ADVERTENTIE 10 Dagen vrij? Er op uit met de trein! 8-daags kriskrasabonnement* f /in (kinderen4t/m 1 HU." 9 jaar f 20.-) NS-lentetochten Keuze uit verschillende, met zorg- samengestelde trips o.a. naar De Efteling, Zuid-Limburg/ Aken. Amsterdam/Schiphol, De Keukenhof etc. Samen op reis? Neem een 2-pluskaart* Van 30 april t/m 10 mei dagelijks onbeperkt een dag voordelig reizen. 2 personen f3O, 3 personen f 35, 4 personen f4O, 5 personen f 45, 2 kinderen 4 t/m 9 jaar gelden voor 1 persoon. * NS-identiteitsbewijs of pasfoto meenemen! Avondje uit? Avond retour! enkele reis +een kwartje Van 30 april t/m 10 mei elke avond na 18.00 uur, dus ook op vrijdag en zondag. iFV\ voordelig uit met NS
De tijd : dagblad voor Nederland
- 02-05-1970
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrechtelijk beschermd. Op dit object rust auteursrecht.
- Krantentitel
- De tijd : dagblad voor Nederland
- Datum
- 02-05-1970
- Editie
- Dag
- Uitgever
- N.V. Drukkerij De Tijd
- Plaats van uitgave
- Amsterdam
- PPN
- 842127143
- Verschijningsperiode
- 1965-1974
- Periode gedigitaliseerd
- 1965-1974
- Verspreidingsgebied
- Landelijk
- Herkomst
- Koninklijke Bibliotheek C 236
- Nummer
- 40539
- Jaargang
- 125
- Toegevoegd in Delpher
- 18-11-2014
Advertentie
Klein huisje
j . Het huisje op het eiland was maar klein. Het bevatte een gecombineerd*; keuken/woonkamer, twee slaapkamers en een badkamer. Er was geen telefoon. De gehele groep van twaalf merken — zes mannen en zes vrouwen — kwam daar op vrijdagavond 18 juli omstreeks half negen bijeen. Die avond waren er slechts twee auto's beschikbaar: de Oldsmobile en de Valiant. De Mercury van Larosa was bij hotel Shiretown gebleven. De twaalf mensen hielden zich die avond bezig met koken, eten, drinken, conversatie, zingen en dansen. De aanwezige drankvoorraad bestond uit wodka, rum, whiskey en bier. Er werd echter niet veel gedronken; op geen onkel moment die avond verkeerde een van de aanwezigen onder invloed van sterke drank. In de loop van de avond reed Tret-ler samen met Rosemary Keough in de Oldsmobile naar Edgartown om een radio te lenen. Miss Kfcough liet na terugkeer haar tasje in de auto liggen. Alleen Crimmins en Markham waren van plan de nacht in het huisje door te brengen. De andoren zouden terugkoren naar hun respectievelijke hotels. Het was bekend dat de laatste veerboot omstreeks middernacht zou varen, maar het was mogelijk later over te steken indien dat tevoren werd afgesproken.
Kennedy moe
Tussen kwart over elf en half twaalf vertelde Kennedy aan' Crimmins (maar aan niemand anders) dat hij moe was, dat hij naar hotel Shiretown wilde om naar bed te gaan, dat miss Kopechne zich niet goed voelde en dat hij haar naar haar eigen hotel (Katama Shores) wilde brengen. Hij vroeg en kreeg de sleutels van de Oldsmobile en vertrok in het gezelschap van miss Kopechne. Mary Jo vertelde aan niemand anders. alleen aan Kennedy, dat zij wilde vertrekken. Zij liet haar tasje achter in het huisje. Kennedy beweert — aldus nog steeds rechter Boyle — dat hij over de Chappaquiddickweg naar de veerboot reed. Toen hij de kruising met de Dykeweg bereikte, sloeg hij per ongeluk rechtsaf, de Dykeweg op, in plaats van linksaf de Chappaquiddickweg naar de veerboot te blijven volgen. Hij realiseerde zich op een gegeven moment wel dat hij op een smerige weg reed, maar besteedde daar verder geen aandacht aan. Hij reed ongeveer 35, 40 kilometer per uur toen plotseling de Dykebrug voor hem opdoemde.
Ondersteboven
lIÜ remde, maar de auto gleed de brug af, het Poucha-meertje in en kwam onderstebovèti,,in he^-water'terecht. liet* raam aan Kentiedy's kant was geopend en hij slaagdo erin boven te komen en naar de kant .te zwemmen. Het was uitzonderlijk donker, er stond een sterke stroom en herhaalde pogingen van hem om Mary Jo Kopechne uit de auto te halen mislukten. Uitgeput zwom Kennedy weer naar de kant. Hij liep naar het huisje en vroeg Gargan en' Markham, zonder de andere aanwezigen te waarschuwen, met hem mee te gaan. Zij reden in de Valiant naar de Dykebrug, maar ook Gargan en Markham slaagden er niet in Mary Jo uit de auto te halen.
Conclusies
(De rest van het verhaal is bekend. Kennedy en zijn vrienden reden naar de veerboot. Kennedy zwom het water over en ging naar zijn hotel. Pas de volgende morgen omstreeks acht uur ging hij naar de politie om te vertellen wat er was gebeurd.)
Rechter Bo.vle trekt uit deze gang van zaken, zoals Kennedy en de andere getuigen hem die hebben verteld, de volgende, voor de senator ongunstige conclusies: 1. Kennedy was de gastheer en de .enige die verantwoordelijk was "•oor het bijeenkomen van de groep. 2. Kennedy deelde zijn hotelkamer in Shiretown met Gargan. zijn neef en intieme vriend. 3. Kennedy had Crimmins al negen jaar in dienst als particulier chauffeur en reed zelden zelf. Crimmins had ook die vrijdag steeds gereden en was op het moment, dat Kennedy aan zijn fatale tochtje begon, beschikbaar. 4. Kennedy vertelde alleen aan Crimmins dat hij naar Shiretown wilde terugkeren en vroeg hem de autosleutels. 5. De jonge vrouwen in het gezelschap waren vriendinnen van elkaar en logeerden gezamenlijk in Katama Shores. 6. Mary Jo Kopechne deelde een hotelkamer met Esther Newburgh, die . in het bezit was .van de sleutel van ? Kun gezamenlijke kamer. -JJf 7'. Mary* Jo Kopechne vertelde aan f>.: niemand, alleen aan Kennedy, dat u*' Shores wilde gaan' Zij vroeg aan Esther Newburgh NIET om de sleutel van de kamer. 8. Mary Jo Kopechne liet haar tasje achter in het huisje toen zij met Kennedy wegreed. 9. Het was bekend dat de veerboot na twaalf uur niet meer zou varen en dat, wilde men later oversteken, tevoren een verzoek daartoe moest worden ingediend. Dat was niet gebeurd. 10. Tien van de twaalf mensen in het huisje waren niet van plan daar de nacht door te brengen. 11. Alleen de Oldsmobile en de Valiant waren beschikbaar voor het transport van die tien mensen. De Valiant was van die twee. auto's de kleinste. „Ik zie", aldus rechter Boyle, „als een redelijke en waarschijnlijke verklaring van al deze feiten dat Kcnncdy en Kopechne op dat moment niet van plan waren terug tc keren naar Edgartown; dat Kcnnedy niet van plan was naar de veerboot te rüden en dat hij met opzet rechtsaf de Dykeweg is opgereden."
Vragen over Zuid-Nederlandse Opera
\ Van onze verslaggever MAASTRICHT, 2 mei — De recente opheffing van de Zuid-Nederlandse Opera is voor het KVP-statenlid M. Debats aanleiding een tiental vragen te stellen aan het college van gedeputeerde staten van Limburg. Debats, die deel heeft uitgemaakt van het bestuur van de ZNO, wil van het college van gedeputeerde staten vernemen, hoe het de recente ontwikkelingen rond het zuidelijk operagezelschap beoordeelt, meer speciaal in het kader van de landelijke cultuurspreiding. Mochten gedeputeerde staten de opheffing van de ZNO als een verlies voor de provincie beschouwen, dan wil statenlid Debats vernemen, welke maatregelen getroffen zullen worden om de geleden schade te herstellen. Hij informeert verder naqr de juistheid van de berichten, dat de intrekking van de rijksbijdrage voor de ZNO, groot 4,5 ton, gebaseerd is op een gebrek aan vertrouwen van de zijde van het ministerie van CRM in de gewenste stijging van het subsidieaandeel van Limburg, de gemeenten en Noord-Brabant, alsmede op de prestaties en de toekomstverwachtingen van het gezelschap. Tenslotte vraagt Debats hoe gedeputeerde staten de houding van een lid van de raad voor de kunst, tevens kunstrecensent, beoordelen, daar de betrokkene na het aan de minister uitgebrachte advies, uitermate negatieve perskritieken gaf over van de ZNO.
Reclame (2) buitenskamers onder redactie van barnard van bossum
DE TWEEDE KAMER bestaat niet. Dat wil zeggen, het is geen eenheid en daarom kun je het als produkt niet aan de man brengen. De mensen van het Nederlands Genootschap voor Reclame blijven er echter bij, dat via advertenties toch wat gedaan kan worden aan een prestige-verbetering van de Kamer als geheel. Verleden week schreef Buitenskamers reeds over de wijziging die de reclame-deskundigen maakten in hun opzet om een betere communicatie tussen Kamer en publiek tot stand te brengen. Vorig jaar stelden zij een advertentie-campagne op om het publiek duidelijk te maken dat de Kamer het toch zo gek nog niet deed. Inmiddels zijn de reclame-mensen tot de overtuiging gekomen, dat het meer gaat om informatie over de besluiten die de Kamer neemt. Veel mensen komen er niet toe, de berichten van do parlementaire verslaggevers te lezen. Als tweede — en volgens de reclamemensen betere en objectieve — mogelijkheid moet er daarom regelmatig een bericht van de Griffie van de Tw?ede Kamer komen, waarin besluiten van de Kamer worden meegedeeld. Een korte inhoud van het wetsontwerp en een overzicht met het standpunt van alle partijen, vormen de advertentie. De mededeling zou een hele pagina in beslag moeten nemen en volgens een vast patroon herkenbaar zijn. Op een bijeenkomst van Kamerleden, het Nederlands genootschap voor Reclame en leden van de parlementaire pers presenteerden de heren Mertz en Van Staal deze week hun gezamenlijk ontwerp voor zo'n advertentie. UW KIND ZAL NOOIT MEER HOEVEN TE ZEGGEN: IK HEB ALLEEN MAAR LAGERE SCHOOL, was de pakkende aanhef boven de advertentie waarin werd meegedeeld dat de Tweede Kamer het (fictieve) wetsontwerp van onderwijs-ministèr Vonhoff over de verlenging van de leerplicht tot 18 jaar had aangenomen. Het vertrouwenwekkende moest komen van het laatste herkenningszionetje: „Dit is een bericht van de Griffie van de Tweede Kamer aan U." In een of twee zinnen werd van alle partijen gezegd waarom zij voor of tegen stemden. De advertentie ziet er inderdaad aantrekkelijk uit. Kamerleden en parlementaire pers waren echter eensgezind in hun afwijzing.,, Het belangrijkste motief is wel, dat het in deze vorm bijzonder onaantrekkelijk wordt om oppositie te zijn. De ontworpen advertentie maakt reclame voor minister Vonhoff en voor de partijen die geholpen hebben, het wetsontwerp erdoor te krijgen. Dank zij hen zal uw kind nooit meer hoeven te zeggen, ik heb alleen maar lagere school. Het is altijd het besluit van de meerderheid waarmee wordt geadverteerd. De oppositie krijgt in deze vorm alleen maar anti-reclame. Gemakshalve hebben de reclamemensen de Eerste Kamer afgeschaft. Nu moet alles wat de Tweede Kamer besluit door naar de Eerste Kamer en het komt voor dat een wetsontwerp pas een half jaar later door de senaat goedgekeurd wordt. De onderwijswet van minister Vonhoff zou dan pas na goedkeuring van de Eerste Kamer in de advertentie kunnen worden verkocht. Dan hebben de parlementsredacties toch wat meer en vooral snellere mogelijkheden om de lezers iets te vertellen over het wetsontwerp. Het bezwaar van Paul Mertz tegen de parlementaire berichtgeving is, dat de journalisten het Kamergebeuren inkorten, aanvullen en interpreteren. Naast deze „gekleurde" berichtgeving wil hij de reclame, die volgens hem uitstekend geschikt is om zaken objectief weer te geven en het vermogen heeft ontoegankelijke zaken toegankelijk te maken.
„De lintjesworm heeft afgedaan". Aan deze leus indachtig ving niettemin de meimaand aan als lintjesregenachtig. CHRONOS
Loonwet
UIT EEN ONDERZOEK van Makrotest over het beeld van het publiek over de Kamer, bleek dat de burger de Kamer het schoolcijfer 6+ zou geven. Dat is niet veel en daarom voelt iedereen wel dat er toch iets moet gebeuren. Of het niet zo complimenteuze beeld wordt veroorzaakt doordat het produkt niet deugt, of dat het uitsluitend ligt aan de manier waarop De Kamer „over komt", kwam bij de discussie niet goed uit de verf. Dat was ook niet t« verwachten bij een gesprek met Kamerleden die van zich zelf het idee hebben het niet zo slecht te doen en bij parlementaire verslaggevers, die vanzelfsprekend ook niet zullen zeggen dat zij hun vak slecht verstaan. Om de reclame-mensen niet zonder meer het bos in te sturen, krijgen ze nog e enkans om hun ideën waar te maken. Vaak is een Kamerdebat zo ingewikkeld dat „zelfs" parlementaire journalisten vele kolommen nodig hebben om duidelijk te maken hoe de verhoudingen in de Kamer liggen. Mertz en Van Staal werden daarom uitgedaagd, een advertentie op te stellen over de gebeurtenissen in de nacht van de loonwet. Geef het gemanoeuvreer rond artikel 8 maar eens in twee zinnen weer. Ze hebben de uitdaging aangenomen. Wanneer de advertentie klaar is. zal hetzelfde gezelschap weer bijeen worden geroepen om te beoordelen, of de Kamer akkoord zou kunnen gaan met de plaatsing van zo'n advertentie. Want dat komt er natuurlijk ook bij: alle fracties moeten het eens zijn met de tekst. Mertz en Van Staal zullen het moeilijk krijgen. Want, zoals Kamervoorzitter Van Thiel opmerkte: zij zijn reclame-deskundigen en dat is heel wat anders dan politieke melk te hebben gedronken. Dit is een bericht van de pai lementsredactie van De Tijd aan U.
Opkomst (slot)
DE VVD HEEFT het sterkst gcprofiteerd van de verdwijning van de opkomstplicht bij de statenverkiezingen, de KVP en de PvdA hadden or ook baat bij, zij het minder. D' 66, dat in de Kamer over de afschaffing begon, ondervond er het meeste nadeel van. Dit zijn bevindingen uit een onderzoek, voor de Haagse Courant uitgevoerd onder 714 Haagse kiesgerechtigden. Vijftien procent van de wegblijvers wist niet op welke partij te stemmen. Er zijn veel vrouwen bij en mensen, die waarschijnlijk voor D' 66 gekozen hadden, als ze hadden moeten komen, nog een vrjftien procent liet het afweten uit weerzin tegen de politiek. Een derde gaf ziekte of uitstedelijkheid op en eenzelfde aantal noemde stemmen zinloos met als typerend motief: „De gewone man is overal' de dupe van". Onder de absenten zijn verhoudingsgewijs meer mensen met alleen lagere school en een inkomen beneden de loongrens.. Loongrens of niet, de ambtenaren horen natuurlijk bij de trouwste kiezers. Dat zijn ook de gereformeerden en hervormden, meer dan de katholieken, maar vooral meer dan de buitenkerkelijken. Het onderzoek vergeet natuurlijk niet zich een certificaat van degelijkheid te verschaffen met het omzichtig ontsluiten van enkele' open deuren: politiek belangstellenden blijken meer te hebben gestemd dan ongeïnteresseerden en ontevredenen minder dan met de politiek verzoenden. En wat we nu al tot vervelens uit andere plaatsen meldden gaat ook voor Den Haag op: vooral de jongeren hebben hel laten afweten. De 21- tot 29- jarigen zorgden voor 24 procent van de wegblijvers en 15 procent van de opkomers. Voor de 30- lot 39-jarigen zijn deze cijfers: 22 en 14. Voor de 40- tot 49-jarigen 17 en 19. 50- tot 64- iarigen 23 en 28, ocjaarden 14 en 24.
DE TRAGISCHE DOOD VAN MARY JO KOPECHNE Conclusie van de rechter vernietigend voor Kennedy Hij wilde het meisje niet thuisbrengen
Van een correspondent BOSTON, 2 mei — De dood van Mary Jo Kopechne blijft senator Edward Kennedy achtervolgen. Nadat Kennedy#was veroordeeld tot twee maanden voorwaardelijke gevangenisstraf en nadat het onderzoek („inquest") was afgesloten, was er enige rust in de affaire gekomen. Deze rust is op harde wijze verstoord door rechter James Boyle, die de leiding van de .inquest" en die deze week zijn conclusies bekendmaakte. Deze zijn voor Kennedy vernietigend. Hij wordt ervan beschuldigd dat hij niet de volledige waarheid heeft verteld, hetgeen de senator fel heeft ontkend. Ook is rechter Boyle ervan overtuigd dat Kennedy in die fatale nacht miss Kopechne niet naar huis wilde'brengen. Hieronder volgt een samenvatting van rechter Boyle's bevindingen: Een groep van twaalf personen verzamelde Zich op uitnodiging van senator Edward M. Kennedy in Edgartown om daar op 18 en 19 juli '09 de jaarlijkse zeilreaatta bij te wonen. Aanwezig waren: John B. Crimmins. Bosemary Keough, Joseph Gargan, Mary Jo Kopechne, Edward M. Kennedy, Ann Lyons, Raymond S. Larosa, Mary Ellen Lyons, Paul F. Markham, Ésther Newburgh, Charles l"!. Tretter en Susan Tannebaum. De zes jonge vrouwen in het gezelschap, die allen tussen de twintig en dertig jaar oud waren, kenden elkaar door hun werk in Washington en waren soede vriendinnen van elkaar. Voor hen waren drie tweepersoons kamers gereserveerd in hotel Katama Shores. De mannen logeerden in hotel Shiretown. Het hoofdkwartier van de groep was een klein huisje op het eiland Chappaquiddick in de directe omgeving. Er waren drie auto's beschikbaar: de Mercury van Larosa, de Oldsmobile 88 van Kennedy en een gehuurde witte Valiant,,
SENATOR EDWARD KENNEDY ... te snel gereden ...
MARY JO KOPECHNE .. tasje bleef achter.,
RECHTER JAMES BOYLE ... twijfels ...
Strafbaar
De rechter stelt zich vervolgens de vraag of Kennedy schuldig is aan het feit dat de Oldsmobile uiteindelijk in het water belandde. Hij is ervan overtuigd, schrijft hij. dat de Dykebrug een gevaarlijke plaats is, vooral 's nachts, die zeer voorzichtig genaderd moet worden. Zelfs een snelheid van 35 tot 40 kilometer per uur (de snelheid waarmee Kennedy volgens eigen zeggen reed) moet op zijn minst, indien men een zo grote wagen als deze Oldsmobile bestuurt, onvoorzichtig worden genoemd en misschien roekeloos. Indien Kennüdy van het bestaan van de brug op de hoogte wak heeft hij zich, naar het oordeel van rechter Boyle, schuldig gemaakt aan strafbaar gedrag. Eerder op die vrijdag 18 juli was hij tweemaal over de Chappaquiddiekweg gereden en tweemaal over de Dykeweg en de Dykebrug. Mary Jo Kopechne was vijfmaal over de Chappaquiddiekweg gereden tweemaal over de Dykeweg en de Dykebrug. „Ik houd het voor waarschijnlijk", aldus de rechter in zün slotconclusie, „dat Kennedy op de hoogte was van het gevaar, dat op de Dykeweg voor hem lag, maar dat hü om de een of andere reden, die door zijn getuigenis niet is opgehelderd, verzuimd heeft de nodige voorzichtigheid tc betrachten toen hU de brug naderde." „Ik meen daarom dat het waarschijnlijk is dat Edward Kennedy zijn motorvoertuig nonchalant heeft bestuurd op een weg of op een plaats, waar het publiek recht van toegang heeft, en dat deze handelwijze mede de dood heeft veroorzaakt van Mary Jo Kopechne".
BBK houdt weer 'kunst-weggeverij'
DEN HAAG, 2 mei — Onder liet motto „50 procent subsidie, rest gratis" gaat de Haagse afdeling van de Beroepsvereniging van Beeldende Kunstenaars (BBK3 het mogelijk maken, dat ook de minst draagkrachtigen van deze samenleving over een in vrijheid zelf gekozen kunstwerk kunnen beschikken''. Daartoe wordt bij gelegenheid van de viering van de vijfde mei in het actiecentrum van de BBK op die dag een verkooptentoonstelling gehouden. Hiervoor geldt de subsidieregeling van het ministerie van cultuur, recreatie en maatschappelijk werk en die van de gemeente Den Haag. Deze bijdragen vormen de helft van het aankoopbedrag dat dan niet meer dan f 500 mag bedragen.
IQ
DE UTRECHTENAAR Reijnders, uitvinder van het intelligentisme, wil de maatschappij opdelen in IQ-groepen. Handarbeiders komen in de groepen één tot vijf, hoofdarbeiders in zes tot tien. Hij wil ze gescheiden houden: wijken volgens IQ, ziekenzalen volgens IQ, sportverenigingen, reisbureaus en ontspanningsverenigingen. Reijnders doet na de Kamerverkiezingen een gooi naar het presidentschap van Nederland. „Het blijft niet bij een gooi. ik word het ook. Mijn toekomst is namelijk helemaal vastgelegd. Op 33-jarige leeftijd word ik president van Nederland. Op 44-jarige leeftijd president van Groot-Europa, dus incluis de Oostbloklanden, p 63- jarige leeftijd word ik vermoord". Even verderop in zijn manifest geeft hij „het zichtbare bewijs dat ik de Messias ben": Israël wordt rond 1971 van de kaart geveegd en pal daaroverheen: alles zal op democratische wijze geschieden. „Tegelijkertijd dat ik mijn ideeën kreeg", voegt hij er ter verheldering aan toe, „kreeg ik een barstende hoofdpijn, die ik nog steeds niet kwijt ben". Uit zijn politieke plannen: „De godsdienst in zijn huidige vorm zal verdwijnen. De kerken zullen echter blijven bestaan, er zal beschavingsleer worden gegeven". „Echtscheiding moet mogelijk zijn, wanneer een van dé echtelieden het huwelijk als mislukt beschouwt. Deze dreiging op de achtergrond zal de geliefden dwingen alles te doen om elkaar gelukkig temaken. Na een 25- jarig huwelijk mag niet meer gescheiden worden". „Er zal in razend tempo geautomatiseerd moeten worden. De arbeidskrachten, die vrijkomen, zullen gebruikt kunnen worden om een spoorwegennet van monorails door Europa aan te leggen". Reijnders wil de tegels van het trottoir kleuren om te zorgen voor een beetje romantiek.
Gemengd huwelijk Door Prof. DR. H. A. M. FIOLET
TIJDENS DE LAATSTE ZITTING van het Pastoraal Concilie, waar de oecumene het voornaamste deel van de agenda vulde, was het merkwaardig stil rond het heetste hangijzer dat gedurende de laatste zestig jaren het klimaat tussen de kerken voortdurend vergiftigde: het gemengde huwelijk. Het rapport van de oecumenische commissie „De Eenheid welke de Heer maakt" had er slechts een kleine paragraaf aan gewijd. In de aula kwam het nauwelijks ter sprake. De reden was, dat een interkerkelijke commissie van de Nederlandse Hervormde Kerk, de Gereformeerde Ker-i ken, de Rooms-Katholieke Kerk, de Evangelisch-Lutherse Kerk en de Remonstrantse Broederschap enige maanden tevoren gereedgekomen was met een verklaring over het gemengde huwelijk. De eerste twee kerken hadden op hun synoden dit voorstel reeds onveranderd aanvaard. De rooms-katholiekc bisschoppen hadden echtpr hun ondertekening van het document nog uitgesteld, omdat zij wilden wachten op een pauselijke verklaring over hetzelfde onderwerp die op 20 maart zou verschenen zijn, maar op het laatste moment teruggenomen was. Geruchten uit Rome vertelden, dat dit uitstel te danken was aan een persoonlijke interventie van dr. Carson Blake, de secretaris-generaal van de Wereldraad van kerken, bij paus Paulus. Hij zou met de paus hebben besproken dat het onjuist zou zijn als de kwestie van het gemengde huwelijk eenzijdig door de rooms-katholieke kerk zou worden geregeld, daar alle kerken hierbij betrokken zijn. De verwachting was nu ' gewekt dat er een internationaal gesprek over het gemengde huwelijk door alle bij de Wereldraad betrokken kerken zou beginnen. Deze verwachting is nu doorkruist door het verschijnen van het motu proprlo (apostolische brief) van paus Paulus, dat gisteren in De Tijd is gepubliceerd. Gezien de korte tijd van het uitstel (20 maart—29 april) is het uitgesloten dat de andere kerken betrokken zijn geweest bij de veranderingen die op het laatste moment in dit stuk zijn aangebracht. Hoogstens kan men zeggen, dat er rekening is gehouden met de gevoeligheden die er bij de andere kerken in deze tere kwestie leven. Men mag verwachten dat de andere christenen het document kritisch zullen lezen.
KORT SAMENGEVAT komt de Inhoud van dit pauselijk schrijven hierop neer: het huwelijk tussen een katholieke en een niet-katholieke christen is ongeoorloofd, tussen een katholiek en een niet-gedoopte ongeldig. Er kan slechts dispensatie gegeven worden als de katholiek belooft de gevaren voor geloofsafval te vermijden en. naar vermogen alles zal doen om de kinderen katholiek op te voeden. Het huwelijk moet gesloten worder} in de. vorm die het kerkelijk recht voorschrijft (voor pastoor en twee getuigen).. De huwelijksviering mag nietJ tegelijk" ih' een niet-katholieke ritus voltrokken worden. Dit betekent dat er in feite in do katholieke huwelijkswetgeving niets is veranderd. Dit komt niet primair voor verantwoordelijkheid van de paus, maar voor het wereldepiscopaat dat in 1907 met 69 procent zich uitsprak voor handhaving van deze wet. En toch is er een belangrijk verschil, dat voor de verklaring die de kerken in Nederland gezamenlijk hebben opgesteld alle deuren opent. Het gehele dispensatiebeleid wordt namelijk van Rome verlegd naar de locale kerken. Het gehele pastorale beleid inzake het gemengde huwelijk wordt toevertrouwd aan de nationale bisschoppenconferenties. Zij kunnen dispenseren in ieder wettelijk huwelijksbeletsel tot in de vorm van de huwelijkssluiting toe. Ook een uitsluitend burgerlijk huwelijk is mogelijk. Het komt hier op neer, dat wat Rome door handhaving van de kerkelijkc wet slechts dispensatie in individuele gevallen noemt, in feite een pastoraal beleid van een lokale kerk voor alle gevallen kan worden. De bisschoppen behoeven Rome slechts op_ de hoogte te stellen over de beslissingen die zij krachtens hun bevoegdheid hebben genomen. Als wij echter tot de conclusie komen dat op grond van dit pauselijke document de bisschoppen in Nederland niets meer in de weg staat om de overeenkomst met de andere kerken inzake het gemengde huwelijk te ondertekenen. dan betekent dit niet dat wij tegen dit Romeinse stuk, zowel wat de toon als wat de benadering van dit pastorale probleem betreft, geen ernstige bezwaren hebben. WIJ HEBBEN RESPECT voor d« legitieme pastorale zorg voor de geloofsmoeilijkheden waarin gemengd gehuwden terecht kunnen komen. Dit is de bezorgde ondertoon van heel dit stuk. Doch de boventoon is koud-juridisch. Dit roept, juist door het ontbreken van iedere aandacht voor het huwelijk als liefdesgemeenschap van twee mensen, een gevoel van onbehagen op. Het ernstigste bezwaar is
echter, dat dit stuk volstrekt eenzijdigkatholiek is en blijkbaar geheel vergeet dat ook de niet-katholieke christen een geloof en een geweten heeft en dat ook de andere kerk een eigt-n pastorale verantwoordelijkheid heeft. Wel wordt de pastorale zorg van de andere geloofsgemeenschap vóór en na de totstandkoming van het huwelijk erkend, doch bij de kerkelijke huwelijkssluiting staat zowel de individuele niet-katholieke partner als zijn geloofsgemeenschap buitenspel. Volstrekt oecumenisch onaanvaardbaar en geloofsdiscriminerend is, dat in dit stuk gesproken v wordt over „gevaren voor geloofsafval" in een kerkelijk gemengd huwelijk. Pijnlijk is ook het ontbrpken van bijna iedere aandacht voor de geloofsproblematiek in het huwelijk van een katholiek met een niet-ehristen.
Het ernstigste pastorale bezwaar tegen dit document ligt echter in de slotpassage. Daar wordt koel verklaard dat „de uridische strafgevolgen" tegen hen die vroeger gemengd zijn gehuwd zonder dispensatie nu worden weggenomen en dat deze huwelijken nu kerkelijk in orde gemaakt kunnen worden. Kan een geloofsgemeenschap zich zo in koelen bloede afmaken van het verdriet dat zij talloze mensen heeft aangedaan? Kan een gemeenschap die nog op weg naar haar Heer is en slechts tastend zijr. wil zoekt, niet in alle eerlijkheid schuld bekennen? Kan zij dan deze mensen geen vergiffenis vragen, als zij nu tot het inzicht komt dat haar vroegere geloofsovertuiging onnodig hard roor hen is geweest?
Prof. dr. H. A. M. Fiolet is buitengewoon hoogleraar aan de Katholieke Theologische Hogeschool Amsterdam met als leeropdracht reformatie en oecumenische theologie.- Hij is ook secretaris van de Raad van Kerken in Nederland. v
brieven van lezers Bejaarden en belasting
Ook ik behoor tot de bejaarden