STAATSBLAD

VAN HET

KONINKRIJK DER NEDERLANDEN

No. 359

WET van 23 Juni 1952, houdende nadere wijziging van het Negende Hoofdstuk B der Rijksbegroting voor het dienstjaar 1951 (Departement van Verkeer en Waterstaat). (Deelneming van het Rijk in de uitvoering van de eerste phase van de ontwikkelingsplannen voor Z.W. en Oostelijk Groningen, Oostelijk Friesland, N.O. Overijssel, Oostelijk WestFriesland (N.H.), Z.W. en N.O. Noord-Brabant en Noordelijk Limburg.)

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de noodzakelijkheid is gebleken van een wijziging van hoofdstuk IX B (Departement van Verkeer en Waterstaat) der Rijksbegroting voor het dienstjaar 1951, vastgesteld bij de wet van 28 Juni 1951 ( Staatsblad No. 256), zoals het is gewijzigd bij Ons krachtens artikel 24 der Comptabiliteitswet (Staatsblad 1927, No. 259) uitgevaardigd besluit van 15 September 1951 (Staatsblad No. 424);

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel I

In Hoofdstuk IX B der Rijksbegroting voor het dienstjaar 1951 wordt het volgende artikel ingevoegd:

In: TITEL A. GEWONE DIENST AFDELING V. WATERSTAAT Onderafdeling IV. LANDWEGEN (INCLUSIEF VEREN EN SCHIPBRUGGEN) Paragraaf 2. Landwegen A. Rijkswerken achter artikel 235 B: Artikel 235 C Werken ten behoeve van de ontwikkeling van

Zie voor de behandeling in de Staten-Generaal:

Bijl- Hand. II 51/52, 2364; Hand. II 51/52, bladz. 2086 t/m 2097, 2102 i/m 2121;

Bijl. Hand. I 51/52, 2364; Hand. 151/52, bladz. 973 t/m 981, 987 t/m 990