No. Z 19069

BINNENLANDS BESTUUR BUREAU ZUIVERING

Zuivering H. Vlaanderen, hulpkeurmeester-opzichter, bij gemeentelijk slachthuis te Kampen

Diverse bijlagen

’s-Gravenhage, 23 Mei 1952.

Onder dagtekening van 28 Februari 1951 bracht de Raad van State, afdeling voor de Geschillen van Bestuur, advies uit over het beroep, ingesteld door H. Vlaanderen, tegen zijn ontslag uit zijn functie van hulpkeurmeester-opzichter bij het gemeentelijk slachthuis te Kampen. Het voorgedragen ontwerp-besluit luidt als volgt:

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Beschikkende op het beroep, ingesteld door H. Vlaanderen te Kampen, tegen de beschikking van de Minister van Binnenlandse Zaken van 9 December 1946, No. Z9384, afdeling Binnenlands Bestuur, bureau Zuivering, waarbij hem met ingang van 17 October 1945, ontslag, als bedoeld in artikel 1, sub b, van het Koninklijk besluit van 10 October 1945 (Slb. F 221), is verleend uit zijn functie van hulpkeurmeester-opzichter bij het gemeentelijk slachthuis te Kampen, onder toekenning van eerf wachtgeld op de voet van het bepaalde in artikel 3, tweede lid, van het Koninklijk besluit van 10 October 1945 (Stb. F 221);

De Raad van State, Afdeling voor de Geschillen van Bestuur, gehoord, advies van 28 Februari 1951, No. 179/1;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken van

Overwegende, dat voormelde beschikking steunt op de overweging» dat, mede naar het oordeel van de Commissie van Advies, bedoeld in artikel 5, vierde lid, van het Zuiveringsbesluit 1945, de houding van Vlaanderen in verband met de bezetting zodanig is geweest, dat hij >n zijn betrekking niet kan worden gehandhaafd;

Aan de Koningin.