ontving. Onze advertentie in de „Figaro" levert spoedig resultaten op. De ouders van Smut zijn reeds op weg hierheen. En in zichzelve voegde zij er bij: — Gelukkige moeder, haar smart is geeindigd. Maar ik? Hoeveel tijd zal er nog moeten verloopen, voordat ik den gevloekte gevonden heb ? Hoeveel lijden zal ik nog moeten doorstaan? Zij moest Smut nu langzaam voorbereiden op het groote geluk, dat hem te wachten stond. Dit was geen gemakkelijk werk. Het kind was zeer zenuwachtig en voor ontroeringen vatbaar. Daarbij was hij pas hersteld van zijn wond. Onverwachte vreugde, een plotseling geluk kan voor zwakke, zenuwachtige gestellen gevaarlijk, soms doodelijk zijn. Doch het moest. Lucienne zou het wagen, hem voorzichtig mee te deelen, wat zij voor hem gedaan had. 1 Zij vond het kind in haar wagen. Smut zag haar met zijn groote oogen verwonderd aan. — Is er iets bijzonders gebeurd, miss? vroeg hij. — Waaraan zie je dat, mijn jongen ? Het kind glimlachte. — Uw oogen schitteren meer dan gewoonlijk en u omhelst en kust mij nog hartelijker dan anders. Miss Sterling bloosde. De scherpzinnigheid van het kind bracht haar wel een weinig in verlegenheid, maar toch wilde zij hem niet rechtstreeks antwoorden. — Zou het je veel verdriet doen, Smut, wanneer je mij moest verlaten? vroeg zij. Het kind zag haar ontsteld aan. — U verlaten, miSs ? Waarom? Tranen welden in zijn oogen op. — O ! riep hij uit, ik begrijp het. Ik had er al lang voor gevreesd. Mijnheer Jacques neemt u meel Lucienne schudde het hoofd. — Neen, mijn kind, ik zal je niet verlaten. Ik blijf hier. Maar misschien zal er eens een dag komen, dat je mij zult verlaten. — Ik u verlaten ? Neen, miss, neen. Smut zal u nooit verlaten, nooit. Voor dat u kwam, ben ik altijd ongelukkig geweest en sedert u bij mij is, ben ik gelukkig, overgelukkig en dat heb ik alleen aan u te danken. — Wanneer je mij verlaat, zal het zijn om nog veel gelukkiger te worden. — Gelukkiger, en dat zonder u, neen, dat is onmogelijk. Zonder u zou ik nu misschien reeds dood zijn, of, nog erger, weder in de macht van „den man". Lucienne huiverde. De man, die Smut zulk een angst inboezemde, dat was hij, de gevloekte, de moordenaar. — Ga nu slapen, mijn kind, het is reeds 1 ifm-f ■
Zij kuste hem en Sniut sliep weldra in. Den volgenden dag ontving zij weer een telegram van lord ShelHeld, ditmaal uit Parijs. „Wij komen morgenochtend met den eersten trein." Tegen de aankomst van den eersten trein wandelde Lucienne op het perron heen en weer. De trein kwam aan. Er waren slechts weinig reizigers meegekomen. Uit een waggon le klasse zag Lucienne een heer en dame stappen. De dame was in zwaren rouw. Lucienne snelde hen tegemoet. — Miss Sterling? vroeg de dame. — Die ben ik, milady. Lady Shelfield nam de beide handen van Lucienne in de hare, trok haar zacht tot zich en omhelsde haar lang en innig. — Ik ben u meer dan het leven verschuldigd, zeide zij. O! als u wist, hoeveel ilt geleden heb. Maar nu is alles vergeten. Zij stelde haar echtgenoot aan Lucienne voor. — Lord Shelüeld. De lord boog. Toen vroeg Nelly: — Vaar is hij ? — Hier dicht bij. — Weet hij nog niets? — Neen, ik heb het hem niet durven zeggen, hij heeft zulk een zwak zenuw» gestel, dat ik vreesde, dat het hem kwaad zou doen. — Goddank! riep de arme moeder uii den grond van haar hart, en tranen van vreugde, geluk en zaligheid vloeiden langs haar gelaat. (Wordt vervolgd^
Woensdag 12 November. Vermakelijkheden, Vergaderingen, enz.
Hoogduitsohe Opera. »Farinelli", 7'/2 uur. Place des Pays-Bas. Specialiteiten-voorstelling, 8 uur.
Familiebericht
Burgerlyke Stand. GEHUWD: G. P. v. den Bosch, jm. 19 enC.H.G.Rietveld,jm.24 j. J. D. Brakel, jm. 27 en L. Heyna, jd. '17 j. J. N. Clemens, jm. 24 en J. C. M. Kamen, jd 19 j. D. Greven,jm. 42 en C. Behrmann, jd. 33 j. L, B. J. Houët, jm. 33 en E. Mennigs, jd. 29 j. D. J. Jongeneel, wedr. 41 en R. Garretsenjd. 27 j. A. A. Kroos wijk, jm. 27 enF.J. A. Wetsel,jd. 25j. A. O. Lagras, jm. 23 en J. J. W. Koster, jd. 21 j. B. A. Mengelkamp, jm.2oenE. Bonte, gesch. vr. v. J. De Jongh,27 j. W. J. v. Oosti'um, jm. 24 en D. H. Bosch, jd. 20 j. H. W. Poulie, jm. 26 en E.Nieuwendaal,jd.23j. J. C. Rommelswaard, jm. 22 en E. De Slegte, jd. 19j. H. H. I. Tijssenraad, jm. 31 en B. Ras, jd. 22 j. B, Valk, jm. 22 en R. Menkes, jd. 19 j. D. Veling, jm. 24 en N. De Bes, jd. 24 j. B. C. H. Verdoes, jm. 21 en C.Schneider.jd. 21 j. N. Voermen, jm. 26 en G. J. Heller, jd. 20 j. W. Vrolijk, jm. 23 en E. J. Kerkhoven, jd. 18 j. G. v. Alewijn, wedr. 50 en J. J. Smit, wed.N.Mickelsson, 36 j. A. Broekman, jm. 24 en H. M. De Wolff, jd. 21 j. M. Demmers, jm. 24 en C. Spoel, jd. 24 j. J. J. Groenendijk, jm. 27 en M. M. J. De Haan jd. 24 j. E. M. Jansen, jm. 20 en J. M. Vilê, jd. 16 j. C. M. Kerpel, wedr. 40 en L. M. Klompenhouwer, jd. 33 j. J. J. Mulder, jm. 28 en M. E. Möhle, jd. 35 j. J. Tekke, jm. 24 en O. A. v. Es, jd. 21 j. J. W. Thannhauser, wedr. 50 en B. Übergünn, wed. C. Hassler, 35 j. H. v. Velsen. jm. 23 en H. J. v. der Beji, jd. 22 j. A. Viergever, jm. 24 en M. S. C. Brandoo, jd. 20 j. C, H. Vosbergen, j m. 26 en J. Jaspers, jd. 20 j. Huwelijks-Brieven en Perlovings-Circulairas worden gedrukt en spoedig afgeleverd, desverlangd geadresseerd, ter drukkerij van het Nieuw s bl ad. Goedkoop. Fijner papier naar keuze van den besteller. BEVALLEN: J. llillebrand, geb. Stolk, levenl. D. — G. S. Wachter, geb. Liotard, levenl. Z. — M. Steijnen, geb. Schaick, Z. — E. M. Merceij, geb. v.lJzeren, Z. — J. Drost, geb. Lesterhuis, I). — T. Knipscheer, geb. Klaassen, Z. — A. Haezer, geb. v.de Weg, Z. — A. A. Scholl, geb. Kind, D. — E. Ilüsecken, geb. Andrée, D. — F. Eijgelsheim,geb. Vermeul, D. — J. M. Andes, geb. De Bruijn, D. — E. P. v. de Weghe, geb. Leempoel, Z. — E. v, den Driessehen, geb. v. Zwol, Z. — M. J.Rijke, geb. Wagenaar, D. — D. De Jong, geb. DeWeij, Z. — A. W. Den Haan, geb. v. Edenburg, Z. — S. Magnin, geb. Deiwei, D. — J. C. Adam, geb. v. Ulde, D. — H. M. De Gier, geb. Meijer, D.— T. v. Rijnsbergen, geb. Peppelaar, Z. Klein drukwerk wordt geleverd terdrukkerij van het Nieuwsblad, naar den geest des tijds, net en goedkoop. OVERLEDEN: E. Spruijt, wed. M. Louwrensz, 53 j. — H. M. C. Koster, jd. 23 j. — A. Hoogendijk, jd. 3m.— A. H. Meijninger, jm. 5 m. — L. v. Anrooy, jd. d m. — A. v. Wieringen, vr.v. G. F. M.Barlage, 61 j. — M. v. Raait, wed. G. J. Otgens, 74 j.— M. Valkenburg, wed. J. Smits, 85 j. — J. H. Hasmann, vr. v. J. F. C. Verhagen, 63 j. —J.A. L. Vreeswijk, jm. 2 j. — L. Parijs, jm. 5 m. — J. C. H, v. den Dobbelsteen, jd. 3 m. Ft ou wbrieven en Rouwkaarten worden e ifii kt ter drukkerij van het N, ie u wsb lad. Op verlangen mede geadresseerd, bezorgd en gepost.
Kunstnieuws. NEDERLANDSCHE OPERA. Willem Tell.
Het tot nog toe onverklaarde feit, dat mejuffrouw M e a t h-P i a z z a door de Amsterdamsche bladen met zeldzame eenstemmigheid werd geproclameerd tot ster, terwijl men haar te Rotterdam een oneindig (?)bescheiden plaats op de artistieke ladder aaf(welk eene hoogklauterende beeldspraak!) geeft den muziekverslaggever van Het Vaderland aanleiding zijn collega's te Rotterdam van locale vooringenomenheid te verdenken. Voor wat schrijver dezes betreft kan deze kinderachtige beschuldiging hem koud laten, doch het is niet onvermakelijk te weten, dat de aikeurende critiek over de opvoering van Lakmé,opgenomen in de N. R. C o u r a n t, niet van de hand is eens Rotterdammers, maar van die eens Amsterdammers. Waar is de kat ?
Op de onbetwistbare nederlaag, welke de Nederlandsche Opera hier had, door de ganschelijk ongenietbare opvoering van Lakmé, met eene matig begaafde dilettante in de hoofdrol, onzuiver zingende solisten, een schreeuwend koor en een slordig spelend orkest, volgde hedenavond eene even onbetwistbare overwinning,tenminste voor wat de vocale vertolking van Rossini's meesterwerk betreft. Een Teil gelijk de heer Albers, heerlijk gezongenen treffend gesjeeld, zoekt zijn wederga in de eerste schouwburgen van het buitenland, eenArnoldals 1' a u w e 1 s, zoo welluidend bestemd en smaakvol voordragende, ware daar even goed ter plaatse en met uitzondering van de Mathilde werden de navenrollen door de dames Albers, Gemmij, Van Zanten, Tell's vrouw, en de heeren Poons, D i e r i ks, of hoe zij mogen heeten — de voorraad programma's scheen uitgeput, — zeer bevredigend vervuld. Ook de koren zongen beschaafder en het orkest bedierf niets.
Intussehen hoe goed bezet en wel voorbereid deze voorstelling ware,zij diende als herhaald bewijs van de ongeschiktheid van Tivoli voor de groote opera. De kleine zaal kan de klankmassa der groote ensembles niet aan, zoodat de totaal indruk er van verloren gaat. Het komt tot geen voldoende oplossing der polyphonie, zoodat men iedere partij op zich zelf hoort. De opera is eene grove decoratieve kunst, die op een afstand genoten moet worden, in Tivoli zit de toehoorder met oog en oor in het drama. Ook het tooneel is juist ruim genoeg om solisten en koor te bevatten, zoodat er van eenige vrije beweging geen sprake kan zijn. De heer De G r o o t zal verstandig handelen met aan de groote opera de plaats terug te geven die haar is aangewezen in den Grooten Schouwburg op een ruini en goed gemachineerd tooneel. ii Novb. '90. #*#
Gemengd Nieuws.
De rechtbank te Maidstone, in Engeland, heei't de beide broeders Edward en Arthur Masters, van de bemanning van den logger »John and Charles", die uit Rotterdam aldaar waren aangekomen en getracht hadden een aanzienlijke hoeveelheid tabak en sigaren binnen te smokkelen, tot een boete van f 3228, subsidiair zes maanden dwangarbeid, veroordeeld. Wonder genoeg, zegt de Indépendance, dat men niets meer hoort van de in het rijtuig van den markies van Salisbury binnengesmokkeld» sigaren en jenever! Vier jaar geleden werd te Minneapolis d# echtscheiding uitgesproken over een machinisten diens vrouw, uit wier echt twee kinderen werden geboren. De vrouw had de echtscheiding aangevraagd, wijl de man zich voortdurend aan misbruik van sterken drank schuldig maakte. Een maand geleden nu werd een der beide kinderen door een spoortrein aangereden, waarbij het een been verloor. Aan het ziekbed van hun beider kind had de verzoening tusschen de beide echtgenooten'plaats en drie dagen geleden zijn zij opnieuw gehuwd. De Parijsche dieven • hebben er weer wat nieuws op gevonden om aan den kost te komen. Met lange stokken, waaraan stevige haken, gewapend, trekken zij er 's.nachts op uit, om bij de slagers het vleesch van de haken af te wippen, waarna zij het na zich toe halen, het in stukken snijden om het door de tralies te. kunnen verwijderen, eri er mede verdwijnen. Verscheiden slagers vonden 's morgens reed» op die wijze hun winkel geplunderd.
De „Münchener" in Amerika. Uit New-"Vork wordt gemeld, dat de bekende tooneelisten van den Gartnerplatztheater, te Münehen, die zich na afscheiding van dien schouwburg kortweg jMünchener" noemen, in Amerika's hoofdstad veel succes bij. hun eerste optreden hebben ingeoogst.
Moderne Crnsoë's. Door het stoomschip »Don", uit West-Indië teruggekeerd, werd te Plymouth aangebracht de bemanning van de aLily". uit New" York, die den 15en Augustus met een lading brandstof van Cardiff naar La Guayra was vertrokken en op haar reis nabij iilanqnil la-eiland schipbreuk leed. Kapitein Evans ging met zijn bemanning, uit zeven man bestaande, aan het eiland aan wal, waar zij echter niemand aantroffen, om hen te helpen. Na eenigen tijd de grootste ellende te hebben doorstaan, vertrok de kapitein met twee man in een sloep, die zij van hun schip hadden gered, in de hoop van het vaste land te bereiken, en werkelijk kwamen zij den 9en October geheel uitgeput te La Guayia aan.
Onmiddellijk werd toen een boot naar Blanquilla gezonden, die de overige bemanning naar La Guayra bracht.