In „UITLEG'' geeft *Panl Lengrand, werkzaam op de afdeling bevordering van het onderwijs van de Unesco, een beschouwing over de ..permanente educatie", de voortdurende scholing: ..Tot nu toe werd de,belangrijkste doelstelling van het lager, het voortgezet en het wetenschappelijk onderwijs bepaald door de • oude opvatting dat het leven in twee delen kon worden verdeeld: ren tijd van voorbereiding en oefening, gevolgd door een tijd van werken. (...) Zo was het leven netjes in tweeën verdeeld. Het was het doel van het onderwijs, de toekomstige volwassene te voorzien van de attributen die hij nodig zou hebben om de verschillende rollen te vervullen die hij miscehien in zijn leven zou moeten spelen. Het gevolg was dat,het hele onderwijsstelsel erop gericht was, de hoofden van de kinderen vol te proppen met allerlei feiten en feitjes. Daarbij • werd aangenomen dat zij op dit opgespaard kapitaal zo goed mogelijk zouden teren om op bevredigende wijze te kunnen leven. Als echter de mensen gedurende hun. hele leven kunnen en zouden moeten doorgaan met leren en met zichzelf te ontwikkelen, bestaat er helemaal geen reden, hun hersenen in de kinderjaren over te belasten. In dit licht bezien verandert de rol van de school volkomen. (...) Het enkele feit dat er een breed en goedwerkend stelsel bestaat voor onderwijs 'aan volwassenen, zal van grote invloed zijn op theorie ,en praktijk van het gehele onderwijs, jn de eerste plaats bij het Wetenschappelijk onderwijs, maar ook bij het voortgezet en het lager onderwijs en verder in het huisgezin en in de maatschappij". UITLEG, weekblad van het departement van Onderwijs en Wetenschappen, adm. adres: Christoffel Plantijnstraat 1, Den Haag.
De tijd : dagblad voor Nederland
- 21-02-1970
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrechtelijk beschermd. Op dit object rust auteursrecht.
- Krantentitel
- De tijd : dagblad voor Nederland
- Datum
- 21-02-1970
- Editie
- Dag
- Uitgever
- N.V. Drukkerij De Tijd
- Plaats van uitgave
- Amsterdam
- PPN
- 842127143
- Verschijningsperiode
- 1965-1974
- Periode gedigitaliseerd
- 1965-1974
- Verspreidingsgebied
- Landelijk
- Herkomst
- Koninklijke Bibliotheek C 236
- Nummer
- 40480
- Jaargang
- 125
- Toegevoegd in Delpher
- 20-11-2013
TIJDSCHRIFTEN NIET VOLPROPPEN
LUDIEK LUIEREN
Over de vrije tijd, die in de toekomst steeds zal toenemen, een beschouwing in „WIJ in huwelijk en gezin". „We moeten af van de idee dat iedereen zo nodig een hobbie moet hebben om zijn vrije tijd nuttig te besteden. Dit wordt nogal eens gelijkgesteld met die z.g. kreatviteit. Er is niets tegen het hebben van een hobbie. Maar die hele schaar knutselende mensen' maakt me toch een beetje ziek. Het vrijetijdstijdperk hoeft toch geen knutscltijdperk te worden. Misschien is het tevens goed wat meer te wennen aan de idee dat niets doen ook ,goed kan zijn. Ludiek luieren is iets wat veel Nederlanders nog moeten leren. Vrije tijd hoeft niet per se nuttig doorgebracht te worden, waarmee in ieder geval niet gezegd wordt dat je al die tijd zo maar moet verknoeien. Dit
RIVALITEIT
PROCES wijdt het februari-nummrr aan „de mannenmaatschappij" en de rol van de vrouw daarin. Dra. Af. C. Rijk en T. Akkermans schreven. over de steeds 1 veerkercnde vraag: „man en vrouw gelijk?" „Er zijn mensen die beweren dat man en vrouw niet gelijk zijn. Sommigen doen dat met verwijzing naar de Bijbel en God. God zou de ' vrouw na de man geschapen hebben en Hij zou daarmee aangeduid en vastgesteld hebben dat ze voor altijd na de man komt. Anderen beweren het zo maar, zonder verwijzing. Een duidelijke representant van deze laatsten is Arthur Schopenhauer. In zijn geschrift „Ueber die Weiber" laat hij er gqen twijfel over bestaan dat de vrouw het in ieder opzicht achterlijke tweede geslacht is. Hij geeft hierover een heldere, goed leesbare beschouwing. Het is alleen hoogst verwonderlijk dat deze z.g. wijsgeer zijn gedachten als vanzelfsprekendheden naar voren durft brengen. Nergens vinden we in zijn betoog maar een spoor van verwondering over de volgens hem kennelijk ongelijkheid ' tussen man en vrouw. Zijn opstel begint, na een dichterlijke inleiding, met de zin: „Reeds de aanblik van de vrouwelijke gestalte leert, dat de vrouw noch tot grote intellectuele, noch tot grote lichamelijke prestaties bestemd is". Schopenhauer komt in heel zijn betoog verde' niet boven dit niveau van beweringen uit. (...) Wanneer men nu beweert dat man en vrouw gelijk zijn. drukt men meer. een verlangen of een wens uit, dan dat men een feitelijkheid verwoordt (...). Wat is dan de reële, feitelijke, historische waarheid omtrent de vrouw? Deze is dat zij steeds tegenover de man gestaan heeft in een niet ophoudende strijd. De man stond tegenover de vrouw. De verhouding manvrouw werd en wordt gekenmerkt door rivaliteit. We zouden kunnen zeggen dat de waarheid omtrent man-vrouw is: rivaliteit. Onze wereld wordt overigens niet alleen door deze rivaliteit Betekend, maar ook door die van blank en zwart, .Food en Christen, jong cn oud, vader en zoon, moeder en dochter, arm en rijk, enz. De concrete waarheid van ons mensen is: rivaliteit. (...) Het probleem van dc vrouw in de mannenmaatschappij is niet een apart probleem in onze samenleving. Het is een bepaalde — misschien wel de belangrijkste, omdat de liefde tussen man en vrouw voor ons ook zo belangrijk is — verschijningsvorm van de zeer menselijke taak en opdracht om door de rivaliteit heen een steeds waarachtiger menselijke wereld op te bouwen. In die zin is het een detailprobleem. Men kan een detailprobleem ook slechts tot een oplossing brengen ■indien men tegelijkertijd het gehele probleem aanpakt. Concreet gezegd: men kan het probleem van de feitelijke verhouding manvrouw niet oplossen als niet tegelijkertijd de verhouding blankzwart of arm-rijk wordt aangepakt. ( . . .) '
PROCES, westers kuituur-kritisch tijdschrift, .adm.adrcs: Bilderdijklaan 74 a, Biltboven.
GOD SUPERMAN
Het boekje „Kinderen schrijven non Got"wekt bij pedagoog dra. A. B. Lam enige bedenkingen op. Hij noemt het in een artikel in ..GEZOND GEZIN" weliswaar een „fijn boekje vol ongepolijste. spontane kinderlijke uitingen tot en over God", maar viaakt zich toch ook ongerust over het beeld dat deze kinderen van God hebben.
„Het gaat mij om het feit dat getuige een aantal van deze brief jes nog heel veel kinderen God beschouwen als een „Deus-ex-machina", als een oppermachtige Superman, die op jeder gewenst moment in het lot van de mens of in de gang van de geschiedenis of in het gebied van de natuur regelend en corrigerend kan ingrijpen. Waarbij dan het gebed het middel is om Hem in werking te stellen. (...) Hoe komen deze kinderen aan zo'n magische Godsopvatting. Hoe komt het dat God in hun voorstelling de grote tpvenaar achter de wolken ris. Is dat ondanks of dank zij de rodsdienstige opvoeding die zij thuis en op school ontvingen? Ik vermoed,het laatste! Dank zij! Laten we toch goed beseffen, dat een kind, ook als het om geloofszaken gaat, kritiekloos onze volwassen inzichten en opvattingen overneemt. Daarom vermoed ik als ik deze "briefjes lees, dat het geloof van de opvoeders van deze kinderen allerlei magische elementen bevat dié . dan weer op deze kinderen, werden overgedragen.'(. .'.V* * Hoe komen onze kinderen aan hun magische Godsvoorstelling? Misschien omdat wij, ooi; buiten de bijbelvertelling om. allerlei kinderlijke vragen en problemen op God afschuiven, in plaats dat wij samen naar een eerlijk antwoord zoeken. (...) Waarom regent het zo lang niet in India, pappie? Omdat God dat wil, jongen. Wqarom is oom Jan verongelukt. Pappie?. Omdat God vond dat 't tijd was voor oom Jan. Het klinkt zo vroom, maar het is in wezen heidens! Als we de moed niet hebbeh eerlijk op de kindervragen te antwoorden, laten wij dan de naam van God niet misbruiken om daarmee onze volwassen verlegenheid te camoufleren. 'Zo kunnen we God zelfs inschakelen, om van die moeilijke sexuele voorlichting af te komen".
GEZOND GEZIN, maandblad, admadres: Duinweg 2.1, Den Haag. Uitgave van de Stichting t.b.v. Verantwoorde Gezinsvorming.
Samen kerken
ACHT PASTORES van de stad Groningen hebben zich achter het plan gestold één oecumenische gemeente te vormen voor de nog te bouwen wijk Noorddijk van Groningen. Volgend jaar begint hier de bouw van ruim 6.500 woningen voor omstreeks 26.00 U mensen. Initiatiefnemer van het pastorale plan is hervormd predikant ds. W. Eggink. Hij kreeg bijval van een doopsgezinde en een remonstrantse predikant, drie gereformeerde dominees en van twee katholieke priesters. De acht occumenen willen geen einde maken aan de bestaande modellen. De plannen voorzien in de oprichting van een Stichting oecumenische gemeente Noorddijk met oen bestuur één ploeg van pastores en één wijkkerkeraad. In het groepje pastores zijn ook een jeugdleider en oen sociaal werker opgenomen. Er komt maar Óen kerkgebouw dat eventueel ook als wijkcentrum dienst kan doen. In het kerkcentrum is gelegenheid voor diensten van de verschillende kerken. Er komt een wekelijkse experimentele interkerkelijke dienst. Er wordt gedacht aan gezamenlijke katechese, godsdienstonderwijs op scholen, groepsgesprekken en werkgroepen.
Joodse jeugd
KENDKIU)E VAN DE Joodse jeugd onder de twlAtlg, die nog bU de ouders thuis woont, heeft een Joodse moeder en een niet-.loodse vader. Van de 15.262 getrouwde Joden in ons land is nameiyk 39 procent gemengd gehuwd. Op 1 januari 1966 verbleven hier 29.675 Joden. Verwacht wordt dat er in 1976 noK ruim 29.000 Joden zUn en in 1986 nog 27.000
De Joden in ons land zijn voor een belangrijk deel Joden volgens de Joodse wet. Ze zijn geboren uit een Joodse moeder zonder dat zij zich vereenzelvigen met het Jodendom als religie of met het Joodse volk in nationaal opzicht. Reeds nu is de helft van de Joden in Nederland niet aangesloten bij een Joods kerkgenootschap. Verreweg de meeste Joden wonen in Amsterdam. Met 15.700 personen maakt de gemeenschap van de hoofdstad ruim de helft van het aantal Joden in ons land uit.
Atoomoorlog
OOK IS HET ONJUIST te menen dat het de Chinezen onverschillig laat welke uitwerking een atoomoorlog voor de mensheid zou hebben. In dit opzicht is hun houding gestadig gewijzigd sinds de veel geciteerde uitspraak van Mao, gedaan tegenover Nehroe in 1957. Inderdaad is hun angstvalligheid inzake het mogelijk uitlokken van moeilijkheden juist toegenomen sinds zij hun eigen atoombewapening ontwikkelen. Amerikaanse geleerden, die tot in de finesses alle Chinese uitspraken en handelingen hebben gevolgd sinds de eerste Chinese atoombom tot ontploffing werd gebracht In 1964
en nogmaals in 1966, hebben de conclusie getrokken dat de Chinezen een opvallende nervositeit tonen inzake de mogelijkheid van een „pre-emptive strike", een onverhoedse aanval op hun land tijdens deze ontwikkelingsfase. Maar terwijl zij dit voorheen vreesden van de. zijde der Amerikanen koesteren zij thans vrees voor zo'n aanval van de kant der Russen.
In wezen is de crisis, welke zich aan de grens heeft ontwikkeld, geen crisis inzake deze grens. Oorlogen zijn maar zelden uitgebroken wegens grensgeschillen. Maar het is aan de grens, dat de Russen druk kunnen uitoefenen en hun dreigementen realiteit kunnen geven in de hoop daarmee een verandering in de Chinese leiding of in de Chinese politiek teweeg te brengen. Daarom ook zijn de Russen niet bereid om toe te geven aan Chinese verlangens inzake demilitarisering van de grens en zo meer.
Ook behoeft men maar een blik in de historie te slaan om te zien door wie' in de afgelopen eeuw de meeste agressie werd gepleegd. En wel een agressie tegen een zwak China, lang nadat dit land grote territoriale concessies had gedaan in de verdragen van 1858 en 1860. Wanneer de Russen dan al schrik voelen bij de herinnering aan de Mongoolse horden dan heeft toch Mao Tse Toeng veel recenter herinneringen aan Stalins pogingen om zich van Sinkiang meester te maken en zelfs om, als hij het had kunnen klaarspelen. Mantsjoerije in d» Russische invloedssfeer in te lijven.
Arm en rijk
KIND JANUARI hebben honderd ontwikkelingsdeskundigen in de Wereldraad van Kerken in Montreux een pakket praktische aanbevelingen op tafel gelegd, dat wordt doorgestuurd naar het bestuur. Twee procent van de kerkelijke inkomsten behoort te worden bestemd voor ontwikkelingswerk in de arme èn in de rijke landen. Er moet een internationaal fonds voor ontwikkeling komen met tenminste tien miljoen dollar als beginbedrap. De aanbevelingen willen een coördinerende commissie' van deskundigen, waarin arme en'rijke landen gelijkelijk zijn vertegenwoordigd. De deskundigen bepleiten omvorming van bestaande of stichting van nieuwe regionale of nationale organen in de ontwikkelingslanden. die de doorslag zullen geven wat betreft de besteding.
Een ander belangrijk punt is samenwerking met nict-kerkelUkc. overheidsen internationale organen. Als de kerken volgend jaar twee procent van hun inkomen zullen afzonderen, moet vijfentwintig procent daarvan worden besteed aan beïnvloeding van de publieke opinie in de rUke landen.
ZUSTERS BLIJVEN ZINGEN
Zusters blijven hetzelfde, ook zonder hun statige kloosterkleed. Drie Amerikaanse zusters van het Onbevlekt Hart van Maria zijn ook in burger de guitaar trouw gebleven.
Behoedzame aanpak van dreigend conflict PEKING BEWAART KALMTE door RICHARD HARRIS Rusland-China: de volgende oorlog? 5
HOE ZIET MEN IN CHINA de crisis met Rusland? Welke concessies willen de leiders in Peking doen en welke niet? Hoe kunnen zij zich onttrekken aan een gevaarlijke confrontatie of antwoorden op een Russische aanval, hoe beperkt ook van omvang?
Op al die vragen kan onmogelijk antwoord worden gegeven. Men beschikt immers zélfs niet over de geringste aanwijzingen. Het moet ronduit erkend worden dat er op geen enkel tijdstip sinds het ontstaan van de Chinese volksrepubliek in 1949 zo weinig nieuws uit China is gekomen als in de afgelopen twaalf maanden. Uit hetgeen de officiële kanalen vrijgeven i— en die zorgen voor rond negentig procent van al het nieuws
— zou men slechts met moeite kunnen opmaken wat voor regering China thans heeft en hoe de situatie binnen China is op dit ogenblik.
In wezen is dat veelbetekenend. Het is blijkbaar veel moeilijker de gevolgen van de Culturele Revolutie te boven te komen dan men wel gedacht had. Voeg daar dan nog de crisis met Rusland aan toe en men kan die „bevroren" houding van China begrijpen, een land in feite, dat ongerust is over de bedreiging van zijn bestaan, dat zich bewust is van ernstige binnenlandse meningsverschillen, en dat dientengevolge zwijgend een kritieke periode hoopt te doorstaan. Wat die bedreiging betreft: de Russische inval in Tsjechoslovakije had een diepgaande invloed op de Chinese overtuiging inzake de rpaliteit van de dreiging en de incidenten aan de oevers van de Oesoerri vorig jaar gaven aan de dreiging een dramatisch karakter. Maar al eerder hadden de Russisch- Chinese betrekkingen een kritiek punt bereikt. In 1964, nog voor de val van Khroestsjev, vertelde Mao Tse-toeng aan Japanse bezoekers, dat hij met de Russen in een papieren oorlog was verwikkeld, en een papieren oorlog, zo meende hij, kon makkelijk zo'n 25 jaar duren. Maar in 1965 werden over Mao's papieren oorlog vragen gesteld van twee verschillende standpunten uit. door zijn eigen medewerkers. Met het oog op de snelle opvoering van de oorlogsintensiteit in Vietnam, en bevreesd .voor een herhaling van de oorlog ih Korea op nog groter schaal, verlangden de Chinese militaire leiders een vermindering van de spanning met de Sovjet-Unie zodat die enige bron van ultramoderne bewapening weer voor China ter beschikking zou kunnen komen.
In het vijfde en laatste artikel over de oorlogsdreiging tussen Kiisland en China geeft ditmaal Rirhard Marris, die vele jaren de Chinese situatie heeft bestudeerd, als ztin mening te kennen dat het gevaarlijkste punt reeds zou r.ijn gepasseerd.
Een Russische grenspatrouille beklimt haar rupsvoertuig, ergens in de Siberische sneeuw.
Vergrootglas
NATUURLIJK hebben ook de Chinezen zelf voor een deel schuld aan de huidige spanning. Geen land heeft zich zo onmogelijk gedragen als China bij het naar voren brengen van zijn argumenten, geen land heeft zich zo bpkwaam getoond in het opwekken van vijandige gevoelens, zelfs geheel ten onrechte. Dit land, dat achter een „Chinese Muur" leeft, is van nature nauwelijks bij machte om de overige wereld te begrijpen. En wanneer men die wereld dan bovendien nog bekijkt door het vertekenend vergrootglas van de maoïstische revolutionaire theorie, dan worden de misverstanden dikwijls zelfs grotesk.
Onlangs is er een uitstekende, met zeer veel begrip geschreven studie verschenen als uitgave van het Institute for Strategie Studies, getiteld
„The Securit.v of China" van de hand van Arthur Huck (uitgave Chatto and Windus, 15 sh.), welke studie werd geschreven aan het einde van een periode van diepgaande studie aan het instituut. Daarin merkt Arthur Huck op: „Er was één ding. dat mij bij het onderzoek zeer sterk trof: mensen van geheel, verschillende' politieke en wetens
Samenvattend concludeer ik tot een zich voorzichtig gedragend en in wezen niet oorlogszuchtig China. En •wanneer deskundigen inzake de Sovjet- Unie gelijk hebben valt er In Moskou een overeenkomstig voorzichtig beleid bij het nemen der beslissingen waar te nemen. Ofschoon de huidige spanning dus nog wel langere tijd kan voortduren is het niet uitgesloten dat deze toch het gevaarlijke hoogtepunt reeds kan zijn gepasseerd.
Copyright The Times
ALS EEN LEEUW
In Internationale Katholieke lnforviatie geeft Kees Middelhoff een portret — zelf spreekt hij over een „poging tot portret" — van kardinaal Alfrink.
„Een diep-menselijke tragedie ■ ligt verborgen in hot conflict. Rome- Utrecht. In de wereldpuljliciteit lijken twee topfiguren uit de roomskatholleke wereldkerk uitgespoeld te worden tegen elkaar,, In werkelijkheid staan Bernard kardinaal Alfrink en Paul paus Montini naast elkaar in "hun zorg voor een en dezelfde kerk: twee mensen die in hun autentieke zorg grote waardering hebben voor elkaar (.. .). Zijn liefde voor de Kerk is 7.0 vanzelfsprekend dat ze kritisch is. Alfrink heeft de kritische instelling van de Wetenschapsman. Hij benadert even kritisch al wat zich als nieuw aandient — en ontmaskert dan veel als modieus — en al wat tijdeloos schijnt te zijn. Daarin weet hij zich in Nederland geruggesteund door een kritisch volwassen — en ' vooral hardop! — meedenkende kerkgemeenschap. (...). Als bij Alfrink het woord „prudent" op de lippen bestorven ligt' — en dat doet het — dan zeker in de verhouding Rome-Nederland, maar dan gaat hij toch niet do wezenlijke zaken uit de weg en hij, de lankmoedige, vecht als 'n leeuw zodra hit bemerkt dat de Nederlandse katholiek van ontrouw aan Rome wordt verdacht; dan pas kan hij schier grimmig zijn! De man die nu in de wereldpers geroemd wordt als „de moedige", is in de kern van zijn persoonlijkheid de onopvallende,,de bescheiden mah, de nuancerende voorganger. (...). Rancune is hem wezensvreemd. In de verhouding Rome-Nederland is het dan goed te denken aan de curie-kuiperijen rond de opname van prinses Irene in de roomskathqjieke kerk en de affaire van de Nieuwe Katechismus. „Ik heb 'me nooit ongelukkig gevoeld in mijn ambt", is de duidelijkste aanwijzing dat hij afstand kan nemen van problemen, kan relativeren. Daarin verschilt hij wezenlijk van zijn baas in Rome. Paus Paulus, die naar „een doornenkroon" verwijst wanneer het Petrusambt hem overgrote zorgen geeft". Internationale Katholieke Informatie, adm,- adres: Nieuwe Gracht 24 A, Utrecht.
Derde wereld
ANDERE LEIDERS IN PEKING, die schoon genoeg hadden van de Chinese rivaliteit met de Russen om de gunst van de revolutionairen in de derde wereld, een onderlinge strijd waarvan de uitkomst hen onzeker en teleurstellend voorkwam, pleitten voor concentratie* op de economische ontwikkeling van China zelf. Ook deze groep tegenstanders van Mao's papieren oorlog moet wel hebben opgemerkt, dat een ontspanning in de betrekkingen met Rusland wenselijk was. Maar Mao, overtuigd het gelijk aan zijn kant te hebben, verwierp de argumenten van beide groepen, zowel van de militairen die in de Verenigde Staten de voornaamste en onontkoombare vijand zagen, waar China mee te rekenen had, als ook die van de gematigden, die van
Mao verlangden dat men alle krachten zou concentreren op de economie en daarmee dat Mao zijn droom zou opge-
ven te worden erkend als wereldrevolutionair leider. Beide groepen werden handig in een isolement gedreven en vervolgens tijdens de culturele revolutie neergeslagen. Dientengevolge mag men aannemen, dat degenen die Mao heden ten dage in Peking omringen -— in feite dus de onmisbare Tsjoe En-lai met de legerleiders — Mao's harde standpunt ten opzichte van de Russen dMen maar evenzeer zijn uiterst behoedzame aanpak van het dreigende conflict. China wenst geen oorlog. China heeft niets te winnen bij een oorlog. Bovendien, en dit in tegenstelling tot de van de Amerikanen verlangde concessies, hebben de Chinezen eigenlijk geen bijzondere verlangens ten opzichte van de Russen, zoals in het tweede artikel van deze serie werd uiteengezet door Neville Maxwell. Toch zouden de Chinezen zeer wel naar voren kunnen brengen daf alle onvriendelijke daden — meer nog dan onvriendelijke woorden — waar zij aan bloot stonden, van de eenzijdige opzegging door de Sovjet-Unie van dc overeenkomst inzake nucleaire Russische assistentie en het terugtrekken van de technische adviseurs tot het versterken van de grens in dc afgelopen drie jaar, van Rusland zijn uitgegaan. En wat de grenskwestie betreft, deze werd veel dreigender nadat de invasie van Tsjechoslovakije aan dc hele wereld had doen blijken waartoe de Russen wel in staat zijn. Juist bij deze grpnskwcstie menen de Chinezen dat zij het goed recht aan hun kant hebben en verlangen zij, dat de Russen dat ook op enigerlei wijze openlijk erkennen. Het gaat voor.» de Chinezen eerst van al om een dergelijke uitspraak, veel meer dan om een paar rivier-eilandjes, zoals het voor de Chinezen ook in de eerste plaats om het principe ging bij de grenskwestie met India tien jaar geleden.
Standpunt
ZELFS BIJ DIT GRENSCONFLICT kan de voor het oog ombuigzame en zelfs hooghartige Chinese houding de daarachter schuil gaande voorzichtige
politiek van Mao niet verbergen. Ten minste bij twee van de grensincidenten van het afgelopen jaar — die aan de Oesorrri en dit* in Sinkiang — hebben volgens alle beschikbare gegevens van Russische zijde felle tegenacties plaatsgevonden, waarbij de Chinezen zware verliezen hebben geleden. Dat weid binnen China niet bekend ge-
maakt en evenmin volgden er Chinese repressailles. Met Rrote voorzichtigheid aanvaardden de Chinese leiders de klappen maar ze bleven toch krachtig op hun standpunt staan, al werden zij gedwongen om in te stemmen met het voeren van besprekingen met de Russen, waarbij zij van Ie voren al wisten geen concessies te willen doen en in dc overtuiging, dat de Russen dat van hun kant evenmin zouden doen.
Daaruit kan met stelligheid de conclusie worden getrokken dat als er een oorlog uitbreekt in dit onmetelijke binnenland van Azië het een door de Russen ontketende oorlog zal zijn
— niet door de Chinezen. Hoezeer ook hun houding misleidend moge werken, hoezeer hun gedrag prikkelt en hun woorden kwetsen, de Chinezen doen niets dat een oorlog zou kunnen uitlokken of zelfs maar een aanval van welke omvang ook. Zij wensen dit beslist te voorkomen.
Ongeacht echter de spanningen van het ogenblik zullen de Russen ongetwijfeld opmerken — en velen buiten Rusland zullen deze gedachte wel overnemen — dat een China met nucleaire bewapening op lange termijn
ren dreiging inhoudt welke onschadelijk gemaakt moet worden omdat de Chinese revolutionaire oorlogszuchtigheid voor de toekomst niets goeds doet verwachten zodra China over de vereiste bewapening zou beschikken. De Russen, die in hun herinnering nog de nachtmerries hebben van de binnenvallende Mongoolse horden. vele eeuwen geleden, kunnen zonder moeite zich een dreiging voor ogen stellen, welke Foster Dulles die deze dreiging zag van de overzijde van de Stille Zuidzee, gemakkelijk kon pogen in te perken, maar welke de Russen — zich bewust van een 4.000 mijlen lange grenslijn — eerder in de kiem zullen willen smoren. Maar men moet tegenov er deze vrees voor mogelijke Chinese actie op lange termijn toch ook een andere opvatting stellen, welke men het beste duidelijk kan maken door de wereld eens van de Chinese kant uit te bekijken. Geen land ter wereld is zo vaak bedreigd met atoombommen als China. In 1953 tijdens de crisis in de Koreaanse vredesonderhandelingen, in 1955 tijdens het conflict in de straat van Formosa, in 1958 tijdens de Quemoy-crisis en tenslotte bij de escalatie van het Vietnamese conflict in de jaren 1965-1966 voelden de Chinezen zich direct bedreigd door een nucleaire oorlog. Inzake de eerstgenoemde drie gevallen bewijzen de herinneringen van president Eisenhower, dat zij daar ook gelijk in hadden. Zodoende kunnen de Chinezen met meer recht van spreken dan wie ook voor zich het recht opeisen, met nucleaire bewapening aanvallen op hun land te voorkomen. In feite is dat de reden waarom alle andere landen tot het invoeren van hun eigen atoombewapening zijn overgegaan. En natuurlijk nam de Chinese wens, een < eigen atoombewapening ite ontwikkelen, nog itoe,s nadat, de: Ruisen hen in dit opzicht in de steek hadden gelaten.
KINDERDOOP IN DISCUSSIE Het leven der kerken
DE DOOP VAN kleine kinderen wordt steeds minder een vanzelfsprekende zaak. De evangelische broederschap van predikanten in Hessen en Nassau is er zelfs voorstander van dat de vohvassendoop regelmaat wordt. De huidige .kinderdoop zou moeten worden teruggebracht tot een bij uitzondering te praktizeren vorm van doopbediening.
Als het aan deze predikanten ligt zal het dopen van volwassenen niet langer mogen worden gezien als uitstel van de kinderdoop. Een groepje van do predikanten heeft een aantal stellingen opgeworpen.
Aanvechtbaar worden genoemd de vooronderstellingen over patriarchale verhoudingen binnen het gezin en het vanzelfsprekend' zijn van het christelijk geloof en van het kerklidmaatschap in bepaalde maatschappelijke verhoudingen. De jongeren zien de kinderdoop als een manipulatie, waarmee de kerk vooruitloopt op de vrije beslissing van de mondige mens.
Centenkwestie
DE DUITSE katholieke bisschoppen hebben al heel wat moeten horen na hun besluit sacramenten te weigeren aan kerkelijke wanbetalers. De weigering geldt alleen de Duitsers die het officieel vertikken hun Kirchensteuer te voldoen. Gewoon vergeten mag wel.
Onder de protestanten bevindt zich de werkgemeenschap van priestergroeperingen in Duitsland. De priesters wijzen erop dat verscheidene roomskatholieken zich bij de overheid officieel als kerklid laten schrappen omdat zij het niet eens zijn met het belastingsysteem. De staat int het geld als opcenten op de inkomstenbelasting. .
De priesters willen als zielzorgers rekening houden met de redenon waarom iemand als kerklid bedankt. Ken centenkwestie willen zij er niet van maken. Zij hebben er geen begrip voor de sacramenten te moeten weigeren aan een rooms-katholiek die wegens bezwaren tegen de kerkbelasting officieel uittreedt, maat bereid is op vrijwillige basis de financiële lasten van de kerk mee te helpen dragen.
Oecumene
BEHALVE GEMEENSCHAPPELIJKE woorddiensten worden voor de gereformeerde kerken ook avondmaalsvieringen samen met andere kerken mogelijk. De generale synode van de gereformeerde kerken heeft hiertoe besloten. Gemeenschappelijke avondmaalsvieringen mogen geen zaak zijn van samenwerkende predikanten of particulieren. De plaatselijke gemeente moet als geheel betrokken zijn in de gemeenschap en de samenwerking met de andere kerk. Met de andere kerk moet er de nodige geloofsgemeenschap zijn in Jezus Christus, zoals deze in gehoorzaamheid aan de heilige schrift en in gemeenschap met de kerk van alle eeuwen wordt beleden in de belijdenisgeschriften.
Tenslotte moet de nodige overeenstemming bestaan over de uitoefening van het opzicht en de tucht in de gemeente. Met name rondom het gebruik van de sacramenten volgens de criteria die de bijbel en de belijdenis stellen. Dit betekent dat er geen sprake kan zijn van een open avondmaal, waaraan iedereen zonder meer kan deelnemen. •
Zakenman
DE ZAKENMAN in Wiesbaden die verleden jaar met succes medestanders vroeg voor het geven van tienden, heeft opnieuw om navolgers gevraagd. De opbrengst is bestemd.voor de Duitse werelddiakonaatsactie Brood voor de Wereld. Hij bood tien procent van zijn jaarinkomen van 120.000 mark aan op voorwaarde dat tenminste twintig stadgenoten hetzelfde zouden doen. Hij kreeg tachtig navolgers. De wetenschappelijke staf van de theologische faculteit van Göttingen besloot ook in te haken op het voorstel. De zakenman kwam tot zijn voorv*aardclijkè aanbod toen de lutheranen t$ Wiesbaden met elkaar per jaar niet meer dan zestig cent de man bleken over te hebben voor" het werelddiakonaat.
Rome-reformatie
ONDER DE TITEL Ontmoeting en gesprek is een serie brochures opgezet voor degenen die op de hoogte willen komen van de verhouding * Rome en Reformatie. De serie is tot stand gekomen door samenwerking van het gereformeerde bureau Het Zuiden te Eindhoven en de stichting Gemeentetoerusting.
De onderwerpen hebben betrekking op de vragen over avondmaal en eucharistie, de bijbelbeschouwing, het gemengde huwelijk en het gezag in de kerk. De serie van zes deeltjes is voor vijf gulden verkrijgbaar bij bureau Het Zuiden, Smalle Haven la te Eindhoven.