drijfsgeneeskundige dienst gegeven aanwijzingen, waaronder die met betrekking tot het ondergaan van een geneeskundig onderzoek. 3. Gedurende de periode dat de ambtenaar ingevolge het bepaalde in dit artikel zijn dienst niet verricht, geniet hij zijn volle bezoldiging.

Artikel 106

Periodieke beoordeling

1. Met inachtneming van de door Onze Minister van Binnenlandse Zaken gestelde regels en de daarbij aangegeven uitzonderingsmogelijkheden wordt periodiek een beoordeling opgemaakt omtrent de wijze waarop de ambtenaar gedurende het voorafgegane beoordelingstijdvak zijn functie heeft vervuld en omtrent zijn gedragingen in dit tijdvak tijdens de uitoefening van die functie. 2. Alvorens de beoordeling wordt vastgesteld, wordt deze met de ambtenaar besproken en wordt hem gelegenheid geboden daarover zijn mening kenbaar te maken, een en ander overeenkomstig de daarvoor door Onze Minister van Binnenlandse Zaken gestelde regels. 3. Indien voor ambtenaren bij enig dienstvak of van een bepaalde groep van ambtenaren regels worden vereist, welke afwijken van de in het eerste lid bedoelde regels dan wel strekken ter aanvulling of uitwerking van de in de vorige leden bedoelde regels, worden zodanige regels vastgesteld door het tot aanstelling bevoegd gezag, in overeenstemming met Onze Minister van Binnenlandse Zaken.

Artikel 107

1. Alvorens de ambtenaar met een vertrouwensfunctie wordt belast, wordt te zijnen aanzien een veiligheidsonderzoek ingesteld. Dit geschiedt eveneens, indien de door hem beklede functie als vertrouwensfunctie wordt aangewezen of de door hem beklede vertrouwensfunctie een andere inhoud krijgt, waardoor het naar het oordeel van het tot aanstelling bevoegd gezag nodig is dat opnieuw een veiligheidsonderzoek wordt ingesteld. Hij wordt door of namens het tot aanstelling bevoegd gezag van het instellen van het onderzoek in kennis gesteld. 2. Onder vertrouwensfunctie wordt verstaan een functie, die de mogelijkheid biedt de veiligheid of andere gewichtige belangen van de Staat te schaden dan wel het naar behoren functioneren van een vitaal onderdeel van de Staten-Generaal in gevaar te brengen. Het tot aanstelling bevoegd gezag wijst in overeenstemming met Onze Minister van Binnenlandse Zaken de functies aan, die als vertrouwensfunctie moeten worden aangemerkt. 3. De ambtenaar wordt van tegen hem op grond van de uitslag van het onderzoek gerezen bedenkingen in kennis gesteld. Hij kan zijn bezwaren daartegen aan het tot aanstelling bevoegd gezag kenbaar maken. Alvorens het tot aanstelling bevoegd gezag daarop een beslissing neemt, is het gehouden het advies in te winnen van een door Onze Minister van Binnenlandse Zaken ingestelde commissie. 4. Onze Minister van Binnenlandse Zaken stelt omtrent het bepaalde in dit artikel nadere voorschriften vast. Hij geeft daarbij onder meer regels met betrekking tot de werkwijze van de in het vorige lid bedoelde commissie.

Artikel 108

Zekerheidstelling

Verplichting tot zekerheidstelling wordt de ambtenaar niet opgelegd.

Artikel 109

Aanzuivering van een tekort

1. De rekenplichtige ambtenaar wordt van de verplichting tot aanzuivering van een tekort geheel of gedeeltelijk ontheven, naarmate hij het beheer nauwgezet heeft gevoerd en de nodige voorzorgen heeft genomen voor de bewaring van gelden en geldswaardige papieren.