- berekende bespaarde rente over de eigen financieringsmiddelen (U 6.0 b) - toevoegingen aan fondsen wegens reserveringen voor te betalen premies van premieleningen (U 6.0 c) - eventuele bijdrage aan de gewone dienst wegens rentevergoeding voor de aanwending van kasgeld voor de financiering van kapitaaluitgaven (U 6.0 f)

Aan de creditzijde van de eerste paragraaf van de verdeeldienst worden de navolgende daarop aftrekbare baten gebracht - ontvangen rente en kosten van provisie van verstrekte langlopende geldleningen, die eenzelfde rentepercentage en aflossingsschema hebben als deterfinanciering daarvan aangegane langlopende geldleningen (doorgegeven geldleningen) (I 5.0)

- beschikkingen over fondsen wegens reserveringen voor te betalen premies van premieleningen (I 6.0 c) - eventuele bijdrage van de gewone dienst wegens rente van belegging van overtollige langlopende financieringsmiddelen (I 6.0 f)

C. Apparaatskosten

Zoals onder hoofdstuk 1 van deze bijlage is vermeld, hebben de apparaatskosten betrekking op de kosten van het inzetten van personeel en het gebruik van niet direct toerekenbare geïnvesteerde produktiemiddelen en goederen en diensten van derden voor de uitvoering van provinciale taken.

Deze kosten kunnen in de navolgende rubrieken worden onderscheiden:

a. Salarissen en sociale lasten Het betreft hier alle uitgaven en inkomsten, die tot uitgavencategorie 1.0 behoren. De daarop betrekking hebbende inkomsten (U 1.0 D) worden aan de creditzijde van de eerste paragraaf van de verdeeldienst gebracht. b. Materiële uitgaven en overdrachten Dit onderdeel bestaat uit de navolgende uitgavencategorieën of -rubrieken - U 2.2 a: aankoop van duurzame roerende goederen - U 2.3: overige goederen en diensten - U 3.0: belastingen, voor zover deze uitgaven motorrijtuigenbelasting, onroerend-goedbelasting en dijk- en polderlasten betreffen - U 4.0: dotaties en contributies van lidmaatschappen ten behoeve van het ambtelijk apparaat c. Administratieve boekingen Hiertoe worden uitsluitend de navolgende boekingen gerekend - U 6.0 a: afschrijvingen op geïnvesteerde produktiemiddelen, zoals gebouwen, vaartuigen en duurzame roerende goederen, die op de eerste subparagraaf van paragraaf 1 van de verdeeldienst worden gebracht - U 6.0 c: toevoegingen aan reserves en fondsen - U 6.0 d: verbruik van voorraden - U 6.0 e: verrekeningen met takken van dienst, geen bedrijven zijnde, dan wel met de algemene dienst wegens geleverde goederen en diensten d. Rentekosten Het gaat hier om de aan de apparaatskosten toe te rekenen rentekosten, die op de tweede subparagraaf van paragraaf 2 van de verdeeldienst worden opgenomen.

Bij de beschrijving van de inhoud van de apparaatskosten kan niet worden volstaan met het aangeven van de categorieën of rubrieken waaruit deze kosten bestaan. Voor een juiste afbakening van die kosten dienen daarbij ook de activiteiten van het ambtelijk apparaat in beschouwing te worden genomen.

Het ambtelijk apparaat kan namelijk in twee delen worden onderscheiden. Het ene deel betreft het personeel, dat uiteindelijk met de uitvoering van de provinciale taken belast is. De kosten van dit personeel kunnen derhalve direct op de desbetreffende functionele posten van de gewone dienst en de