G

Artikel 450, tweede lid, vervalt.

H

Artikel 451, derde lid, wordt gelezen: Is verzet, hoger beroep of beroep in cassatie gedaan bij aangetekende brief, zo tekent de griffier onverwijld dag en uur van ontvangst op de brief aan.

I

Na artikel 451 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 451a

1. Is degene die een rechtsmiddel wenst aan te wenden ingesloten in een huis van bewaring, gevangenis, rijkswerkinrichting of rijksasyl voor psychopaten, dan wel in een tuchtschool of inrichting waar de straf van arrest wordt ten uitvoer gelegd, dan kan hij de rechtsmiddelen bedoeld in artikel 449 ook aanwenden door middel van een schriftelijke verklaring die hij doet toekomen aan het hoofd van het gesticht. 2. Het hoofd van het gesticht doet deze verklaring onverwijld inschrijven in een daarvoor bestemd register en zendt haar vervolgens toe aan de griffie van het gerecht door of bij hetwelk de belissing is gegeven onder kennisgeving van de datum van inschrijving in het register. Als dag van verzet of beroep geldt de dag van inschrijving van de verklaring in het register. 3. De Minister van Justitie bepaalt het model van het register en kan omtrent het bijhouden daarvan nadere regels geven. Het register kan door de belanghebbenden worden ingezien. 4. De verklaring wordt na ontvangst op de griffie bij de processtukken gevoegd. Van het aanwenden van het rechtsmiddel wordt dadelijk aantekening gedaan in het op de griffie berustend register, bedoeld in artikel 451, vijfde lid.

J

Artikel 452 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid vervallen de woorden «eerste lid». 2. In het derde lid wordt in plaats van «het register in het voorgaande artikel bedoeld» gelezen: het op de griffie berustend register.

K

Artikel 557 wordt als volgt gewijzigd: 1. Het tweede lid wordt gelezen: Is een mededeling als bedoeld in artikel 366 voorgeschreven, dan kan de tenuitvoerlegging van het vonnis of arrest geschieden na de betekening van die mededeling. Bij vonnissen of arresten bij verstek gewezen, waarbij zodanige mededeling niet behoeft te geschieden, kan de tenuitvoerlegging geschieden na de uitspraak. Door verzet, hoger beroep of beroep in cassatie wordt de tenuitvoerlegging geschorst of opgeschort. 2. Toegevoegd wordt een nieuw derde lid, luidende: De laatste volzin van het tweede lid geldt niet: 1°. voor bevelen bij het vonnis of arrest verleend, die dadelijk uitvoerbaar zijn;