band heeft tussen gG, het traagheidsmoment van het vrij vloeistofoppervlak en het deplacement (geen afleiding). Hieruit af te leiden de waarde bij rechthoekig vrij vloeistofoppervlak. Het afleiden van de formule, welke gebruikt wordt om uit een stabijiteitsproef de aanvangsmetacenterhoogte te bepalen P

(MG = x a cotg. helling).

Door schetsen begrip tonen van de volgende invloeden op de stabiliteit: invloed van breedte, diepgang, vrijboord en ligging gewichtszwaartepunt; verklaring van het verloop van een stabiliteitskromme; invloed van beweeglijke gewichten, zoals overgaan lading en vrije vloeistof.

Evenwichtstoestand welke optreedt na onsymmetrischerespectievelijk ongelijklastige belading.

2

In het onderdeel 9. Zeemanschap en scheepsbouw wordt een nieuwe paragraaf c. Statische stabiliteit ingelast luidende:

c. Statische stabiliteit. Het opzoeken van waterverplaatsing, draagvermogen (deadweight), tonnen per duim (inch) in de verticale schaal van waterverplaatsing; het herleiden van de diepgang in zoetwater tot de diepgang in zeewater van s.g. 1,025.

Het bepalen aan de hand van desbetreffende grafieken in het carènediagram van de hoogte van het dwarsscheeps- en langsscheeps metacenter en drukkingspunt boven de basis (kiel).

Het critisch lezen van de verschillende stabiliteitskrommen; het bepalen van de aanvangsmetacenterhoogte bij een gegeven beladingstoestand uit de, bij die beladingstoestand behorende stabiliteitskromme (geen afleiding van het bewijs); het berekenen van de metacenterhoogte uit de gegevens, welke na een stabiliteitsproef beschikbaar zijn; eenvoudige vraagstukken met toepassing van de momentenstelling of van de verschuivingswet ter bepaling van de hoogte en de langsscheepse ligging van het gewichtszwaartepunt; het transformeren van stabiliteitskrommen voor eenvoudige gevallen.

3

De bestaande paragraaf c. van onderdeel 9 „Het manoeuvreren” wordt gemerkt: d.

4

De bestaande paragraaf d. van onderdeel 9 „Gebruik van hulpmiddelen bij de navigatie” wordt een afzonderlijk onderdeel, genummerd: 10*).

5 v

Het bestaande onderdeel 10*) De bepalingen ter voorkoming van aanvaringen op zee wordt genummerd: 11*).

Diploma eerste stuurman voor de grote handelsvaart

1

De noot 1 ) bij het uitgewerkt programma wordt gelezen:

!) De cijfers duiden de onderdelen van het examen aan. Het examen is mondeling, behalve in de onderdelen 1 en 8 b, welke mondeling en schriftelijk, 7, hetwelk mondeling en practisch en 3, hetwelk alleen schriftelijk wordt geëxamineerd.

In de onderdelen, gemerkt *) kan herexamen worden afgenomen.

2

Aan het onderdeel 8. Zeemanschap en scheepsbouw, wordt aan het slot van de paragraaf b. Het beladen toegevoegd: Het oplossen van vraagstukken met behulp van de gebruikelijke stabiliteit-gegevens, zoals b.v.:

het berekenen van verschil in diepgang bij gegeven verschil in s.g. bij overgang van zoet- of brakwater in zeewater.

Het berekenen van de verandering in metacenterhoogte:

a. tengevolge van wijziging van de beladingstoestand,

b. tengevolge van het verbruik van brandstof, water en stores,

c. tengevolge van opnemen van water in de deklast,

d. door het toelaten van water in een compartiment (de horizontale doorsnede als rechthoekig te beschouwen).

Het berekenen van de hoogte van het gewichtszwaartepunt boven de basis (kiel) uit een stabiliteitsproef.

Het berekenen van de maximum helling bij het lossen van zware gewichten; het berekenen van trimverandering door het verplaatsen, laden of lossen van gewichten.

(Bij bovenstaande opgaven zullen zowel metrische maten en gewichten als Engelse maten en gewichten worden gebruikt).

Diploma stuurman voor de kleine handelsvaart

1

In de noot 1 ), behorende bij het uitgewerkt programma, wordt „onderdeel 10” vervangen door: onderdeel 11.

2

In het onderdeel 6. Zeemanschap en scheepsbouw wordt de paragraaf b. Beladen gelezen:

b. Beladen. Bekendheid met het stuwen van ladingen, die veelvuldig met schepen in de kleine handelsvaart worden vervoerd en met de voorzorgsmaatregelen om schade aan deze ladingen te voorkomen; het beladen van die schepen met het oog op veilig varen; maatregelen te nemen bij het vervoer van deklasten, welke in gewicht kunnen toenemen door overkomend water, een en ander met het oog op de zeewaardigheid en de uitwatering van het schip; begrip van de vrachtberekening; kennis van de diepgangsmerken en het uitwateringsmerk; practisch gebruik van de verticale schaal van waterverplaatsing.

3

In het onderdeel 6. Zeemanschap en scheepsbouw wordt een nieuwe paragraaf c. Stabiliteit ingelast, luidende:

Stabiliteit. Het begrip stabiliteit; kenmerkende eigenschappen van een rank en een stijf schip; mogelijke oorzaken van slagzij; het vaststellen van de oorzaken van en de middelen om de slagzij op te heffen; oorzaken tengevolge waarvan ladingen kunnen overgaan en de maatregelen hiertegen, welke tijdens de belading genomen kunnen worden; invloed op de stabiliteit door: a. overgaan van lading, b. vrij water in het ruim, c. gedeeltelijk gevulde tanks. Verandering van de stabiliteit tijdens en na het vullen van dubbele bodemtanks; de invloed van overbelading op de stabiliteit.

Invloed op uitwatering en stabiliteit door het in gewicht toenemen van deklast; maatregelen, welke op zee genomen kunnen worden om de uitwatering en/of de stabiliteit te vergroten.

(Bovenstaande onderwerpen zonder in te gaan op de theorie van de statische stabiliteit).

4

De bestaande paragraaf c. van onderdeel 6 „ Manoeuvreren” wordt gemerkt „d” en wordt gelezen:

d. Manoeuvreren. Het manoeuvreren onder alle omstandigheden met schepen, die in de kleine handelsvaart worden gebezigd; de invloed van kop- of stuurlast op de manoeuvrcereigenschappen en de zeewaardigheid van het schip; middelen om de nadelige invloed van kop- of stuurlast te corrigeren; het slepen met schepen van de kleine handelsvaart en het gesleept worden; de maatregelen te nemen bij strandingen en bij averij aan de romp en het stuurgerei; het behandelen van een scheepsboot onder alle omstandigheden.

5

De bestaande paragraaf d. van onderdeel 6 ,,Gebruik van hulpmiddelen bij de navigatie” wordt een afzonderlijk onderdeel, genummerd: 7*).