Artikel 120
Voeding, drinkwater enz. voor landverhuizers De kapitein van een schip, dat met landverhuizers vaart, is verplicht zorg te dragen, dat:
(a) in verband met de te ondernemen reis en het aantal opvarenden, voldoende drinkwater en waswater ten behoeve van de landverhuizers aan boord is, of aan boord kan worden gedistilleerd en dat daarvan dagelijks een voldoende hoeveelheid ter beschikking van de landverhuizers wordt gesteld;
(b) het drinkwater en de berging daarvan voldoen aan de desbetreffende eisen gesteld in het Schepelingenbesluit;
(c) in verband met de te ondernemen reis en het aantal opvarenden, voldoende in goede staat verkerende voeding voor de landverhuizers aan boord is en dat daarvan dagelijks een voldoende hoeveelheid in behoorlijke afwisseling ter beschikking wordt gesteld;
(d) deze voeding geborgen wordt in behoorlijk van andere ruimten afgesloten bergplaatsen, zo gelegen en zo nodig zodanig geventileerd, dat de voeding in goede toestand blijft en dat deze bergplaatsen, voordat daarin voedsel wordt geborgen, afdoende zijn gereinigd en gedurende de reis behoorlijk worden schoongehouden;
(e) met de bereiding van het eten een scheepskok wordt belast en dat aan de bereiding de nodige zorg wordt besteed;
(ƒ) de nodige hulpmiddelen voor het bereiden van het eten en het nodige kommaliewant ten behoeve van de landverhuizers aan boord zijn;
(g) de landverhuizers geen sterke drank aan boord hebben.
Artikel 121
Inspectie verblijven en keuring voeding van andverhuizers De kapitein van een schip, dat met landverhuizers vaart, is verplicht: 1. ten minste éénmaal per week de verblijven van de landverhuizers te inspecteren; 2. dagelijks het bereide eten te keuren, bijgestaan door de g e ' neeskundige, indien deze zich aan boord bevindt.
Artikel 122
Vervoer gevaarlijke stoffen 1. De kapitein is verplicht zorg te dragen, dat geen brandbare vloeistoffen met een vlampunt van 55° Celsius (gemeten met het toestel van Abel-Pensky) of lager bij een barometerstand van 760 millimeter kwikdruk, met uitzondering van die, welke in elke verhouding met water mengbaar zijn, in andere dan volgens bijlage Vfl voor het bergen dezer stoffen goedgekeurde ruimten worden geladen2.
De kapitein van een schip, dat stoffen vervoert, als bedoeld in artikel 99, is verplicht die maatregelen te treffen, welke in verband met de aard van de lading en de wijze van stuwen nodig zijn-