„Ja, a'ls het woord „onverantwoordelijk" niet als een moreel verwijt klonk, zou ik spreken van onverantwoordelijk gedrag, maar deze houding van de arbeiders manifesteert hun vervreemdheid van onze maatschappij. Ken houding, die bij grote groepen van de bevolking in West-Europa terrein wint. Onder vervreemdheid (met opzet vermijd ik het belaste woord vervreemding) versta ik een houding waarbij men zich niet meer betrokken voelt bij de gang van zaken in de maatschappij. Zodra het om de realisering van looneisen gaat, maakt deze vervreemdheid het zinloos bij de arbeiders aan te komen met praatjes over het algemeen welzijn. Daar is men niet langer gevoelig voor. Nogmaals, dit is geen verwijt aan de arbeider, ik zal mij direct nog nader verklaren. Even tussendoor: wat ik hier constateer bij de arbeider vind je ook bij veel andere bevolkingsgroepen. De apathische houding bijvoorbeeld van ren groot deel van ons volk tegenover de politieke democratie bewijst de vervreemdheid van velen tegenover onze maatschappij." De arbeiders nemen meer en meer de houding aan van „er uit halen wat er in zit", een houding die zij overal in ons bestol hand over hand zien toenemen. Loonsverhoging wordt niet meer als een eis van rechtvaardigheid nagestreefd, men grijpt eenvoudig elke gelegenheid om loonsverhogingen af te dwingen aan; een staking, oin welke reden ook uitgebroken, wordt aangegrepen en- eventueel na bevrediging der oorspronkelijke grieven doorgezet, om zo hoog mogelijke looneisen door te drukken. Over de gevolgen ervan maakt men zich geen zorgen. Persoonlijk zou ik de loonsverhogingen die nu worden afgedwongen toejuichen, als ik wist dat ze gingen ten koste van de winsten of dividenden. Maar gezien de ervaringen in het verleden hoef je daar niet op te rekenen. Wie ook zeker niet opdraaien voor de nationaal-eeonomische gevolgen van stakingen zijn de mensen die een hoog inkomen hebben, zoals ik. Ik krijg een ambtenarensalaris, dat automatisch meegroeit met iedere loonsverhoging die elders wordt gegeven. W'U hoeven er zelfs nooit voor op de barricades, hoewel we als beter betaalde kracht in guldens uitgedrukt de grootste opslag krijgen.**
De tijd : dagblad voor Nederland
- 12-09-1970
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrechtelijk beschermd. Op dit object rust auteursrecht.
- Krantentitel
- De tijd : dagblad voor Nederland
- Datum
- 12-09-1970
- Editie
- Dag
- Uitgever
- N.V. Drukkerij De Tijd
- Plaats van uitgave
- Amsterdam
- PPN
- 842127143
- Verschijningsperiode
- 1965-1974
- Periode gedigitaliseerd
- 1965-1974
- Verspreidingsgebied
- Landelijk
- Herkomst
- Koninklijke Bibliotheek C 236
- Nummer
- 40650
- Jaargang
- 126
- Toegevoegd in Delpher
- 20-11-2013
Vervreemdheid
Randgroepen
Wie worden dan slachtoffer ran extra loonsverhogingen?
„Kijk, ik ben zo bang dat bepaalde vergeten groepen het gelag moeten betalen. De kosten van levensonderhoud zullen bij een uitkering extra van f 400 voor iedereen met twee procent extra stijgen. Wie schoon f 7500 per jaar verdient, merkt daar meer van dan iemand die veertig mi'ile krijgt, en al dat geld echt niet voor zijn levensonderhoud nodig heeft. Verder zullen groepen die niet onontbeerlijk zijn voor het produktieproces er on achteruit gaan: de trekkers van pensioentjes, kleine zelfstandigen die hun inkomen niet kunnen verhogen, de randgroepen van onze samenleving. Het feit dat de stakende arbeiders zich hierover geen gedachten maken bewijst hun vervreemdheid van deze maatschappij."
Onoplosbaar
— Waar ruilt u dan naar toe? „De teneur van wat ik probeer te verwoorden is niets meer dan dit: als je iets dieper gaat nadenken over de sociaal-politieke gebeurtenissen van de laatste weken, dan is de conclusie onvermijdelijk dat w:j in een ontwikkeling zitten, die steeds ernstiger problemen oproept, problemen die in ons maatschappelijk bestel tenslotte onoplosbaar worden. Als degenen die maatschappelijk verantwoordelijkheid dragen in hun toestand van maatschappe- „bewusteloosheid" blijven, gaat onvermijdelijk het volgende gebeuren. De maatschappelijke machine zal steeds stroever lopen'en dreigen vast te lopen, degenen die het zien aankomen (de buitenparlementaire radicaal-linkse oppositie) helpen daarbij in toenemende mate een handje mee.
Het wordt de hoogste tijd, dat er naast een louter negatieve maatschappijkritiek, een opbouwende, fundamentele maatschappijkritiek komt. We moeten met de grootste spoed gaan zoeken naar wegen om — dat is weer een grondgedachte van de Frankfurter Schule — ons maatschappelijk streven aan de eisen van de menselijke rede te onderwerpen."
Onverantwoordelijk?
„Vierde voorbeeld van irrationele elementen in ons systeem is de ervaring, dat actievoeren steeds wordt gehonoreerd. In Rotterdam speelt niet meer de gerechtvaardigdheid van de looneisen , een rol„ en evenmin de, waarde van de arbeidsprestatie. De lonrust is er nu eenmaal en bij het zoeken naar een nieuw machtsevenwicht zal er een afkoopsom uitkomen in de vorm van een loonsverhoging. Zo wordt arbeidsrust „gekocht". De tendens van dit maatscliEppelijk systeem is dat men alleen aan zijn trekken komt, wanneer men zich onverantwoordelijk gedraagt. Wie durft met dit gegeven op de achtergrond de arbeiders nog een onverantwoordelijke houding te verwijten?" — Ik hoor in uw verhaal nogal wat klanken die men óók kan vernemen bij de sociologen, van de Frankfurter Schule (Adorno, liabermas, „Marcuse) en in de maatschappijkritiek van de radicale jongeren. Is er wel verschil tussen uw gedachten en wat zij vertellen?
„Ik beschouw inderdaad de kritische maatschappij-analyse van deze auteurs als grotendeels correkt. Toch is er wel degelijk verschil. Twee belangrijke punten kunnen dit illustreren. Vooreerst zie ik in tegenstelling tot hen geen mogelijkheid om het winstmotief uit te schakelen. Mijn kritiek is dus niet dat het winstmotief een rol en een belangrijke rol in ons sociaaleconomisch bestel speelt, maar dat het een doorslaggevende factor 'vormt'in de beslissingen die onze sociaal-economische ontwikkeling bepalen. Misschien een kleine verduidelijking. Aan ons bestel ligt de veronderstelling ten grondslag dat men uiteindelijk alleen maar winst maakt, als men een bijdrage levert lot het algemeen welzijn. Dus wordt het niet nodig geacht maatregelen te nemen, om te verzekeren dat de winst alleen maar gemaakt wordt door het leveren van echte bijdragen tot bet algemeen welzijn. De feiten bewijzen de valsheid van deze veronderstelling en dus zou ons bestel zo veranderd moeten worden, dat de werking van het winstmotief aan het algemeen belang ondergeschikt wordt. Vervolgens geloof ik niet — dit meer in het bijzonder in tegenstelling tot de radicale jongeren — dat er een totaal andere maatschappij moet komen, en dat derhalve de puur negatieve sabotering van het bestaande te rechtvaardigen is. Een betere maatschappij zal niet tabula rasa kunnen beginnen. Wij moeten voortbouwen op het bestaande en de verworvenheden van de sociale strijd bewaren."
Bewusteloos
— Kunt n dan besluiten met het oorigeven van de grote lijnen van de. samenleving die unj moeten nastreven? „Dat kan ik helaas niet. Voor mij is dit, ook weer in tegenstelling tot zoveel radicale jongeren, geen eenvoudige. maar een uiterst moeilijke raak. Ik zou wel een aantal abstracte richt-» lijnen kunnen geven, maar dat lijkt me weinig zinvol omdat wij door trial and error moeten leren wat wel en wat niet realiseerbaar is. Wat op dit ogenblik dringend noodzakelijk Is, is dat de eerste voorwaarde voor een hervormingsproces vervuld wordt: dat wij ontwaken uit wat ik zou willen noemen onze maatschappelijk bewusteloosheid. Ik bedoel daarmee dat in alle ' sectoren van het maatschappelijk leven nog de'gedachte heerst dat er weliswaar het een en ander mis is in ons maatschappelijk bestel, maar dat het de grondslagen van dit bestel niet raakt. Men kan het regelmatig constateren, niet alleen b\j werkgevers en politieke leiders en wetenschappers, maar ook bij vakbondsleiders en figuren uit de traditionele oppositie. De vraag of de grondslagen van on* bestel geen grondige hervorming behoeven wordt niet eens gesteld. En dat terwiji toch te constateren valt en niet alleen op sociaal-economisch vlak. maar ook op het terrein van onze politieke instellingen, dat df machine alleen met kunst en vliegwerk draaiende gehouden kan worden; dat zij vroeg of laat vast moet lopen. Men blijft de gevangene van het denken in de traditionele structuren, de kritiek op het bestaande fundamentele laat men over aan enkele linkse intellectuelen en aan radicale studenten."
PROF. HOEFNAGELS S. J. OVER ARBEIDSONLUSTEN: Onze maatschappij roept onverantwoordelijkheid op interview door JAN WERTS Pleidooi voor fundamentele maatschappijkritiek
Van onze sociaal-economische redacteur
NIJMEGEN, 12 sept. — In de winter van 1962 breekt in ons land een storm van kritiek los, wanneer de Jezuiet dr. H. Hoefnagels, in de „Sociologische Gids" onder de kop „Nederland een sociaal paradijs?" tot de volgende ontboezeming komt: ~ln tal van opzichten berust ons sociaal bestel op een verdeling van rechten en plichten waarbij de werknemer telkens aan het kortste eind trekt". De socioloog Hoefnagels wordt middelpunt van een haast nationale rel, omdat hij beweert dat de vakbonden te weinig consequent de belangen van de arbeiders verdedigen, dat zij te veel over hebben voor het handhaven' van de sociale vrede, en dat de geleide loonpolitiek de werknemers een rechtmatig deel van het nationale inkomen onthoudt.
Wie 'vandaag Hoefnagels' artikel nog eens leest, kan zieh niet voorstellen dat de in hedendaagse ogen gematigde kritiek toen zo kon inslaan. Prof. dr. 11. Hoefnagels S.J., sinds anderhalf jaar professor in de sociologie aan de Katholieke Universiteit Nijmegen, is door de ontwikkelingen van de jaren zestig snel en volledig in het gelijk gesteld. Hoe denkt de man die acht jaar geleden om de oren werd geslagen, omdat hij door te beweren dat de vakbeweging militanter moest optreden, over de golf van arbeidsonrust die over Nederland gaat?
Prof. Hoefnagels: ,',Het is iedereen nu wel duidelijk dat de affaire van de koppelbazen die weg moesten omdat ze de loonverhoudingen scheef trokken, geen oorzaak, maar slechts een aanleiding was om te gaan staken. Ook de belabberde omstandigheden waaronder vc/lgens velen in de Rotterdamse havens wordt gewerkt, zijn bijkomstig. Het gaat hier eenvoudig om meer loon, liefst veel meer, bijvoorbeeld f5O of f 75 per week. Die looneisen staan zo centraal, dat de staking met een werkgeversaanbod van f 37.50 waarschijnlijk afgelopen zou zijn. Er zijn mensen, die het comité Arbeidersmacht de schuld geven, maar dan blijft onverklaard dat een groepje „vreemde", niet in de-havens werkzame actievoerders steun van de arbeiders krijgt, terwijl de vakbonden, die „haalbaar praten", de hoon van de stakers krijgen. Wie de „schuld" bij Arbeidersmacht zoekt, moet bovendien eens nagaan, waarom de stakingen overslaan naar de bouw, metaal en andere bedrijfstakken, waar geen Arbeidersmacht werkzaam is."
plotselinge hardnekkige stakingen in West-Europa een normaal verschijnsel
Militanter
— In 1962 verweet u de bonden te weinig strijdbaarheid. Zijn de vakverenigingen, nu ze in de havens het contact met de arbeiders verloren hebben, weer in gebreke? „De kaarten liggen nu anders dan in 1962. De vakbonden zijn nu veel militanter. Komen meer voor hun leden op. Maar de arbeiders vragen op dit moment van de vakorganisaties een zo grote strijdbaarheid, dat het niet meer bij te benen is." — Betekent het voorgaande niet dat u de arbeiders onredelijke lieden vindt, mensen die 'niet toegankelijk zijn voor redelijke argumenten? ~ïk' ben van mening dat je in de situatie waarin we nu zitten van de arbeiders geen redelijke houding meer mag. noch kan verwachten. De arbeidsonrust die vanuit de havens het hele land overspoelt is beslist niet het gevolg van een toevallige' samenloop. Plotselinge, hardnekkige stakingen en exhorbitante looneisen, soms ook uitlopend in bloedige rellen, zijn in West- Europa een „normaal" verschijnsel aan het worden, waarvan iedere EEG-partner regelmatig zijn portie krijgt. Denk aan de , mei-revo'iutie in Frankrijk 1968, de stakingen in Duitsland vlak voor de verkiezingen van 1969, de bloedige arbeidsonlusten onlangs in Italië, de regelmatig terugkerende stakingen in Engeland. Alle genoemde stakingen hadden tot resultaat dat er meer loon werd betaald, hoeveel, dat hing af van onder andere de hardnekkigheid /an de stakers en de taktiek van hun leiders. Die ervaring prikkelt tot het periodiek massaal neerleggen van het werk. En dat kan gebeuren, deze maand hier, volgende maand daar."
Geen argumenten
— Komt deze houding van de stakers niet neer op onverantwoord gedrag? „Ik zou er geen bezwaar tegen hebben die uitdrukking te gebruiken, ware bet niet dat ze veroordelend klinkt. In feite is hier sprake van een vorm v;ln onverantwoordelijkheid waar je de mensen geen verwijt van mag maken. Als ik uitgenodigd zou worden voor een debat met de stakende havenwerkers, dan zou ik werkelijk geen argumenten weten om ze van onverantwoord gedrag te overtuigen. Die argumenten zijn er namelijk niet. Ons sociaal-economisch bestel in West- Eurooa zit zo vol irrationele, onredelijke elementen, dat ik van de mensen niet kan vragen verantwoordelijkheidsbesef voor het goed functioneren van dit stelsel te dragen. Mijn gedachten op dit fundamentele punt van dit gesprek kan ik nog maar moeilijk verwoorden. Laat ik me daarom anders uitdrukken. Verantwoordelijk gedrag mag gevraagd worden als het er om gaat iets dat zelf redelijk verantwoord is in stand te houden. Het wordt een absurde eis als het om een zaak gaat die zelf de toets van de kritiek niet kan doorstaan. De tragiek van de Westeuropese vakbeweging is. dat zij zich in de situatie bevindt bij haar leden begrio te moeten vragen voor een zaak die niet meer te verantwoorden is. een maatschappij waarvan de nationaliteit zich steeds duidelijker manifesteert. Een onmogelijke opgave, waaide werknemers zich niet toe lenen. Mijn gedachten over de samenhang tussen de ..onbetrokkenheid" der arbeiders en de toestand van ons maatschaooeliik bestel gaan nog verder. Ik aarzel niet de volgende formulering tc gebruiken: „Ons maatschappelijk stelsel is zo, dat het maatschappelijke onverantwoordelijkheid in de hand werkt, dat maatschappelijke onverantwoordelijkheid een voorwaarde voor zijn functioneren wordt, dat je redelijkerwijze van niemand mag vragen dat hij het voortbestaan ervan tot richtsnoer van zijn handelen maakt
Voorbeelden
— Kunt u enkele voorbeelden voemev waaruit de irrationaliteit van ons maatschappelijk bestel blijkt? „Ik zal vier voorbeelden noemen en uitwerken. 1. De wijze waarop de consument wordt beïnvloed. 2. De overspannen arbeidsmarkt, die zonder gastarbeiders zou exploderen. 3. De inflatie. 4. De ervaring dat in dit systeem geweld en wilde acties altijd gehonoreerd worden. Een stakers vrouw zegt op de t.v.: „We gaan door tot het bittere einde. Ik wil verdomme brood voor mijn kinderen."' Een eerste reactie is dan: wat denkt dat mens wel? Ze heeft televisie, misschien wel in kleur, een wasautomaat, een mixer en een auto. Ze eet luxe en geeft misschien wel een hoop geld uit aan prullerijen. Kijk, in dat laatste zit nu het probleem. Via de reclame wordt de huisvrouw 's morgens in de krant en 's avonds zes keer op de t.v. ingehamerd dat ze niet fatsoenlijk met vakantie kan zonder draagbaar t.v.-toestel, dat de kinderen recht hebben op roomboter; dat meubels om de vier jaar behoren te worden •ingeruild;" vrouw alleen charmant gekleed is als ze mini weggooit en dure maxi's aanschaft; dat alleen een dure auto veilig is. Al deze halve en hele onwaarheden worden de mensen dagelijks ingebeiteld. En als de mannen dan looneisen gaan stellen om die artikelen ook eens te kopen, dan heffen we waarschuwend de vinger. „Pas op, onverantwoord denkende arbeider, wel geld voor dure kleren, maar niet om een fatsoenlijk huis te huren, en evenmin om de kinderen te laten doorstuderen". Niet die mensen handelen onverstandig. maar de maatschappij, die dagelijks prullerijen aanpraat. Versta me goed. ik beschuldig de reclamemakers niet. Ook zij zitten ingeweven in een irrationeel maatschappelijk systeem dat de menselijke behoeften moet aanpassen aan de produktie. De stakingen bewijzen het, we zitten in een totaal overspannen arbeidsmarkt. Er is zo veel werkgelegenheid geschapen, dat we, miljoenen gastarbeiders West-Europa; moeten binnenhalen. Moet je daaruit niet concluderen dat er de afgelopen jaren wel wat veel kapitaal is gestoken in de bouw van fabrieken en werkplaatsen? Is niet te veel geïnvesteerd .en te weinig geconsumeerd. Zijn de lonen de laatste jaren misschien te weinig gestegen?
Geld verdienen
— Meer loon betalen, is dat geen pleidooi voor eeni nog heviger consumptiemaatschappij?
„Dat hangt er helemaal van af, hoe de lonen besteed worden. Als ze via rijksheffingen worden gebruikt voor hogere uitkeringen aan invaliden, bejaarden en weduwen, om het onderwijs te stimuleren en niet te vergeten de volkswoningbouw, dan lijkt me dat een uitstekende vorm van consumptie. Hoe het ook zij, in dit maatschappelijk systeem wordt de uitbreiding van het produktie-apparaat niet geleid door redelijke overwegingen. Afgezien van wat de overheid op dit terrein doet, worden nieuwe arbeidsplaatsen alleen gecreërd vanuit de maatschappelijk zeer irrationele vraagt of de kapitaalverschaffer er geld mee kan verdienen. Ilct is niet te geloven', maar niettemin waar, dat liet scheppen van nieuwe werkgelegenheid in ons bestel een bijkomstig effect is van de jacht op meer winst. Bovendien vraagt men zich niet at", welke goederen op nieuwe arbeidsplaatsen gemaakt moeten worden. Met als gevolg een schrijnend tekort aan woningen en — getuige de reclame — een „overschot" aan dure auto's. Een uitwas van de irrationele manier waarop wij arbeidsplaatsen scheppen is de gastarbeider. Nu de fabrieken waarvoor geen mensen zijn om erin te werken hier staan, moeten uit verre arme landen treinen vol werkers worden gehaald. Ze komen hier het vuile werk opknappen; worden daartoe in Spaanse, Marokkaanse, Turkse dorpjes geronseld. Inderdaad, de laatste jaren wordt veel gedaan aan de sociale opvang van deze mensen. Toch is) ons maatschappelijk bestel weer zo onredelijk, dat niemand zich afvraagt of het niet beter zou zijn de fabrieken in die zuidelijke landen te bouwen. Ons maatschappellijk bestel kan alleen maar functioneren, zolang er in bepaalde onderontwikkelde landen een enorm reservoir van arbeidskrachten is, die door de honger gedwongen zich in dienst van ons produktiestelsel stellen." „Inflatie wordt, wanneer ii.l ni«t binnen enge grenzen gehouden wordt, en vooral wanneer ze aan elke beheersing ontsnapt, een dodo lijk gevaar voor onze economie. Onze situatie is zo, dat de inflatie niet alleen aanhoudt, maar ook de tendens vertoont steeds sterker te worden. Gezien de onmacht van ons bestel de werkelijke oorzaak ervan aan te pakken is dit onvermijdelijk. ledere groep die de mogelijkheid daartoe ziet, gaat proberen zi>"h bij voorbaat tegen de' kwade gevolgen ervan te beschermen. ledereen gaat proberen in zijn calculatie op de geldontwaarding te ticlpCren. Het gevolg hiervan is, dal de werking van de inflatoire oorzaak zich in de breedte uitspreidt. Dat leidt dan weer tot nieuwe beschermingsmaatregelen en anticipatie van sterkere inflatie. In dit opzicht is wel zeer frappant, de zeer grote rol die de hoge rente speelt. De geldverschaffers verzekeren zich tegen ontwaarding, door hoge rente en dat betekent dat de inflatie in het systeem wordt ingebouwd." —Kunt u dat verduidelijken? „De prijs voor het geld als pnxluktlefactor vormt een. uiterst belangrijke kostenfactor. Deze kosten komen onvemiijdelijk tot uitdrukking in de prijzen en daarmee wordt de spiraal van brijzen en lonen op gang gehouden. Maar dat is nog niet alles. Door de inflatie wordt de som die voor de aanschaffing van produktiemiddelen nodig is hoger en dat betekent dat straks een hoge rente over een groter kapitaal in de prijs verdisconteerd moet worden."
Immoreel en effectief VAN TIJD TOT TIJD
DE ACTIES van do Palestijnse desperado's die aan de lopende band vliegtuigen kapen, onschuldige mensen gijzelen, andere vliegtuigen opblazen, soms met passagiers en al en \ Israëlische schoolkinderen beschieten met bazooka's, moeten natuurlijk krachtig worden afgekeurd. Deze afkeuring onder woorden brengen staat gelijk met het intrappen van een open deur. Dat doen we dus maar niet. N Er zijft heel wat gewelddaden in de wereld van vandaag, die krachtig moeten worden afgekeurd. De terreur van de Ambonezen bijvoorbeeld. die de residentie van de Indonesische ambassadeur overvallen, een politieman doodschieten en eveneens mensen gijzelen. Vooral de dood van die agent was schokkend. De man had een vrouw en twee kinderen. Niemand In de wereld heeft het recht zijn woede over geleden onrecht op een zodanige manier in de publiciteit te brengen, dat anderen er een levenslang verdriet aan overhouden. ledereen zal het wel eens zijn nv.'t deze redenering. Ik /.ei het al, het is een open deur. Maar de rationele meningen van rationele mensen maken op Palestijnen en Ambonezen niet de minste indruk. Zij hanteren een andere norm, de no mislukking is uitgleopen. Het tegendeel is echter het gevaL Niemand had de laatste jaren interesse voor het Zuidmolukse probleem — nu hielden kranten, radio en tv zich er dagenlang onafgebroken mee bezig Minister Klompé praatte een half uur lang op de televisie om uit te leggen wa' ei- met de Ambonezen aan de hand Is. De kranten brachten uitgebreide reportages. De New York Times, de Londense Times en andere „opiniemakers" rerserveerden een groot deel van hun voorpagina's voor de gebeurtenissen in Wassenaar. De populaire pers was nog veel actiever. De Nederlandse weekbladen gaven later opnieuw alle bijzonderheden. Niet alleen de situatie van de Ambonezen in ons land kwam uitstekend over het voetlicht, maar ook de politieke achtergronden van hun Zuidmolukse droom. Wassenaar een mislukking? Wel» nee, de operatie was — bekeken vanuit hun standpunt — een enorm succes. De Ambonezen slaagden er al jaren niet in door de publiciteitsbarrière heen te breken. Met één klap hadden zij dat nu voor elkaar, tot op de voorpagina van de New York Times,' geen geringe prestatie. De jongeren die de overval uitvoerden hebben daar best een paar jaar gevangenisstraf voor over, wisten trouwens tevoren dat straf hun lot zou zijn. HET GEBRUIK van geweld is effectief, zeer effectief — ziedaar het eigenlijke probleem. Stokely Carmichael de belangrijkste wuordvoerdei van de Amerikaanse ..Black Power"-beweging, heeft dat eeis zeer cynisch onder woorden gebracht. Toen in 1068 in de Amerikaanse negerwijken de ene opstand na de andere uitbrak, hele huizenblokken in vlammen op- gingen, honderden winkels werden geplunderd en tientallen mensen door de politie werden doodgeschoten, riep hij uit: „Riots worlc!" — oproer heeft succes. Zeer cynisch en zeer' juist, want de Amerikaanse regering boog zich opnieuw over het probleem, er kwamen rapporten op tafel en iedereen begon te roepen dat het de hoogste tijd werd dat Amerika eens wat aan zijn binnenlandse problemen ging doen. Precies hetzelfde geldt voor de Latijnsa'merikaanse stadsguerrilla's, die diplomaten ontvoeren en soms dooschieteu Dat dit immoreel en ongeoorloofd is, daarover gaat de discussie niet. Maar de guerrilla's zien voor hun eigen ogen dat de mensenmassa's in hun landen geloemd zijn altijd paupers te blijven, als de regimes niet veranderen. De regimes veranderen niet zolang de publieke opinie ia d<. wereld; vooral in de Verenigde Sta» teiv niet cvartuigd ia yan da noodzaak ervan. Bovendien moeten de mensenmassa's in het binnenland worden gepolitiseerd, zij ontmoeten inzicht krijgen in hun eigen situatie. Tenslotte zijn er politieke gevangenen. kameraden, die afschuwelijk worden gemarteld en die zij vrij willen krijgen. Het ontvoeren en doodschieten van diplomaten is immoreel, u zegt het, de open deur blijft open. Het punt is dat de stadsguerrilla's opereren tegen een achtergrond van sociale rechteloosheid die hen maling doet hebben aan de morele bezwaren van fatsoenlijke burgers. Zij weten slechts één ding: gebruik geweld, dat is het enige dat helpt. DE PALESTIJNEN redeneren op dezelfde manier. Voor deze mensen staat het vast dat Palestina hun land is en dat Israël daar moet verdwijnen. Zij zeggen niet eens, dat de Joden moeten verdwijnen — alleen maar de Joodse staat. Het één is hetzelfde als het ander, maar dat kan hen niet schelen. Wat Israël betekent voor de Joden in dat land, voor de Joden in de hele wereld, voor het wereld.jodendom, daar hebben zij geen begrip voor. Sterker, begrip daarvoor mag van iedereen worden verwacht, behalve van de Palestijnen. ledereen die mijn artikelen heeft gelezen, weet wel dat naar mijn overtuiging de Palestijnen een grote fout maken doordat zij het bestaansrecht van Israël niet wensen te erkennen. Zodra zij dat doen, zijn in het Midden-Oosten alle wonderen mogelijk, dan kan óók een oplossing worden gevonden voor het Palestijnse nationale probleem. Dien zij het niet, dan zal, naar het woord van Uri Avnery, ..de geschiedenis' uiteindelijk over hen heen lopen." Over gelijk of ongelijk gaat het hier echter niet. Feit \is dat de Palestijnen, door te doen wat zij doen, de wereld confronteren met hun probleem en dat de wereld erover begint na te denken. En dat k precies , het enige dat zij willen» Geweld i* èn'immoreel èn effee» tief — een probleem dat ik voar• lopig Rietkan cpkwaen. ARtS KUIPER