DE vraag, hoe nu eigenlijk precies de olie-positie van de as-mogendheden is, is niet zoo heel gemakkelijk te beantwoordeh. Dit toont de schrijver van de studie „Oil and the War", Friedwald, wel aan. Het kan o.m. hieruit afgeleid worden, dat zelfs de Dultsche ramingen over hetgeen de machthebbers van het Derde Rijk noodir: zouden hebben, om oorlog te voeren, sterk uiteenloopen. In het begin van 1936 schreef het Dultsche militaire periodiek „Deutsche Wehr" dat Duitschland hiervoor 12 millloen ton per Jaar zou behoeven. In April 1937 publiceerde de Dultsche economist dr. - Frledensburg in „Der Deutbetoogde, dat deze hoeveelheid tusschen de 15 en 20 millioen zou moeten bedragen. Weer een andere deskundige schreef als zijn overtuiging neer, dat Duitschland geen modernen oorlog zou kunnen entameeren,. Indien
het niet op zijn minst over 37 minioen ton beschikte, terwijl de pers in het algemeen de mlnlmum-behoef ten van Duitschland op 30 miillßen ton per Jaar stelde.
Frledwald verwierp deze cijfers, want zegt hij, in tijd van oorlog kunnen de olie-behoeften van een land niet precies worden aangegeven, omdat oorlog nu eefimaal. door vele factoren, ook van polltieken en ecoribmischen aard, beïnvloed wordt, die vóór het uitbreken van den strijd niet in beschouwing kunnen worden gencwen, omdat ze zich dan nog niet hebben kunnen doen gelden." HIJ ..toont de Juistheid stelling "teh aanzien van Du i ts ch ï*a n'd in den loop van zijn studie op frappante wijze aan, zooals we later zien zujlen.
Hoe was nu de positie van het Derde Rijk bij het uitbreken van den oorlog? Het behoorde tot de grootste olie-verbruikers ter wereld, vooral sedert in 1933 de Nazi's-aan de macht kwamen, die alles gezet hebben op de ontwikkeling van de motorisatle. In 1933 bezat Duitschland 1.700.000 motorrijtuigen van alle soorten, met Inbegrip van motorrijwielen. In 1938 was dit 4aantal bijna verdubbeld, nl. gestegen tot 3.4oo.ooof~Farallelhiermede liep de stijging van het olie—verbruik. HeLliep rop -van_ 3.375,000 tot 7.290.000 ton per Jaar, zooals in het „Jahrbuch der deutschen Miheraloelwissenschaft" van 1939 wordt; aahgeïöphd". "Téleff'l939 ëri-'het-tegin van'den oorlog was de consumptie van Duitschland, waartoe Oostenrijk en Tsjecho-Slowakije toen behoorden, nog meer toegenomen. ZU werd op iets meer dan acht millioèn ton geschat.
De Dultsche regeering heeft, ~iijkniia_hët~ültbTeken van den oorlog, scherpe restrictlemaatregelen ingevoerd op het verbruik van olie voor civiele doeleinden, eerst in het eigen, —daarna-in-aüe-bezette-landen. Zij kon.
dl*, echter ook weer niet te rigoureus doen, want zij had rekening te houden met de noodzaak, dat ook deze bezette landen bleven „draaien" ten behoeve van de oorlogsbehoeften van
Berlijn. Indien wij nu in het oog houden, dat Denemarken, Noorwe-
gen, Nederland en België in hooge - mate „gernotprlseerd" zUn,Js_hetduU ! § <'veroV&s&ia
niet ver konden gaan, wilden zij geen „ontwrichting..teweeg, brengen. Op 'grond hiervan neemt Frledwald aan, - na hierover het noödlge cijfermateriaal te hebben gegeven, dat de Dultschers thans voor de essentleele behoeften van zichzelf en de veroverde landen v ij f-e n-e e n-h a lf mill i oen ton per jaar noodig hebben. '". Hij komt dan de m 1111 a i r e behoeften. Hieronder blijkt hij niet kalleen janzelfsprekend^e_veretaan -hetgeen-Pultschland voor zijn leger. - vloot en luchtmacht noodig- heeft, doch ook voor zijn transport- en voorradenschepen, alsook de voorbereidingen voor een Inval in Qroot- Hij verwaarloost dan om te beginnen de vloot. Deze is, zegt hij. gering, -in aanmerking genomen het totaal der \ olie-behoefte, wa*roo de_■ consumptie vaagde vloot geen merkbaren invloed heeft. Merkwaardig, en zeker voor den leek, is, dat hij de meening bestrijdt, welke algemeen heerscht, als zou het A h t w a.p e n _de groote verslihdervan olie*"zlJn. Hij doet dit al weer aande hand van cijfermateriaal en hU komt dan tot de volgende conclusie: een luchtmacht van 1000 machines, voor de helft bestaande uit gevechtsvliegtuigen en voor de andere helft uit bommenwerpers, die vier uren per dag vliegt-hetgeheele
Jaar „door, een-hoeveelheid van 550.000 ton olie per jaar en natuurlijk nog eenigé" tienduizenden tons smeerolie. Dit is, betoogt hij, weliswaar een aanzienlijk kwantum, doch toch niet in dle_mate+_als men het zich' algemeen denkt.
Het zijn daarentegen, en dan vooral met betrekking tot Duitschland, de landstrijdkrachten, die olie v r et e n. Nagenoeg alle Dultsche divisies zijn gemotoriseerd, terwijl een aantal er van, de zg. pantser-divisies, zoowel gemotoriseerd als gemechaniseerd zijn, hetgeen beteekent, dat zij niet alleen gedreven worden door olie, doch evenzoó de wapens, zooals tanks - en - gepantserde ~~ auto's." Om
[zich van "het ólleverbruik van ae 'Dultsche landtroepen een denkbeeld te vormen, zij, op gezag van Frledwald medegedeeld, dat gedurende de campagnes In Polen en Frankrijk elke gemotoriseerde Dultsche divisie ivan 120 tot 200 ton olie per dag ge- I bruikte. Geraamd wordt, dat de Pool■sphf ypltUn/'hf. xggarln rtP Dnlt.v.hprs 60 divisies gebruikten, hun ongeveer 500.000 ton olie gekost heeft, terwijl de. Fransche campagne, waarbij zij ongeveer 120 divisies in het veld brachten, meer dan twee maal zoo veel kostte.
Rekent men alles bij elkaar — Frledwald verwaarloost ook de schade door de R. A. F. aangericht, niet — dan komt men tot een behoefte voor militaire doeleinden van tusschen de U/4 en 2 millloen ton per Jaar. Toen Frledwald ïljn studie in het licht gaf, had Duitschland den strijd tegen Rusla"hd nog niet aangebonden, zoodat met het ólleverbruik in de Russische campagne geen rekening kon worden gehouden. Letten wij echter op hetgeen de Dultschers hv hun strijd tegenl de Franschen aan olie jnoodig hadden enAbedenken,wij Jhier;,
blj.'van hoe veel rlgóüreuier omvang de Dultsche veldtocht in Rusland is, dan mogen wij aannemen, dat deze mll'talre behoefte nog een paar millioen hooger ligt dan Frledwald haar raamde, zoodat de totale behoefte, dié voor civiele doeleinden inbegrepen, grooter is dan het minimum van 7 a 7 i/2 mlllloen ton, door Frledwald gesteld.
Uitvoerig gaat hij dan na, uit welke bronnen en In welke mate Duitschland voor zijn ollebehoefte kan putten. Hij neemt hierbij alle mogelijke factoren in aanmerking, zooals de bezetting van Oostenrijk en die van Polen, waardoor belangrijke oliebronnen binnen de Dultsche grenzen kwamen te liggen, alsmede den factor van de synthetische oliën,, waarvoor, zooals men weet, groote fabrieken De liggen bij teuna, die 400.000 ton per jaar leveren, bij Gelsenkirchen, in het RffergebtëcTmët-een productie van 300.000-.40n per—jaar-,--bi}--Bottrop, eveneens in het Roergebied, met. 200.000-ton, terwijl nieuwe fabrieken werden opgericht bij Pollitz, In de buurt van Stettin, en Brux, in Sudetenland, die, naar verwacht werd, elk zouden komen op een productie van een millloen ton per Jaar. Men zal zich enkele namen wel herinneren uit de telegrammen, die melding maakten_yan_de_aknvaHen-van-de _R.A.F. boven Duitschland!
Wü zullen Friedwald niet op den voet volgen en volstaan met thans het eindresultaat van zijn becijferingen over de Dultsche productie te geven. Hij komt dan tot een totaal van 4.450.000 ton, waarvan, aan natuurlijke olie 1.100.000 ton, synthetische olie 2.500.0ÓÖ, benzol 250.000, alcohol 10.000 en andere ersatz-producten 500.000 ton per Jaar. Friedwald blijft veiligheidshalve'aan den optlmistlschen kant, want hij heeft bij het opmaken van zljnberekening de vernielingénTtoègèbrachraan de fabrieken van synthetische oliën, die toch ongetwijfeld niet te verwaarloozen mUp.n t\jn. niet in acht gehomen.ze "géïïeèr verwaarloosd," ' --ï -..;•■'- ,"'■ • .•-**' '*•■' *; : ■ ■•''.- • ..■•■■■
• DeDuitsche regeering, wetende, dat haar oliepositie dringend herziening behoefde, sloot in 1939 het handelsverdrag met Roemenië af, waarbU de olie-uitvoer van dit land naar het Uerde Rijk aanzienlijk verhoogd werd, zoodanig, dat tegen het midden van 1940 het, nadeellg verschil tusschen beschikbare en te verbruiken hoeveelheid, resp. ruim zeven millioen en 6V2 millioen ton ad "ongeveer 600.000 ton'kon worden weggewerkt. ;,. A; —De"iölie!-posltie-Tan-liet-Derde -Rij k -weid echter met één-slag a a n - zie nllj fc*f un s tig er, tóen Roemenië geheel onder controle van het Derde Rijk kwam te staan, Duitschland kreeg er dusdoende nl. pen hoeveelheid van niet minder dan vijf millioen ton bij. .Een winst, die zooals Frledwald terecht opmerkt, het verlies óp de binnenlandsche comT sumptie niet alleen ruimschoots opheft, maar een zeer belangrijk surplus laat.
Hiertegenover staat, dat Duitschland een groot tekort heeft aan een ander, evenzeer voor de oorlogvoering onmisbaar artikel: smeerolie. Roemenië kan In dit opzicht weinig helpen, want het produceert niet meer dan 456.000 ton per Jaar. dus.voor-den oorlog, had Dultschland per jaar 550.000 ton noodig, en in 1939, met inbegrip van_Oostenrijk meer dan 600.000 ton. Het moet bovendien zorgen, dat het Industrieel lfvfn In de hezette landca~dooJMt»~ brek aan smeerolie niet ontwricht Wörar 'éh""'déze''"Maden" E totaal (met inbegrip van bezet Frankrijk) 384.000 ton per jaar noodig. Vastgesteld kan worden, dat Dultschland, vlak voor den oorlog tegen Rusland, een deficit had aan smeerolie van verscheidene honderdduizenden tonnen. Rusland had hiervoor, aldus Friedwald, wel kunnen zorgen. 'Het transport naar-het-Derde-Rijk-van een paar honderdduizend ton van dit onmisbaar product zou voor Rusland geen onoverkomelijk bezwaar zijn geweest. Het deed het echter niet, maar dat wist Friedwald, toen hij zijn studie schreef, nog nletr Resumeerend blijkt, dat Roemenië de redder uit den nood was, die Duitschlands olie-positie veilig stelde, terwijl daarentegen Rusland Hitler in den olieput Het zitten, door te weigeren hem smeerolie te leveren, waaraan hij nijpend behoefte had en, niLhij_tegen_Stalin_ta-velde-getrokken-is, nog steeds heeft. Indien het mogelijk zou zijn, de Roemeensche olievelden te, bombardeeren. zooals thans geschiedt itiet de fabrieKWr.van synthetische oliën "binnen het Derde' Rijk', zou dit weldra aangewezen zijn op de voorraden waarover het nog beschikt. Deze mogelijkheid schijnt er echter helaas nog niet te zijn: de R. A. F. zou haar anders stellig met bizonder genoegen reeds hebben aangegrepen! ~'.;._
"'s Werelds olie. III.". "De Indische courant". Soerabaia, 1942/01/20 00:00:00, p. I. Geraadpleegd op Delpher op 23-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011176699:mpeg21:p001
"De Indische courant". Soerabaia, 1942/01/20 00:00:00, p. I. Geraadpleegd op Delpher op 23-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011176699:mpeg21:p001
Minister Gerbrandv heeft xian de „Sunday Times" een interview toegestaan om zijn ideeën weer te geven over hetgeen er na den oorlog zal moeten geschiedm. liet . zijn slechts ideeën, en deze verklaring moet dus niet als officieel wortlen beschouwd, aldus de premier ::.:
De oorlog heeft ons veel geleerd. Indien er een nieuwe Volkenbond komt, — en ik geloof, dat er een komen zal — moet die uit alle volkeren bestaan; 'Lof slechts uit die volkeren, die niet oorlogzuchtig zijn en die den vrede wenschen. Ik geloof; dat het laatste het beste is. Een samenwerking met landen, die altijd aan revanche denken, Is niet mogelijk. Wij moeten realist,zijn en de dingen zien, zooals zij zijn. Deze samenwerking eischt een internationaal'recht. Er zullen strafmaatregelen tegen de agressieve genomen moeten wriien np luchtmacht drr-Q£allieerden moet behouden blijven, die der overwonnen landen onder controle gesteld. Samenwerking is slechts mogelijk met dit volken, die vrede wenschen.' -:,*1;'
De belangen van Nederland zijn in de geheele wereld verspreid, daarom geloof ik niet, dat eenigde Staten van Europa vóóf ons interessant zou kunnen zijn, Holland en BelgiëJiebben meet interesse in.samenwerking met Engeland als met de andere staten van Europa, omdat ze beide aan zee grenzen. ''~;='
Er zal een zekere staatseconomie moeten worden ingesteld, zonder daarom het staatsprincipe boven alles te stellen en alle in~J dividualiteit te dooden. Men za\ den moordenden concurrentiestrijd tusschen de verschillende landen moeten vermijden. Er zal een combinatie van vrijheid ]_ en organisatie moeten worden gevonden en die acht ik mogelijk. Toch moeten wij geer} staatssocialisme hebben. Men moet den JMdJtft natuur Pgj&sSajtfjiattji 'de staatslieden meer noodig. heb-- ben dan de economen. De staatsman zal het volk moeten kennen. Wanneer hij spreekt, zal het volk moeten zeggen: zoo zou ik ook gesproken hebben, zoo heb ik ook gedacht". ~\
"MINISTER GERBRANDY. Over de toekomst.". "De Indische courant". Soerabaia, 1942/01/20 00:00:00, p. I. Geraadpleegd op Delpher op 23-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011176699:mpeg21:p001
Gistermorgen werd in de buurt van Balilcpapan een luchtaanval gedaan door negen jrüandel.Uke_bommenwerpers, geëscorteerd door zes yiJandeHj-
fte jagers. Ken ilchtschlp in de buurt van Balikpapan werd beschadigd. Op Sabang had een luchtaanval plaats door drie vliegtuigen, welke geen schade aanrichtten.
Bij den reeds eerder gemelden aan-j val op een vliegveld in Mldden-Sumatra vielen negen menschenlevens te betreuren, terwijl een persoon zwaar gewond werd en- veertig personen lichte vi»rirnflH
"WEERMACHTCOMMUNIQUÉ. (Afgesloten 19 Jan, 2 u.n.m.)". "De Indische courant". Soerabaia, 1942/01/20 00:00:00, p. I. Geraadpleegd op Delpher op 23-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011176699:mpeg21:p001
18 Jan." (A n ë t De Nederlandsche gezant Loudon staat thans aan het hoofd van een staf, die op volle kracht werkt. De gezant beschouwt zichzelf als een „Indlschen jongen", aangezien zijn bloedverwanten sedert lang belangrijke betrekkingen in Ncderlandschïndië bekleed hebben. ;* - Via het omroepstation W. O. L. werd een interview met hem uitgezonden, dat door de luisteraars in de Vereenigde. Staten geprezen werd om de oprechtheid, die er uit sprak. De heer Loudon zeide: „Het militaristische Pruisen en Brandenburg" en de Japansche boekaneers moeten geïsoleerd worden, indien zij niet van . de overige wereld kunnen worden afgesneden". Naar aanleiding van een desbetreffende vraag merkte hij op, dat het Amerikaansche volk zich zeer goed bewust'ia van "rif» y»,alMeiferlandsche successen in den Pacific. De heer Loudon was ervan overtuigd, dat de Nederlanders overal groote dankbaarheid gevoelen en trotsch zijn op hetgeen hun landgenooten verrichten voor de heilige zaak in het belang van ons allen. „Volgens de woorden van een Amerikaansi-hpn ovport. hadden wl) In Nederland voor de overmacht moeten zwichten, maar wij waren niet verslagen." . . '■_ __
De omroeper, die de vragen stelde, zeide:
„Ik ben er zeker van, dat ons auditorium tot God zal bidden om de ure der bevrijding van het dappere, onoverwinnelijke Nederlandsche volk te bespoedigen."
De- heer Loudon drong aan, op niet uitrekenen, hoe lang de oorlog nog zal duren, maar die dingen te doen, welke noodig zijn om den oorlog te winnen. Hij wees op de reusachtige aankoopen van oorlogsmaterieel In de Vereenigde Staten en ein ■:.,:.
wij hebben.nog meer noodig," steeds mèêr.T. tVrj"hêhben bewezen, dat wij een strijdvaardigen geest hebben. Vraagt dit maar eens . aan onze. troepen. Hun daden spreken een duidelijke
"JHR. LOUDON. Voor de microfoon.". "De Indische courant". Soerabaia, 1942/01/20 00:00:00, p. I. Geraadpleegd op Delpher op 23-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011176699:mpeg21:p001
Tenslotte las hij een boodschap van Prinses Juliana voor, waarin de Prinses den nadruk legde op het feit, dat de Vereenigde Staten aan de zijde van Nederland staan, teneinde den vijand te verslaan en van de wereld een vreedzaam huls te maken'- om er in te wonen en elkander te begrijpen en te waardeeren.- Prinses Juliana vervolgde: „In deze worsteling is geen operg. erg. Wij weten, dat de machten van het kwaad tegen ons samenspannen, maar-daar wij ons sterk— gevoelen, zullen_wjj.den gemeeri-.... scKappëlijk'cn 'vijand verslaan." De Prinses besloot haar boodschap met de woorden: „De toekomst ligt in onze handen. Moge dit ons alle kracht geven, die wij noodig hebben voor de-overwinning en den vrede. God zegene U."
"Boodschap van Prinses Juliana.". "De Indische courant". Soerabaia, 1942/01/20 00:00:00, p. I. Geraadpleegd op Delpher op 23-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011176699:mpeg21:p001
Behalve aan de gisteren reeds door ons vermelde personen, werd het Bronzen Kruis met eervolle —vermelding—nog—toegekend-aan— den ~ luitenant-ter-zee 2de klasse der Koninklijke Marine Th. Brun-sting. * ■ Londen, 19 Jan. (Aneta A.N.P.) De Koningin decoreerde heden :_.IL officieren en manschappen yan de koopvaardij met 4 B™nzen Kruizen en 7 Kruizen van Verdienste wegens moedig en beleidvol gedrag gedurende een vijandelij ken aanval jou hun-j&chepeav^,.... T( ■t:l^niStéf:;KeTStens-«u-,'j:iadnïlraal Furstner waren bij de plechtigheid tegenwoordig. . .
Onder anderen werden gedeco•reerd-de kapitein en eerste stuurman van den koopvaarder, die werd aangevallen door een U-boot, elk met het Bronzen Kruis. Dank zij ï het bekwaam - - manoeuvreeren werd de lading gered en de U-boot waarschijnlijk tot zinken gebracht met een scheepskanon.
Drie officieren der koopvaardij ontvingen het Kruis van Verdienste voor het succesvol blusschen in woelige zee van e brand in het mldschëegshüm, "die" ~ veroorzaakt
door een - torpedo-aanval trr het midden van den oceaan, en aldus voorkwamen, dat het schip zonk. ■'..•.."'
i Zes andere officieren en manschappen ontvingen 4 Kruizen van Verdienste en 2 Bronzen Kruizen voor moedig en beleidvol gedrag onder hevige luchtaanvallen met brisant- en brandbommen. Eenige aanvallen duurden vele: uren; één zelfs verscheidene 6* ■***?'
"ONDERSCHEIDINGEN. Bronzen kruis.". "De Indische courant". Soerabaia, 1942/01/20 00:00:00, p. I. Geraadpleegd op Delpher op 23-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011176699:mpeg21:p001
Gisterenheefrde vijand boven .Singapore voor het eersj brandbommen, uilseworpen. Straks gebeurt het hier! Daarom hier nog wat kleinigheid jes, die zeer belangrijk zijn: 1. Hebt ge uw goedang en erf behoorlijk opgeruimd? Is overbodige, brandbare rommel verwijderd? 2. Hebt ge kistjes met droog zand en emmers met water op verschillende plaatsen in uw huis gereed staan? ,_. ; 3. Hebt ge de lange schop, waarmee zand of droge aarde op een brandbom gedeponeerd kan worden? Een leeg boterblik stevig aan een anderhalven meter langen stok bevestigd is al beter dan niets! 4. Hebt ge. bllik-plafonds? Maak dan uw brandzweep, die lang genoeg zijn moet, dat ge er het plafond mee bereiken kunt. Eén brandzweep is een stok van voldoende i lengte, waarop _ — -met ijzerdraad strooken oudehanddoek of deken stevig vastgemaakt zijn. Deze proppen drenkt men in water en men slaat er het vuur in hooger gelegen deelen van zijn huis mee uit. (Gebruik de „zweep" niet voor brandbommen, die ergens liggen te branden, want die moejten-jnetu-flroog zand of aarde_ge^. bluscht worden !) 5. Bedenk dat een pas ontstane brand zelfs met een glas water gebluscht kan worden. 6. Laat de vrouwen steeds zorgen voor een vochtigen doek, die om het hoofd gewonden wordt, ter bescherming van het haar tegen vonken.
"BELANGRIjKE KLEINIGHEIDJES.". "De Indische courant". Soerabaia, 1942/01/20 00:00:00, p. I. Geraadpleegd op Delpher op 23-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011176699:mpeg21:p001
De gouvernements - secretaris heeft, in opdracht van den Landvoord, een schrilven gericht ■ aarTdenvöorzittètvan den Volksras>d, waarin er on wordt gewezen, dat de onrloe met Japan o.m. lie»t* «rel-id tot.' een aanzienlijke stiisrinsr van de defensie-uitgaven en een belangrijke daling van bepaalde ' middelen, zoodat voor 1942 moet worden gerekend op een buitengewoon groot tekort, dat slechts zeer ten deele zal kunnen worden opgevangen door versobering, waar deze mogelijk is, en door belastingverzwaring. De stijging van de defensie-uitgaven ziin uiteraard in de eerste plaats het gevolg van de algemeene mobilisatie en van de daadwerkelijke oorlogvoering. De kosten daarvan zijn uiterst lastig te ramen, doch worden geschatop circa 9-tot-10 mïlioen ~ gulden per maand. Een eerste aanvullingsbegrobting ad 100 millioen gulden zal ■■•■hiervoor-~binntnkort~bij— den-"- Volksraad worden ingediend. Daarnaast zullen de eigen defensie-middelen in den kortst mogelijken tijd tot op een voor • onze - strijdkrachten zoo hoog mogelijk bereikbaar peil worden opgevoerd. In verband met het feit, dat daarvoor reeds eerder aanzienlijke bestellingen werden—ge-— plaatst (en nagenoeg geheel betaald,), is het hier meer een kwestie van versnelling • dan van nieuwe orders, doch ongetwijfeld zullen ook hiermede belangrijke bedragen gemoeid »'j" Het totaal daarvan is voor . 1942. boven de reeds opgebrachte credieten, op rond 15Q millioen gulden te stellen. ! In verband met de oorlogsomstandheden wordt verwacht, . dat de douane-ontvangsten zullen dalen, waarbij alras de accynzen zich zullen aansluiten. Van de directe belastingen . naar inkomsten en winst zijn in het loopende jaar vermoedelijk ""géénlagere opbrengsten'iejper-aa •wachten. " '" Samenvattende, moet_worden_ gerekend op een stijging" van hel bestaande begrootingstekort voor 1942 met 300 millioen k 350 millioen gulden, zoodat het nadeelig saldo van den geheelen dienst voor het loopende jaar tot 350 a 400 millioen zal oploopen. Daarbij is geen rekening gehouden met uitgaven, welke voor Ned.-Indië een noodwendig gevolg zijn van het voeren van een ' bondgenootschappelijken oorlog, evenmin met de gevolgen va" "lt. eigen en vijandelijke oorlogsdaden ■ voortspruitende schade, _ Voor het land is dus de noodtoestand ingetreden, waarop bij de behandeling in den Volksraad van de ontwerp-begrooting 1942 van regeeringszijde werd gedoeld en welke het wettigt," met de belastingheffing te gaan tot het - uiterste, dat door de Indische samenleving kan worden gedragen. Op dezen grond zijn bij den VnlV«f»ad ffiT*ril»f*4 tot verhooging van de tarieven der inkomsten- en vennoot- | schapsbelasting,'-waaruit een meer-opbrengst van rond 35 mlllioen gulden kan worden verwacht.
"FINANCIEELE NOOD-TOESTAND. Belastingverhoogingen.". "De Indische courant". Soerabaia, 1942/01/20 00:00:00, p. I. Geraadpleegd op Delpher op 23-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011176699:mpeg21:p001
HEDEN 6.45 en 9.15 PREMIèRE -van een ongeloofelljk spannende ~«fICV mysterie-film; h Ralph Margaret Josepb,, Bellamy Lindsay Schlldkraut Vooraf ,o.a.f Opzienbarende repörtage v/d grooten slag in Lybië. wffC . J ■T.4 ,7T>i» HEDEN 6.45 en 9.15 PREMIèRE van een dolle amusementsfüm: Peggy Guinn - Ed MORAN WILLIAMS __BROPHT Vooraf o.a. röpzïënbaréndë répör tage v/d—grooten—slag in Lybiër- - VANAF HEDEN 6.45 en 9i15 een fascineerend f ilmwerk: „CASTLE ON TIIE HUDSON" Ann John Henry __ SHERIDAN GARFIELD O'NÉDLL.
"Advertentie". "De Indische courant". Soerabaia, 1942/01/20 00:00:00, p. I. Geraadpleegd op Delpher op 23-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011176699:mpeg21:p001
Bij den Volksraad is thans, naar Aneta nader seint, ingediend, de door den gouvernements-secretaris aangekondigde ontwerp-ordonnantie tot verhooging - van eejiige tarieven der inkomstenbelasting, de opcenten der vennootschapsbelasting over het lboekjaar 1941, alsmede het tariel In art. 9 lid IA der ordonnantie op. de lloonbelasting. '--■- --■
-In de desbetreffende memorie van toelichting wordt medegedeeld, dat Van de verschillende mogelijkheden met betrekking tot verhooging, van 't tarief ■ der inkomstenbelasting is gekozen de herziening van het grondtarief, met insme'ting van de bestaande gedifferentieerde opcenten van 125,150 en 175.
. Bij het ontwerpen van het voorgesteld tarief is uitgegaan van de gedachte, dat ten aanzien van inkomens beneden de 9QO gulden niet verder, kon worden gegaan dan insmelting van de bertaande opcenten in het grondtariëf. Teneinde aansluiting van het tarief Ct aanvangende bij 200 gulden, bilde hoogste klasse van het tarief B niet al te scherp te doen plaats heb- « hpn, vangt pprstgpnnpmri t.arlpf—aan— met een hoofdsom van f 70.— voor_ f éKuwcTen,' "hetgeen""" slechts éèh'""stlj"-™" ging beteekent van ƒ 2.50 boven het huidige tarief. De bovengrens, welke thans eerst wordt bereikt bij een inkomen-van f 19.000, is verlegd naar ƒ 12.000, boven welke som van elk 100 gulden een bijdrage van f 90.— al verschuldigd zijn. „_Een_nelastüig- van_6o.procent_ vanhet inkomen zal voortaan reeds bij een inkomen van ƒ 98.000 aanvangen. Dooreengenomen is gestreefd naar een verhooging van de individueele belasting met circa 25 procent, welke in het ontworpen tarief wordt bereikt oy een inkomen van rond ƒ 36.000. Ten gevolge van het streven naar een geleidelijk doen oploopen van het tarief vertoont de stijging voorlagere inkomen een eenigszins onregelmatig verloop.. -—- De "financieele uitkomsten van de voorgestelde belastingverhoogingen worden geraamd op 15 millioen voor d*e inkomsten- en 20 procent voor de vennootschapsbelasting.
"De voorgestelde belastingverhoogingen.". "De Indische courant". Soerabaia, 1942/01/20 00:00:00, p. I. Geraadpleegd op Delpher op 23-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011176699:mpeg21:p001
Gebleken is, dat de advertentie, waarbij bekend gesteld is. dat zoo mogelijk ook dit jaar op nader aan te wijzen plaatsen examen zal worden afgenomen voor onderwijzer en Europeesch onder- . wijzer, eenig misverstand heeft verwekt. ; Ter verduidelijking wordt hierbij medegedeeld, dat deze oproep niet geldt voor hen, die op 12 December jl. waren ingeschreven als l
"DE EXAMENS. Voor onderwijzer Europ. onderwijzer.". "De Indische courant". Soerabaia, 1942/01/20 00:00:00, p. I. Geraadpleegd op Delpher op 23-04-2021, http://resolver.kb.nl/resolve?urn=ddd:011176699:mpeg21:p001