HOOFDSTUK III

Het bedrag der uitkeringen

Artikel 44

1. De invaliditeitsuitkering bedraagt zoveel procent van de grondslag als het voor de belanghebbende vastgestelde invaliditeitspercentage beloopt.

2. Invaliditeitspercentages boven tien procent worden naar boven afgerond tot het naasthogere veelvoud van tien procent. 3. Bij een percentage van minder dan tien wordt invaliditeit geacht niet te bestaan.

Artikel 45

1. De uw iiditeitsuitkering wordt eenmaal vermeerderd met twintig procent vf i de grondslag wanneer ten gevolge van de verwonding, verminking, ziekten of gebreken, in artikel 34 bedoeld:

a. een d'jr ledematen (handen of voeten) is verloren gegaan, of voorgoed onbruikbaar is geworden, dan wel een toestand is ontstaan, die met een zodanig verlies of een zodanige onbruikbaarheid is gelijk te stellen;

b. twee of meer ledematen dermate in beweeglijkheid of bruikbaarheid zijn verminderd, dat de toestand van de belanghebbende met die onder a beschreven is gelijk te stellen;

c. het gezichtsvermogen door organische oorzaken zodanig is beperkt, dat het vermogen om zich zelfstandig te bewegen er ernstig door wordt getroffen;

d. belangrijke misvorming van het gelaat is ontstaan, die door hulpmiddelen niet voldoende te verbergen is, zodat de belanghebbende in de omgang met zijn medemensen ernstig wordt bemoeilijkt;

e. een levenslange uitkering is verleend uit hoofde van een invaliditeit van tachtig of negentig procent.

2. Het bepaalde in het eerste lid vindt geen toepassing, indien vermeerdering plaats vindt op grond van artikel 46.

Artikel 46

De invaliditeitsuitkering wordt eenmaal vermeerderd met veertig procent van de grondslag, wanneer ten gevolge van de verwonding, verminking, ziekten of gebreken, in artikel 34 bedoeld:

a. twee of meer ledematen (handen of voeten) zijn verloren gegaan of voorgoed geheel onbruikbaar zijn geworden, dan wel een toestand is ontstaan, die met een zodanig verlies of een zodanige onbruikbaarheid is gelijk te stellen;

b. het gezichtsvermogen in beide ogen voorgoed geheel verloren is gegaan of een toestand is ontstaan, die met blindheid is gelijk te stellen;