moeilijkheden, welke met het feit hunner detentie of met de omstandigheden, die tot het plegen van het strafbare feit hebben geleid, in verband staan.

TITEL IX

Ontwikkeling en ontspanning

Artikel 42

Het behoort tot de taak der gestichtsdirectie in de niet voor de arbeid bestemde uren de ontwikkeling en ontspanning der gedetineerden te organiseren.

Daarbij wordt er naar gestreefd bij het initiatief en de uitvoering van de ontwikkeling en ontspanning zoveel mogelijk van de onder de gedetineerden aanwezige krachten gebruik te maken.

Artikel 43

Aan gedetineerden, voor wie zulks wenselijk wordt geacht, wordt zoveel mogelijk aanvullend lager schoolonderricht gegeven.

TITEL X Tucht

Artikel 44

In de gevangenissen, huizen van bewaring en rijkswerkinrichtingen kunnen door de directeur of bij zijn afwezigheid, belet of ontstentenis door zijn plaatsvervanger, de navolgende disciplinaire straffen worden opgelegd wegens het begaan van feiten, die onverenigbaar zijn met een goede orde en tucht:

1°. opsluiting in een straf cel; 2°. opsluiting in een strafcel gedurende de niet voor de arbeid bestemde uren; 3°. sluiting in de boeien; 4°. verstrekking van water en brood in plaats van het gewone voedsel; 5°. verlaging in klasse; 6°. onthouding van bezoek, van het schrijven of ontvangen van brieven; 7°. onthouding van lectuur, van het gebruik maken der cantine of van andere voorrechten.

Meer van deze straffen kunnen gelijktijdig worden opgelegd.

De straffen onder 1°, 2°, 4°, 6° en 7° worden opgelegd voor ten hoogste vier weken, de straf onder 3°. voor ten hoogste veertien dagen.

De straf onder 4°. wordt, ingeval zij langer duurt dan twee dagen slechts om de andere dag toegepast.

Bij de oplegging van straf sub 1°. kan tevens voor ten hoogste zeven dagen het genot der vrije lucht worden onthouden.