KUNSTBERICHTEN CORRESPONDENTEN

UIT ANTWERPEN

steeds een verkwikking tusschen de talrijke exposities van allen aard die men op ’n winler te zien krijgt. Men heeft er het rustige gevoel van te staan voor het werk van ecu der machtigste en meest gerijpte talenten in de moderne kunst. Men weet dat ons hier geen teleurstellingen of ontgoochelingen wachten, maar dat de schilder, volkomen zeker van zijn weg, rustig (loorgaatmethet scheppen van meesterwerk.

De kleine coilectie welke hier vereenigd was, bevatte niet veei nieuws, maar was toch verscheiden genoeg om de veelzijdigheid van den schilder te doen uitkomen : landschappen, zeegezichten, interieurs, dierenstudies waren hier verzameld. Overal vindt men ditzelfde, eerlijke streven naar oprechtheid, naar juiste en treilende weergeving van een natuuretfect, van een indruk of een stemming, overal die vastheid van hand, dit meesterschap over vormen stof; overal die kloeke, sappige kleur, dien lenigen en gespierden horstelstreek.

Men kan met enkele werken van Courtens niet zoo hoog oploopen. Zoo is b. V. de verbazend knap behandelde Bloeiende boomgaard in onze oogen minder aantrekkelijk; ook enkele figurenstudies zeggen ons niet véél. Maar daarentegen heeft hij van die landschapjes om te stelen herfstbosschen, met rosse bladeren boven een water.

1). V.; zoo intens van kleur of ze met goud en zonnelicht geschilderd waren en van die tcedere avondstemmingen, met parelgrijze lonen, of luchtige morgendjcs, met jong, bleek oosterlicht...

Courteiis is werkelijk een der grooten, niet enkel in de moderne kunst -- maar ook in de kunst van alle tijden. R.

UIT BRUSSEL

aardig salon, hoewel niet een der meest belangrijke waartoe ons deze dappere kleine kunstkring uitgenoodigd had. In zijn geheel verdiende het in ieder geval aanmoediging, terwijl enkele artisten er een beter lignur sloegen dan zij ooit vroeger hadden gedaan. Ik vermeld in de eerste plaats Amédée Lynen, Firmin llaes, Eiigène Laermans, Emile Fabry, Alfred Verhaeren en de beeldhouwer Victor Rousseau.

De laatste had een heele serie bustes tentoongesteld o. a. het zeer gelijkende en in grooten stijl opgevatte borstbeeld van Constantin Meunier. Toch blijft Victor Rousseau de beeldhouwer van vrouwenmooi. Er is verband tusschen hem en de schoone school der Florentijnen, maar aan onze modernen dankt hij, bij al zijn elegance, iets onbeschrijfelijk nerveus en subtiels. Ik noem hier zijn groep Les Ingéniies, zijn studie voor een figuur van den zomer, maar vooral zijn buste van een jong meisje met