De herinneringsdatum der on.'-.'. derteekenlng van het Verdraf Tan Versailles is voorbijgegaan zonder feestelijke herdenking; Ja, ' bijna onopgemerkt. Twintig jaren Tan desillusie en crisis hebben den nekslag gegeven aan het lichtvaardige - idealisme en het —-niet-mlhder— liehtvaardlge-optl-— rnlsme, die het kenmerk vormden . Tan het einde Tan den Torigen oorlog én hebben den cynicus er toe gebracht In den tegenwoordigen oorlog niets anders te zien dan de botsing Tan concurreerende sollicitanten naar de wereldheerschappijrstrijdënd om ge op. pennacht. Deze opvatting echter wordt niet gedeeld door de groote massa Tan het volk in dit land of door hun vrienden in het bul- I tenland. Onverbiddelijke gebeurtenissen 'hebben de besprekingen aangaande de oorlogsdoeleinden, die in de eerste maanden van den oorlog zoo algemeen waren, naar den achtergrond is noodlg en goedrDêP Minister-President heeft de stemming Tan de natie zeer Juist weergegeven, toen hij verklaarde dat ons e e - _nXg oor 1 o g-*-d-ó e-1-o-p-ilt oogenbllk de overwinning Is. Maar desondanks !s de Britsche vastberadenheid om te overwinnen nog altijd verbonden aan de overtuiging aat onze oorlogsdoeleinden op een hooger plan staan dan die van onzen vijand, en dat de overwinning onzer wapenen den weg zal banen voor een nieuwe maatschappelijke en internationale orde in Europa. Het Is niet waarschijnlijk, dat de betrekkelijke kalmte, die gevolgd is - op de.Fransche nederlaag, langer dan - een korte pooze zal duren. Maar de« ze pooze zal slechts dienen om onze vastberadenheid nog te versterken Indien wij haar. aangrijpen om een _ wijle na te denken._ overzendingen waarvoor wij strijden.
De Indische courant
- 05-04-1941
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrecht onbekend. Het zou kunnen dat nog auteursrecht rust op (delen van) dit object.
- Krantentitel
- De Indische courant
- Datum
- 05-04-1941
- Editie
- Dag
- Uitgever
- [ s.n.]
- Plaats van uitgave
- Soerabaia
- PPN
- 044787111
- Verschijningsperiode
- 1921
- Periode gedigitaliseerd
- 1921-1942
- Verspreidingsgebied
- Nederlands-Indië / Indonesië
- Herkomst
- Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenku DP IC/41-2
- Nummer
- 170
- Jaargang
- 20
- Toegevoegd in Delpher
- 20-11-2013
Gedachten over oorlog en vrede. (Overgenomen uit’ „The Times” van 13 Juli 1940.) Het bankroet der neutraliteitspolitiek.-Hoe moet het nieuwe Europa worden opgebouwd? Men moet de situatie reëel beschouwen.
BINNENLAND. VEREENIGING VAN SLECHT-HOORENDEN. Schilden.
In het Aprllnumrher van het orgaan dezer vereeniging wordt nog eens gewezen op het"bestaan van schilden voor slechthoorende fietsers of automobilisten. Deze schilden zijn verkrijgbaar bij de Kon.' Ned. Ind. Motorclub, eventueel door bemiddeling van de Vereeniging van Slechthoorenden (Darmoboulevard 139). In de Wegverkeersordonnantle is het model van deze schilden zelfs officieel vastgsteld ; zij worden achter aan de flets of de auto bevestigd, en zullen, indien zij door het gebruik bekend worden, den slechthoorende beschermen tegen ongelukken, omdat de andere deelnemers aan het verkeer er dan rekening mee kunnen houden, dat hun seinen niet, of vermoedelijk niet worden behoord. Hoewel deze nuttige schildjes reeds twee jaar bestaan, is er nog niet één aangevraagd! De redactie van het orgaan schrijft dit toe aan.schroom. Men wil zich niet openlijk afficheeren t~ Men riskeert-dus liever zijn leven, dan openlijk doof te zijn. Menschen zijn wonderlijk I
Nuttig onderwijs.
Te Soerabaia woont mevr. J. van der Linde n-T om e e s e (Baweanstraat 50). Zij geeft lessen in liplezen aan si echthoorenden en op de scholen heeft zij daarmee reeds zeer veel succes gehad. Maar ook dat ging in het begin verre van vlot, naar het schijnt. Er moest zelfs van de zijde der school eenlgen dwang worden uitgeoefend op de kinderen, die geheel of gedeeltelijk doof waren. Niet minder dan 212 kinderen namen ten slotte deel aan den llpleescursus van revrouw Van der Linden, wel een bewijs, dat het voorkomen van doofheid onder de jeugd gèën sprookje mag worden genoemd. Door het liplezen kan een leerling, die vroeger niet meekon in de klas, wel de lessen volgen. 112 Van de 212 zijn zelfs na afloop van den eersten cursus afgeschreven, omdat zij een stemloos voorgelezen verhaal goed konden navertellen. De andere 100 zullen den cursus herhalen, die op 1 Mei a.s. weder begint.
„DE MOTOR.” Gebruikte auto’s.
Aan het slot van eèn interessant artikel over „Gebruikte Auto's" acht het tijdschrift' „De Motor", orgaan van den Algemeenen Bond van Autobelanghebbenden, het noodig : I°. dat bij aankoop van een gebruikte auto de betrokken handelaar een verklaring omtrent den toestand van de auto afgeeft, waartegen bonafide ~êh"kündlge"handelaars-" zeker geen bezwaren zullen hebben. Dan wel is het gewenscht bij die auto een dergelijke verklaring van een neutraal expert over te leggen. Bij aanvaarding van dit systeem zou het publiek bij aankoop van een gebruikte auto een dergelijke verklaring kunnen elschen. 2°. Wordt geen verklaring overgelegd, dan dient toch in de koopacte of in een andere verklaring duidelijk te worden vastgelegd dat de auto wordt aanvaard „zooals zij is", waarmede de kooper aanvaardt, dat hij enkele claim op den handelaar zal kunnen' uitbrengen. 3°. De schrijver zou persoonlijk er voor zijn, dat de handel in gebruikte auto's aan een licentie werd gebonden, zoodat niet iedere beunhaas zich daarmee zal kunnen bezighouden. Een auto moet men niet beschouwen als een tafel oi een stoel, maar als een voertuig, dat op den weg is en bij minder betrouwbaren toestand gevaar kan opleveren. 4°. Het belang van koopers en ook van verzekeringmaatschappijen hrengt mee, dat een door een ongeval onbruikbaar geworden auto daarna zoodanig wordt bewerkt, b.v. door doorsnijden van het chassis enz., dat het weer tot een auto in elkaar lappen uitgesloten is. Dit alles, omdat de schrijver van meening is. - dat in de toestanden, den handel in gebruikte auto's betreffende, nog heel wat verbeterd kan worden wil men van een gezonden en eerlijken handel kunnen !
UITGAAND BANDOENG. Steeds stijgende cijfers.
Onze correspondent te Bandoeng meldt: De Bandoengers en de bezoekers van de Preanger bergstad hebben de vorige maand aan amusemsnten, in hoofdzaak bioscopen, waarvoor gemeentelijke belasting verschuldigd is, totaal een bedrag van bijna 65.000 gulden uitgegeven. Immers, de opbrengst aan vermakelijkheidsbelasting bedroeg in Maart ƒ 13.895,75 zijnde ƒ 638,29 méér öan In Februari.
Duurzame fundamenten.
Dit hoeft niet te beteekenen, dat fvi] een uitstap!* maften naar het een of andere in de lucht hangende Utopia. „Wij moeten ons Utopia opbouwen", zooals Lord Hallfax enkele maanden geleden zeide, „op steviggelegde, duurzame fundamenten". Wij moeten de harde lessen van den oorlog, zooals die zich in- den loop daarvan aan ons voordoen, verwerken * en- deze lessen liggen niet alleen -opTnültairgeWedT" ; ~ Een_„van enLtoch meest"onweersprekelijke, is geweest het bankroet van het principe der neutralit e 1 t, zooals dat in practljk werd gebracht door.zwakke en betrekkelijk ongewapende Europeesche Staten. Dit land neemt niets terug, en wil ook niets terugnemen, van zijn traditioneele erkenning van het recht van kleine staten._ om in veiligheid en onafhankelijkheid hun eigen le-~ vensweg te volge_,.-volgens- eigen—inzlchtT Maar het begrip vanjïejilel- ne, nationale eenheid, die niet sterk genoeg is om een actieve rol te spelen In de Internationale politiek, maar alle voordeden en verantwoordelijkheden deelt der souvereinlteit, is verouderd door de moderne bewapening en den omvang der-moderne oorlogvoe- ' ring. De vrijheid en zelfregeerlng der nationale gemeenschappen in Europa zullen in de toekomst andere verdedigingsmiddelen en een breedere basis behoeven. De economie leert ons dezelfde les. Europa kan niet langer een veelvuldigheid van economische eenheden I dulden» die er élk een onafhankëHJïT economisch stelsel op na houden _achter__een prikkeldraadversperring van tarieven, quota, wit- »n Inspejrestricties en ruilovereenkomsten. Waarschijnlijk was de ernstigste fout van het vorige vredesverdrag, dat het een.aanmoediging vormde 'vooir een -onderling-tos van elkander staan op een oogenblik, dat samenhang -ree d s~e e ~n~"_ ch r e eTw énde noodz a a k .w as. De nieuwe orde in Europa moet er naar streven nieuwe banden te leggen, niet de oude te verbreken; zy moet op■^-bouwen-en-nlet-yerwoesten;— -
Men moet reëel zijn.
Dit ls de waarheid, die zich verbergt achter plannen als „de Vereenigde Stat*n,van Europa!Lor-ï,de-Pederale ■ - Unie". Het nut yandeze speciale leuzen mag men met reden In twijfel - trekken—,De~7ereenlgde Staten van Europa" doet denken aan een transatlantische analogie, die weinig of niets te maken heeft met het moderne Europa. Federatie Is een gecompllceerden vorm van constitutie, die onder bepaalde voorwaarden van -yeeL—waarde lau.gebleken, .Ma ajz Ij, die onder federale staatsregelingen leven, z ij n zich even scherp bewust van d e 't eko r tk om i ngen als van de ze- g-e nl n g >a d er— federatie; en deze tekortkomingen dreigen in de hedendaagsche wereld meer en niet minder op den voorgrond te komen. ~ V— — -•-» Het gevaarbestaat, dat exponenten van een nieuwe—Europeesche orde schade zullen toebrengen aan datgene, wat fundamenteel volkomen gezond is, door het te omgeven met een totaal onwerkelijke sfeer van constitutioneel gehaspel. BIJ haar edelmoedig, op het laatste moment gedane, aanbod aan Frankrijk, hakte de Britsche Regeering den Gordlaanschen knoop door. door het voorstel van een volkomen I Anglo-Fransche unie, waarvan de vorm nog nader zou kunnen worden uitgewerkt. m -•' Er zal veel gewonnen kunnen worden door de beschouwing der fundamenteele punten van de Europeesche orde, maar er zal weinig nut te behalen zijn met het bespreken der wettelijke .vormen. Het probleem der nieuwe Europeesche. ordels tenslotte het probleem van elke politieke organisatie : hoede indl v 1- due e 1 e vr JJ hei d in o'v ereenstemmlng te brengen -m-e-t—h-e-t—gezag noodt akel ij k is voor socialen samenhang. In het nieuwe Europa wenscht niemand de verscheidenheid der volkeren glad te streken tot eeh standaardpatroon van gedisciplineerde uniformiteit. —Maar^e^anarchistische—neigingen" van het - lalssez-f air e zij n internationaal aLeven-verouderd als in de binnenlandsche politiek. De een of andere maatregel aangaande het samenvoegen van bestaansbronnen en een gecentraliseerd bestuur zal noodzakelijk zijn, wil de Europeesche beschaving blijven bestaan.
Het nieuwe Europa.
In de afgeloopen paar maanden heeft „The Timet" getracht in een serie hoofdartikelen de aandacht te vestigen op enkele fundamenteele punten van den huldigen strijd en het publiek daatover-U~laUn-nadenken. Zij hebben gedeeltelijk ten doel gehad de holheid van Hitler's plannen voor een „nieuwe orde", waarvan hU zooveel ophef maakt, aan de kaak te stellen. Maar het Hitlerisme moet in het"r\fk~ der ideeën even grondig worden overwonnen als op het slagveld en, ten slotte, loopen deze beide veldtochten parallel. „The Times" heeft dus een poging gedaan de constructieve doeleinden der nationale krachtsinspanning, gedurende den oorlog en daarna, aan een beschouwing te onderwerpen.
Principieele verschillen.
Deze concentratie kan niet worden verkregen door macht alleen, -maar slechts door het scheppen van een gemeenschappelijke loyaliteit en het,gevoel Tan fcmccnschappelijk waardebezit Hier onderschelden onze > oorlogsdoeleinden zich scherp Tan die der dictators, hier neemt de strijd den vorm van een fundamenteel sr.o--; reel principe. _. • ■ . .-■ - 't :■ Het Nazi-Isme en het fascisme, in hun leerstelling van toegewijdheid aan één enkele party, zijn om die reden onvruchtbaar. ZU kunnen geen gemeenschappelijke waarden " scheppen."" Hét eenige, wat in „Mein Kampf' nadert tot een philosophie, verschillend van het recht van den sterkste, Is de theorie van den Nordlscher. mensch; en «elfs die wordt overboord gegooid in een oorlog, die Duitschland met Italië stelt tegenover Brlttannië, Noorwegen ■en Holland. Dus blijft er alleen de leerstelling over van het Dultsche Herrenvolk. Alles wat het Nazi-isme kan bieden als de ihoreele grondslag voor een Europeesche orde, is onderwerping aan de autoriteit van den Duitschen oppermensch. De beruchte Seyss—lnquart heeft geprobeerd zich in Den Haag in de gunst te dringen door de Hollanders_te_verzekeren„dat_ziJ_yan Dultsche afkomst zijn.T Dit is inderdaad, van Nazi-standpunt uit, het beste wat hij kon doen. De Engelschen zullen er minder moeite mee hebben zich een Europeesche maatschappij voor te stellen, waarin Oroot-Brittannlë en Holland elk hun eigen rol spelen, zonder te verlangen dat de Hollanders zich zullen beschouwen als llchtelij k-gedegenereerde " Angelsaksers.
Democratie.
In het grootste gedeelte van Weste- • lijk-Buropa zijn de gemeenschappellj ke waarden, waarvoor wij opkomen, bekend en worden zij op prijs gesteld. Wij moeten er ons echter voor hoeden deze waarden te deflnleeren volgens zuiver negentiende-eeuwsche termen. . i __. i. i Indien wij spreken van d emocratie, bedoelen wij niet een democratie, die het recht opelscht te stemmen, maar vergeet, dat er ook een recht bestaat om te ■wt'Tken >n t>lwpn Tnrilpn wij: spreken van vrijheid, bedoelen wij niet de ruwe individualiteit, die alle sociale organisatie en economische beraming verwerpt. In-
dien wij spreken van f e 1 U kh e id, bedoelen wij niet een politieke gelijkheid, die tot nul wordt teruggebracht door sociale en economische voorrechten. Als wij spreken van economische reconstructie denken wij niet zoo zeer aan maximum productie (ofschoon ook die noodzakelijk zal zijn) dan wel aan een onpartijdige verdeeling. De aanvallen der dictators op de „plutodemocratie" zijn gedeeltelijk een poging om de verarming, die zij hebr ben teweeg gebracht, uit te bulten en voor een ander deel willen "zij daarmee de oorzaken _er_van verbergen. Het pleidooi Is vrij belachelijk, vooral wat de conclusies betreft, die de dictators er uit trachten te trekken. Maar de hardnekkigheid van deze aanvallen en het doel waarvoor zij in het buitenland moeten dienen, moge er ons aan herinneren, dat het vraagstuk van de nieuwe orde een vraagstuk is van socialen zoowel als van Internationalen aard. Het Europeesche huis kan niet op orde worden gebracht, tenzij wij eerst ons eigen huls op orde hebben gesteld. De nieuwe orde kan niet worden gebaseerd op het behoud van voorrechten, hetzij die • voorrechten behooren aan een land, aan een klasse iDf aan-een7lndlv.idik '- Er Is nog één punt meer. Geen naoorlogsche regeling kan de rol negeeren. van de Vereenlgde Staten, van Amerika. Desillusie over den nasleep van 1918 heeft er aan beide zijden van den Atlantischen Oceaan toe bijgedragen deze questle in een valsch perspectief te plaatsen. Ds vorige maal namen de Vereenlgde Staten, ofschoon zij een land In oorlog waren, de leiding bij het verbreken van de machinerie der intergeallieerde economische samenwerking, welke door den oorlog was ont.staaiu en-onttrokken_zlch„aan de regeling, die zij zelf hadden helpen tot stand komen. Ditmaal zou de positie wel eens omgekeerd kunnen zijn. In de laatste tien Jaren heeft de Amerikaansche opinie zich snel afgewend van bet. strenge, economische „individualisme der 20er Jaren. Nieuwe banden, voor beiden van levensbelang, zijn gesmeed tusschen het economisch bestaan van de Nieuwe Wereld en van de Oude. Zoowel Amerlkaansene inspiratie—als—Amorlkaansche hulpbronnen zullen een essentleelen factor vormen bij de moreele en economische reconstructie van een zwaarbezocht en'uitgeput Europa.
De goede kamt* raad Adolf: ,Jtiij is eigenlijk al zoo dood als een pier, maar vertel het niet verder, 't zou slecht zijn voor hel clubprestige." („Sunday Sun").
DE LUCHTBESCHERMING. Beveiliging der bevolking. REGEERINGSANTWOORD.
10 October Jl. heeft de heer Kan, lid van den Volksraad, zich in zake de luchtb&schernüngsmaatiregielen schriftelijk tot de regeering gewend. Wij hebben destijds die vragen gepubliceerd. Het antwoord der regeeririg ddo. 1 April moge hieronder een plaats vinden: •. In verband met het zeer groote aan- dat voor camouflage in aanmerking komt, is het niet mogelijk, met de daaraan verbonden werkzaamheden op korten termijn-gereed-4e-eijnr Daardoor tal het kunnen voorkomen,—éatttjdelijk een situatie bestaat, als in de vraag bedoeld. Intusschen wordt met voortvarendheid doorgewerkt, waarbij zij aangeteekend, dat allerwege van een groote bereidwilligheid tot medewerking wordt blijk gegeven. — Het bij de Militaire Luchtvaart in den loop van het vorig Jaar opgerichte camouflagekantoor heeft zijn aandacht eerst hoofdzakelijk moeten wijden 'aan de oplossing van de camouflagevraagstukken, welke zich voordeden bij de uit ■een-detenste-oogptffli- het -eerst -voor objecten. Aan particulieren, die uit eigen beweging—tot—camoufragemaatregelen overgingen, moest daarom aanvankelijk een groote mate van vrijheid worden gelaten, hetgeen de aanwezigheid van ver^ schilleu-in dlejnaatregelen verklaart. Thans ls WJ evenbedoeld Kantoor vol- ervaring opgedaan' om op te treden als centraal advies- en controlebureau.' Het zal op zoo uitgebreid mogelijke schaal van voorlichting dienen inzake de te kiezen camouflage-objecten en middelen, en zorg dragen voor eenheid van opvatting en uitvoering. Krachtens de verordening van het Militair Gezag kan zoo noodig van Overheidswege dwingend worden opgetreden. In de meeste luchtbeschermencre pfetat=- sen Is het personeel van den luchtbeschermingsdienst thans nagenoeg voltallig. Over het algemeen kon tot dusver worden volstaan met vrijwilligers. Waar lnvoarlng van een twee- of drie-ploegen-stelsel-noodzakeHJJE Wij«,-»al üv beperkte mate toepassing van den luchtbeschermingsdienstplicht wellicht nog noodig zijn om tot een geheel volledige personeelsorganisatie te geraken. Hierby, dient in aanmerking te worden genomen, dat de werving van vrijwilligers voor den luchtbeschermingsdlenst bemoeilijkt wordt._ door de standigheid, dat op vele geschikte krachten beslag wordt gelegd door militie, landstorm, stadswacht, V. O. C, Roode Kruis en andere organisaties, terwijl voorts de tot de z.g. noodformaties van -overheidsdiensten-of bedrllneming bij den L. B. D. in aanmerking komen;— — Anderzijds stuit toepassing van den luchtbeschermingsdienstpllcht op het bezwaar, dat voor het Inheemsche en Ohineesche deel der bevolking geen burgerlijke stand bestaat, waaruit gege_vens„voot_een_ïolledige-registratie yan_ beschikbare en bruikbare krachten zouden kunnen worden, geput. Toepassing er van op eenigszlns groote schaal zou derhalve tot willekeur aanleiding «runnen geven. Tot dusver heeft aanwijzing van mchtbeschermingsdienstplichtigen slechts in enkele gevallen plaats gehad en wel t. a.v. personen met speciale kundigheden, als geneesheeren, radiotelefonisten e.a. Te Batavia wordt ter verkrijging van het noodige geschikte personeel gebruik gemaakt van de gegevens, verkregen bij de registratie van •tourgerdienstplichtigen. Mochten onverhoopt onder de geregistreerden. na daartoe te zijn aangezocht, -niet voldoende vrijwilligers worden gevonden, dan zal toeplassing op ruimere schaal van de luchtbeschermingsdienstplicht wel niet te vermijden,zijn. -Over het algemeen hebben de eigenaars of beheerders van particuliere bedrijven of instellingen met meer dan 50 man -personeel op—afdoende wijze- eam de rerpttcfattng om een etgen ïucliibeschermingsorganisatie in het leven te roepen. •Waar zulks nog niet is geschied, zijn plannen in uitvoering of in bewerking. Aan enkele nalatigen werd een waarschuwing gegeven. Het bleek"echter niet nooddg om tot strafvervolgingen over te gaan, aangezien nergens van onwil sprake was. Van de bevoegdheid der luchtbeschermingsdirecties om voor bedrijven, diensten of instellingen, welke een noodformaüe—hebben' van-minder dan—so~per"Sënen, een ïuchtbeschermingsorganisatie voor te schrijven, behoefde geen gebruik te worden gemaakt,- aangezien door de daarvoor in aanmerking komende instanties al dan niet op verzoek van den betrokken luchtbeschermingsdienst vrijwillig de noodige doeltreffende beschermingsmaatregelen werden getrof.tm. In enkele plaatsen zijn de organisaties der kleinere bedrijven nog in uitvoering of voorbereiding. Waar noodig, zal dwang worden toegepast, eventueel een strafvervolging worden Ingesteld." In verscheidens plaatsen werden door de grootere hotels en pensions luehtbeschermlngsmaatregelen getroffen, welke door de betrekken luchtöeschermlngsdlrectie konden worden -goedgekeurd. In enkele gevallen zijn dergelijke maatregelen nog in bewerking, i Daar van de zijde van de hotelhouders i over het algemeen voldoende medewerking werd ondervonden, behoefde tot dusver nergens tot een strafvervolging te worden overgegaan. In het. algemeen zijn de luchtbescher mingsmaatregelen voor—de partlcullerescholen In de luchtbeschermde plaatsen reeds getroffen of nog in uitvoering. Ten behoeve van de vraag bedoelde school der Oarpentier Alting Stichting zijn geen maatregelen getroffen, omdat de gebouwen in tijd van gevaar zullen moeten worden ontruimd^ Ten aanzten van de particuliere gickeninrichtingen in de luchtbeschermde plaatsen kan worden medegedeeld, dat de noodige beschermingsmaatregelen zijn getroffen of in een vergevorderd stadium van voorbereiding verkeeren. Zoo zijn te Batavia de beschermingsmaatregelen by de particuliere zieken- Inrichtingen (als Tjiklni, Garolus, K. P. M. en Jang Seng Ie) gedeeltelijk voltooid; voor een ander deel, na van de luchtbeschermingsdirectie ontvangen nadere voorschriften, in uitvoering. In-een—enkel geval bleven bescherjiiiugümaHlregele-n in verband met de gevaarlijke ligging der gebouwen de betreffende zlekenkirichting in oorlogstijd zal moeten worden ontruimd en de patiënten naar elders zullen dienen te worden geëvacueerd. Strafvervolgingen behoefden tot dusver niet te worden Ingesteld en zijn ook niet., te. verwachten, aangezien nergens tegenwerking werd ondervonden en de ' adviezen van den luchtbeschermlngsdisnst steeds werden opgevolgd.
„POLITIEKE” OVERPLAATSINGEN? Vraag van Wirjopranoto.
Is het der Regeering bekend, dat In de laatute Jaren eenlge ambtenaren op Balt, leden van Parlndra, zijn overgeplaatst naar minder gunstige streken, onder omstandigheden, welke den indruk kunnen wekken,..dat die over- . plaatsingen verband houden met hun actieve deelneming aan genoemde politieke organisatie ? k indien deze indruk op Juiste gronden mocht blijken te berusten, Is de Regee- * ring dan niet met steller dezer vraag van oordeel, dat de betrokken instanties hebben gehandeld in strijd met het Regeeringsantwoord op stellers schriftelijke vraag van 0 Maart 1940 inzake de vrijheid van ambtenaren op politiek terrein, en is Zij alsdan bereid maatregelen tot herstel te treffen ? • —De mantri-verpleger van Tabanan— (Zuid-Ball), I NJoman Poema, is eenigen tijd geleden overgeplaatst naar het door periodieke voedselschaarschte beruchte eiland Penlda en kort daarna naar het als standplaats, nog ongunstiger bekend staande Pemoeteran (Singaradja). In 1939 is een volksonderwijzer van Tabanan naar Penlda, de mantri-verpleger I Wajan Sira van Negara (Zuld-Bali)) - waareen andere, achterlijke streek en de Indische arts M. Moerdjanl van Negara naar Hollandla (Nieuw-Guinea) overgeplaatst. Al deze personen waren actieve leden van Parlndra. Wat den dienst betreft, hadden zij naar verluidt een nauwgezette opvatting van hun taak. Het schijnt, dat men hen heeft doen opmerken, dat die overplaatsingen naar achterlijke streken, waar hun kwaliteiten beter tot haar recht zouden komen, een. appreciatie vcor hun dienstverrichting inhielden. Het Is echter begrijpelijk, dat deze vorm ven waardesring hen niet aangenaam heeft getroffen. In haar antwoord op stellers schriftelijke vraag van 9 Maart 1940 betreffende den druk, die van hoogerhand zou zijn uitgeoefend op volksonder-_ wijzers in het Mogelangsche om het lidmaatschap van Parlndra op te zeggen, heeft de Regeering o.m. verklaard: „...Zij (wenscht) de individueele vrijheid óp politiek terrein zooveel ■ mogelijk ongerept te laten. Het staat aan ambtenaren vrij zich aan te sluiten by een politieke vëreenlglng, die niet strijdig is met de wet of met de openbare orde. Sommige wijzen van actief deelnemen aan politieke partijen en van propaganda-voeren voor een politieke overtuiging kunnen echter voor ambtenaren in het algemeen en voor gezagsdragers, die leidende functies bekleeden, in het bizonder ongewenscht en zelfs ontott laatbaar zijn, De Regeering meent het in eerste instantie aan de ambtenaren zelf ter beoordeeling te moeten overlaten, welke zelfbeperkingen zij zich met betrekking tot het actief deelnemen aan politieke organisaties dienen op te leggen".