De tijd : dagblad voor Nederland
- 09-07-1969
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrechtelijk beschermd. Op dit object rust auteursrecht.
- Krantentitel
- De tijd : dagblad voor Nederland
- Datum
- 09-07-1969
- Editie
- Dag
- Uitgever
- N.V. Drukkerij De Tijd
- Plaats van uitgave
- Amsterdam
- PPN
- 842127143
- Verschijningsperiode
- 1965-1974
- Periode gedigitaliseerd
- 1965-1974
- Verspreidingsgebied
- Landelijk
- Herkomst
- Koninklijke Bibliotheek C 236
- Nummer
- 40288
- Jaargang
- 125
- Toegevoegd in Delpher
- 18-11-2014
de TOVENAAR VAN FOP door parker en hart
KUNST OPENING VAN HARPWEEK
Componist ROBERT HEPPENER (eerste van links) geeft de laatste aanwijzingen aan een van zijn medewerksters, vlak voor de wereldpremière van zijn concert voor 28 harpen.
DIERGENEESKUNDE Curatoren: geen studievertraging
Van onze onderwijsredacteur
UTRECHT, 9 juli — Uit een mededeling van de Utrechtse curatoren valt op te maken dat voor de moeilijkheden van de eerstejaars diergeneeskunde vermoedelijk toch nog een oplossing gevonden zal worden. Na overleg met vertegenwoordigers van de veterinairé faculteit en de studevten-studiecommistie hebben curatoren verklaard dat zy samen met de faculteit alles sullen doen om voor 1 september op basis van de -toezegging van minister Veringa de nodige maatregelen te treffen.
In de vierhoek van ministerie, curatoren, faculteit en studenten zijn de laatste tijd uitspraken gedaan waarbij niet steeds duidelijk was wie zich tegen wie opstelde. De laatste mededeling van de curatoren kan de lucht wat doen opklaren. Geslaagden voor het zogenaamde C-l examen kregen kortgeleden van de faculteit te horen dat zij moesten omschakelen op de nieuwe opleiding voor het kandidaatsexamen en dat ze voorlopig niet de practica voor het tweede studiejaar zouden kunnen volgen. De studenten vatten dit op als: de geslaagden moeten hun eerste jaar herhalen. De jongste ver-» klaring van de curatoren bestrijdt die uitleg. Belangrijker dan die woordenstrijd is echter de belofte dat men alles zal doen om studievertraging te voorkomen.
De diergeneeskundige faculteit (de enige in het land) heeft jarenlang gekampt met bijzonder grote huisvestingsmoeilijkheden — „bij de beesten af" werd er vaak gezegd. De laatste Jaren is er echter veel aan nieuwbouw gedaan: investeringen tot een bedrag van meer dan 70 miljoen gulden. Het hoofdprobleem is nu de te kleine personeelsbezetting. De tekorten zijn voor een belangrijk deel veroorzaakt door de groei van het aantal sudenten. In de laatste vijf jaar meldden zich achtereenvolgens 151, 181, 175, 191 en 244 eerstejaars; het totale aantal studenten in de diergeneeskunde steeg in die periode van 656 tot 1174. Het personeelstekort bij de faculteit is ook veroorzaakt doordat bijvoorbeeld de gemeenten aan jonge veeartsen gunstiger salarissen e.d. konden bieden.
In het begin van dit jaar maakte de diergeneeskundige faculteit bekend dat zij wachtlijsten voor studenten zou jnvoeren. Di» trok extra aandacht om- Jat de aankondiging werd gedaan bij de officiële opening van de nieuwe kliniek voor veterinaire heelkunde. Veringa deed op de faculteit een beroep om die maatregel op te schorten, maar het plan bleef hangen. De extravoorziening die nu getroffen wordt, is dat de faculteit 60 personeelsplaatsen meer krijgt: 30 van het ministerie en :?0 uit het bestand van de universiteit. De faculteit meende 123 posten nodig te hebben. Er moeten nog verdere onderhandelingen worden gevoerd, maar de tussengroep van studenten — de zaak wordt gecompliceerd door veranderingen in de opbouw van de studie — zou in ieder geval geholpen kunnen worden.
> De curatoren zeggen in hun verklaring dat zij erop vetrouwen dat ook voor de komende eerstejaars' de moeilijkheden opgelost kunnen worden. De universiteit moet proberen de aankomende studenten zo goed mogelijk op te vangen. Een apdere kant van de zaak is echter dat' men zich bij de voortdurende uitbreiding van het aantal aanmeldingen afvraagt of degenen die straks zullen afstuderen wel voldoende maatschappelijke perspectieven zullen hebben.
Op het ogenblik is er nog een tekort aan dierenartsen, maar men verwacht dat over enkele jaren en zeker wanneer de thans aankomende student aan het eind van de streep arriveert, niet meer dan de helft van de afgestudeerden een plaats in de vrije praktijk zal kunnen vinden. Ruim veertig procent van de dierenartsen heeft nu een ambtelijke functie. Het voorlichtingsblad „Straks studeren" houdt geïnteresseerden voor dat zty op grote plaatsingsmoeilijkheden moet rekenen. De veterinaire faculteit heeft Veringa verzocht een commissie in te stellen om dit probleem te onderzoeken. De suggestie is op het ministerie nog in overweging.
Anton Sweers overleden Promotor van het lekentoneel in Nederland VON BRAUN, BOUWER VAN DE V-2 Amoreel standpunt van een geleerde
Van onze verslaggever
BUSSUM, 9 juli — In Bussum is op 66-jarige leeftijd overleden de promotor van het Nederlandse lekentoneel, de heer Anton Sweers.
Anton Sweers xms in Amsterdam geboren. In zijn geboorteplaats richtte hij het Rooms-katholiek Amsterdams Toneelgezelschap op, waarbij hij ook zelf speelde en regisseerde. In Bussum stichtte hij in 1934 een landelijke stichting „Ons Lekenspel", die onder zijn leiding uitgroeide tot een instelling, die op allerlei manieren het lekenspel in Nederland bevorderde door het organiseren van toneel-cursussen en dergelijke.
Tien jaar Keieden droeg de hoer Sweers de leiding van „Ons Lekenspel" aan een ander over. maar zelf bleef hij werkzaam voor de met „Ons Lekenspel" verbonden uitgeverij. Anton Sweers werd ook bekend doordat hij de regie voerde van verschillende manifestaties,'onder meer bij studentenspelen in Delft en bij de manifestatie „Honderd Jaar Kromstaf" bij het eeuwfeest van het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie in Nederland in 1953. Tot twee maal toe heeft de heer Sweers een reis naar de West gemaakt in opdracht van de Sticusa. Op de eerste reis bestudeerde hij de mogelijkheden voor amateurtoneel in de West; op de tweede reis stond hii amateurtoneelspelers daar daadwerkelijk Oij, onder meer door het regisseren van een Surinaams passiespel van Albert Helman. De heer Sweers was ridder in de orde van Oranje Nassau en ridder in de orde van de H. Gregorius de Grote.
De begrafenis is vrijdagmorgen, voorafgegaan door een uitvaartdienst in de O. L. Vrouwenkerk te Bussuvi. Dr. ARTHUR RUDOLPH kwam in 193Ü bijna om het leven. Hij was pas afgestudeerd en werkte samen met Max Valier, de bekende astronoom, en Walter Riedel, die na de oorlog ging werken bij wat doorging voor het Britse rakettenproject.
„Wu maten de stuwkracht van de \ raket met een keukenweegschaal," aldus Rudolph. „Wij gebruikten een mengsel van water en ruwe. olie — ontzettend gevaarlijk, maar wij beseften dat destijds niet. Onze werkwijze was primitief. Als Valier meer druk verlangde, stak hij een duim omhoog; wilde hy minder, dan stak hij zijn duim omlaag. Op een goede dag gingen wij proefdraaien. Een groot probleem was dat het metalen omhulsel vcin de ma-
chine na een paar seconden begoii te o.ryderen. En dan moest je het ding stopzetten. Je wist wanneer het gevaarlijk begon te worden als er vlekken verschenen op het metaal, maar je moest je ogen goed open houden." „Ik zat op een helling, Riedel stond aai de voet van de helling en Valier liep rond de motor om te zien of zich vlekken vertoonden. Tien seconden ging alles goed en toen lag ik plat op mijn rug. Toen ik overeind kwam, zag ik dat onze raketmotor was verdwenen. Er was een enorme rookwolk. Valier waggelde op zijn benen. Toen ik hem bereikte, zag ik dat hij stervende was. Bloed goot uit zijn borst. Ik legde hem neer en legde een blok hout onder zijn hoofd. Ik zei tegen Riedel: „Valier is dood." De keet. waarachter ik had gezeten, zat vol gaten, alsof iemand had geschoten met een machinegeweer. Hot was een wonder dat ik niet was getroffen."
Von Braun, die destijds zijn eigen groep had gevormd in concurrentie met die van Rudolph, toonde enige minachting voor dit geknoei. „Wij meten de stuwkracht niet," zei hij vanuit de hoogte tegen Rudolph, „wij berekenen haar." Maar om de waarheid te zeggen had geen van de pioniers in Berlijn veel idee waar ze aan toe waren. Ét waren enkele oude artikelen van de Russische leraar Konstantin Tsiolkowsky, waarin hij de grondbeginselen van reactievoortstuwing uiteen luid gezet. Verder was er hot werk van Hërmann Oberth, de Duitse uitvinder aan wie Von Braun, tot groot misnoegen van zijn vader. Baron Magnus, een brief had gestuurd. Daarin schreef hij dat hij hem niets aan te bieden had, „behalve mijn grenzenloze geestdrift voor het maken van raketten".
Duitse leger
De jeugdige Von Braun ging in de leer bij Oberth. „Mijn eerste baan," vertelt Von Braun, „was Oberth te help: . met een kleine tentoonstelling, die hij hield in een Berlijns warenhuis. Ik stond acht uur per dag bij de stand en vertelde de mensen: Er is geen twijfel aan dat wij mensen naar de maan zullen vliegen."
Maar weldra verscheen een meer bemiddeld weldoener op het toneel: het Duitse leger, dat besloot de ploeg van Von Braun te financieren als een speculatief onderzoekproject. Von Braun haastte zich de legerhiërarchie onder de indruk te brengen van zijn ideeën.
Op zekere dag in 1932 bracht het hoofd van het Oorlogsdepartement, een luitenant-generaal, die tevens een vooraanstaand hoogleraar was in de wiskunde, een bezoek aan de groep op het proefterrein van Kummelsdorf. Rudolph vertelt: „Onze groep telde destijds nog slechts zeven man, Von Braun was onze baas. Nadat ik, als Jongste, eerst met de generaal gepraat had. was de beurt aan Von Braun, die de generaal vertelde over een reis in de ruimte. Von Braun, zei de generaal, wat jij wilt doen kan niet, want je kunt de stuwkracht die je nodig hebt niet reguleren. Maar Von Braun die, let wel, nog maar twintig jaar oud was, zei: Het kan wél, en ik zal u vertellen waarom."
Gedurende enige jaren werkte het groepje in hef geheim aan ballistisc/ie raketten, waarin Hitier, die onder meer de voortijdige dood van zijn vriend Valier niet kon vergeten, blijkbaar geen vertrouwen had.
Maar reeds in 1936 werden deze raketten gemaakt met de bedoeling er ladingen voor militaire doeleinden mee te vervoeren. Walter Dornberger, hoofd van de afdeling raketten van het leger, gaf bevel dat de raketten een lading moesten hebben, die het honderdvoudige bedroeg van het Parijse monsterkanon in de eeiste wereldoorlog, met oen draagwijdte van 250 kilometer en een topsnelheid van 6000 kilometer pei uur. Toen de Luftwaffe de slag om Brittannië had /erloren, veranderde de Fiihrer van gedachten over de wenselijkheid van het rakettenproject. Hitier verleende Von Braun persoonlijk de titel van Professor. De produktie van de V-2's, gebouwd met behulp van slavenarbeid, werd met de grootst mogelijke snelheid voortgezet.
festival-agenda WOENSDAG 9 JULI
Rotterdam De Doelen 20.15: Officiële sluiting. Rotterdams Philharmonisch Orkest 0.1.v. Edo de Waart. Peter Nero, piano. Gene Cherico; bas. Joe Cusatis, slagwerk. Rif kin: The Royal e Beatleworks Musicke. Nero: Fantas.v. Gershwin: An American in Paris. Gershwin: Rhapsody in Blue.
Glansnummer Heppener
IN ONS LAND hebben wc aan één festival niet genoeg. Wij zijn zo verzot op internationaal gekleurde muziekfeesten dat het slotconcert van het ene tegelijk de opening van een ander inluidt.
Het slotconcert van het Holland Festival (nu ja, op één na) was dinsdagavond de feestelijke aanhef van de nu al wereldbekende Harpweek van Breukelen. Er was niet alleen officiële belangstelling — op het balcon van het Concertgebouw te Amsterdam bevonden zich koningin Juliana, de heer en mevrouw Van Vollenhoven, burgemeester Samkalden, festival-voorzitter mr. Reinink en veel andere persoonlijkheden — maar ook do zaal was geheel uitverkocht, zij het dan dat veel ruimte op de podia werd ingenomen door het woud van 28 harpen dat nodig was om het glansnummer van de avond, de „Hymns and Conversations' van Robert Heppener te doen opklinken. Bart van Bcinum dirigeerde het nieuwe werk, dat twaalf minuten duurt en met zodanig enthousiasme werd ontvangen dat het terstond gebiseerd werd.
De componist heeft de gelegenheid om met een dergelijke verzameling van
koninlijke instrumenten iets spectaculairs te laten zien en horen bewust aangegrepen. Links en rechts van do dirigent plaatste hij een groep van twee solisten, vóór hem een groep van vier en achter deze twee groepen van tien ter weerszijden. Tussen deze groepen heerst niet altijd vrede en eenstemmigheid; er ontstaat een zekere strijd en de agressieve, zelfs vinnige mogelijkheden van de harp worden met plezier gedemonstreerd. Er zijn clusters van akkoorden, ruisende glissando's, vreemde flageolcttonen, en brede arpeggio-effecten. Een solo van een protagoniste (Vera Badings) wordt onderbroken door klappen op de klankkast (door de Amerikaanse Elisabeth Burke), gevolgd door een algemene pittige climax, die een mazimum aan samenklank brengt en afgesloten wordt door écn enkele, droge slotnoot. Phia Berghout en Maria Korchinska waren do aanvoersters van de strijdende groepen. Er waren harpisten uit veertien verschillende landen mee gemoeid.
, VOORDIEN WAREN drie solistische prestaties van zeer verscheiden gehalte, maar alle van hoog niveau te horen geweest. Met veel gratie en grote nuanecringskunst speelde de Armeense Susanne Mildonian samen met het Nederlandse Kamerorkest 't concert in bes groot voor harp en strijkers van Handel, waarbij dc sierlijke cadensen een lust waren voor het oor. De meest kundige en rijpe vertolking was die door Edward Witsenbur: van Ravels „Introduction et Allegro", waarin hij helaas in de slappe en trage leiding door Bart van Reinum geen adequate partner vond. Een zeer verstilde en ingetogen stijl van spelen deed Susann McDonald horen in de „Danee sacrée et Profane" van Debussy. De solisten waren alle drie prijswinnaars van het Israëlische harpconcours van 1959.
HUGO VAN EEDEN
De strijd om de maan 2
Wernher von Braun, nu een der belangrijkste steunpilaren van het Amerikaanse maanprogramma, observeert een Saturnus-lancering via een telescoop in de controlebunker.
Netelig
In Huntsville — het hoofdkwartier van de rakettenproduktie van NASA — is deze periode in Wernher von Braun? leven een netelig onderwerp. Von Braun zelf neemt een weloverwogen maar desondanks onthullend amoreel standpunt in. Wat hij in feite zegt. is dat hij machines en niet mensen verafgoodt en dat zijn eerste plicht machines geldt en wat men met machines kan klaarspelen.
„Het is een heel oud probleem," zegt hij vandaag. „Je hoeft alleen maar de geschiedenis van de Renaissance te lezen om te zien dat zelfs de grootste architecten, zoals Michelangelo, te werk werden gesteld om oorlogsma-
chines te maken cn forten te bouwen."
„Laat ik eerlijk "zijn," voegt Von Brann hieraan toe. „Toen Hitier zich in 1933 meester maakte van de macht, ■was ik eenentwintig jaar. ïk ging geheel op in mijn ideeën over raketten. Ik besefte zeker niet wat de omwenteling in Duitsland betekende en had geen besef van het kwaad, dat voort zou vloeien uit het nieuwe régime. Anderen, waaronder Chamberlain, hadden evenmin zo'n slechte indruk van Hitier in 1939. Ik geloof derhalve niet dat je een 21-jarige jongen verantwoordelijk kunt stellen."
Toen de jonge raketman in 1945 Londen aandeed op doorreis naar Mexico om te gaan werken voor het Amerikaanse leger, zag hij, zo vertelt hij nu, een vreemde rechtvaardiging voor zijn zelfvergoelijking. „Mijn eerste reactie was dat ik helemaal geen bomschade zag. Het verbaasde mij werkelijk na wat ik verwacht had."
Maar welke wanhopige pogingen de Amerikanen ook in het werk hadden gesteld om Von Braun te bemachtigen, en hoezeer zij zich ook hadden beijverd om andere geheime diensten het gras voor de voeten weg te maaien door in het naoorlogse Duitsland de geheimen van de V-2 te bemachtigen, het duurde tien jaren voordat zij effectief gebruik gingen maken van de diensten van Von Braun.
Von Braun zelf en zijn meeste collega's waren de „onbekwaamheid" van een dictatuur beu en hadden lang voor het einde van de oorlog al besloten waarheen zij de wijk zouden nemen — in dezelfde richting als de door hen geplande V-10 van honderd ton die, op hun tekenborden, gericht was op Washington en New York. Zij namen ingewikkelde voorzorgsmaatregelen om te voorkomen dat zij geëxecuteerd zouden worden door de SS of gevangen genomen door de Russen.
Een aantal jaren brachten Von Braun en de zijnen in Amerika door met het lanceren van gewijzigde modellen van de V-2 in de woestijn van Nieuw Mexico. De enige belangrijke stap in de richting van een maanreis was de lancering iu de ruimte van een reeks onder narcose gebrachte apen, die alle de naam Albert droegen. Zij kwamen om het leven toen de raket ontplpfte bij de terugkeer naar de grond.
De mislukking van een jeugdfestival door PETER VAN BUEREN
NA TIEN JAAR stijgende belangstelling is Nederlands grootste en bekendste jeugdfestival, dat van Velp, plotseling in elkaar geklapt. Slechts 100 deelnemers hadden zich opgegeven, tegen 350 a 400 in andere jaren.
De voorzitter van het festivalbestiiur, burgemeester Drost van Velp, „(ast over de oorzaak volledig in het duister". Hans Tiemeyer, initiatiefnemer van het eerste uur stelt dat de nieuwe opzet van het festival goed was, maar 1e amateuristisch uitgewerkt. Mede-organisator WIKOR (het Werk- en Informatiecentrum t'oor Kunst ten dienste van het Onderwijs aan de Rijpere eugd) noemt acht redenen, maar zegt dat hel bij gissen blijft. , In welk opzicht was dit elfde festival anders dan het vorige? Van verschillende kanten (bijvoorbeeld van Vclp-Vader Tiemeyer) was er al lang kritiek, dat Velp te veel gericht was op een passieve jeugd, die luisterde of keek en daarna klapte voor de kunstenaars die even uit hun kunst kropen en zich rechtstreeks richtten tot de jongeren. Er moest meer activiteit van de deelnemers komen. Verleden jaar werd een begin gemaakt. In een literaire workshop, een paint-in en een openbare toneelrepetitie werden deelnemers zelf betrokken in de creativiteit. Dat wab een groot succes ep de organisatie waagde het om het elfde festival helemaal over deze boeg te gooien.
Een enthousiaste programma-commissie rond mensen als //ons Croiset (toneel), Huub Oosterluiis (literatuur) en Jacqxies Slegers (beeldende kunst) tastte naar mogelijkheden. Reeds tijdens de eerste besprekingen bleek echter een dubbel uitgangspunt, dat misschien wel de mislukking in zich hield. Oosterhuis c.s. ging uit van de zelfwerkzaamheid van de deelnemers en bouwde van daaruit alles op (kunstenaars, plaats van het festival, de uitwerking van de onderdelen, de propaganda). Het WIKOR ging uit van zichzelf, namelijk haar dienstvaardigheid voor de rijpere schooljeugd.
Het knelpunt was, dat de opzet van Oosterhuis zich niet richtte op de jeugd waarvan het WIKOR uitging. Beide groepen wilden hetzelfde (een creatief festival) maar bekeken dat vanuit een ander standpunt. De oplossing, een compromis, bleef tussen beide bedoelingen insteken.
Vclp 1969 zou plaatsvinden In het dorp Ellecom, omdat daar meer ryimte was voor creativiteit dan de gebruikelijke plaats, het Rhedens lyceum in Velp. Onder de stimulerende kunstenaars trof men namen als Bernard Droog, Theo Kling. Simon Vinkenoog, Misha de Vreede, Bernlef, Fons Eikholt, Hans Verhagen, Rob van Houten, David.Eavis, Louis van Dijk, Bernard ,van Beurden en de cabaretgroep Ivo de Wijs.
De deelnemers zouden in verschillende werkgroepen worden onderverdeeld cn vier dagen bezig zijn in de sporthal van Ellecom, een restaurant, een schuur, en een huishoudschool. Er was genoeg wei en andere grond om naar buiten te trekken bij mooi weer.
De eerste avond was bestemd voor een kennismaking, waarbij de aanwezige kunstenaars een eerste prikkel tot creativiteit moesten toedienen. Dinsdag tot en met donderdag was er ruimschoots gelegenheid tot „creatieve zelfwerkzaamheid". Dinsdagavond kon men naar voorstellingen (Theater aan de Rijn, een programma van korte Nederlandse films, muziek). Woensdagavond voer een boot langs de Rijn, met muziek van de deelnemers, cabaret cn alles wat er spontaan kon gebeuren. Donderdagavond zou het festival besloten worden met een „slotapotheose". Een groot feest, met manifestaties van het in de afgelopen dagen gecreëerde. Vrijdag liep het festival zonder programma uit of af.
Een pretentieuze en aantrekkelijke opzet, die „verkocht" werd door aanschrijvingen van scholen en een folder, die meer dan in, vorige jaren de jongeren zou kunnen aanspreken. „Ellecom Kreatief" stond er boven en een aantal meisjeshoofden in screendruk omlijstten een tekst van Huub Oosterhuis:
FAlecom Kreatief (ogen in je hart-hart in je lijf Voor jou omdat het „iets" is omdat je iets bent en het kunt en wel wie weet • zullen er nog wat mensen zijn die doen wat ze niet laten kunnen spelen schilderen dichten filmen bouwen denken doen met jou om wie te zijn? wat te worden? er zal papier zijn, schutting, potten rood heb je nog vingers aan je handen en hoeveel schuttingwoorden in jt schoot? Het slot van deze tekst heeft, volgens WIKOR, bij schoolhoofden en ouderi een zeker schrikeffect teweeggebracht, waardoor de propaganda onder scholieren geleden heeft. WIKOR heeft nog meer veronderstellingen over de mislukking: Het aantal festivals neemt steeds toe (grotere concurrentie); de kosten wn f 75 zijn misschien te hoog (met reiskosten en zakgeld is er ongeveer f 100 mee gemoeid): de ouders hebben al financiële lasten genoeg en als de jongeren een paar weken gaan werken, zullen ze het verdiende geld liever uitgeven voor een vakantiereis naar het buitenland; op het gebied van eigen creativiteit zijn er vrij veel mogelijkheden in eigen plaats; de totale opzet van het festival was misschien een te progressieve stap; affiche en folder hadden te summiere gegevens.
WIKOR slaat de spijker op zijn kop, als ze ook nog stelt, dat de bewegingen onder de studenten van de laatste tijd ook hun invloed bij de middelbare schooljeugd doen gelden. „Er is een toenemende onlust onder hen te constateren om vrijwillig te participeren aan alles wat door de school of wat al» annex school kan worden beschouwd, wordt georganiseerd".
En dan komen we terug bij de eerste vergaderingen van de programmacommissie. Een ouderwets jeugdfestival is haalbaar voor (een deel van) de middelbare scholieren'« Een heel ander festival, gericht op de jeugd die zelf wil, zou bij de andere jongeren een succes zijn. Nu heeft men de opzet van het laatste festival gekozen (Oosterhuis) en zich gericht tot d« deelnemers van het eerste (WIKOR). Door het compromis ging Velp naar de knoppen. Burgemeester Drost zou volgend jaar „zijn" festival kunnen houden in het Rhedens lyceum en dan tot zijn verwondering merken, dat het een succes is. Een andere opzet moet echter niet alleen in programma, maar ook in de uitwerking progressief zijn. zoals in de benadering van de jongeren en vooral ook ten aanzien van de vraag: welke jongeren?