kalenderjaar 1953, op diens verzoek een aanvraagformulier, als bedoeld in het vorige artikel, uit.

2. Indien de arbeider op de eerste werkdag na 1 October 1952 in dienst is van meer dan één werkgever, wordt het aanvraagformulier hem door zijn eerste werkgever op die dag uitgereikt.

3. Indien de arbeider op de eerste werkdag na 1 October 1952 in dienst van de werkgever buitenslands verblijft, wordt het aanvraagformulier desgevraagd uitgereikt aan zijn niet van tafel en bed gescheiden echtgenoot, of, bij ontstentenis van deze, aan degene, die met de verzorging van de kinderen, voor wie aanspraak op kinderbijslag zal kunnen worden gemaakt, is belast.

4. Degene, die op de eerste werkdag na 1 October 1952 niet in dienst is van een werkgever, doch alsdan arbeider is of als arbeider wordt beschouwd ingevolge het bepaalde in artikel 2, lid 2, onder c, d, e en / of artikel la der Kinderbijslagwet, dan wel ingevolge een door Ons genomen besluit krachtens artikel 3, onder b, der Kinderbijslagwet, moet zijn verzoek om een aanvraagformulier, als bedoeld in artikel 1, richten:

a. in de gevallen, bedoeld in artikel 2, lid 2, onder c, der Kinderbijslagwet tot de bedrijfsvereniging, waarbij zijn laatste werkgever voor het intreden der arbeidsongeschiktheid wegens ziekte op 1 Januari 1953 ingevolge de Organisatiewet Sociale Verzekering is aangesloten of zou zijn aangesloten, indien ten tijde van het beëindigen van de laatste dienstbetrekking vóór het intreden der arbeidsongeschiktheid wegens ziekte artikel 2, lid 1, onder b en d, der Organisatiewet Sociale Verzekering reeds in werking getreden ware;

b. in de gevallen, bedoeld in artikel 2, lid 2, onder d, e en /, der Kinderbijslagwet tot de bedrijfsvereniging, waarbij de werkgever, bij wie hij op de dag van het ongeval in dienst was, op 1 Januari 1953 ingevolge de Organisatiewet Sociale Verzekering is aangesloten, of zou zijn aangesloten, indien op de dag van het ongeval artikel 2, lid 1, onder b en d, der Organisatiewet Sociale Verzekering reeds in werking getreden ware;

c. in het geval, bedoeld in artikel la, der Kinderbijslagwet, tot de bedrijfsvereniging, van welke hij uitkering ontvangt krachtens de Werkloosheidswet;

d. in de gevallen, bedoeld in artikel 2 van Ons besluit krachtens artikel 3, onder b, der Kinderbijslagwet, tot de bedrijfsvereniging, waarbij zijn laatste werkgever vóór het intreden der arbeidsongeschiktheid wegens ziekte, of waarbij de werkgever, bij vüe hij op de dag van het ongeval in dienst was, dan wel zijn laatste werkgever vóór het intreden der werkloosheid, op 1 Januari 1953 ingevolge de Organisatiewet Sociale Verzekering is aangesloten, of zou zijn aangesloten, indien ten tijde van het beëindigen van de laatste dienstbetrekking voor het intreden der arbeidsongeschiktheid wegens ziekte, onderscheidenlijk op de dag van het ongeval, dan wel ten tijde van