STAATSBLAD

VAN HET

KONINKRIJK DER NEDERLANDEN

No. 346

WET van 19 Juni 1952, houdende overgangsregeling betreffende verzekering krachtens de Werkloosheidswet.

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-N assau, enz., enz., enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is ten aanzien van werknemers, die op het tijdstip van de volledige inwerkingtreding der Werkloosheidswet reeds werkloos zijn, een nadere regeling te treffen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

• Geen aanspraak op wachtgeld, als bedoeld in artikel 36, eerste lid, of op werkloosheidsuitkering, als bedoeld in artikel 44, eerste lid, der Werkloosheidswet, bestaat ter zake van werkloosheid, welke vóór 1 Juli 1952 is aangevangen.

Artikel 2

Deze wet treedt in werking met ingang van 1 Juli 1952.

Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle Ministeriële Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven ten Paleize Soestdijk, 19 Juni 1952.

JULIANA.

De Minister van Sociale Zaken

en Volksgezondheid,

A. M. JOEKES.

Uitgegeven de zeven en twintigste Juni 1952.

De Minister van Justitie, H. MULDERIJE.

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:

( Bijl. Hand. II 51/52, 2459; Hand. II 51/52, bladz. 2255 t/m 2256, 2296 t /m2302, 2312 t/m 2323;

“lil. Hand. I 51/52, 2459; Hand. I 51/52, bladz. 942 t/m 947; 949 t/m 953.