i. sorbinezuurgehalte: de som der gehalten aan de onder h genoemde stoffen, berekend als het zuur; j. koolzuur: het koolzuurgas als omschreven in het Conserveermiddelenbesluit (Warenwet) onder E 290; k. 1°. vruchtenessence: de onschadelijke geur- en smaakstoffen uit plantendelen verkregen; 2°. essence: de onschadelijke geur- en smaakstoffen andere dan de onder 1° bedoelde; l. bindmiddelen: pectine (E 440), agar-agar (E 406), carrageen (E 407), alginaten (E 400 t/m E 405), gelatine, Johannesbroodpitmeel (E 410), guarmeel (E 412), tragacanth (E 413), Arabische gom (E 414), karayagom, xanthaangom, het natriumzout van carboxymethylcellulose (E 446) en/of zetmeel en gemodificeerd zetmeel zoals bedoeld in het Zetmeelbesluit (Warenwet); m. kleurstoffen: kleurstoffen, welke op grond van het bepaalde in het Kleurstoffenbesluit (Warenwet) in eet- of drinkwaren aanwezig mogen zijn; n. vruchten: eventueel van pitten, schillen en oneetbare delen bevrijd fruit, alsmede rozebottels en rabarber en voorzover het extra jam, jam, halvajam of vruchtenvlaaivulling betreft eveneens tomaten en gember; o. fosfaten: natriumorthofosfaat (E 339), kaliumorthofosfaat (E 340), calciumorthofosfaat (E 341) en natrium- en kaliumpolyfosfaten (E 450).

Artikel 2

1. De in dit besluit bedoelde waren moeten voldoen aan de volgende eisen: a. zij moeten in deugdelijke toestand verkeren en deugdelijk van samenstelling zijn; b. stoffen mogen niet in zodanige hoeveelheden aanwezig zijn dat deze gevaar kunnen opleveren voor de gezondheid; c. vreemde voorwerpen en verontreinigingen mogen niet aanwezig zijn; d. zij mogen geen voor de gezondheid schadelijke micro-organismen bevatten. 2. Onze Ministers van Volksgezondheid en Milieuhygiëne, van Landbouw en Visserij en van Economische Zaken tezamen kunnen, gehoord de Adviescommissie Warenwet, nadere regelen stellen omtrent de in het eerste lid, onder b, c en d, gestelde eisen.

Artikel 3

1. a. De aanduiding jam mag uitsluitend en moet, met inachtneming van het in artikel 17 bepaalde, worden gebezigd voor de in meer of mindere mate gegeleerde uit vruchten, suiker en water bereide waar met de volgende kenmerken 1°. refractometerwaarde tenminste 63%; 2°. verhouding tussen de gewichten van in de waar verwerkte suiker en verwerkte vruchten ten hoogste: indien bereid met ananas 2,7 indien bereid met gember 5,5 indien bereid uit andere vruchten, niet zijnde citrusvruchten 2,0. b. De aanduiding marmelade mag uitsluitend en moet worden gebezigd voor de in meer of mindere mate gegeleerde waar, verkregen door citrusvruchten metten hoogste 4 maal hun gewicht aan suiker te verwerken en welke waar een refractometerwaarde heeft van tenminste 63%. 2. De waren bedoeld in het eerste lid moeten voldoen aan de eis dat geen andere stoffen zijn toegevoegd dan de hierna genoemde, welke in de waar aanwezig mogen zijn met inachtneming van de daarbij vermelde beperkingen; a. de stoffen afkomstig van de in de waar verwerkte vruchten en suiker; b. citroenzuur (E 330), alsmede de natrium-, kalium- en calciumzouten van dit zuur (respectievelijk E 331, E 332 en E 333);