Wat het Verre Oosten betreft is men de laatste Jaren eensgezind geworden.
Alle partijen zijn het er over eens. dat het slechts'in hun voordeel kan zijn, wanneer China als overwinnaar uit het conflict. met Japan te voorschijn komt. De Indische nationalisten gingen dan ook niet weinig te keer toen Engeland, zij het slechts voor korten tijd, den Burma-weg sloot.
De sympathie voor China in Indlë is echter van recenten datum. Er was een tijd, dat de Indische nationalisten meer voor Japan dan voor China voelden. Sedert 1904, het jaar waarin Togo zijn schitterende overwinning behaalde, hebben de Indische nationalisten naar Japan opgezien als naar het land, dat Indië „uit de slavernij zou bevrijden".
De volgende Jaren versterkten de Indiërs nog in de Idee, dat Japan het eenige land was dat het Westen kon uitdagen. De meeste nationalisten keken uit naar den tijd," waarin de Europeanen op hun plaats zouden worden gezet. Hoe grover de „Aziatische vrienden" in Japan tegen het Westen te keer gingen, hoe beter het was.
Japan pakte de geboden gelegenheid aan. De „onderdrukte" Aziaten moesten met Nippon samenwerken. Het Buddhlsme werd aangegrepen als een propaganda-factor, vooral in Britsch-Indië. Japansche lectuur werd met ladingen naar Britsch-Indië gezonden, om het volk bewust te maken van een „gemeenschappelijke beschaving". Het Buddhisme is immers een product van Indlschen bodem, en den Hindoes bekend.
"Sympathie voor China.". "De Indische courant". Soerabaia, 1941/07/15 00:00:00, p. II. Geraadpleegd op Delpher op 13-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011176487:mpeg21:p010
"De Indische courant". Soerabaia, 1941/07/15 00:00:00, p. II. Geraadpleegd op Delpher op 13-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011176487:mpeg21:p010
Men moet geen oogenblik uit het oog verliezen, dat de strijd tegen de Mohammedanen voor de Hindoes een diep politiek probleem is. Kort geleden maakten deze groepen zich nog ongerust over de activiteit van den Fakir van Ipi, en de onlusten in Waziristen. De Hindoes waren het er blijkbaar over eens geworden dat men dan maar een prijs moest betalen voor de Japansche hegemonie in Azië.
Voor Japan, bleek het later, was dit Pan-Buddhistisch ontwerp niets anders dan een politieke manoeuvre. De geheele Japansche politiek kwam neer op het verstoren van het politieke evenwicht in Azië, cm door het uitspelen van de ..Azië voor de Aziaten"- leuze de expansie van Nippon te bevorderen.
Zoo speelden de Japanners het zelfs klaar om tegïlijk het Pan-Mohammedanisme te steunen, iets wat met hun Buddhistische politiek totaal in tegenstrijd was. Deze paradox Is slechts te verklaren,,wanneer men rekening houdt met het Japansche oppertunis-
Japan heeft zelfs in samenwerking met Italië propaganda gevoerd in Iran en Arabië. In 1936, werd het bekend, dat deze landen agentschappen in Shanghai hadden, waar men probeerde de Chineesche Mohammedanen tegen de Chineesche nationalisten op te zetten.
"De Fukir van Ipi.". "De Indische courant". Soerabaia, 1941/07/15 00:00:00, p. II. Geraadpleegd op Delpher op 13-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011176487:mpeg21:p010
Hoe dit ook zij: de Japansche oriëntatie van het Indische nationalisme was het sterkst even voor het uitbreken van den oorlog tusschen China en „Japan. Zoo steeg bijvoorbeeld het aantal Indische studenten, dat in Japan ging studeeien. Jaar in, jaar uit, en in 1936 maakte Japan ophef var. het feit, dat het aantal Britsen-Indische studenten op Japansche universiteiten slechts werd overtroffen door het aantal studenten aan de Engelsche unlveislteiten.
Steeds meer Japansche dichters, filosofen en kunstenaars brachten een bezoek aan lndië om lezingen te houden, en belangrijke Indiërs te ontmoeten. Toen Yone Noguchl naar lndië kwam, werd hij door alle belangrijke leiders ontvangen, Inclusief Gandhi en Tagore, en hij werd over het geheele land'gevierd.
Natuurlijk ging er een stroom van artisten en publicisten van Lndië naar Japan. De financiers van lndië gingen over tot transacties met Japan en 'deden belangrijke zaken. Wijlen S a k 1 a twa 1 a, de Parsi, belegde al zijn millioenen in Japan. Ten slotte was er een groep, die zich er op toelegde de kennis van het Buddhisme van Japan naar lndië terug te brengen. Er zijn in lndië gedurende de laatste tien jaren meer Buddhlstische tempels en kloosters geopend dan in de eeuw die daaraan vooraf ging.
En bij iedere openingsplechtigheid prees een Japansche consul h?t „eemeenschappelljk erfdeel" met de Hindoes.
Het Japansche krijgsgeschreeuw „Azië voor de Aziaten" verblindde sommige Indische leiders zoozeer, dat zij niet meer konden begrijpjn .waarom China steun van het Westen liever had dan steun van Japan bij het herbouwen en reorganiseeren van China.
Zelfs nog In den zomer van 1937, toen het Chineesch-Japansche conflict begon, waren de Hlndoelelders In Indlë en de revolutlonnalre Indiërs, die een toevlucht In Japan hadden sedert de spannende dagen van den wereldoorlog, crltlsch gestemd over het vermogen van China om „de ware bedoelingen van Japan" te begrijpen. ~De huidige Chineesch-Japansche oorlog heeft echter liet geheele beeld veranderd. De Indiërs realiseeren zich, dat het eene Aziatische volk het andere Aziatische volk met imperialistische ambities kan overvallen, en zelfs de nationalisten, die vroeger de leuze „Azië voor de Aziaten" aanhieven, zijn er achter gekomen jiat dit, voor zoover dit Japan be"treft, niets anders beteekent dan „Azië voor de Japanners".
"Oriëntatie op Japan.". "De Indische courant". Soerabaia, 1941/07/15 00:00:00, p. II. Geraadpleegd op Delpher op 13-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011176487:mpeg21:p010
Uit het Amsterdamsche „Algemeen Handelsblad" van den 9den Mei 1941 het hoofdartikel van den dag: „Aan den vooravond van den tienden Mei gaan onze gedachten in stillen eerbied uit naar hen, die een jaar geleden, toen het oorlogsgeweld ook over Nederland zijn donkere vleugelen spreidde, hun leven offerden aan hun heiligen vaderlandschen plicht: het vaderland getrouwe, tot in den dood. De barensweeën van een kenterenden tijd hebben ook ons volk, dat langer dan een eeuw In ongebroken vrede aan zijn bestaan en zijn toekomst had gebouwd, in haar wreeden greep getrokken. Het is de tragedie geweest van het lot, dat Europa, het oude en betrekkelijk kleine, maar van geestelijk leven tintelende centrum van Westersche cultuur, welker invloed het aangezicht der geheele wereld wist te boeien en te belichten, tot dusver wel den oorlog, maar niet den vrede wist te veroveren. De voortschrijdende techniek, die alle middelen voortbracht om meer welvaart voor allen aan den aardbodem te onttrekken, en om menschen en volken met steeds volmaakter verkeersmiddelen voortdurend dichter bij en tot elkander te kunnen brengen, heeft geen begeleidend 'equivalent gevonden in een evenredigen groei van wederzij dsch begrip en onderlinge verdraagzaamheid en aanpassingsvermogen. De wereld bleef een innerlijk verscheurd geheel, en staatsmanskunst en geestelijke leiding faalden, en konden niet voorkomen, dat wederom het menschelijk vernuft in dienst moeit worden gesteld van tegenstelling en vernietiging.
Maar bij het graf van onze dooden, en van alle dooden, die zich offerden aan deze worsteling om meer licht en meer begrip, moeten wij ons op de toekomst bezinnen, wanneer wij werkelijk willen, dat uiteindelijk deze offers niet vergeefs zullen zijn gebracht, dat de volledige trouw van zooveler aan een plicht en een ideaal niet vruchteloos cal zijn geweest, wy mogen, wij kunnen niet volstaan met onze doodenakkers te heiligen en te wijden aan de nagedachtenis van hen. die het hoogste schonken, dat zij geven konden. Een groot staatsman. L'.ncoln, staande op het slagveld van een land, dat uit de wonden bloedde van een burgeroorlog, zooals vandaag Europa bloedt uit de wonden van wat eigenlijk ook een burgeroorlog moet heeten binnen de grenzen van een groot, roemrijk en eeuwenoud cultuurgebied, heeft het, meer dan driekwart eeuw geleden, zoo ontroerend eenvoudig, maar tevens zoo onweersprekelijk waar gezegd. Wij, de levenden, kunnen dezen strijdgrond niet wijden. „De dappere mannen, levend en dood, die hier strijden, hebben hem gewijd, ver boven ons poover vermogen om daaraan iets toe te voegen of te onttrekken. De wereld zal weinig acht slaan op, en zich niet lang herinneren wat wij hier zeggen, maar zij zal nooit kunnen vergeten, wat zij hier verrichtten... Wij, de levenden, zijn het dan ook. die hier gewijd moeten worden aan de groote taak, die nog voor ons ligt".
Ook nu ligt er een taak voor ons. Zij richt zich, over alle tegenstellingen van het oogenblik heen. tenslotte op de totstandkoming van een waardige, rechtvaardige, levenskrachtige maatschappij, waarin volken en menschen zich naar hun gaven en hun aard vrij en zelfstandig zullen kunnen ontplooien, en in de vrije geestelijke verscheidenheid, die hun van nature gegeven is. in verdraagzaamheid hun bijdragen van arbeid en cultuur zullen kunnen schenken aan de menschelijke beschaving. Volmaking zal de mensêhheid op dit ondermaansche nooit gegeven zijn, maar ook het streven is schoon en onweerstaanbaar. En wanneer het kenmerk van de geestelijke strooming, die zich thans in velerlei vormen over onze wereld uitstort, het verlangen is naar een nieuw gemeenschapsgevoel, waarin de burgers van een land, de landen van een natuurlijke aaneengeslotenheid, en de continenten van onzen kleinen aardbol, zich bewust zullen worden van een sterke dienende gedachte, dan zal tenslotte uit het vele bloed en het groote leed, waarachter de zon nu welhaast schuil gaat, iets kunnen overblijven, dat vooruitgang zal mogen heeten, al zal de prijs, die er voor betaald werd, hoog en smartelijk geweest zijn. Naar zulk een toekomst, waarin ons Nederlandsche volk zijn opbouwende vredestaak als historisch beproefd, oud en vrij cultuurvolk zal kunnen vervullen in vrije, gelijkwaardige en vruchtbare samenwerking met anderen .in Europa en in de overzeesche gewesten, willen wl] op dezen dag, over de graven van onze gevallenen heen, den blik richten. Wij zijn het aan onze dooden verplicht, aan de toekomst van dit volk, dat ook hun volk was. met open blik voor de eisenen van een maatschappelijke hervorming, in stage volharding verder te arbeiden".
Zoo fier en devoot tevens,-zoo moedig en goed schreef het „Algemeen Handelsblad" onder de oogen van den bezetter. Zoo nobel en beheerscht schreef het blad op den daR voorafgaande aan dien, waarin heel Nederland, heel de wereld den adem Inhield bij de herdenking van den dag. waarop tegen een mechanische, brute overmacht een klein volk zich met onstuimlgen moed opmaakte in een gewapend „vlammend protest" tegen de voorbeeldelooze schending van de goede trouw en de aantasting van wat tusschen beschaafde staten behoorlijk is.
De vijandelijke bezetter had, behoeft het gezegd, gevreesd, dat deze dag er een worden zou van grootsche demonstratie, van demonstratie in den geest van aanhankelijkheid, geloof en trouw, in den geest van het Nederlandsche volk. Deze bezetter meende derhalve niet beter te kunnen doen dan elk „demonstratief gebaar van de bevolking onvoorwaardelijk te verbieden". Ook de bekendmaking van dit verbod van de zijde der vijandelijke bezetting stond In de bladen van den 9den Mei. Wij drukken het hier niet af. Het verbod bleek waardeloos en krachteloos. Immers Nederland, het Nederlandsche volk, getuigde op den lOden Mei op eene wijze, zoo verheven, zoo treffend en zoo innig, dat dit meer werd dan de demonstraties, die de nazi's zoo duchtten, meer dan welke betooging ook ooit geweest zou kunnen zijn. De stille hulde door Nederland aan zijn gevallen helden gebracht, beteekende oneindig veel meer dan betoogingen, vlaggen, parades: zij werd tot een apotheose van saamhoorigheid en trouw, grootscher dan het heftigst getuigenis ooit had kunnen zijn. Zelfs de „Telegraaf" kwam er van onder den indruk en de ontroering van den „verslaggever" blinkt ondanks alles heen door zijn woorden. In het avondblad van den 12den Mei stond hierover het volgende te lezen : „Duizenden Nederlanders uit alle deelen van het land hebben Zondag op den Grebbeberg te Rhenen een eerbiedige hulde gebracht aan de landgenooten, die daar verleden Jaar in den strijd voor het vaderland gevallen zijn. Van 's morgens vroeg tot laat in den middag trok een ontzaglijke stoet mannen en vrouwen in een onafgebroken rij langs de graven op het soldatenkerkhof, waar bij alle drukte, een diepe, plechtige stilte heerschte. Met prachtige kransen, bloemstukken, maar ook eenvudige bouquetten, brachten de bezoekers hun gevoelens tot uitdrukking, zoodat de graven ten slotte onder de bloemen bedolven werden. Men was geheel op eigen gelegenheid naar Rhenen gekomen: per trein, autobus en fiets. Vaders en moeders, die hier zonen te betreuren hebben, vrouwen, wier mannen of verloofden onder de gevallenen behooren en kinderen, die hun vader verloren. Het bezoek was echter zoo overstelpend, dat men zich slechte voetje voor voetje over de gewijde plek kon voortbewegen. Op alle graven werden bloemen gelegd en vooral de Onbekende Soldaat werd niet vergeten. Het was een indrukwekkend défilé, dat zonder wanklank verliep. De druk was zoo groot, dat op den rijksweg het verkeer door de politie geregeld moest worden. De onlangs gereed gekomen rijwielbewaarplaats bleek veel te klein. De bussen van j den dienst Rhenen-Arnhem reden ' af en aan en konden nauwelijks den stroom bezoekers verwerken. Ook de treinen voor Rhenen uit de richting Amersfoort en Kesteren vervoerden een record aantal reizigers".
De openlijke veroordeeling van den slavernij-geest van het nazidom door het „Algemeen Handelsblad" en de stille wijding bij den Grebbeberg, zij zullen ons tot een heugenis zijn, ook dan nog wanneer het straks in het vaderland niet langer verboden zal wezen zijn gevoelens en gedachten op vrije wijze tot uiting te brengen.
"DOODEN IN DE MEIMAAND. (Van een bitonderen medewerker). Bloemen voor de helden, wijding van de toekomst. Holland deed meer dan demonstreeren.". "De Indische courant". Soerabaia, 1941/07/15 00:00:00, p. II. Geraadpleegd op Delpher op 13-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011176487:mpeg21:p010
„De eerste, psychologische, verandering was een gevolg' van de omstandigheid, dat de leidende geesten van het Indisch nationalisme zich realiseerden, dat de beweging, waarvan zij de leiding op zich hadden genomen, niet langer een conflict tusschen Indië en Groot-Brittannië tot oorzaak had. Zoowel het conflict in China, als het conflict in Europa, heeft het. Indische vraagstuk uit de studeerkamer gehaald, en op een wereldbasis gesteld. Ten gevolge hiervan begrijpen de leiders van Indië, dat er iets meer van hen wordt verlangd, dan dat rij hun voldingen tegen Engeland in het harnas jagen, en tegen het Brit«che imperialisme. Het is zeer goed modelijk, dat zij tengevolge hiervan zelfs hun vat op hun volgelingen, tenminste voorloopig, hebben verloren.
Het Is zelfs waarschijnlijk dat de tegenwoordige politieke verwarring in Britsch-Indië een gevolg Is van de verwarring In de geesten van de Indische nationale leiders, die zich jarenlang hebben getraind in de kunst van het vechten tegen het Britsche imperialisme, en die plotseling tot de ontdekking komen dat zij thans met een geheel ander soort strijd te maken hebben.
Een groote meerderheid van de politieke voormannen zijn de beste producten van het Engelsche school- en rechtshoogeschool-systeem. Wij hoeven alleen maar Gand h l, Nehru, Patel. Desai en Pra s a d op te noemen. Wanneer wij deze categorie zouden uitbreiden tot alle nationalisten, die een opvoeding in Engeland hebben gehad, dan moeten wij daar de extremisten B os e en mevrouw N a i d u bij rekenen, en vele anderen.
Jawaharlal Nehru.
"Niet tege., Engeland.". "De Indische courant". Soerabaia, 1941/07/15 00:00:00, p. II. Geraadpleegd op Delpher op 13-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011176487:mpeg21:p010
Cairo. 14 Juli (Reuter). Nog meer schepen van de as, die voorraden naar - Noord-Afrika vervoerden, werden door bomm-n--werpers van de Royal Air Force vernietigd, o.m. een schip van 7000 ton. In een communiqué, dat door het Brltsche hoofdkwartier werd uitgegeven, wordt gemeld, dat bommenwerpers van de ' R.A.F, gisteren een geslaagden aanval uitvoerden op een viiandelijk convool voor de haven van Tripoll. Een schip van 7000 ton werd getroffen, vatte vlam en werd vernietigd. Groote zware rookkolommen stegen van het schip op. Een schoener, driemaster, blijkbaar olie of munitie vervoerend, werd opgeblazen, toen het vaartuig door een bom werd ge-1 troffen, terwijl een ander klein i vaartuig van ongeveer 100 ton brandend werd waargenomen. Verscheidene groote bommen werden eveneens geworpen op schepen In de haven van Tripoll Het communiqué meldt voorts dat zware bommenwerpers van de R.A.F. Vrijdagnacht de haven van Benghazi en het vliegveld te Derna aanvielen. Een Junkers-88 werd Zaterdag ter hoogte van de Liby. srhe kust door een Brltsch achtviegtuig omlaag geschoten. Zware bommenwerpers vielen Zaterdagnacht vijandelijke vliegvelden op Rhodes aan. Te Calato kwamen bommen neer op landingsterreinen, waarbij branden en ontploffingen werden veroorzaakt. Op het vliegveld te Marltza werden de gebouwen en hangars getroffen, welke nog heftig brandden, toen de aanvallers wegvlogen terwijl ook een aantal zware o'cffingen werden veroorzaakt. Men meent, dat verspreid liggende vliegtuigen vernietigd werden tprwijl het bosch ten Oosten • van het vliegveld brandend werd achtergelaten. . Ook werden branden en ontploffingen veroorzaakt op het vliegveld te Kattavia. Alle Britsche vliegtuigen, die aan deze operaties hebben deelgenomen, keerden veilig naar hun bases terug.
"Een geslaagde aanval van de R.A.F. op een vijandelijk convooi voor Tripolis Ook de havens van Cherbourg en Le Kävre werden weer gebombardeerd. SUCCESSEN VAN DE BRITSCHE LUCHTMACHT.". "De Indische courant". Soerabaia, 1941/07/15 00:00:00, p. II. Geraadpleegd op Delpher op 13-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011176487:mpeg21:p010
De Russen vernielen, wanneer zij moeten terugtrekken, alles wat den vijand van nut zou kunnen zijn. Hierboven een foto van een door de Russen opgeblazen brug, waarnaast evenwel direct een noodbrug werd gebouwd. (Nadruk verboden.)
"De Russen vernielen, wanneer zij moeten terugtrekken, alles wat den vijand van nut zou kunnen zijn. Hierboven een foto van een door de Russen opgeblazen brug, waarnaast evenwel direct een noodbrug werd gebouwd. (Nadruk verboden.)". "De Indische courant". Soerabaia, 1941/07/15 00:00:00, p. II. Geraadpleegd op Delpher op 13-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011176487:mpeg21:p010
De tweede wereldoorlog heeft twee groote veranderingen teweeggebracht in de politiek van de Britsch-Indische nationalisten, schrijft Krishnalal Shridharani in ~Pacific Af f airs", twee veranderingen die men goed moet begrijpen om een inzicht te krijgen in de politiek van de Britsch-Indische leiders Mahatma Gand h i, Pandit Jawaharlal Nehru en Khan Abd u l Go/' / a r Khan, van het Nationaal Congres.
Tot vóór enkele jaren meende men dat de politici slechts wachtten op .het uitbreken van een nieuwen oorlog om het de Britsche regeering zoo moeilijk mogelijk te maken, ja, dat zij niet zouden aarzelen een revolutie te beginnen om hun doeleinden te verwezenlijken. Hiervan is echter op het oogenblik niets te bemerken, de ongehoorzaamheidscampagne van Gandhi wordt zeer zorgvuldig binnen de perken gehouden waar zij geenkwaad kan, en het Congres heeft het bij een protest gelaten toen White Hall geheel Britsch-Indië meesleepte in een oorlog, die volgens sommigen een begin had moeten zijn van de Indische onafhankelijkheid.
"DE POLITIEKE STRIJD IN BRITSCH – INDIE Onzekerheid onder de Indische nationalisten. – Vroeger oriënteerde men zich op Japan, maar dat is nu afgeloopen. Zij willen het Engeland niet lastig maken". "De Indische courant". Soerabaia, 1941/07/15 00:00:00, p. II. Geraadpleegd op Delpher op 13-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011176487:mpeg21:p010
Dit heeft ten gevolge, dat al deze strijders getraind zijn in het parlementaire gevecht, en zélfs wanneer zij hun toevlucht nemen tot revolutionnaire praktijken, dan schuilt er altijd nog iets van ..Britsch sense of fair play" en de „public school tie" in hun handelingen, hetgeen ten gevolge heeft, dat de advocaat zijn medeadvocaten „altijd nog blijft aanspreken met „hooggeachte collega's", zelfs wanneer hij er van overtuigd U dat zijn opponenten stompzinnige idioten zijn. Het is daarom begrijpelijk dat de nationalisten z'ch niet op hun gemak voelen in een strijd, üe op een revolutie gaat lijden, en die thans ver boven het traditioneele Indisch-contra- Britsch geharrewar is uitgegroeid".
"Getrainde strijders.". "De Indische courant". Soerabaia, 1941/07/15 00:00:00, p. II. Geraadpleegd op Delpher op 13-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011176487:mpeg21:p010
Wat er ook gebeurt, zegt de schrijver, of Engeland verliest of wint: Indië moet ten koste van alles 'den ouden samenhang .als geografisch gebied en als staat in het nieuwe Azië bewaren.
Wat voor Indië als staat van het hoogste belang is, Is de houding van de Mohammedanen. De Indische nationalisten zijn bang, dat de Mohammedanen een pad zullen volgen dat den Hindoes niet ten goede zal komen.
De Mohammedanen In Indië kijken naar het Westen: naar de Arabische landen .naar Egypte. Mr. Mohamm e d. All Jinnah en de Moslim-Liga zijn zelfs weer met de Pan- Mohammedaansche idee voor den dag gekomen. Te Lahore heeft Jinnah in een rede voor 100.000 aanhangers de splitsing van Britsch-Indië in een Mohammedaansch en een Hindoesch deel bepleit. Dit nu is genoeg om alle Hindoes op hun hoede te doen zijn. Het zou de helft van Indië naar het Westen richten, in navolging van het nationalisme dat thans rijpt in het Nablje Oosten; de 80.000 Mohammedanen zouden de politiek van de Indische nationalisten onmogelijk kunnen maken door hun eigen polltleken droom.
"De Mohammedanen.". "De Indische courant". Soerabaia, 1941/07/15 00:00:00, p. II. Geraadpleegd op Delpher op 13-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011176487:mpeg21:p010
» Londen, 14 Juli (Aneta Reuter). Officieel wordt gemeld, dat het Italiaansche tankschip „Strombo" door een Britsche O-boot tot zinken werd gebracht.
"Italiaansche tankschip tot zinken". "De Indische courant". Soerabaia, 1941/07/15 00:00:00, p. II. Geraadpleegd op Delpher op 13-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011176487:mpeg21:p010
Cairo. 14 Juli . (Aneta Reuter). In den afgeloopen nacht weerklonk opnieuw het luchtalarm te Alexandrië en In enkele deelen van het deltagebied.
Het ministerie van Buitenlandsche Zaken maakte heden bekend, dat In den loop van den nacht enkele bommen In het gebied van het Suez-kanaal werden geworpen, tengevolge waarvan lichte schade werd veroorzaakt en één persoon werd gedood.
"Bommen op Alexandrie en het Suez-kanaal.". "De Indische courant". Soerabaia, 1941/07/15 00:00:00, p. II. Geraadpleegd op Delpher op 13-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011176487:mpeg21:p010
Londen, 14 Juli (Aneta Reuter). De havens en scheepvaart te Cherbourg en Le Havre werden hedènochtend vroeg door Blenhelms, geëscorteerd door jagers, aangevallen. Te Cherbourg werd een schip van ongeveer 6000 ton getroffen en In brand gezet. Ook werden voltreffers geboekt op het spoorwegstation ten Zuiden van de haven, locomotiefloodsen en een fabriek. Te Le Havre werd een schip van ongeveer 6000 ton getroffen en later werd waargenomen, dat het schip half onder water lag. Later op den dag viel een andedere formatie Blenhelms de spoorwegemplacementen te Hazebrouck aan, waar vele oommenladingen op het doel waren neergekomen. Zeven vijandelijke jagers werden vernietigd. Twee Britsche bommenwerpers en vier jagers werden vermist.
"Cherbourg en Le Hâvre aangevallen.". "De Indische courant". Soerabaia, 1941/07/15 00:00:00, p. II. Geraadpleegd op Delpher op 13-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011176487:mpeg21:p010
Londen, 14 Juli (Reuter). Drie passagiers, allen piloten, werden gewond,'toen een vijandelijk vliegtuig, laag vliegend, een trein in de graafschappen nabij Londen met machinegeweren beschoot.
"Een trein beschoten.". "De Indische courant". Soerabaia, 1941/07/15 00:00:00, p. II. Geraadpleegd op Delpher op 13-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011176487:mpeg21:p010
Londen, 14 Juli (Aneta Reuter) De Admiraliteit meldt, dat de 1200 ton metende korvet „Auckland" tot zinken werd gebracht. De „Auckland" werd In 1938 vol-.
"De „Auckland” gezonken.". "De Indische courant". Soerabaia, 1941/07/15 00:00:00, p. II. Geraadpleegd op Delpher op 13-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011176487:mpeg21:p010