twee legenden volgens een gelijk plan behandeld. Na een opgave van den inhoud komt de bespreking van de dateering van het werk, de historische personen, die er in voorkomen, de bronnen en de beteekenis. Daarop volgt dan de letterkundige geschiedenis van de legende, die o. a. ook handelt over de vertahngen, verwante stoffen, toespelingen in de latere literatuur, enz. De lijst van handschriften en drukken, van uitvoerig bibUographisch materiaal voorzien, sluit de beide studiën.

Bij de behandeling van Patricius’ Vagevuur komt een afzonderlijk hoofdstuk voor, waarin zeer onderhoudend verteld wordt over de tegenwoordig nog bezochte bedevaartplaats van St-Patricius’ Vagevuur in het Noorden van lerland in het graafschap Donegal op een der eilandjes (Saints of Station Istand) van het meer Lough Derg. Op dat eiland was het dat Patricius op Gods aanwijzing den beruchten helleput vond.

Van in de vroegste middeleeuwen kwamen hier bedevaarders heen en weldra werd Dough Derg een der voornaamste « ofïiciëele » bedevaartplaatsen van geheel christelijk Europa, misschien even beroemd als het tegenwoordige Eourdes. In 1497 was een Nederlandsche monnik uit Eemstede oorzaak, dat Patricius’ Vagevuur tijdelijk gesloten werd. Hij had slechts met veel moeite toegang tot het hol gekregen, omdat hij geen almoezen wilde geven aan de geestelijken, die het bewaakten; bovendien had hij er niets gezien; verontwaardigd bracht hij Paus Alexander VI op de hoogte. Deze beval het Vagevuur te sluiten. Weldra werd het echter weer geopend en welke moeite de Engelsche wereldlijke overheid ook aan wendde om het bedevaartgaan te verhinderen, zelfs niettegenstaande het afbreken van het « purgatory o, bleef het oude gebruik in leven, alhoewel er van visioenen nu geen spraak meer is.

Reeds Erasmus werd getroffen door de overeenkomst tusschen het verhaal van de bezoeken aan St-Patricius’ Vagevuur en het Grieksche verhaal van het hol van Trophonius te Lebadea, waarin men na allerlei voorbereiding toegelaten werd om een kijkje te nemen op de andere wereld. Dit wekt natuurhjk het vermoeden, dat het geloof aan het vagevuur van St-Patricius niet heelemaal vrij is van oudheidensche invloeden.

Het werk van Dr. R. Verdeyen en Dr. J. Endepols