«de Gemengde Commissie» en «de Directeur»: de Commissie, onderscheidenlijk de directeur, bedoeld in het Reglement voor de openbaarmaking van het verslag van het verhandelde in de vergaderingen der StatenGeneraal; «de Gemengde Commissie van toezicht» en «de Griffier van de delegaties»: de commissie, onderscheidenlijk de griffier bedoeld in het Reglement voor de griffie van de delegaties uit de beide Kamers der StatenGeneraal naar internationale en bovennationele vergaderingen.

Artikel 2

Uitoefening van bevoegdheden

1. De in dit besluit bedoelde bevoegdheden van de Kamer, kunnen uitsluitend worden uitgeoefend ten aanzien van de ambtenaren, in dienst van de desbetreffende Kamer. 2. De in dit besluit bedoelde bevoegdheden van de Gemengde Commissie kunnen uitsluitend worden uitgeoefend ten aanzien van de ambtenaren bedoeld in het Reglement voor de openbaarmaking van het verslag van het verhandelde in de vergaderingen der Staten-Generaal. 3. De in dit besluit bedoelde bevoegdheden van de Gemengde Commissie van toezicht kunnen uitsluitend betrekking hebben op de ambtenaren bedoeld in het Reglement voor de Griffie van de delegaties uit de beide Kamers der Staten-Generaal naar internationale en bovennationale vergaderingen.

Artikel 3

Het tot aanstelling bevoegd gezag en de overdracht van bevoegdheden

1. De Kamer, de Gemengde Commissie onderscheidenlijk de Gemengde Commissie van toezicht is het tot aanstelling bevoegd gezag. 2. Het in het eerste lid bedoelde gezag kan de hem in dit besluit toegekende bevoegdheden geheel of gedeeltelijk overdragen aan het College van Senioren, de Huishoudelijke Commissie, het Presidium of de Griffier, aan de Directeur onderscheidenlijk aan de Griffier van de delegaties.

Artikel 4

Toepasselijkheid van dit besluit

De bepalingen van dit besluit vinden slechts toepassing, voor zover niet anders is of wordt bepaald hetzij bij of krachtens een wet, hetzij in het Reglement van Orde van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, in het Reglement van Orde van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, in het Reglement voor de openbaarmaking van het verslag van het verhandelde in de vergaderingen der Staten-Generaal, dan wel in het Reglement voor de griffie van de delegaties uit de beide Kamers der Staten-Generaal naar internationale en bovennationale vergaderingen.

Hoofdstuk II. Aanstelling en bevordering

§ 1. De aanstelling

Artikel 5

Aanstelling

1. De aanstelling geschiedt in vaste of tijdelijke dienst. 2. Aan een aanstelling in vaste dienst gaat in de regel vooraf een aanstelling in tijdelijke dienst. 3. Personen ten aanzien van wie een volledige of gedeeltelijke leerplicht geldt, worden niet aangesteld.

Artikel 6

Aanstelling in tijdelijke dienst

1. Aanstelling in tijdelijke dienst vindt plaats voor bepaalde of onbepaalde tijd. 2. Zij kan plaatsvinden: a. voor een proeftijd van ten hoogste twee jaar, zo nodig in bijzondere gevallen op verzoek van de ambtenaar met nog één jaar te verlengen en zo no-