Opwekking tot nnnnlnlting. Eenige maanden geleden heefl de Socialistische Geheel-Onthouders-Propag'andaClub te Amster. dam een verjongingsproces ondergaan. ZQ heeft begrepen daf onthouding op politiek gebied aan de onthouding van alkohol, niet ten goede kwam. Zij heeft bij de nuchterheid van drank de nuchterheid van geest gevoegd en het dogmatisme laten varen dat hnar belette elk geschikt middel aan te weuden om haar doel te bereiken. De club staat thans op het standpunt der sociaaldemokratie. Zij wenscht den strijd tegen de veralkoholiseering der arbeidersklasse te voeren zoowel door helmiddel der rechtstreeksche propaganda voor persoonlijke geheelonthouding, als door het middel der propaganda voor zulke wettelijke maatregelen die aan het drankmisbruik afbreuk kunnen doen. Van de overige geheelonthoudingsvereenigingen is zij onder scheiden doordat zij, zich op proletarisch standpunt plaatsenda zich in hare propaganda in het bizonder tot de arbeidersklas»» richt. Zij tracht in het bizonder te werken in de vakvereenigin* gen, op de fabrieken, in de arbeldersmeetings, in de arbeiderspers, bij arbeiders- en volksfeesten. Bij haar propaganda staat voorop het belang van nuchterheid voor den klassenstrijd der arbeiders» het zedelijk kwaad dat de arbeider aan zyne klasse verricht all hij zich verdierlijkt en in ellende stort door den drank. Daarnaast hcei't de club echter nog een ander doel, dit nl. om in de politieke en ekonomische organisaties der strijdende arbeiders de groote beteekenis van den strijd tegen het alkoholisme in het licht te stellen, om te bestrijden het dwaalbegrip dat in de geheelonthouding niets dan een soort askese (algemeen, ver doorgedreven soberheidsstreven) ziet, om sterker de aandacht te vestigen op de. drankbestrijding in den politieken strijd. Echter, de club is te zwak om zoo krachtig te kunnen werken als zij wel wilde. In de jongste huishoudelijke vergadering bleek dat verschillende propaganda-middelen, zooals het verspreiden van lektuur, het beleggen van kursus-bijeenkomsten en andere vergaderingen, ongedaan moesten blijven wegens gebrek aan geld en gebrek aan de noodige persoonlijke krachten. liet is daarom dat besjoten werd in Het Volk een opwekking tot aansluiting' te plaatsen. Er zijn er velen in de arbeiderspartij die geheel met het streven ,dcr club instemmen, maar zich tot dusver afzijdig hielden. Tot hen is deze oproep gericht. Wij wekken hen op, onze gelederen te komen versterken ten einde onze aktie te versterken. De kontributie is gering: 5 cents per week, de prijs van een borrel. Stort wat anderen voor een glas jenever geven, in de kas der onthoudersclub, en toont daarmee dat gij niet slechts lijdelijke, maar ook strijdende geheelonthouders zijt. Men kan zich aansluiten, eiken Donderdagavond in het lokaai boven den Sulon des Variétés, Paardenstraat hoek Amstclstraat, en ten allen tijde bij den sekretaris Ö. A. Rabbie, Plantage Lijnbaansgracht 0 u. Het BnsTOJR der Soc. Geh. Ontii. Prop. Club.
Het volk : dagblad voor de arbeiderspartij
- 25-07-1901
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- Het volk : dagblad voor de arbeiderspartij
- Datum
- 25-07-1901
- Editie
- Dag
- Uitgever
- Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (SDAP)
- Plaats van uitgave
- Amsterdam
- PPN
- 83308013X
- Verschijningsperiode
- 1900-1926
- Periode gedigitaliseerd
- 1900-1926
- Verspreidingsgebied
- Landelijk
- Herkomst
- Koninklijke Bibliotheek NBM Mfm MMK0032
- Nummer
- 401
- Jaargang
- 2
- Toegevoegd in Delpher
- 18-11-2014
Drankbestrijding.
Arbeid en bedrijf.
lïe grootste rcedorUen tor wereld zijn de Hamburg— Amerika lijn met 615.000 ton en de Norddeutsche Lloyd met 510.000 ton schcepsinhoüd. Dan volgt Engeland met de Britsch Indische S. M., 378.000 ton; de firma Élder, Dempster Liin!, 371.000 ton; do sedert in Amerikaausche handen overgegane Leyland lijn, 323.000 ton; dePeninsular and Orièntal (vroeger de grootste Mij. der wereld), 313.000 ton; do Union Castle lijn, 211.000 ton,' en verder nog fi maat schappijen met 150 tot 200.000 ton en 11 met 100 tot 150.000 ton Duitschland heelt verder nog de Hamburg—Zuid-Amerika lijn met 125.000 ton en de Hansa lijn met 117.000 ton. Frankrijk heelt de Messageries Maritimes met 242,000 tonende Compagnie générale transatlantiqüe met 182,000 ton. Italitt heeft de Navigazione Nationale met 178,000 ton; Rusland de Kn&sisehe scheepvaartmaatschappij met 161,000 ton; Oostenrijkden Oesterrciehischen Lloyd met 151,'X)0 ton; Denemarken de Forenedc Dampships-Selskap met 126,000 ton; Japan de Nippon lijn met 191,000 ton. Nederland vindt op deze lijn van reederijen bov
Landbouwmachine* In Noord-Amerlha. Van welken omvang de aanmaak van machines voor den landbouw te Chicago U, blijkt uit een mededeeling van Iron Age betreffende het verbruik van ijzer daarvoor. In 1900 moet één fabriek van zulke werktuigen aldaar alleen 65000 ton staaf- en ander walsijzer en niet minder dan 55000 ton ruwijzer verbruikt hebben. Eenandere fabriek van gelijken aard versmelt dagelijks in koepelove.ns niet minder dan 350 ton grondstof. Het voornaamste gebied van iftct voor de fabrikaten is het Westen van Noord-Amerika lelf, maar het is bekend, dat ook groote hoeveelheden gereed naar alle landen der aarde uitgevoerd worden; met name moeten in den laatsten tijd geheele scheepsladingen landbouwwerktuigen uit Amerika naar de Levant gegaan zi)n. De fabrikatie van landbouwwerktuigen heeft daarom voor de Uzermarkt te Chicago een bijzondere beteekenis, dat zij betrekkelijk zeer regelmatig en haar afzet zeker is, hoewel met de omstandigheid rekening gehouden moet worden, dat de landbouwers hun inkoopen eerst in het begin van het seizoerrplegen te doen en er dan op staan om onmiddellijk geholpen te worden. De fabrikanten zijn zoodoende genoodzaakt in voorraad te werken voor de plotseling optredende behoefte. ,'
Een pennetje inkt.
't Is vijf nar, 'k loop wat te wandelen voor het eten. Een oud strompelend mannetje, 20 jaar onder dan ie is, houdt me zijn mand voor: meneer, koop u is ies van me. Ik ga een beetje op zij en loop door. Maar als ik verder loop, dan vraag ik mezelf: Waarom verder geloopen? Waarom niets gegeven? Dan zie ik dat mannetje voor me, met zijn uitgemergeld lichaam steunend op zijn stokje en afgemat door het gewicht van zijn mand. Dan zie ik ook voor me de gcheele lijdensgeschiedenis van dien man, noodzakelijk produkt van een vertrapt veergeslacht. Waarom dan verder geloopen? Er wandelen zooveel menschen daar. 't Is zoo vervelend onder al die menschen stil te blijven' staan en zijn beurs uit de zak te moeten halen, 't Lijkt ook zoo goeiïg. En onwillekeurig zie ik om naar het strompelende mannetje ver achter me. En 'k zie een werkman stilstaan. Hij steekt zijn handen in zijn witte broek. Dan geeft ie wat. Eu 'k keer terug en als ik den werkman voorbij ga, zie ik hem dankbaar aan. Bij 't strompelende mannetje blijf ik staan. W. J. B.
Wetenschappelijk allerlei.
Een electrische vunrbaak. De ingenieur Max Gehre uit Both, dio reeds herhaaldelijk belangrijke diensten aan de scheepvaart bewees, heeft dezer dagen een vuurbaak geconstrueerd; die van een electrisch gloeilicht voorzien is, waarvoor de electriciteit geleverd wordt door de kracht van het zonder ophouden stuwende zeewater der branding. Het licht is niet constant, maar wisselt met stroom en getij. Wanneer het storm is wordt de electriciteit in grootc hoeveelheid toegevoerd en flikkert het lampje als een waarschuwende ster op de wilde bewogen golven: bij kalm weer gaat het telkcus aan en uit als de golven de baken heen en weer werpen, bij volkomen btille zee ontsteekt het zich niet. • Hoe heller dus het lampje blinkt, hoe grootcr en dringender het gevaar. Gehre heeft bij 'tzeebad Busur een proef genomen met dit nieuwo werktuig en kunnen vaststellen, dat zelfs onder de geweldigste stormen uiet de geringste storing iu het instrument werkbaar was ... Sulnde en besmet! iug. Een lezer van de Uyg. Bladen vraagt hoe do aanbeveling om rauwe salade te eten in overeenstemming gebracht kan worden met het medegedeelde in het maandblad Nosokómos waaruit bleek, dat dr. Ceresole te Paduaafgewa.sschen sla nog eens naspoelde met gedistilleerd water en daarin dan allerlei diersooorten, eieren van wormen en bacillen en coccen voud. In plaats van uit deze vondst te konkludeeren — zegt de redaktcur dat al die dingen ons niet schaden zoolang onze maag en ingewanden gezoud zijn — immers milliocneii eten dagelijks salade iu den eenen of anderen vorm, en kijk eens naarde dieren des velds! — wordt hij ook al bevangen door de bacillenangst. Men weet toch, dat de onlangs gestorven hygiënist von Petteukofer een heel diner cholora-bacillen at, zonder bijzondere nadeden te ondervinden. Dat is nu 't gevolg van 't generaliseeren : omdat de bacillen ons onder zekere, meer en meer bekend wordende, omstandigheden wel eens kunnen schaden, vreest men ze, terwijl men inderdaad iu de natuur geen betere vrienden heeft. Alleen wanneer er locale of algemeene dispositie voor de bacterie ziekte bijkomt, kan de bacterie ons schaden!
't Zou verkeerd zijn, iemand die maag- of dannziekle heeft — tenzy onder zekere omstandigheden — salade te geven; geen dokter zou bijv. in Rotterdam den vreemdeling, dio daar al door 't drinkwater alleen het Kotterdavnmertje kiijgt, salade toestaan, of zelfs den gezonde in eenen cholera-tijd, maar' voor den gezonden mensch is in den regel, zelfs met al die viezigheden pp de sla, 3io wc hier iu ons laad waarschijnlijk ook nog wat 'teler afwasschen dan in Padua, geen kwaad te duchten, mits hij overigens zich niet overeet. En gebruikt hij daarenboven inplaats van azijn citroensap er bij, (lat de bacillen doodt of verlamt, dan is er niets tegen een geregeld gebruik in te brengen.