Schaal 15 wordt gelezen: SCHAAL 15 Gemiddeld getal Groep: leerlinglessen per Salaris-ancienniteit: week over het afgelopen kalenderjaar: 0 1 2 3 4 f f f f f I kleiner dan 2 000 720 740 760 780 800 n 2 000 t/m 4 000 760 780 800 820 840 in groter dan 4 000 790 810 830 850 870 Aan de bijzondere bepalingen bij schaal 15 wordt toegevoegd: 1. De vaststelling van de wedde naar een hogere groep gaat in op 1 Januari van het jaar volgende op dat, waarover het gemiddelde getal leerlinglessen is gestegen tot dat van de hogere groep. 2. De vaststelling van de wedde naar een lagere groep gaat in nadat het gemiddelde getal leerlinglessen gedurende 4 achtereenvolgende

kalenderjaren is gedaald tot dat van de lagere groep. In dat geval wordt met ingang van 1 Januari van het jaar aanvangende na de vorenbedoelde 4 kalenderjaren de wedde naar de lagere groep vastgesteld.

Indien naar het oordeel van de Minister bijzondere omstandigheden aanwezig zijn, kan in afwijking van het voorgaande bij daling van het gemiddelde getal leerlinglessen de wedde blijven vastgesteld naar de hogere groep.

De bestaande eerste bepaling wordt genummerd: 3.

De bestaande tweede bepaling wordt genummerd: 4.

In hoofdstuk III, afdeling 1, onder b, wordt voor „f 720” gelezen: f 800.

In hoofdstuk III, afdeling 1, onder c, wordt na „Leiders (sters) van het praktische werk in volledige betrekking” ingelast: in het bezit van het eindgetuigschrift van een school voor maatschappelijk werk (als bedoeld in artikel 11, lid 2, onder e, van de Nijverheidsonderwijswet) of een daarmede door de Minister gelijk te stellen getuigschrift of diploma.

Schaal 16 wordt gelezen: SCHAAL 16 Salaris-ancienniteit: 0 1 2 3 4 5 6 7 8 f f f f f f f f f 280 300 320 340 360 380 400 420 440 Schaal 17 wordt gelezen: SCHAAL 17 Salaris-ancienniteit: 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 f f f f f f f f f f f f f f f f f f f 320 340 360 380 400 420 440 460 480 500 520 540 560 575 590 605 620 635 650