In Europa heerscht vrij algemeen de meening, dat China is Keen „heet" land, waar men het gansene Jaar door hijgt van de warmte, doch er is niet één klimaat,, er zijn verscheidene klimaten, daar immers China door zijn afmetingen eerder een „werelddeel" dan een „land" is, en er bestaat geen werelddeel, waar slechts één klimaat heerscht. Zelfs in het zoogenaamde „warme werelddeel" Afrika, kan het onaangenaam koud zijn in het zuiden en eveneens, maar niet 6 tegelijkertijd, in het noorden. In den wintertijd van het noordelijk halfrond • (wanneer. Zuid-Afrika onder de warmte lijdt, want dan is het daar zomer) heb ik in Marokko vele maanden een haardvuur gebrand en heb ik zelfs Sneeuw zien vallen. Dit geschiedde ook in betrekkelijk laag gebied dicht bij de kust, echter alleen als er een zuidenwind stond, die de koude van het Atlas-gebergte met zich voerde. Van China liggen de noordelijkste deelen van Mongolië en Mantsjoekwo, die de Chineezen nog steeds beschouwen als behoorende tot China, al is Mongolië bezet door de Russen en Mantsjoekwo bezet door de Japanners, eenige graden noordelijker dan Nederland. Van de provincies Kwantoeng, Kwangsi en Yunnan liggen groote deelen tusschen de keerkringen, dus in de tropen. De westelijkste deelen van China liggen ongeveer 3000 kilometer van de kust en hebben dus een vastelandsklimaat, terwijl het oostelijk gedeelte van China den matigenden invloed van den oceaan ondervindt. Verder zijn zoowel in het noorden als in het zuiden uitgestrekte berggebieden en hoogvlakten, wat weder aanmerkelijke wijzigingen in het klimaat dezer gebieden \eroorzaakt. i Hongkong ligt bijna twee graden ten zuiden van den Kreeft-keerkring, dus „tusschen de keerkringen", maar toch vindt men er in de meeste Europeesche huizen, stookgelegenheid, daar het zelfs hier in den wintertijd onaangenaam kil kan zijn. .
De Indische courant
- 24-06-1941
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- De Indische courant
- Datum
- 24-06-1941
- Editie
- Dag
- Uitgever
- [ s.n.]
- Plaats van uitgave
- Soerabaia
- PPN
- 044787111
- Verschijningsperiode
- 1921
- Periode gedigitaliseerd
- 1921-1942
- Verspreidingsgebied
- Nederlands-Indië / Indonesië
- Herkomst
- Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenku DP IC/41-3
- Nummer
- 234
- Jaargang
- 20
- Toegevoegd in Delpher
- 20-11-2013
LENTE IN CHINA. Niets is verraderlijker.... Van vruchtenrijkdom en...warme jenever. Shanghai, in Mei.
In winterkleeren.
De Chineezen hebben nimmer haast en zoo ziet men de meeste hunner nu, half Mei, nog in hun dikke winterkleeren, of tenminste een goed deel daarvan, loopen. Hun wijsheid van meer dan vijftig eeuwen doet hen beseffen, dat er op de wereld niets verradelij ker is dan een lente. Dit is niet alleen aan de kust der Noordzee, maar ook hier het geval. Vooral pas aangekomen Europeanen kijken op de enkele " warme dagen in Maart, April en Mei spotlachend naar die dik aangekleede Chineezen en zeggen: „Dwazen, om zich met zulk prachtig weder nog zoo overdneven dik te kleeden." Die zoo spreken moeten echter gewoonlijk hun eigenwijsheid met een flinke verkoudheid, een bronchitis of zelfs een longontsteking betalen. Een Nederlandsch dichter heeft |~°ns geschreven: Maar onze noordsche Mei helaas Is arm aan zonneschijn. Hij kan zoo koud, hij kan zoo HU kan November zijn. Indien deze Nederlandsche dichter «en Chinees ware geweest en te Shanghai of omstreken had gewoond, dan zou hij dezelfde regelen in het Chineesch hebben kunnen schrijven, zonder met de waarheid in strijd te komen, maar... ik zou ze hier dan niet hebben kunnen citeeren.
De optimist.
De eerste lentedagen, het waren er. drie, kwamen reeds in Maart. De boomen liepen uit, overal bloeiden bloemen. Een Joodsch immigrant, die hier toch reeds vier jaar woont en een klein cafétje met een grooten tuin houdt, juichte: „De goede tijd komt weer terug" en hij zette zijn tuin vol met stoelen en tafels, waar drie dagen lang de menschen 's middags hebben kunnen genieten van de buitenlucht. Andere immigranten jammerden: ,',Nu begint die ontzettende drukkende hitte weder." Maar na drie dagen was de caféhouder van zijn optimisme genezen en de menschen, die gejammerd hadden over de drukkende warmte, liepen weder te rillen. Ik woon bij Russiche menschen, aie zich door dat vroegere voorjaar niet lieten bedriegen. Zij lieten de centrale verwarming in huis niet uitgaan, zeggend: „Wij laten den oven rustig branden, zij het zeer matig. Als het weer omslaat en de winter terugkeert kunnen we binnen een half uur de verwarming weder op volle sterkte zetten."
Weelde.
De oven heeft sedert dien nog ongeveer anderhalve maand gebrand. Nu is hij tot den volgenden winter buiten dienst gesteld, maar heden, 15 Mei, is het weder zoo koud, dat ik ook overdag mijn vensters potdicht heb moeten houden. Echter, in de stad heerscht toch min of meer lentestemming.
Overal, in tuinen en winkels, ziet men een overvloed van bloemen en overal ziet men ook nieuwe vruchten en groenten te koop: aardbeien, kersen, bloemkool, spinazie, salade, maar deze vruchten en groenten zijn meest door Europeanen geteeld. Het is merkwaardig, dat de Chineezen, die toch een zeer rijke en smakelijke keuken hebben (een Chineesche kok, die niet minstens vijfduizend gerechten weet te bereiden, kent niet veel van zijn vak), nooit sterk zijn geweest in het teelen van vruchten en groenten. Hoewel er in groote deelen van China ook druiven groeien, is er geen echte Chineesche wijn. jWat de Europeanen in de wandeling „Chineesche wijn" noemen, is bereid uit granen of rijst en is feitelijk een soort „jenever", die gedurende maaltijden warm uit.kopjes gedronken wordt en geschonken wordt uit trekpotjes. Toch bestaat er in China wel daar vervaardigde wijn, maar dit is feitelijk geen Chineesche wijn, daar hij gewoonlijk vervaardigd is door Fransche en Italiaansche missionarissen, die alle mogelijke wijnen, tot Port toe, in den handel brengen tegen zeer lage prijzen.
RUSLANDS WESTELIJKE DEFENSIE-LINIE. Een grenslijn van 2000 mijl.
Toen de tweede wereldoorlog in September 1939 uitbrak, had Rusland een landgrens van circa 2000 mijl, die op een 500 mijl na volkomen onbeschermd was. Een bijna rechte lijn strekte zich uit van de Arctische tot aan de Zwarte Zee, gedeeltelijk door dichte bosschen en langs meren -en moerassen, maar gedeeltelijk ook over steppen, die een ideaal terrein vormen voor een gemechaniseerden opmarsch en een tankaanval op groote schaal.
Het Noordelijk deel, 700 mijl langs de Finsche grens, is moeilijk te overschrijden. Het klimaat en het ter■ rein vormen ern-
MIXED PICKLES.
stige belemmeringen. Op het Karelische schiereiland liep de grens op een 40 km. afstand van Leningrad af, zoodat vijandelijke troepen, die hier zouden binnendringen, in korten tijd de stad ernstig zouden bedreigen.
Langs de grenzen der voormalige Baltische staten, die zooals men weet, vrijwel door Rusland geannexeerd zijn, was het gebied over 1100 mijl volkomen open. Door de inlijving der Oostzeestaten is daar een verandering in gekomen, doordat de grenzen verlegd zijn naar de Oostzeekust Dultschland zal echter ongetwijfeld met vijfde in dit gebied beginnen en trachten een groot deel van de bewoners van Lithauen, Estland en Letland op zijn hand te krijgen door beloften van „bevrijding". ;
De toestand was zoodanig onbevredigend, dat men eindelijk begon in te zien, vooral met de voorbeelden van West-Europa onder oogen, dat het dringend noodig was in den kortst mogelij ken tijd, de grenzen te versterken. In de eerste plaats begon men de grens op verschillende plaatsen te verkorten en langs natuurlijke versterkte terreinen te voeren, achter moerassen of. rivieren. De. Karelische grens werd verkort mét 60 mijl.
De grenslijn tusschen Oost-Pruisen en Duitsch-Polen werd versterkt. Dan loopt er een vrij sterke linie achter de Bug-rivier tot aan de Karpathen, die natuurlijk een ernstig natuurlijk bolwerk vormen. Maar in aanmerking nemend, wat.de Duitsche gemechaniseerde colonnes in het zware Grieksche bergland presteerden, kan men niet zoo rustig zijn over natuurlijke hindernissen.
Langs de zuidelijke grens van de Boekowina tot aan Proeth is de grens vrij zwak. maar achter de Dnjestr liggen behoorlijke versterkingen, waardoor Odessa en het achterland beschermd is.
De vraag is echter of dit alles voldoende'sterk is tegenover het geweld der Duitsche tankaanvallen. De algemeene verwachting omtrent de kracht der Russen is, dat zij vermoedelijk wel krachtig kunnen optreden in een korten oorlog, daar hun luchtvloot ook sterk is, doch een langen oorlog zal het moreel der Russische weermacht niet kunnen verdragen.
Zuid-Oost-Europa levert veel petroleum op, waarvan Rusland de grootste producent is. In 1937 leverde Sovj et-Rusland in totaal 405.millioen ton op. Het grootste.deel werd voor. eigen industrieele doeleinden verbruikt. Want vooral de collectieve gemoderniseerde en gemotoriseerde boerenbSdrijven verbruikten zeer veel benzine. leder jaar gaat er 10 millioen ton benzine en petroleum naar het land. In 1938 bedroeg de export slechts 1 millioen ton. Duitschland heeft dan ook zeer weinig uit de Sovjet-Unie ontvangen, vooral daar het verkeerswezen slecht ontwikkeld Is in Rusland. Zelfs wanneer Duitschland in eenlge maanden tij ds den Russisohen weerstand vernietigt en dus alles van Moskou gedaan zou krijgen, wat het zou eisenen, blijven er allerlei groote moeilijkheden bestaan. De industrie en de graanoogst moeten geheel en al gereonganiseerd worden. Er moeten Duitsche technici in de Russische fabrieken, het land moet opnieuw bebouwd worden. En al dit werk eischt zulk een omvangrijke en minutieuse organisatie, dat het de groote vraag blijft, of Duitschland na de eerste successen, die het ongetwijfeld behalen zal, er in slagen zal den Russlschen beer er binnen drie maanden onder te krijgen.'
Dit is geen foto van een door een luchtraid getroffen Europeesche stad, doch de in lichterlaaie staande Girard Avenue te Philadelphia, waar deze brand voor bijna 5 millioen dollars schade aanrichtte. (Nadruk verboden^
Dit is geen foto van een door een luchtraid getroffen Europeesche stad, doch de in lichterlaaie staande Girard Avenue te Philadelphia, waar deze brand voor bijna 5 millioen dollars schade aanrichtte. (Nadruk | verboden^
TENTOONSTELLING TE BATAVIA. Willem Hofker.
Onze redacteur te Batavia schrijft:
' In den Kunstkring exposeert Willem G. Hofker, wiens werk reeds bekend Is van vroegere tentoonstellingen. Sedert 1938 is hij op Balt en daarop heeft al dit werk, schilderijen en teekeningen, betrekking. Het zijn meest figuurstukken en studies, er is slechts een enkel landschap, ..Uitzicht uit het huis van den schilder te Oeboed", dat echter geen overtuigende kwaliteiten 1 :3ft, om van Hofker als landschapschilder iets bizonders te verwachten. Hij heeft zich trouwens meer op het schilderen van het figuur en van portretten to gelegd. Bali was voor den Hollandschen schilder natuurlijk een geheel nieuwe omgeving, ook al kende hij reeds een en ander van Indië. Toch is zijn Balisch werk geen openbaring geworden; Hofker is zichzelf gelijk, gebleven. Hij is - ongetwijfeld, een vaardig schilder, die het metier góéd rmeëster 4s, bovendien een knap figuurteekenaar; hij ■ weet kleur aan zijn werk te geven, "dat goed van compositie is,. en met licht-glanzen op de naakte huid der Baliheezen, meest vrouwenfiguren, weet hij aardige effecten te bereiken. Maar tot iets nieuws in ivisie, stijl en schildertrant heeft Bali hem niet geïnspireerd. Het blijft betrekkelijk onpersoonlijk. Hofker ziet zijn sujetten vrijwel altijd het zelfde, waar of onder welke omstandigheden hij ze ook waarneemt. Zij wekken den indruk, allen voor hem >te hebben geposeerd, zoodat elke figuur • een tamelijk bewegenloos object is geworden, gevangen in een bepaalde houding en met een bepaalde uitdrukking; de levendigheid van het dynamische mist men noode.
Zoo blijft het knap academisch werk, met figuren in een meest aantrekkelijke pose. „Dabllg aan het rijststampen" staat er onder, een der teekeningen; jawel, maar beweging zit er niet in, de jonge vrouw staat onbeweeglijk, en zoo Is -'t met al dit werk. Intusschen, een zekere bekoorlijkheid kan men er niet aan ontzeggen. ~.',:..'. . .
De expositie werd verreikt met een collectie teekeningen van den schilder, door de K.P.M, in bruikleen afgestaan.
Men zal zich herinneren, dat Hofker voor de KP.M. een portret van H.M. de Koningin schilderde, dat' in" kleurenreproductie algemeene verspreiding vond op K. P. M.-kantoren en -schepen.
DE VIJFDÀGSCHE SCHERMWEDSTRIJDEN. Onder groote belangstelling beëindigd.
Magelang, 21 Juni (A n e t a). De vrjfdaagsche schermwedstrrjden der Midden-Javagarnizoenen zijn heden beëindigd. Gisteravond, hadden de demi-finales en finales sabelschermen der officieren plaats in de sociëteit de Eendracht, onder groote belangstelling, o.a. van den gouverneur, den divisiecommandant, den Pakoealam, den resident van Kedoe en den regent van Magelang. Heden heeft de prijsuitreiking feestelijk plaats. Ane t a bericht nader, dat de volgende officieren als prijswinnaars uit het krijt traden : floret, kap. Breemouer en luit. Feytjes; deg e n, de kapiteins Pasqua, Breemouer, Avink en De Vries; sabel de kapiteins Breemouer, Avink. Pasqua, De Vries, benevens luit. Wlrosoeratto. De korpswedstrijden sabel voor militairen beneden den officiersrang brachten als overwinnaars equipes van Gombong, Malang en Semarang.
ALG. BOND AUTOBELANGHEBBENDEN. Minimum-tarieven.
Door den Bond van Automobielbelanghebbenden in Nederlandsch-Indië, de A. B. A. N. 1., werd in een handig boekje een aantal minimumtarieven in het licht gegeven voor het vervoer van bepaalde soorten van goederen met openbare vrachtauto's op of langs en in doorgaand verkeer over aangewezen trajecten. Het hoofd van de Afdeeling Wegverkeer van het departement van Verkeer en Waterstaat zegt hiervan: . De uitgave van dit boekje, waardoor aan de minimum-tariefrcgeßngen grootere bekendheid wordt g«««- ven, valt toe te juichen. Het is voor, betrokkenen een toe t« Juichen uiteaaf.
Felle koude winters.
Te Tlentsln, op ongeveer 39 graden noorderbreedte, heerscht vaak 's winters een felle koude en daalt soms het kwik In den thermometer tot meer dan twintig graden onder nul. Nog erger is het te Peking, op bijna 40 graden noorderbreedte. Daar is namelijk het vastelandsklimaat overheerschend. In belde steden vallen elk jaar pakken sneeuw. Dikwijls waaien er ook zandstormen, die uit de Gobl-woestljn zand en 's winters vinnige koude, 's zomers zengende warmte met zich voeren. Shanghai heeft minder koude winters. Gedurende den nu afgeloopen winter is de temperatuur slechts enkele dagen eenige graden onder het vriespunt gedaald, maar het is toch zoo koud, dat de hier wonende Europeanen (indien ze het geld er voor hebben) minstens vijf maanden stoken. Vele Europeanen, met name de immigranten, Joodsche vluchtelingen , uit verschillende deelen van Europa, zijn te arm om zich verwarming te kunnen veroorloven. De Chineezen verwarmen hun huizen over het algemeen niet en branden hoogstens op zeer koude dagen een houtskoolcomfoor, dat bizonder veel stank en weinig warmte geeft. Als laat in den herfst de koude begint, kleeden ze zich steeds dikker en dragen vaak in hun handen een klein zakje met warm water en steeds kunnen ze dat warme water vernieuwen, want overal verkoopt men kokend water, als in Nederland en België vroeger, toen daar nog de water- en vuürvrouwtjes bestonden.
Wat vreemd is.
Vreemd is ook, dat de Chineezen met hun zeer verfijnde, geraffineerde keuken geen boter en kaas weten te bereiden. Melk staat bij hen evenmin in eere en een ouderwetsche Chinees zal er nooit toe komen, dit vocht te drinken. „Chineesche" boter en kaas komt over het algemeen uit Mantsjoekwo, waar Russen zich bezig houden met de vervaardiging. Boter en kaas komen hier thans in groote hoeveelheden uit het noorden, uit Mantsjoekwo, aan. Het is immers lente. Nog enkele weken, dan begint de warmte, die echter niét zeer hevig, maar vochtig is. Die warmte duurt hoogstens drie a vier maanden en daarna komt hier de aangenaamste tijd van het Jaar: de herfst. Op gure, ongemoedelijke dagen kan men hier zelfs in Mei naar den herfst verlangen. J. K. Brederode. (Nadruk verboden.)
BINNENLAND. NOODWEER OP SUMATRA. Groote schade en enkele dooden.
Ter Westkust heerschte tot voor kort een langdurige droogte. en gevreesd werd, dat de padioogst zou mislukken, terwijl men maatregelen ter,voorkoming, van*eventueele branden trof..' ;",''.. Doch men kwam bedrogen, uit, want in den nacht van Zondag op Maandag.(B op 9 Juni) viel een bizonder zware, regen neer welke ' tot Maandagmorgen 10.. uur. duurde, waarbij tot overmaat var. ramp een hevige orkaan - woedde, meldt de „Sum. Bode". ...... Ter hoofdplaatse Padang werden veel boomen ; ontworteld, waardoor telefoondraderii werden.'.vernleld, terwijl j van diverse ƒ) huizen' de daken schade opliepen.'. Gelukkig vonden er. niettegenstaande :een;vrij hevigen bandjir, geen persoonlijke ongelukken plaats.'' : >-,"*. Te Padang Pandjang.is van hal S. S.'-station'aldaar'*het dak afgewaaid,: terwijl in diverse kampoeng.' vele boomen werden, ontworteld, die enkele kampoengwoningen verpletterden. --.-■•-- Ook hier zijn er gelukkig geen persoonlijke slachtoffers te betreuren. De eerste versnelde trein'naar Padang had op Maandag een oponthoud te Parit Malintang,; doordat een telegraafdraad midden op.de rails terecht was gekomen. Met behulp van enkele militairen,. die 'toevallig met den sneltrein reisden, werd de baan vrij gemaakt. Uit Pariaman vernamen wij, dat een persoon, die op dien morgen reeds vroeg wakker was, doch zich weder te bed begaf vanwege het onweer, door een omgevallen klapperboom werd gedood, terwijl zijn huis totaal vernield werd."". In den kampoeng Gasan, in de buurt van Pariaman, werden eveneens twee personen door een omvallenden klapperboom gedood, terwijl de andere familieleden nog tijdig konden ontsnappen. In de omgeving van Pariaman zijn over het algemeen vele boomen ontworteld, waarbij vele woningen werden beschadigd, doch op bovenvermelde 3 dooden na, zrjn er geen verdere slachtoffers te betreuren. Tenslotte vernamen wij nog, dat op den grooten weg Padang-Moeara Laboeh vele boomen zijn omgevallen, waarbij gelukkig geen slachtoffers zijn gevallen.
DE ORATORIUM-VEREENIGING. Succes voor het Prinses Irenefonds.
Wij vernemen, dat de netto opbrengst van de door de Bataviasche Oratoriumvereeniging gegeven | uitvoering van het Requiem van.Mozart op 14 Mei jL.ba-i. droeg ƒ 1.009,80. - '<"r- Dit bedrag werd gestort bij de Javasche Bank ten bate van het Prinses Irene Fonds. De uitvoering, die gegeven werd ter herdenking van de gevallenen gedurende de Mei-dagen van 1940, was dus niet alleen een succes op muzikaal gebied, maar ook een succes voor het Prinses Irene Fonds, het fonds, dat hoopt na de herrijzenis van het Vaderland de zorg op zich te kunnen nemen voor de oorlogsweezen.
DE DUITSCHE VROUWEN. Het vertrek.
Het Zwitsersche consulaat te Batavia-C, dat de Duitsche belangen in Nederlandsch-Indië behartigt, deelt mede, dat de speciaal voor de evacuatie van de Duitsche vrouwen en kinderen uit Nederlandsch-Indië bestemde boot, het s.s. „Asama Maru". ddo. 2 Juli a.s. te Batavia (Tandjong Priok) aankomt en ddo. 3 Juli 1941 van Batavia (Tandjong Priok) direct naar Japan vertrekt. Aangaande mogelijke wijzigingen betreffende het vertrek der Duitsche vrouwen en kinderen in verband met de vijandelijkheden tusschen Duitschland en Rusland, heeft Tiet Zwitsersche consulaat tot den middag van 23 Juni 1941 geen instructies ontvangen. Het Zwitsersche consulaat vestigt er nog speciaal de aandacht op, dat aangelegenheden, die niet aanstonds geregeld kunnen worden, zooals bijv. met de Weeskamers voor het medenemen van persoonlijke bezittingen, papieren enz., na het vertrek der vrouwen door het consulaat zullen worden geregeld.
AARDEWERK INDUSTRIE IN OOST-PREANGER. Genoeg klei voor 100 jaar.
Indië weet langzamerhand wel, hoe zich te voorzien van industrieproducten, die het dagelijks noodig heeft. In Tjiawi, een plaatsje niet ver van Tasikmalaja, is een Inheemschen ondernemer kortgeleden begonnen met een aardewerk-industrie, aldus meldt het dagblad „Mata-Hari". Deze industrie op zichzelf is voor Indië niet nieuw meer. De spaarpotjes, waterkaraffen en meer nog het kinderspeelgoed, hebben in Plered een behoorlijk bedrijf doen ontstaan. Maar tot voor kort is men er daar niet toe over kunnen gaan de zoo noodige huishoudelijke artikelen te fabriceeren, totdat men in Bandjernegara hiermee begon, in volledige samenwerking met den actieven regent aldaar. N De industrie, welke nu in Tjiawi opkomt, is in vele opzichten gelijk "aan die, welke.reeds in Bandjarnegara bestaat. Het eerste product van de fabriek is, voor zoover de „M. H." kon nagaan, in kwaliteit min of meer gelijk aan dat van Bandjarnegara. Het glazuurwerk voor borden, serviezen en andere huishoudelijke voorwerpen is bevredigend 'te noemen. Ook de groote moeilijkheid, welke gelegen is in het maken van de dunne borden met een geringe breekbaarheid en een dragelijk gewicht, heeft de Tjiawische fabriek kunnen overwinnen. Kortom, het verschil in;kwaliteit met de import artikelen is niet groot, zoodat men redelijkerwijs mag hopen qp een behoorlijken afzet.
Behalve de gewone huishoudelijke artikelen worden ook andere artikelen zooals aschbakjes etc. gemaakt.
Daar men in Tjiawi eigenlijk pas begonnen is met een proefproductie, weet men nog niet wat het hoofdproduct van deze nieuwe fabriek zal zijn, die onder leiding staat van den heer O. Mangoensastra. Eenige importeurs uit Batavia hebben hun belangstelling-getoond en aan de fabriek een bezoek gebracht. Volgens de „M. H." kon de heer O. Mangoensastra nog niet overgaan tot het aannemen van orders.
Het grondstoffenvraagstuk, in dit geval klei, kon gemakkelijk worden opgelost. In de omgeving van de fabriek vindt men genoeg klei, voor 100 jaren.
De eerste steenlegging van de fabriek had plaats op den sden December 1940. Thans is men gereed met den bouw van de ovens, waarvan de inhoud varieert tusschen 2 en 20 kubieke meters. .
Akte van toelating.
Toegelaten tot uitoefening der genees-, heel- en verloskundige praktijk in Nederlandsch-Indië als arts de heer M. Soenarto.
PERSSTEMMEN. De Duitsche vrouwen.
Men vestigt er van de zijde van den middenstand onze aandacht op, aldus het „A. I. D.", dat vele Duitscha vrouwen, die binnenkort naar haar „Heimat" zullen terugkeeren — zij krijgen van ons het heilige kruis na — zich voor haar afreis in tal van winkelzaken voorzien van grocte voorraden kleeding en huishoudelijke goederen. Zij weten natuurlijk, dat zij in het beloofde land, waar zij naar toe gaan, zoo goed als geen kleeren meer zullen kunnen koopen. Straks zullen zij dus in het Vaterland met open armen worden ontvangen, voorzien als zij zijn van allerlei heerlijks en mooLs, dat men in Duitschland niet meer krijgen kan. Toch vragen wij ons af, of het de bedoeling kan zijn, dat deze vrouwen de goederen wegkoopen, die wij hier geleidelijk aan niet meer mogen invoeren. „Steun aan den vijand" is een begrip, dat zich ver kan uitstrekken, wy meenen daaronder ~ in ieder geval te mogen rangschikken het toelaten, dat Duitsche vrouwea abnormaal groote voorraden kleeding en andere goederen meenemen. Reeds vóór den inval in Nederland mocht men uit Duitschland zoo goed als niets meer meenemen naar het buitenland. Wordt het geen tijd, dat wij eenzelfden maatregel toepassen? Als de vrouwen haar garderobe willen aanvullen, laten zij dat dan maar doen in Japan of in Rusland. Zij kunnen Indië verlaten met kleeren en goederen voldoende voor een normale behoefte gedurende de reis. De rest dient hier te blijven.
Heeft men er te Batavia wel eens over gedacht, om de in Nederland vertoevende vrouwen van in Indié vertoevende mannen en kinderen var. families in Indië uit te wisselen tegen de Duitsche vrouwen en • kinderen? Dat lijkt toch niet zoo gek.