EEN NEDERLANDSCHE FILM DIE NIET VOLDOET. „Amsterdam bij Nacht”. Een aardige rol van Louis de Bree en een burlesque Piet Köhler als kaaskooper. Royal
ke' debat, dat wij juist over de Nederlandsche film gehad hebben en de verschillende diepzinnige dingen, die er van verschillende kanten gezegd zijn. is het een
netelige geschiedenis over een Nederlandsche film te schrijven. Het is waar. dat wij bij leder jong product eener jonge industrie met de teederheid van een baker en het optimisme van verwanten over den zuigeling gesproken hebben, maar ten slotte is het met een zuigeling niet zoo als met een weeskind. Een weeskind blijft tot zijn tachtigste jaar, wees zijnde eenmaal, een wees. Met een zuigeling is het wat anders. En vandaar de schijnbare tegenspraak tusschen wat over den zuigeling gezegd is en wat wij zeggen nu de jongen zich al iedere veertien dagen, bij wijze van spreken, scheren moet. Hebben wij tot mal criterium verheven: alleen diè is goed, die een film kan maken voor de K. L. M. dan is het zeker, dat dc regisseur Benno niet in den wind der schroefbladen komt te staan. Want wanneer men den naam C. J. Teunissen ziet staan als verzorgd hebbende de montage, dan is het niet zoozeer de kwestie wat er over is gebleven, dan wel wat er gesneden is en dat bemerkt men aan de abrupte zwaaien van het beeld. En wat is er overgebleven? Een aardige rol van Louis de Hree als den boekhouder van een modefirma — een burlesque Piet Kohier als kaaskooper.
een aardig idee en een vlotte muziek van Max Tak, maar dan is verder alles van een oneindig langzaam tempo en ais Ik het zeggen mag: van een pijn-
lijk dilettantisme Jan Kiveron is de jonge rol — een zoon van den eigenaar van het modemagazijn — en de juffrouwen uit het stuk zwijmelen over bem. Hij schrijft ook vlotte tooneelstukken en zoo. Doch als hij ten tooneele verschijnt, heeft hij een paar armen te veel, een dikken drnmatisrhen toon en enfin, hij ls van hout. Hij kan het niet heelemaal helpen, want een malle inval van de regie liet hem in een kano zitten, met een pagaai, op het water en hij mocht geen slag met zijn roeispaan doen. maar hij moest een lied zingen voor zijn liefde, da daar eens tegen aan staan. En dan mopt ge weten, dat het een aardig scenario is. van dien boekhouder, die niet vertrouwd wordt door zijn vrouw, vanwege de vele overuren, die de man eerlijk maakt. Om nu eens een avondje rustig te kunnen boemelen met zijn kaasvriend, is hij op het idee gekomen te beweren, dat hij werkt aan een prijsvraag voor een scenario ..Amsterdam bij nacht". Want ook zijn kantoorjuffrouw is krankzinnig met het idee en werkt eveneens aan het geval. Ja. en dan komt er op grappige manier een serie magazijr.diefstallen aan te pas en de boekhouder wordt gearresteerd, hoewel hij op volkomen logische manier in de schijnbaar verdachtste omstandigheden des nachts laat in het magazijn aangetroffen wordt. Dat is allemaal amusant en er zijn vele origineeie invallen — het is niet eens meer het niveau, u weet wel, van de Jantjes en zoo — maar het is net een hoed van verleden jaar en het is net niet zoo vlot als de slechtste Amerikaansche of Duitsche amusementsfilm. Het is traag en on-elegant en bas-comique....
Louis de Bree en Piet Kohier rn „Amsterdam Lij Nacht*' in Royal.